Signalen 92
R. Sollie-Sleijster
16-11-19
Gkv Urk neemt preekbevoegdheid Janneke Burger hoog op
RD 12-11-2019
Onlangs heeft de classis Kampen preekconsent verleend aan theologe Janneke Burger-Niemeijer. Dit is aanleiding voor de kerkenraad van de GKv Urk om voorlopig geen afgevaardigden naar de classisvergaderingen te sturen. Er zou namelijk op de classis eerst worden gesproken over hoe classiskerken met de verschillende visies op de vrouw in het ambt omgaan. Nu dat gesprek nog niet heeft plaatsgevonden en toch al is overgegaan tot het verlenen van preekbevoegdheid aan een zuster, heeft de raad hier onoverkomelijke problemen mee. Urk diende eerder al een revisieverzoek in en zal zich na behandeling van de revisieverzoeken op de komende synode opnieuw op zijn positie beraden.
GKV overwegen kanselruil met PKN
RD 9-11-2019
Deputaten kerkelijke eenheid (GKv) adviseren in een aanvullend rapport voor de volgende week beginnende GS om de kansels van GKv en de PKN voor elkaar open te stellen.
Het rapport is opgesteld door de CCS (commissie contact en samenspreking met andere kerken) van de NGK. De landelijke vergadering van de NGK stemde al in 2015 in met het voorstel de kansels over en weer open te stellen.
Voorwaarde is wel dat een PKN predikant gebonden is ‘aan de leer van de Bijbel zoals beleden in de gereformeerde belijdenissen’. Bovendien moet de kerkenraad de gemeente vooraf op de hoogte brengen en haar instemming krijgen, terwijl ook aan de classiskerken mededeling moet worden gedaan. Als een GKv predikant gevraagd wordt voor te gaan in een PKN gemeente, dient hij, voordat hij met het verzoek instemt, zijn kerkenraad te informeren.
Omdat de PKN een plurale kerk is, achten deputaten ‘enige drempel passend’. Zij voegen er aan toe dat kerkenraden de taak hebben ‘te waarborgen dat Woordverkondiging en sacramentsbediening tot eer van God en heil van de gemeente dienen en om de gemeente te beschermen tegen dwaalleer’.
“Eenwording NGK en GKV moet in rust en vertrouwen gebeuren”
RD 9-11-2019
De NGK en GKV zijn sinds 2017 in staat van hereniging en verlangen naar eenheid, maar formeel moeten ze nog fuseren, zo zei Ad de Boer (NGK), voorzitter van de regiegroep hereniging van NGK en GKV op de landelijke vergadering van de NGK. Hier werd het rapport ‘Verlangen naar een nieuwe kerk’ van de regiegroep verkennend besproken. De inhoudelijke besprekingen vinden gezamenlijk plaats in februari 2020. In 2023 zouden beide kerkverbanden in principe kunnen fuseren.
Voorafgaand aan het definitieve besluit zullen de leden van de GKv synode en de landelijke NGK vergadering met elkaar kennismaken tijdens een retraite, waarin ruimte is voor ontmoetingen en geloofsgesprekken van hart tot hart.
Ouderling Hoekstra van de Tehuisgemeente Groningen keek met gemengde gevoelens naar de gezamenlijke avondmaalsviering in Kampen (11-11-2017). Met vreugde, maar ook met ‘grote teleurstelling’ over het feit dat direct gekozen is om binnen de kaders van de ‘gedateerde belijdenisgeschriften’ en bestaande visie op kerkordes te blijven. Hoekstra vindt het
“overbodig en zelfs ongewenst om te streven naar uniformiteit. We zien een ontbreken aan realiteitszin t.a.v. gebondenheid aan de belijdenisgeschriften. Bij het overgrote deel van de gemeenteleden in de NGK, GKV, maar ook in de CGK, spelen die geen enkele rol meer. Men kent ze niet meer en heeft geen behoefte zich daarin te verdiepen. Ook veel ambtsdragers nemen echt niet meer de moeite om die te doorgronden. Het ondertekenen van het bindingsformulier gaat dan meer lijken op het zetten van een noodzakelijk vinkje om verder te kunnen gaan. In plaats van ‘één in geloof en belijden’, vinden wij ‘één in geloof en liefde’ een beter uitgangspunt.”
Ds. Janssen (NGK Zeist) vroeg zich af of we elkaar zomaar in de armen kunnen vallen. Hij vindt het daarom goed met spijt terug te kijken. Maar toch vindt hij
het een ‘moeilijk te verteren punt’ dat de GKV twee jaar voor het groen licht geven aan vrouwelijke ambtsdragers in 2017 nog ‘harde woorden’ over de NGK spraken, omdat die een ‘verkeerde Schriftvisie’ zouden hebben, juist op het punt van vrouw en ambt.
‘Besluiten 1967 zijn corruptie kerkrecht’
ND 9-11-2019
Om maar te voldoen aan de wens tot fusie met de NGK is de GKv tot veel bereid. Zo blijkt uit een gezamenlijke toelichting op het synoderapport van kerkrechtdeskundige Kornelis Harmannij, dat hij samen met kerkhistoricus Erik de Boer schreef onder verantwoordelijkheid van deputaten Kerkelijke Eenheid (voorzitter Tiemen Dijkema).
Harmanny licht toe dat spijt wordt betuigd over het zgn. dubbelbesluit van 1967 en de gevolgen daarvan. Ds. Schoep werd weggezonden van de synode, omdat hij in de Open Brief (ter ondersteuning van de Tehuisgemeente in Groningen) negatief over de Vrijmaking sprak. Volgens Harmanny handelde de synode van 1967 niet volgens de kerkorde en zou het besluit niet voldoende onderbouwd zijn. Harmanny is van mening dat Schoep gevraagd had moeten worden wat hij in die brief bedoelde en had hij niet meteen moeten worden teruggestuurd. Wij hebben een grove fout gemaakt en moeten dat recht zetten.
Maar de synode vond destijds dat Schoep met zijn Open Brief in strijd handelde met ‘Schrift en belijdenis’. Deed hij dat dan niet? Harmanny: Wij zeggen dat de synode dat niet heeft kunnen aantonen, omdat ze Schoep er niet op heeft bevraagd. En waarom de Open Brief in strijd was met de Bijbel en belijdenis hebben ze niet kunnen waarmaken. Als Harmannij naar de Open Brief kijkt ziet hij niets dat in strijd is met Schrift en belijdenis.
Kort commentaar
Ja, een halve waarheid is een hele leugen. Waar Harmannij het doet voorkomen alsof ds. Schoep een onbeschreven blad was en ineens voor een voldongen feit werd geplaatst, is de werkelijkheid wel anders.
Ds. Schoep had in de zestiger jaren al heel veel geschreven. Zijn brochures en kerkbladartikelen lieten niets aan duidelijkheid te wensen over. De vrijmaking mocht niet als een ‘werk Gods’ worden beschouwd. En wát 'eenwording'? We waren allemaal al één, alleen wisten we dat niet. Het moest ons nog duidelijk gemaakt worden.
Dat Christus na zijn Hemelvaart zelf zijn kerk vergadert, beschermt en onderhoudt in deze wereld en ook nog in onze tijd, dat was bij Schoep buiten beeld geraakt. De onzichtbare kerk verving bij hem de zichtbare kerk. Al die kerken waren maar ‘instituties’. Al die onenigheden onderling van ondergeschikt belang. ‘Jezus is Heer’, zo was zijn kernbelijdenis (zie J. Kamphuis, Verkenningen I, blz. 130). Wat de Bijbel ons verder over het kerkvergaderend werk van Christus leert, schoof Schoep aan de kant. Dat was niet relevant voor hem. Vandaar dat hij ook duidelijk aangaf dat de vrijmaking van 1944 geen werk Gods genoemd mocht worden.
Dit alles wist de synode. De Open Brief gaf steun aan de Tehuisgemeente die was ontstaan in ongehoorzaamheid aan Gods Woord. De kerkenraad had ds. Van der Ziel verboden voort te gaan met zijn toenaderingsgesprekken met de synodaal gebonden kerken. Maar deze predikant ging daar met een deel van zijn gemeente dwars tegen in. Zij hebben zich buiten de Kerk geplaatst. De steun in de Open Brief van ds. Schoep aan deze gemeente was een blijk van ingaan tegen Gods Woord en de belijdenis. Ook Schoep wilde van geen ambtelijk gezag weten.
Dit was niet verenigbaar met het toelaten op basis van betuiging van trouw aan Gods Woord en de belijdenis bij de aanvang van de synode. Schoeps daden en vele geschreven woorden botsten met die instemming. De synode 1967 heeft daarom kerkrechtelijk zuiver gehandeld.
Bovendien, ds. Harmannij spreekt ook een halve waarheid als hij zegt dat de synode Schoep 'niet op [zijn opvattingen] heeft bevraagd.' Het tegendeel is het geval. De generale synode van Amersfoort-West heeft expliciet ds. Schoep gevraagd om zich te confronteren met de klachten die er over zijn ongereformeerde publicaties waren. Maar Schoep antwoordde hooghartig dat '… hij meent over de aangesneden materie niet te kunnen spreken'. De synode wilde met hem doorspreken maar hij weigerde pertinent aan het broederlijk en ook noodzakelijke verzoek te voldoen. Amersfoort-West, artikel 8 e.v., en m.n. artikel 10).
Harmannij doet ook op dit punt onze voorvaderen onrecht.
Harmannij’s huidige oordeel is onjuist.
En de excuses onterecht.