Printen

Signalen 102

 

R. Sollie-Sleijster

18-04-20

 

Vrijheid van exegese?

Nader Bekeken – maart 2020

 

Wie is werkelijk orthodox en wat is orthodoxe exegese? Deze vragen stelt dr. Pieter Boonstra in verband met de verschillende ‘orthodoxe’ exegeses die we tegenkomen binnen de GKv, de CGK en de Gereformeerde Bond binnen de PKN.

Want hoe kan het dat we als orthodoxe mensen tot een zo verschillende uitkomst komen ten aanzien van de vrouw in het ambt? We willen toch allen op basis van de Bijbel tot een standpuntbepaling komen? Maar waar we vroeger op basis van de Bijbel tot de conclusie kwamen dat het ambt voor de vrouw was gesloten, denken velen daar nu anders over. Is een beroep op de vrijheid van exegese hier van belang of is dat niet terecht?

 

Uitgangspunt

In de Bijbel hebben we te maken met ‘heilige en goddelijke geschriften’ (NGB, art. 3), die ons door God zijn gegeven om ons ‘geloof daarnaar te richten, daarop te gronden en daarmee te bevestigen’ (NGB, art. 5) en zij bevatten ‘de wil van God volkomen’ en beschrijven uitvoerig ‘op welke wijze wij God moeten dienen’ (NGB, art. 7). Maar dit betekent niet dat het lezen van de Bijbel altijd eenvoudig is, er is uitleg nodig, al moet dat dan wel een uitleg zijn die de toets moet kunnen doorstaan.

Zo waarschuwt de apostel Petrus dat ‘geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat’ (2 Petr.1:20). We moeten toetsen of een exegese eigenmachtig is of niet. Maar wat is dan de juiste uitleg, zo vraagt de predikant. Hoe toetsen we dat?

 

Wat is de juiste uitleg?

Onze voorouders wezen hiervoor terug naar de Bijbel. De regel is dat de Bijbel zelf beslist welke exegese goed is. Boonstra geeft als voorbeeld de verschillende exegeses over de opstanding van de Heiland. Vier verschillende verklaringen komen langs (zoals: het was een soort hallucinatie, of het verhaal is pas later bedacht), maar wij kiezen voor de interpretatie dat de opstanding van Jezus betekent dat Hij daadwerkelijk, letterlijk, uit het graf is opgestaan en dat Hij leeft voorbij de dood.

Hiervoor kijken we naar 1 Korintiërs 15, dat prachtige hoofdstuk, waarin Paulus uitlegt dat Christus werkelijk is opgestaan. En Paulus vertelt daar ook wat de consequenties van deze opstanding voor ons zijn. Zo legt de Bijbel zichzelf uit. Daarmee zijn de andere verklaringen eigenmachtige uitleggingen, misschien wel min of meer mogelijk, maar de Bijbel laat die niet toe, ze zijn eigenmachtig.

 

De huidige discussie over man, vrouw en ambt

Het zou binnen de ‘vrijheid van exegese’ vallen of de vrouw in het kerkelijk ambt mag dienen, zo stellen sommigen. Maar is dat zo? Bij de verschillende exegeses worden gegevens van buiten de tekst ingelezen. Paulus verwijst in 1 Timotheüs 2 nergens naar een gebrekkige genezende werking van het evangelie in zijn tijd waardoor hij moest teruggrijpen op Genesis 1-3.  En nergens staat dat spreken en onderwijzen een vorm van overheersen zou zijn, die in die tijd gold als strijdig met het onderdanig zijn van de vrouw. Het zijn beide eigenmachtige toevoegingen. Paulus presenteert zijn verklaring als algemeen en universeel en laat geen ruimte om de tekst te ‘overrulen’. Die vrijheid geeft hij niet. De tekst zelf moet het laatste woord hebben.

 

Orthodox

Boonstra concludeert: Het punt is niet dat wij het idee hebben dat onze exegese misschien mogelijk en plausibel is, maar het gaat erom of het een uitleg is die door de Bijbel wordt toegestaan. Dan kun je jezelf wel orthodox noemen, zoals bijvoorbeeld Carel ter Linden deed, maar hij was het niet, want hij ging lijnrecht tegen Paulus in. Natuurlijk mag hij zichzelf orthodox vinden en noemen, maar niet wat iemand beweert is van belang, maar of zijn exegese de toets van de Bijbel zelf kan doorstaan, dat is wat in het geding is.

 

Abortus en strijd tegen corona staan in bizarre verhouding tot elkaar

RD 14-4-2020

 

De Amerikaanse staat Alabama had al besloten om alle niet-urgente medische procedures, dus ook abortussen, tijdens de coronapandemie te verbieden. De federale rechter heeft nu echter bepaald dat de staat Alabama het virus niet als excuus mag gebruiken om abortussen te blokkeren, ook al is het besmettingsgevaar zeer reëel. (Ook in vier andere staten lopen nog rechtszaken, eveneens aangespannen door het Amerikaanse Centrum voor Reproductierechten.)

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dringt er wereldwijd al wekenlang op aan abortus als een essentiële gezondheidsprocedure te classificeren. Maar over die vraag heeft de Amerikaanse rechter zich nu niet nadrukkelijk uitgelaten.

Prolife organisaties hadden gehoopt dat de rechter een fundamentelere uitspraak zou doen, zodat die als steun in de rug kon dienen voor een procedure bij het Hooggerechtshof. De wens is dat het Hooggerechtshof de uitspraak van 1973 terugdraait, waarin destijds het recht op abortus werd erkend.

 

Het hoofdredactionele artikel sluit af met een opmerking dat het enerzijds niet aangaat om juist in deze tijd pogingen te doen om een fundamentele uitspraak van de rechter over het recht op abortus te verkrijgen, maar dat het

 

“anderzijds een ronduit bizarre gedachte is dat artsen en verplegend personeel zich wereldwijd met gevaar voor eigen leven inspannen om patiënten te redden en een besmettelijke ziekte in te dammen, terwijl prille levens onder het mom van medische noodzaak in de moederschoot worden afgebroken.”