Printen

Generale Synode DGK Lutten – Nieuws 4

 

D.J. Bolt

04-06-22

 

De Generale Synode van Lutten werd op 21 mei 2022 te Dalfsen gesloten. Op de laatste middagsessie hield preses ds. E. Heres onderstaande toespraak tot de synode en belangstellenden op de publieke tribune.
We laten zijn toespraak hier in extenso volgen.

 


 

Toespraak ds. E. Heres op de slotzitting van GS Lutten

 

Broeders afgevaardigden, broeders en zusters,

 

 

We zijn gekomen tot het einde van de Generale Synode van Lutten.

In vergelijking met de vorige synode waarvan ik preses was, heeft deze synode veel minder zittingen gekend. De synode van Groningen 2014-2015 telde 11 zittingen. De synode van Lutten heeft haar werkzaamheden kunnen afronden in 6 zittingen. Toch was tijdsduur van deze synode langer dan die van de synode van Groningen. Zo’n twee maanden zelfs. Van 25 september 2021 tot 21 mei 2022.

Dat het zo lang heeft geduurd, dat heeft alles te maken met de coronapandemie, waar de wereld en waar ook ons land zeker twee jaar onder gebukt is gegaan. Een aantal keren moest een geplande zitting worden uitgesteld vanwege de overheidsmaatregelen. Dit voorjaar ook nog eens vanwege daadwerkelijke ziekte van een paar moderamenleden. En dan heb ik nog niet eens genoemd dat ook het begin van deze synode vele maanden uitgesteld moest worden, vanwege corona.

 

Tegelijk zijn we de HERE dankbaar voor Zijn zorg over ons gedurende het afgelopen jaar.In dit slotwoord zal ik niet uitvoerig terugblikken op alles wat deze synode gedaan heeft. Ik ga wel even terug naar het begin. Het begin in de Aerninckhof, het bijgebouw bij het witte kerkje, of de Lambertus-kerk, te Heemse. Daar heeft de preses van de samenroepende kerk, br. K. Schaak, het Woord van God gelezen uit Jesaja 55 en uit Efeziërs 4. Daar heeft hij gesproken, vanuit het Woord, over de eenheid in het geloof, over de liefde voor de waarheid van God, en over onze totale toewijding aan de Here Jezus Christus. Daar sprak hij ook de woorden: ‘Laat het ons gebed en voornemen zijn om elkaar in liefde te bevragen, te overtuigen, tot opbouw van Christus lichaam’. 

Ik meen te mogen zeggen dat wij ook in die geest hebben mogen vergaderen. Zeker, er zijn enkele zittingen geweest waarin verschil van inzicht een flinke rol heeft gespeeld. Zelfs zo dat een broeder afgevaardigde gemeend heeft te moeten stoppen met zijn synodewerk. Daarover hebben we uitgesproken dat we dat zeer betreuren. Toch mogen we zeggen dat we tot op grote hoogte in een goede broederlijke harmonie hebben mogen vergaderen. Op enkele besluiten na was er grote eenstemmigheid.

 

En wat gaan we dan doen in een slotwoord? Lovende woorden spreken over al het werk dat deze synode heeft mogen verzetten?  Of moeten we in dit slotwoord vooral de schaduwkanten van deze synode benoemen?

Broeders afgevaardigden, broeders en zusters, ik kies voor een andere weg. Ik vestig in mijn slotwoord de aandacht op dat ándere slotwoord. Ik bedoel het slotwoord van het gebéd, dat Christus Zelf ons geleerd heeft. Het 'Onze Vader'.

Aan het begin van elke synodezitting hebben we de Bijbel opengedaan.  In drie zittingen hebben we geluisterd naar één van de beden van het Onze Vader. 14 dagen geleden, bij de 5e zitting ging het over de derde bede: ‘Uw wil geschiede’.

Wij hebben het werk in deze synode biddend gedaan. Alle vergaderingen hebben wij ons in gebed gericht tot Hem die in de hemel alle dingen regeert. Deze synode is begonnen met een bidstond. Als het goed is heeft deze synode vergaderd te midden van een biddende kerk.

 

Als we bidden, vragen we veel van de HEERE. Dat mag ook. Dat laat Christus ook zien in dat gebed dat Hij ons geleerd heeft.

Maar, bidden is niet alleen dat we de HEERE om iets vrágen. Bidden is ook de HEERE prijzen met lóvende woorden! Daarom is het slotwoord van het Onze Vader ook zo bijzonder. Want daar vinden we de aanbidding in het ‘Onze Vader’. De lofverheffing, de doxologie. Hier tilt Christus Zijn biddende kerk bóven het vrágen uit! Het gebed bereikt hier het niveau van het lied, de jubelklank van het geloof! ‘Want van U HERE is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid’!

 

Moeten we misschien soms niet eerlijk bekennen, dat we vaak helemaal niet in de stemming zijn voor een juichende zin? Ook niet als het gaat om synodewerk? We zien wel redenen om het synodewerk biddend aan de HEERE voor te leggen. Biddend om Zijn zegen. Maar een eerbetoon, met lof en jubel, zijn we daar wel zo mee bezig? Het lijkt mij daarom goed om ons slotwoord even stil te staan bij de inhoud van die machtige slotwoorden, die Christus ons in de mond legt. Want het zijn geen lóze lovende woorden. Nee, ze geven kort en bondig de werkelijkheid aan! Onze God is Koning! De God en Vader van onze Heere Jezus Christus is de enige

waarachtige God. En Hij regeert in deze woelige wereld. Zijn Koninkrijk staat vast, Zijn heerschappij omvat de loop der tijden!  En van deze Koning is veel te verwachten. Hij beschermt en bewaart Zijn volk als de schapen van Zijn kudde.

Wij kunnen soms zo veel verwachten van ónze menselijke uitspraken, beslissingen en besluiten. Maar de HEERE is het die zorgt voor Zijn volk. Hij is dichtbij met Zijn goddelijke kracht. De arm van de HEERE is sterk. Hij doet machtige werken tot verlossing van Zijn volk. Hij is de Almachtige. Zijn sterke rechterhand doet grote dingen. Hij is opgewassen tegen de machten en de satanische krachten die zich keren tegen de kerk.

 

Deze God, die de hemelse Vader is van Zijn kinderen, komt ongeschonden door de geschiedenis. En dát is ook de héérlijkheid van de HEERE! Daar staat in het Grieks het woord ‘doxa’, dat slaat op de betoning van de majesteit van God. Dat is de eer en de glans van de HEERE. Hij de waarachtige God, houdt de geschiedenis werkelijk is Zijn hand en stuurt haar volgens Zijn raadsplan.

Het Boek Openbaring laat het ook zien dat de Heerlijkheid van God zó dan ook bezongen wordt. ‘De koninkrijken van de Heere zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid!’ (Openb. 11:15).

En de kerk, het volk van de HERE, mag staan in de glans van die heerlijkheid.

We moeten goed bedenken dat de slotwoorden van het Onze Vader de woorden zijn die Christus Zelf ons op de lippen legt. Dit zal het antwoord zijn van de kerk, op alles wat de HEERE beloofd heeft.  Het is de lof van mensen die hun kracht niet zoeken bij zichzelf.

Wij zeggen dat synodebesluiten ‘van kracht’ zijn geworden. Oké, daarmee bedoelen we dat ze vanaf heden gelden. Maar, als we maar goed beseffen, de kracht is van God, de Vader.

 

Dat is de belijdenis van mensen, en ja ook van kerkelijke vergaderingen, die zich van één ding heel goed bewust zijn, en dat is: dat wij van onszelf heel erg zwak zijn, en dat ons werk broos en zwak mensenwerk is, met zonden bevlekt.

Als we bedenken in wat voor tijd we leven en in wat voor tijd de kerk leeft, hoe zal dat piepkleine kerkverband het vol houden, juist op dat laatste traject van de geschiedenis, waar de Bijbel van zegt, dat de duivel met grote grimmigheid op de aarde is neergedaald? Met zijn demonische krachten heeft de satan het juist op de kerk gemunt.

De slotwoorden van het Onze Vader zijn de woorden die direct volgen op de zesde

bede. Ze zijn daar zelfs nadrukkelijk aan gekoppeld. ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’, ’want’!...

Juist omdat de macht van de satan nog zo sterk is, daarom grijpen wij ons dankbaar vast, aan U, Vader, die wél machtig bent. Machtig om ons op het spoor van de verlossing te houden.. En als we weten, dat de kerk het zo zwaar heeft in de eindtijd, en je ziet hoe de doodsvijanden permanent op de loer liggen en actief zijn, ja ook in alle kerkelijke werk, dan kan het toch niet anders, dan dat je uitbundig wordt voor die Koning van de kerk, die de kracht en de majesteit heeft om haar erdoor te helpen!

 

De apostel Paulus zegt in Efeziërs 6, als het er op aan komt, hebben we niet te worstelen met bloed en vlees, maar er is een strijd, waarin de tegenstander een tactiek hanteert die effectiever is dan tanks, houwitsers en automatische geweren. En dat is het oeroude strijdmiddel van de verzoeking, van de verleiding. Verleiden, dat is een strijdmethode die veel minder grijpbaar is. We zien het enorme kerkelijke verval in de vrije en rijke Westerse wereld. We zien de enorme leegloop van christelijke kerken. Honderden kerkgebouwen worden voorgoed gesloten. Vrijzinnige theologie en nieuwe hermeneutiek hebben het gezag van Gods Woord ondermijnd. In de vrije Westerse landen waart de geest van Sodom en Gomorra rond. Wat móet je dan je sterk staan om het vol te houden.

En dan verwachten we misschien toch te veel van onszelf. Als er maar goede besluiten worden genomen. ‘Als de kerkenraad maar die koers vaart’. En, ‘als de synode maar die richting kiest’. En natuurlijk moeten er goede besluiten genomen worden. Daar hebben we op deze synode ook om gebeden. Ook in de woorden van het ‘Onze Vader’ zelf!

Maar tenslotte klemmen we ons biddend vast aan de beloften van de HEERE. Hij gééft de overwinning. ‘Want van Hem is het Koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid’!

De vorst van de duisternis zal alles proberen om het werk van God, juist ook daar waar men naar het Woord van God wil leven en handelen en besluiten, te ondermijnen en zo mogelijk te vernietigen.

Maar weet dit, broeders afgevaardigden: de macht van de HEERE is sterker! En het is de heerlijkheid van de HEERE, dat Hij niet zal rusten voordat hij Zijn werk voltooid heeft. De macht van Gods werk is gebleken bij Christus. Kijk maar naar Golgotha, naar Pasen en naar de Hemelvaart van Christus! De goddelijke krachten die daar vrijgekomen zijn. Dáár is gebleken dat de kracht van de HEERE opgewassen is tegen de machten van de satan, van de zonde en de dood. Daarom, u, wij,.. we kunnen bemoedigd adem halen. Ook als we misschien wat vermoeid terugzien op een synode die lang geduurd heeft.

 

Op deze slotdag van de Synode van Lutten kunnen we ons afvragen: Wat is nu het belang van deze synode? Welke plaats zal óns vergaderwerk hebben in het grote geheel van de geschiedenis van Góds kerkvergaderend werk. De kranten in Nederland besteden geen aandacht aan dit synodewerk, op misschien een enkel klein berichtje na.

Broeders afgevaardigden, het werk, dat hier in alle kleinheid en gebrekkigheid, en met zonde behept, is gedaan, zullen we niet ónderschatten. Maar wij moeten het zeker ook niet óverschatten. Niet onderschatten, want ook het werk, dat een deputaat misschien in stilte op een late avond gedaan heeft, het werk van een controlecommissie die de boeken gecontroleerd heeft, de afgevaardigde die na zijn dagelijkse werk op een avond de stukken doorpluist.…Het mag gelovig gezien worden als radertjes in het grote geheel van Gods kerkvergaderend werk. De apostel Paulus zegt in het slot van 1 Corinthe 15: Dat wat gelovig gedaan is, in dienst van Christus, in trouw aan Zijn Woord, dat is geen vergeefse arbeid.

 

Maar aan de andere kant moeten wij ons synodewerk ook beslist niet óverschatten. Er zijn in de afgelopen tijd veel woorden geschreven, gelezen en gesproken. Er zijn uitvoerige deputatenrapporten geschreven. Moderamen en Commissies hebben vergaderd, al dan niet digitaal. Het aantal emails dat ik ontvangen heb, die verband houden met de synode, nadert de 550. En alle vroegen ze aandacht en vaak ook om een reactie. En zo zal het de meesten van u zijn vergaan. Er is veel werk verzet.

Maar, zullen wij niet vergeten dat het niet gaat om ons, en niet om óns werk? Het gaat om Jezus Christus en om Zijn werk. Ménsen kunnen het Verlossende Woord niet spreken voor de Kerk en de wereld. We mogen ons gelovig aansluiten bij de geloofsjubel van de kerk, dat slotwoord van het gebed dat Christus ons leert: ‘Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid’.

 

Zonder volledig of uitvoerig te willen zijn, wil ik nu toch enkele feiten voor het voetlicht halen. Als je kijkt naar het aantal dagen dat de synode vergaderd heeft, zes in totaal, dan zou je kunnen denken, dat is toch niet zoveel werk geweest. Maar dat zou een misverstand zijn.Alle afgevaardigden hebben zitting gehad in een commissie en hebben veel voorbereidend werk gedaan om de behandeling van agendapunten goed voor te bereiden. Daar is veel tijd en energie in gaan zitten. Daarvoor willen we de broeders hartelijk bedanken.

 

Ook wil ik hier nogmaals, namens de kerken, bedanken voor al het werk dat door de verschillende deputaatschappen gedaan is, in de periode sinds de vorige synode.

Deze synode heeft een deputaatschap op kunnen heffen. Het is altijd mooi als dat kan. Dat betreft het deputaatschap ‘Liturgische voorzieningen’. Maar er is ook een nieuw deputaatschap ingesteld. Dat is het deputaatschap Zending en evangelisatie. De synode heeft hiervan gezegd: Vanwege de directe opdracht van Christus Zelf, in Mattheus 28:19,20, behoort de verbreiding van het Evangelie tot de centrale taken van Christus’ kerk. Het is goed dat voor die centrale taak van de kerk nu ook op landelijk kerkverbandelijk niveau aandacht komt.

 

Er zijn belangrijke besluiten genomen terzake van de binnenlandse betrekkingen, en dan denk ik natuurlijk aan de besluiten t.a.v. de weg naar kerkelijke vereniging met de GKN. En ook terzake van de buitenlandse betrekkingen zijn er belangrijke besluiten genomen. Daarbij denk ik aan de besluiten m.b.t. de zusterkerkrelatie met de LRCA. 

Verder zou ik kunnen noemen de besluiten over zaken met betrekking tot seksueel misbruik in kerkelijke relatie. Besluiten t.a.v. van de Opleiding, en de Bibliotheek en niet te vergeten besluiten t.a.v. het familieblad De Bazuin.

Het is niet aan mij vanaf deze plaats over al de besluiten een oordeel uit te spreken. Geve de HEERE Zijn zegen over de besluiten die genomen zijn. En als straks de Acta verschenen zijn, dan is het oordeel aan de kerken.

 

Deze synode gaat de geschiedenis in als de Synode van Lutten. Maar na de bidstond en de eerste zitting in de Aerninckhof in Heemse hebben wij het gebied van Lutten niet meer aangedaan. De vergaderingen zijn gehouden hier in Dalfsen. Niettemin is het de synode van Lutten gebleven en willen we nogmaals de samenroepende kerk van Lutten hartelijk bedanken voor al het werk dat verzet is om deze synode voor te bereiden.

Vervolgens hebben wij het goed gehad hier in Dalfsen. Dank aan de kerk van Dalfsen die het kerkgebouw ter beschikking stelde voor de synodevergaderingen. Wij willen in het bijzonder bedanken de koster en zijn vrouw, broeder en zuster Wienen en ook anderen, die hier in Dalfsen er aan hebben meegewerkt dat alles goed verliep. De verzorging was bijzonder goed. Met koffie en thee in de pauzes. En telkens in de middagpauze die voortreffelijke lunch. Wij roemen de heerlijke soep, volgens het recept van zr. Wienen. Na één van de vergaderingen was zr. Wienen echt verbaasd dat de beide pannen soep helemaal leeg waren. Dat kon toch eigenlijk niet, want er was zeker genoeg gemaakt voor alle afgevaardigden, secundi en deputaten. Nou het verbaasde mij helemaal niet dat zelfs het laatste beetje soep nog onder uit de pan was gehaald!...

 

Ik bedank mijn mede-moderamenleden.  Er is veel overleg geweest. In fysieke bijeenkomsten, maar ook d.m.v. Zoom-vergaderingen. Goed overleg binnen het moderamen is van groot belang voor het welslagen van de vergaderingen. Ieder heeft naar eigen vermogen en inzicht zich enorm ingezet voor een goed verloop en goede uitkomsten van deze synode. We waren het in verreweg de meeste dingen met elkaar eens. Maar niet in alle.

We zijn blij dat ds. Dijkstra na een periode van retraite weer hersteld is. Ik acht het een groot goed dat we als moderamen als team uitstekend hebben kunnen samenwerken.

Ik wil hier ook de adviseurs van de synode noemen.

Ds. Van Gurp heeft op 100-jarige leeftijd nog actief deelgenomen als adviseur. Dat was op de zitting van 30 oktober. Slechts enkele weken daarna heeft de HERE ds. Van Gurp na een kort ziekbed uit dit aardse leven weggenomen. In de 4e zitting, op 6 maart jl., hebben ook als synode stilgestaan bij het overlijden van ds. Van Gurp.

Verder bedanken we ds. H.G. Gunnink die ook bereid was de synode te dienen met zijn adviezen.  

 

Broeders afgevaardigden, wij gaan dadelijk de Synode van Lutten sluiten. Wij danken de HEERE, voor de goedheid en de genade die Hij ons bewezen heeft. Hij gaf gezondheid en kracht. Wij leggen het werk van deze synode en de toekomst van de kerk in Gods handen. Geve Hij Zijn zegen en moge Hij het werk van onze handen bevestigen.   

Ik keer nog even weer terug naar die slotwoorden van het gebed dat Christus ons geleerd heeft. Maar dan nu dat allerlaatste slotwoord. Dat is dat kleine woordje ‘amen’.

U weet dat ‘slotwoordje’ dat hier ook straks zal klinken als het slotgebed zal worden uitgesproken, dat is maar niet een signaalwoordje, waarmee wij onderling elkaar aangeven dat het gebed ten einde is. Nee, het is ons geloofswoord dat we ook als synode tegen God de Vader zeggen. We bevestigen daarmee onze geloofsverwachting. Ja want we weten de inhoud van ons gebed veilig in Vaders handen. Wij bidden in het volle bewustzijn dat wij zwakke mensen zijn. 'Maar, HEERE, van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid.'

 

Nu kúnnen we als laatste ook ‘amen’ zeggen. Niet omdat onze werken zo goed zijn. Maar omdat we nu zeker mogen weten dat alles in goede handen is, Váders handen! Hij houdt vast aan de beloften van Zijn verbond. Zijn Naam zál worden grootgemaakt, Zijn Koninkrijk zál komen, Zijn wil zál worden volbracht. Onderweg naar de grote dag waarop ook de kerkgeschiedenis tot een einde zal zijn gekomen. Wij mogen in óns slotwoord niet de les vergeten van het slotwoord van het Onze Vader. Dat is de les dat alles zal uitlopen op de lof voor God en op Zijn eer. De lóf op God. En op Zijn machtige werk. Wij hebben alle reden, ook aan het einde van deze synode, om met lovende woorden de HEERE te eren over Zijn Koninkrijk, Zijn kracht en Zijn heerlijkheid. En die lof, die aanbidding, die heeft de toekomst!

Het sméékgebed zal eens verdwijnen, het vragen zal eens ophouden. Maar de aanbidding blijft, in eeuwigheid. Wij weten niet hoeveel synodes er nog gehouden moeten worden, voordat Christus terugkomt. Ons leven is kwetsbaar. De kerk, ook ons kerkverband is zwak en kwetsbaar. Maar het werk van God gaat voort en komt tot voltooiing en loopt uit op de eeuwige heerlijkheid. De apostel Johannes heeft het gezien en hij heeft ervan getuigd. Ik denk aan Openbaring 5 en Openbaring 19. Alle schepselen hoorde hij zeggen:

 

‘Hem die op de troon gezeten is, en het Lam, zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht, tot in alle eeuwigheden’.

En de dieren zeiden ‘amen’.

En de 24 oudsten zeggen ‘amen’.

En de engelen zeggen het ook.

En ‘amen’, dat zeggen ook wíj!