Printen

Verkiezingen maart 2021

 

D.J. Bolt

01-05-21

 

Het is al weer een tijdje geleden dat de verkiezingen voor de Tweede Kamer werden gehouden. We willen er enige aandacht aangeven omdat belangrijke ontwikkelingen zijn te signaleren.

 

Uitslag

 

De Kiesraad maakte op 26 maart 2021 de officiële uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen bekend. Het opkomstpercentage van de 13.293.186 kiesgerechtigden was bijna 80%! Het stembiljet van 99 x 29 cm presenteerde maar liefst 37 partijen met meer dan 1000 kandidaten! Van de partijen haalden 17 voldoende stemmen voor een zetel. Zeventien, een naoorlogs record. De 150 zetels zijn als volgt verdeeld, tussen haakjes die van 2017:

Zie hiernaast een stukje van het stembiljet.

Twintig partijen, waaronder Code Oranje, Splinter, Piratenpartij, Jezus Leeft, De Feestpartij, haalden dus de kiesdeler niet.    

Een enorme versplintering van het electoraat.

Hoe komt dat?

 

Oorzaken

 

Naar onze overtuiging heeft het alles te maken met de invloed van het postmodernisme en het daaruit voortvloeiende individualisme. Het blijkt hoe langer hoe moeilijker persoonlijke opvattingen op (politieke) details op te geven voor betrokkenheid bij een politieke ideologische hoofdstroming. Voldoen partijen niet aan alle politieke idealen, welnu, dan een gooi gedaan naar het Kamerlidmaatschap met een eigen programma dat precies op maat is van eigen gevoelens. Het verdient nog lekker ook als het lukt:  € 117.000 bruto plus allerlei onkostenvergoedingen. En als het niet lukt als Tweede Kamerlid dan is er een uitstekende wachtgeldregeling daarna.

 

Verbinding met de grote politieke stromingen en overtuigingen gaat meer en meer missen. Door geestelijke teruggang en ontkerkelijking verzwakt ook de band aan de christelijke partij. Als deze, bijvoorbeeld het CDA (verlies van 4 zetels, 20%!), steeds meer gekleurd wordt door vrijzinnig-progressieve idealen, is het dan een wonder dat aanhangers gemakkelijk naar andere politieke regio's verhuizen? Ook gaat het in de postchristelijke liberale samenleving vooral om materiële plussen en minnen.

 

Gevolgen

 

Deze ontwikkeling is niet zonder gevaar voor de democratie. De samenstelling van een nieuwe stabiele regering wordt meer en meer moeilijk. Met deze uitslag zijn opnieuw minstens vier partijen nodig voor een coalitie. Het spelletje wie-met-wie een wat-voor-wat duurt nu al ruim zes weken en het eind is nog niet in zicht. Het wordt ook bovenmate gefrustreerd doordat partijen, als bijvoorbeeld de CU, niet willen regeren met een kabinet waarin de huidige minister-president (VVD) Rutte deelneemt. Terwijl er toch grote problemen zijn die veel aandacht vragen en voortvarend aangepakt moeten worden.

 

De tijd dat uitsluitend christelijke partijen samen een kabinet konden vormen ligt heel ver achter ons. In 1937 werd het vierde kabinet-Colijn gevormd bestaande uit de roomse RKSP (later KVP), ARP en CHU met resp. 31, 17 en 8, samen 56 van de toen nog 100 zetels in de Tweede Kamer. Een 'christelijke meerderheid' dus! Het kabinet viel overigens al na twee jaar.

Genoemde partijen fuseren in 1980 tot wat nu het Christen-Democratisch Appel (CDA) is. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1981 haalde het 48 zetels, in 1986 zelfs 54 zetels. Samen met SGP (3), GPV (1) en RPF (1) was het 'christelijke' bestanddeel in de Kamer dus 59 van de 150 zetels, ongeveer 40%.

 

En nu?

De CDA, CU en SGP hebben bij de verkiezingen van maart maar 23 zetels gehaald, nog slechts 15% van de Kamerzetels! Dus het aantal is in 35 jaar geslonken tot ongeveer een derde! En daarbij moet ook nog eens de vraag worden gesteld of het CDA nog wel een echt christelijke partij is als het moslims op verkiezingslijsten zet, en waarvan er ook nu eentje werd verkozen in de Kamer. Denk ook aan het 'Regenboogstembusakkoord met het COC' dat het CDA op 13 maart samen met seculiere partijen sloot. Daarin beloofde het zich o.a. in te zetten voor een meerouderschapswet voor 'regenbooggezinnen' met drie of vier ouders …

 

Christenen zullen er rekening mee moeten houden dat de normen en waarden die het beleid in ons land bepalen, meer en meer gedicteerd zullen worden door ideologieën van seculiere partijen. Een voorproefje van wat te wachten staat als christenen uitkomen voor Bijbelse uitgangspunten en daarnaar willen leven, is de heisa rond de zgn. Nashville verklaring en de hetze tegen het Reformatorisch onderwijs.

We worden meer en meer 'vreemdelingen op aarde'.

Maar dat wisten we al.

 

Verruwing

 

We hebben regelmatig met afschuw en verbijstering geluisterd en gekeken naar de debatten die de afgelopen tijd zijn gevoerd in de Tweede Kamer. Vaak kwam de gedachte op dat het landsbelang volslagen uit het oog was verloren, terwijl er grote problemen liggen op het gebied van huizenbouw, klimaat, immigratie, en we nog midden in een pandemie zitten. Moeten deze mensen ons volk werkelijk vertegenwoordigen? Kennelijk is het antwoord ja, want ze zijn willens en wetens verkozen.

 

De volksvertegenwoordigers van m.n. PVV en SP wekten de indruk dat het hen vooral ging om mensen te beschadigen, te fileren, en dat in grove taal. Om tegenstanders uit de weg te ruimen voor eigen politiek gewin. Zelfs de ChristenUnie leek mee te doen in fanatieke pogingen om premier Rutte het onmogelijk te maken eventueel een plaats in te nemen in een toekomstig kabinet. Terwijl deze partij opnieuw een prachtige kans zou kunnen hebben haar politieke christelijke standpunten te verzilveren met steun aan een nieuwe kabinet …  

 

Normloos

 

Dieptepunten waren de debatten rond gelekte informatie.

Demissionair minister K. Ollengren woonde op het Binnenhof verkennende besprekingen bij voor een nieuwe regering. Ze hoorde tijdens die gesprekken dat ze positief getest was op corona. Ze vertrok in allerijl, helaas met niet goed afdekte aantekeningen onder haar arm. Iemand van de pers fotografeerde haar en ontdekte dat uit één zinnetje 'sensationele' informatie kon worden gepeurd. Het leidde tot een enorm tumult in de Tweede Kamer.

Verder onthulde RTL Nieuws een deel van zeer geheime notulen van de ministerraad. Die gingen over de beruchte toeslagenaffaire en hoe daar mee om te gaan, en ook over de omgang met zeer kritische Kamerleden van de coalitiepartijen. Er zou doelbewust afgesproken zijn om bepaalde informatie achter te houden.

Het leidde toch urenlange debatten met tenenkrommend zeuren, zuigen en zemelen. Informateur Tjeenk Willink stelde deze week bij de aanbieding van zijn eindrapport:

 

'De democratische rechtsorde is gebaseerd op vertrouwen en matiging. Het lijkt er echter op dat vertrouwen en matiging hebben plaatsgemaakt voor wantrouwen en escalatie. Verantwoording vragen wordt vervangen door schuldigen zoeken en van fouten leren wordt vervangen door afrekening. En het gevolg is dat er niets verandert.' 30-04-21

 

Het is ons uit het hart gegrepen!

Daar komt nog iets bij: het fenomeen lekken. Er wordt op grote schaal informatie 'gelekt'. Dat gebeurt t.a.v. de corona-persconferenties van de regering waarbij de pers van te voren, soms al een dag, weet te vertellen wat er meegedeeld gaat worden. Maar het bleek vooral bij het lekken uit die zeer geheime notulen.

Lekken, is gewoon een eufemisme voor diefstal, jatten van iets dat je niet toekomt. Daar moet ieder zich meer bewust van worden en m.n. de pers en media. Het gaat om niet minder dan misbruik. Terecht is diefstal van de ministerraadnotulen een misdrijf waarop hoge straffen staan.


Het is o.i. zeer te betreuren dat de ministerraad dit criminele gedrag 'beloonde', en een gevaarlijk precedent schiep, door te besluiten om toch maar de betreffende notulen helemaal vrij te geven. En, voorspelbaar, ontaardde ook het debat daarover in de Tweede Kamer in een schaamteloze politieke bokswedstrijd, afgelopen donderdag. Willinks bovenstaand oordeel paste er tot in het kwadraat op. 

 

Prof.dr. A.L.Th. de Bruijne, hoogleraar ethiek en spiritualiteit aan de Theologische Universiteit in Kampen, legde terecht een vinger op deze rotte lekplek in onze samenleving. Hij schreef naar aanleiding het Ollongren debacle

 

'Was het ethisch gezien juist om deze informatie te publiceren? Voor de omgang met vertrouwelijke informatie gelden richtlijnen. Zonder toestemming van de eigenaar mag je die in beginsel niet openbaar maken. Dat wordt gegrond op twee principes: het respect voor de autonomie van die ander en de plicht om niemand te beschadigen. Informateur Ollongren bepaalt zelf wat zij deelt met wie en daaraan doet haar – ook nog begrijpelijke – slordigheid niets af. Als ik toevallig hoor wat tijdens een vertrouwelijk gesprek in de kamer naast me per ongeluk iets te hard gezegd wordt, heb ik daarover nog steeds te zwijgen. Bovendien heeft de openbaarmaking Ollongren en veel anderen, en zelfs het landsbelang geschaad. Kun je iemands schade voorkomen, dan behoor je dat te doen. Voor christenen ligt onder deze principes van respect voor elkaars autonomie en het vermijden van elkaars schade ook nog het gebod van de naastenliefde, hoger belang'. (ND 10-04-21)

 

Het is ook zo paradoxaal. M.n. de media willen absolute openheid en dumpen ongeremd vertrouwelijke info op het publieke plein om er heerlijk in te kunnen wroeten als mestkevers in dampende paardenvijgen. Maar het effect zal zijn dat steeds meer belangrijke vertrouwelijke zaken zullen worden besproken en afgehandeld in onbereikbare 'privé achterkamertjes'. Men past wel op iets vast te leggen en vervolgens genadeloos te worden afgeschoten in het publieke domein…

 

Media

 

Op het verhaal van prof. De Bruijne reageerde het ND (13-04-21) als door een wesp gestoken. Redacteur H. Rozema vertelt hoe ND-journalisten met vertrouwelijke informatie van anderen behoren om te gaan. Hij geeft het voorbeeld van een per ongeluk op de printer vergeten rapport waarop met 'koeienletters Strikt vertrouwelijk' staat. Rozema stelt dat dit door een toevallig passerende journalist 'natuurlijk moet worden meegenomen'. Gewoon 'de enig juiste reflex'. Anders ben je 'als journalist geen knip voor de neus waard', oordeelt hij.

Een week later probeert ND-eindredacteur D. Schinkelshoek deze norm christelijk te tinten (19-04-21). Want 'het past in een christelijke visie om hun – opdringerige journalisten - daarvoor de ruimte te geven – in elk geval zolang wij ‘ten dele kennen’. Komt dat laatste niet uit 1Kor. 13:12? We zullen straks iets meer uit dit hoofdstuk van Paulus aanhalen voor journalistieke omgangsnormen.

 

Schinkelshoek stelt dat 'een land zonder vrije pers snel onaangenaam wordt'. En daar heeft hij ook naar onze overtuiging volslagen gelijk in. Denk voor een ultiem voorbeeld aan het huidige Rusland met zijn Navalny. En we applaudisseren bij

 

'Wie bestuurt (en daarbij gezond wil blijven), heeft controle nodig. En wie controleert, heeft informatie nodig die onafhankelijk [dat vraagt wel interpretatie, djb] van de bestuurders is verkregen. Macht is gevaarlijk in mensenhanden'.

 

Vervolgens haalt de redacteur een aantal voorbeelden aan waaruit mag blijken hoe waardevol journalistiek - 'een vrucht van christelijk denken' - is om wantoestanden te bestrijden. Met kennelijk genoegen citeert hij de 19de eeuwse journalist Stead -  sensatiebelust en gehaat – aan die 'de journalist vergelijkt met Jezus die de tempel schoonveegt van handelaars'. Toe maar. En, 'journalisten – gelovig of niet – vervullen voor christenen de functie van 'catecheet', zo steekt Schinkelshoek zijn beroepsgroep spirituele veren in de achterzakken.

 

Genoeg wierook. Want hoezeer we echte ournalistiek hoog achten en onmisbaar vinden voor een gezonde samenleving, een fors kritisch geluid is o.i. op z'n plaats.

 

Macht en tegenmacht

 

Er wordt veel gesproken over macht (regering) en tegenmacht (parlement). En ja, controle van de regering is absoluut nodig. Daarin speelt de journalistiek met haar beschikbare mediamiddelen een belangrijke en niet te onderschatten rol.

Maar nu is onze kernvraag: Wie controleren de media? Waar is zijn 'tegenmacht'?

 

Juist de afgelopen maanden is zo duidelijk gebleken hoe de media niet zelden normloos (zie het bovenstaande relaas) de samenleving kunnen mennen en opruien. Door maar te blijven pieren en peuteren om geesten in de haar gewenste richting te beïnvloeden. We hebben regelmatig de knop van radio en TV omgedraaid, om het inmiddels met een bekende (en beruchte) slogan te zuchten: genoeg is genoeg. Méér dan.

 

De media kunnen ook een dictatuur worden als ook zij niet geconfronteerd worden met een tegenmacht. Zij hebben voor de eigen invloed en beïnvloeding hun eigen 'outlets. In tegenstelling tot de partijen en volksvertegenwoordigers in de Kamer die na vier jaar kunt laten ophoepelen. Zo iets bestaat er niet voor de mediamacht.

 

Nogmaals, de professionele journalistiek is een groot goed dat mee kan helpen onze vrijheden te verdedigen en te waarborgen. En we willen absoluut geen staatsgecontroleerde pers zoals in landen als China, en meer en meer in Rusland. Tegelijk is er een goed 'samenlevingstoezicht' op deze vierde macht nodig. Zou een jaarlijkse publieke ranking, onafhankelijk van de journalistieke wereld zelf, misschien kunnen helpen? Er zou beoordeeld kunnen worden op

  1. Mate van selectiviteit van feiten, dus op eenzijdigheid, sensatiebelustheid.
  2. Waarheidsgehalte van gepresenteerde informatie.
  3. Correcties van verkeerde voorlichting en nepnieuws.
  4. In acht nemen van fatsoensnormen in het vergaren van materiaal.
  5. Eerbiediging van privacy van burgers.

Gevoelig als de media zijn voor kijkcijfers, zou dit een constructieve en corrigerende invloed kunnen hebben. En de samenleving kunnen helpen gewenste informatie op de meest betrouwbare wijze te vergaren en daarop hun overtuiging en visie te baseren.

 

Omgang

 

In dit kader is het wellicht ook van belang dat we leren op een verstandige manier met het journaille om te gaan. Het is soms ronduit onbeschoft hoe journalisten zich gedragen. Hoe gemakkelijk zij binnendringen in de persoonlijke levenssfeer, blijven zeuren en zaniken om toch maar gewenste antwoorden te krijgen en sensationele reacties uit te lokken. Je kon er bijvoorbeeld rond kerkdiensten uitbundig van 'smullen'.

 

Ook op dit punt zou er wellicht het een en ander zijn te verbeteren tussen journalisten en burgers. We proberen wat:

Nog een ander punt is het stellen van tegenvragen. Het blijkt dat journalisten daar allergisch voor zijn, zo blijkt uit reacties als: 'Ik stel de vragen, niet jij'. Maar het is natuurlijk heel normaal om bij de journalist (door) te vragen waarom hij een bijvoorbeeld suggestieve vraag stelt, of wat de achtergrond is van een vraag naar een nogal privésituatie, etc.

 

Er wordt door het journalistencorps geklaagd over beknotting van de persvrijheid. Nederland zou sinds 2019 gezakt zijn van de vierde naar de zesde plaats nu, op een persvrijheidsindex-ranglijst van 180 landen (opgesteld door Reporters without Borders, Verslaggevers Zonder Grenzen, ND 30-04-21). Er lijkt een trend van toenemende aanvallen op de pers. En dat zou komen 'doordat politici media nogal eens afschilderen als bronnen van nepnieuws en als vijanden van het volk'.  

 

Dat is natuurlijk slecht. Zoals we eerder aangeven, een vrije pers en professionele journalistiek zijn een groot goed dat we moeten koesteren. Maar we voegen er wel aan toe dat ook voor de mediawereld geldt dat zij zich dient te gedragen volgens elementaire omgangsregels. We hebben laten zien dat daar soms niet, zelf geen principieel, oog voor is. Het is niet goed te stellen 'dat ze het zelf over zich uitroepen' maar ook journalisten mag gevraagd worden de persoonlijke levenssfeer van mensen te eerbiedigen. Anders gaat het emotioneel zomaar mis zoals de Spreukendichter al wist:

 

Zoals iemand die een voorbijlopende hond bij de oren grijpt,

zo is hij die zich mengt in onenigheid die hem niet aangaat'.

 

Een les

 

We moeten 'opdringerige journalisten ruimte geven', volgens Schinkelhoek van het ND, 'in elk geval zolang – wij ‘ten dele kennen’ (1 Kor. 13:12)'. Laten we nog eens wat meer mogen citeren uit dat wondermooie Schriftgedeelte in de brief die Paulus aan de Korintiërs schreef:

 

'En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen,

en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden,

maar ik had de liefde niet,

het baatte mij niets.

De liefde is geduldig,

zij is vriendelijk,

de liefde is niet jaloers,

de liefde pronkt niet,

zij doet niet gewichtig,

zij handelt niet ongepast,

zij zoekt niet haar eigen belang,

zij wordt niet verbitterd,

zij denkt geen kwaad,

zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid,

maar verheugt zich over de waarheid,

zij bedekt alle dingen,

zij gelooft alle dingen,

zij hoopt alle dingen,

zij verdraagt alle dingen.

De liefde vergaat nooit.

1 Kor. 13:3-8a)

 

Ondervragers én ondervraagden hebben er de handen vol aan om het in een open gesprek toe te passen. Maar ze kunnen er ook écht mee vooruit!

 

Update 03-05-21)