Printen

Zo?! 3

 

D.J. Bolt

02-11-19

 

De kerk van Christus, het onderwerp heeft volop de aandacht in de huidige kerkelijke wereld. Zo zijn er bijvoorbeeld op diverse plaatsen in Nederland lezingen gehouden over de katholiciteit van de kerk. Allerlei samensprekingen over kerkelijk samengaan vinden plaats, ja er is zelfs sprake van een vergevorderde fusie van GKv en NGK. Terwijl ook langzaam maar zeker integratie met de PKN in het verschiet komt.
Maar als we ons niet vergissen is de 'echte' stip op de horizon eenwording van Rome en Reformatie. Het Rooms-Protestantse Nederlands Dagblad ademt onmiskenbaar die oecumenische eenheidsgeest in zijn berichtgeving en commentaren.   

 

Terzijde van al het grote kerkelijke geweld is er ook nog een andere minuscule kerkelijke beweging gaande: samensprekingen tussen DGK en GKN, twee kerkverbanden ontstaan uit afscheidingen van de GKv. We besteedden er al jaren aandacht aan omdat het ons bezighoudt. Het gaat immers, inderdaad, om de kerk van Christus. En zo lazen we dus in Weerklank (Oktober 2019), het maandblad van GKN met grote interesse een hoofdartikel van ds. A. Bas, predikant van GKN Kampen over juist dát onderwerp waarbij hij niet schuwt aan de relatie tussen genoemde kerken te refereren. Daar zijn we blij mee. Want als we het over 'onze' kerken hebben – ja ook vragen of kritiek hebben, laten we dat open en eerlijk doen, zodat een hecht gefundeerde verbinding kan groeien tussen gereformeerden die bij elkaar horen.

 


 

Kerk van Christus

 

Laten we luisteren naar wat ds. Bas ons te zeggen heeft. Allereerst memoreert hij de laatste stand van zaken tussen beide kerkverbanden. Ds. Bas:

 

In de afgelopen tijd is enkele keren de term 'kerk van Christus' gevallen. Op 6 oktober 2018 spraken de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN), in synode bijeen in Harderwijk, uit 'De Gereformeerde Kerken (hersteld) (DGK) op basis van hun publieke belijdenis en van de gevoerde gesprekken' te herkennen 'als kerken van Christus, staande op het fundament van apostelen en profeten'.

Wel werd van de DGK eenzelfde uitspraak gevraagd over de GKN, anders kon het gesprek tussen beide kerkverbanden niet worden voortgezet.

Maar die uitspraak kwam er dan ook: een buitengewone synode, bijeen op 6 juli 2019 in Hardenberg, sprak uit 'de Gereformeerde Kerken (Nederland)' te herkennen 'als kerken van Christus, staande op het fundament van apostelen en profeten.'

 

Wat is dat nu precies kerk van Christus? Hoe kun je die herkennen? Ds. Bas verwijst naar onze gemeenschappelijke belijdenis:

 

… de Nederlandse Geloofsbelijdenis, die in artikel 29 de drie kenmerken noemt waaraan de kerk te herkennen is: de zuivere prediking van het evangelie, de zuivere bediening van de sacramenten en de oefening van de kerkelijke tucht. Verplichte kost, voor wie catechisatie volgde of volgt.

De achterliggende gedachte is die van Zondag 21: dat het de Zoon van God is, die 'uit het hele menselijke geslacht Zich een gemeente, die tot het eeuwige leven uitverkoren is, van het begin van de wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt.' Anders: het is Christus Zelf die ons samenbrengt en samenhoudt, en daarbij gebruik maakt van prediking, sacramenten en tucht.

 

Die kenmerken kunnen gereformeerden dromen. En ds. Bas noemt het 'prachtig' als die de kerk waarvan we lid zijn ook deze kenmerken heeft. Maar die zijn niet de enige kenmerken die de belijdenis noemt. Want

 

… vervolgens moet óók wel de vraag gesteld worden, wat of die prediking al dan niet uitwerkt. Want Woordverkondiging heeft uiteindelijk als doel, dat zondige mensen bij Christus gebracht en gehouden worden. Als we het over de 'kerk van Christus' hebben, mogen (en: moeten) we het dus ook hebben over de mensen die samen die kerk vormen. Want zoals de kerk volgens artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis te 'kennen' is aan de al genoemde kenmerken, zo zijn ook haar leden te 'kennen'.

 

Maar ik denk zomaar, zegt de predikant, dat wat de Geloofsbelijdenis daarvan zegt, ons vaak minder bekend is. Want we vallen als kerkmensen vaak tegen, weet hij. Door onze zonde en zwakheid jagen wij soms zelfs onze broeders uit de kerk. Dus maar niet over ons als kerkmensen spreken? Jawel, want

 

het mooie is, dat de Nederlandse Geloofsbelijdenis dat wél doet. En dan ook erkent, dat de 'kerk van Christus' gevormd wordt door mensen in wie nog 'grote zwakheid' is. Maar die daarom dan ook hun toevlucht nemen tot het bloed, de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Here Jezus.

 

We willen dit volgens ds. Bas wel 'grif toegeven: wij zijn en blijven zondige en zwakke mensen. Maar als het concreet bij ons wordt aangewezen: daar en daar heb je broeders belasterd, beschadigd, onrecht gedaan. Hoe dan?

Het voorbeeld dat de predikant neemt is hoe we als kerken van nieuwe vrijgemaakten bekend staan. Is het vaak niet als ruziemakers? Durven we onze zwakheden daarin ook toe te geven? Schieten we daarin niet tekort?
Laten we leren van Paulus:

 

Van Paulus valt veel goeds te zeggen. Zo heeft hij zich in zijn dagen nogal wat moeite getroost, om het evangelie van de Here Jezus Christus aan de man te brengen. Stad en land heeft hij ermee afgereisd, tal van ontberingen geleden. Maar als we zijn brieven lezen, komen we erachter dat hij zich toch een zwak mens voelde. 'Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?', () een uitspraak als deze maakt heel duidelijk dat wij zondige mensen zijn én blijven. Zelfs als wij geloven, en deel uit mogen maken van wat 'kerk van Christus' mag heten.

 

Toch weer een mooi excuus? Nee, de predikant:

 

Zij die bij de kerk horen, zijn volgens de Nederlandse Geloofsbelijdenis namelijk niet in de allereerste plaats te herkennen aan hun zonde en zwakheid. Maar juist, aan hun geloof. Samen vormen zij de kerk van Christus, en ieder voor zich hebben zij Hem ook 'aangenomen'. En dat ze dat gedaan hebben, is ook concreet aan hen te zien en te merken. Zo ontvluchten zij de zonde, jagen zij de gerechtigheid na en hebben zij de ware God en hun naaste lief.

 

Ds. Bas vindt het begrijpelijk dat we de naam hebben ruziemakers te zijn maar: 'toch is en blijft het aan de andere kant, ook wel weer een schande', oordeelt hij. Want:

 

dat kennen van Christus, moet ook gevolgen hebben. Zwart wit gezegd: leden van zijn kerk vechten niet tegen elkaar, maar tegen zichzelf. En: tegen de grote zwakheid, die nog tegen hun wil in hen overgebleven is. Zegt zo het formulier het ook niet, aan de hand waarvan ons geregeld het sacrament van het Heilig Avondmaal (zuiver) bediend wordt?

 

Ieder zal zichzelf daarop echt moeten beproeven:

 

Namelijk, als we ons weer voorbereiden op de viering van het Heilig Avondmaal. Want dan hebben we onder meer bij onszelf na te gaan, of we alle vijandschap, haat en nijd van harte afleggen. En ons ernstig voornemen, voortaan in liefde en vrede met onze naaste te leven. Maar misschien, dat we onszelf die vraag wel vaker stellen moeten.

 

Dat wil ds. Bas ook zien gebeuren in kerken die elkaar herkennen als kerken van Christus en misschien wel op weg zijn naar eenheid. Als een getuigenis voor de wereld om ons heen. Dat zal nog niet zo eenvoudig zijn, denkt ds. Bas. Want

 

We kunnen er heilig van overtuigd zijn, dat we voor de goede zaak gevochten hebben. Voor de zaak van Jezus Christus, en tegen ontrouw en dwaling. En, ook: dat we het gelijk aan onze kant hebben gehad, en de ander dat dus op de één of andere manier ook zal moeten erkennen. Wil er van 'herkenning', ooit ook 'erkenning' kunnen komen.

 

Ja, dat is wel een punt. Als het inderdaad gaat of ging om ontrouw en dwaling dan moet dat aan de orde (kunnen) komen en mag er niet gezwegen worden om het 'lieve vredemakers-imago'. Want inderdaad, zoals de predikant erkent, 'eenheid mag nooit ten koste mag gaan van de waarheid'.

En dan ook in een goede geest en in liefde struikelblokken uit de weg ruimen. Zo spoedig mogelijk! Dat gesprek wil ds. Bas ook, zo geeft hij aan. En hij geeft ons daarbij enig zelfonderzoek mee in een voorzichtige vraag:

 

of we persóónlijk nu ook te kennen zijn als mensen die bij die kerk horen. Omdat we erkennen, zwakke en zondige mensen te zijn. Die tegelijk, Christus hebben leren kennen. En daarom ook van harte begeren, om tegen hun zonde te strijden. En, ook: lief te hebben.

 

We stemmen er van harte mee in. Zo'n christelijke godvruchtige houding moet ons kenmerken als kerken en als gelovigen persoonlijk. In het publiek en achter gesloten deuren. In spreekbeurten en e-mails. In interne gesprekken en gesprekken met de buitenwacht. Dan gaat er iets moois bloeien want de kerk van onze Heiland heeft ook alles te maken met vergeving van zonden en gemeenschap der heiligen (Zondag 21).

 

Op het moment dat we dit artikel samenstellen is de synode van GKN nog niet geweest, die vergadert 2 november 2019. We bidden vurig dat de christelijk houding waarop ds. Bas aandringt ook deze vergadering mag beheersen en dat er zo verdere stappen kunnen worden gezet op de vredeweg van Christus en zijn Woord.