Printen

Het Woord in geding 2

 

D.J. Bolt

14-01-23

 

In de vorige editie gaven we een inhoudsopgave van het boek Het Woord in geding. Het boek verdient brede aandacht te worden geschonken. Daarom proberen we van verschillende onderdelen essenties weer te geven zodat hopelijk velen dit hele boek zullen willen lezen. Want er is wel heel veel aan de hand. De auteurs dringen aan op bezinning én beweging. Op gesprek én gebed.

 

Kort overzicht

 

Het boek constateert dat er in hoog tempo grote verschuivingen plaatsvinden in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt): de ambten zijn opengesteld voor vrouwen, ouderlingen en diakenen hoeven vanaf mei 2023 in het fusie kerkverband van GKv en NGK de (gereformeerde) belijdenissen niet meer te onderschrijven, de kerkorde wordt op essentiële punten veranderd en de genderrevo­lutie laat haar invloed in de kerken gelden, gefaciliteerd door theologen die voorzien in pogingen tot legitimatie.

 

De schrijvers achten hier één gemeenschappelijke zaak aan de orde, namelijk dat het Woord in geding is. Daarmee is ook de titel van hun boek verklaard. Zij nemen afstand van de vrijgemaakte synodes die zélf menen te kunnen spreken van verantwoord en zorgvul­dig Schriftgebruik. Maar de auteurs constateren belangrijke veranderin­gen in de manier waarop met de Bijbel wordt omgegaan en hoe deze wordt uitgelegd. Om dat aan te tonen staat in hun beschouwingen en commentaren het synoderapport Elkaar van harte dienen (EVHD) centraal. Het EVHD rapport diende op de generale synode Goes 2020 en werd daar met algemene stemmen aanvaard. Het betekende de definitieve invoering van vrouw-in-ambt.

 

Zoals ook al aangegeven in het vorige artikel is de stof in het boek verdeeld in drie hoofddelen, behandeld door twee of drie auteurs.

 

Deel 1 - Omgang met de Schrift

 

Deel 1 begint met een uitgebreide analyse van de teksten die in EVHD worden gebruikt om het besluit vrouw-in-ambt te beargumenteren. Ds. Room wijst aan welke keuzes daarbij zijn gemaakt en concludeert hoe de norm verschoof van de Bijbeltekst naar de interpretatie van de lezer. Dat biedt opening aan Schriftkritiek. Zijn bijdrage eindigt in een vijftiental conclusies. We citeren uit enkele ervan.

 

'… De in EVHD gekozen invalshoek leidt tot een manier van lezen van Genesis 2-3 en 1 Timoteüs 2 die tekortdoet aan wat deze teksten zeggen. Deze manier van omgaan met de Schrift verdraagt zich niet met het sola scriptura …' (2)

 

'… Er zouden twee elkaar uitsluitende meningen over 'man-vrouw-en-ambt' in de Bijbel naar voren komen. Dit gebeurt echter niet via eenzelfde eerbiedig luisteren naar de Schrift. Het zijn twee elkaar uitsluitende manieren van uitleg die tot deze elkaar tegensprekende meningen leiden.' (8)

 

'… In EVHD hebben we te maken met, wat ik maar noem, een 'contextueel waarheidsbegrip: de waarheid van Gods Woord wordt mede afhankelijk gemaakt van hoe wij de context van een Bijbelgedeelte construeren of van onze situatie vandaag. Echter, de waarheid van Gods Woord is evenmin contextueel van aard.' (15)    

 

Vervolgens schetst prof. Van den Belt hermeneutische achtergronden van deze omgang met de Schrift. Hij definieert wat onder hermeneutiek wordt verstaan en beschrijft een belangrijke ontwikkeling op dit gebied, de zgn. 'wending naar de taal' (linguistic turn) die taal ziet als constructie van de werkelijkheid. Er zou geen vaststaande betekenis meer van een tekst zijn, met als gevolg dat er evenveel Bijbels als kerkgangers zijn.

Het is een wat lastiger verhaal maar zeker boeiend en ontdekkend.
 

Daarna gaat Van den Belt na wat we kunnen leren van de Reformatie: Gods Woord is de norm; het Woord is levend en krachtig door de Geest; de Geest bindt zich aan het Woord; het Woord vereist een geestelijke en duidelijke uitleg. Hij past deze lessen vervolgens toe op de 'kwestie vrouw en ambt'.

 

Dr. Van den Brink gaat vooral in op de nieuwe invulling van het begrip 'vrijheid van exegese' waarvan men zich van postmodern perspectief bedient. Hij legt helder uit hoe er een wezenlijke verschuiving heeft plaatsgevonden m.b.t. de exegese - de uitleg van de Schrift – en de applicatio – de toepassing ervan.

In het kort komt het er op neer dat waar gereformeerden uitgingen van de vaste betekenis van Schriftteksten en deze dan toepasten in wisselende omstandigheden (contexten), nu in concrete situaties nieuwe 'passende' uitleggingen van het Woord erbij worden gezocht. Dat is het 'nieuwe vertolken' zoals dat ook in EVHD is toegepast. En markante illustratie daarvan is de overtuiging dat het Woord de vrouw-in-ambt verbiedt zowel als toelaat, en zowel het een als het ander Schriftuurlijk acht.

 

Deel 2 - Schrift en belijdenis

 

De GKv heeft tot een jaar of twintig geleden gestreden tegen relativering of aantasting van de Schriftgezag zoals dat beleden wordt in de gereformeerde belijdenissen. Zo verzetten zij zich bijvoorbeeld fel tegen het syn. gereformeerde rapport God met ons. Maar dr. D. te Velde laat zien hoe de omgang met de Bijbel in EVHD spanningen oproept met de inhoud van de Nederlandse Geloofsbelijdenis art. 3-7 De trouw aan Gods Woord, ook als die ons tegen de haren instrijkt of tegen de tijdgeest ingaat, is be­slissend. Daarbij betrekt hij ook de art. 29 NGB dat spreekt over de kenmerken van de ware kerk.

 

Gereformeerde kerken binden hun ambtsdragers aan Gods Woord en de belijdenis. Dat gebeurt expliciet door hun handtekening onder een ondertekeningsformulier. Dr. B. van Egmond legt uit wat het belang daarvan is, noodzakelijk zelfs.

Maar Van Egmond toont aan hoe er in de GKv en vooral in de komende fusiekerk ook op dit gebied een principiële verschuiving is waar te nemen. In het nieuwe 'bindingsformulier' komt bijvoorbeeld de belofte om dwalingen te bestrijden niet meer voor. En ook niet meer dat bij twijfel aan de leer van de kerk de ambtsdrager dit niet zal leren maar deze ter beoordeling voorleggen aan kerkelijke vergaderingen.

Daarmee valt een stuk bescherming van Christus' gemeente weg in de fusiekerk, concludeert dr. Van Egmond. Ook het feit dat op veel plaatsen de systematische catechismusprediking is afgeschaft zet de deur open voor allerlei dwalingen in leer en leven.

 

Deel 3 - Schrift en kerkorde

 

Wat zal de nieuwe kerkorde 2023 die dit jaar van kracht gaat worden in de GKv-NGK kerk betekenen? Veel van de oude bepalingen in de Dordtse Kerkorde zijn gesneuveld. Mr. D.A.C. Slump wijst aan waar de gekozen opzet van het 'ontregelen' van de kerkorde toe leidt. De autonomie van de plaatselijke kerken wordt uitgangspunt, ook als het zaken betreft waarover de kerken vanouds gezamenlijk besluiten namen vanwege het gezamenlijk verstaan van de Bijbel. De geestelijke eenheid van de kerken maakt plaats voor een individualistische opstelling met een focus op de gelovige méns met zijn eigen religieuze inbreng.

 

In onze postmoderne samenleving is een sterk streven naar diversiteit. Mr. P.T. Pel laat zien hoe dat zich in de kerk manifesteert: we moeten elkaar 'verschil in exegese gunnen', vrij­laten als 'de belijdenis er niets over zegt'; ons niet druk maken over 'zaken die niet de kern van het geloof raken'; en ons 'niet verantwoordelijk voelen' voor besluiten die anderen nemen.
De onverbondenheid neemt toe. Dat kan ook moei­lijk anders, concludeert Pel, als de Bijbelse boodschap uitloopt op een veelheid aan interpretaties, af­hankelijk van de actuele context en ieders opvattingen. Het leidt tot een structurele verwaarlozing in het omzien naar elkaar als kinderen van het huisgezin van God.

 

Intermezzo's

 

Tussen bovenstaande delen door geeft ds. J. Wesseling waarnemingen door uit de geloofspraktijk van een buitenstaander en een insider. Daartoe biedt hij een verkorte weergave van een eerder verschenen interview met emeritus hoogleraar dr. F. van der Pol. Daarin komt helder naar voren welke existentiële gevolgen het veranderde verstaan van de Bijbel voor het dagelijkse geloofsleven heeft. Zie ook Signalen 142 in deze editie.

 

Ook laat Wesseling, op basis van het onderwijs van prof. dr. J. van Bruggen, zien hoe de goddelijke geschriften van het Nieuwe Testament een rijkgeschakeerd beeld geven van 'De ambten in de apostolische kerk' (de titel van een boek van Van Bruggen). Maar met het tragische proces waarin de synodale besluitvorming over de ambten zich heeft voltrokken zijn er kansen gemist. En de uitkomst is een gepolariseerde verhouding in de kerken.

 

----

Enkele opmerkingen

 

We hebben het boek met heel veel belangstelling gelezen. Het biedt een grondige analyse van de kerkelijke en geestelijke revolutie, omkering, die er m.n. in de GKv heeft plaatsgevonden. En dat heeft ingrijpende gevolgen, zo laten de auteurs zien, zowel voor het verstaan van de Schrift, als wel voor de omgang met de gereformeerde confessies en 'het akkoord van kerkelijk samenleven', de kerkorde. En de omgang met elkaar…

 

Het is een sterk punt dat ook een tweetal auteurs, Van den Belt (PKN/GB) van Van den Brink (HHK), van buiten de GKv zijn aangetrokken. Uit hun bijdragen blijkt dat de conclusie dat er een fundamentele koerswijziging heeft plaatsgevonden in de GKv maar niet een vrijgemaakte radicaliteit is maar ook daarbuiten wordt gedeeld.

 

Wel hebben we enkele vragen waar we graag verder over zouden willen denken en spreken. We noemen deze.

 

Dr. Van den Belt

Gelijk aan vrijwel het begin van zijn betoog stelt Van den Belt dat

 

'Ook vandaag christenen in verschillende contexten de Schrift op verschillende manieren verstaan. De culturele bepaaldheid van het christendom is niet alleen onvermijdelijk, maar zelfs eigen aan het evangelie dat zich een weg baant in allerlei verschillende culturen. Zo lang de Schrift in al deze verschillende contexten norm blijft, is dat niet problematisch. De Geest spreekt alle talen (p52).

 

Is dit een niet veel te onbeschermde uitspraak? Hiermee kunnen immers de 'moderne vrijgemaakten' ook uitstekend uit de voeten! Zij spreken slechts t.a.v. vrouw-in-ambt een 'wat andere taal die de Geest hun gaf uit te spreken'.

 

De theoloog wil de afwijzing van vrouw-in-ambt niet baseren op 'enkele zogenaamde 'zwijgteksten' en zelfs niet op scheppingsordeningen maar slechts op het algehele spreken van het Nieuwe Testament over de man-vrouw verhouding' (p56). Maar het gaat toch om de hele Schrift en niet alleen het NT, die hierin moet meespreken. Dat heeft ds. Room in zijn verhaal ook breed betoogd.

 

Nadat Van den Belt principes van de taalfilosofie heeft toegelicht, stelt hij dat het

 

'niet de bedoeling van dit artikel [is] om te generaliseren over het standpunt van allen die naar taalfilosofie verwijzen of deze in hun theologie verwerken, noch om de spraak-act-theorie aan te wijzen als een soort gevaarlijk paard van Troje. Integendeel, het gebruik van hedendaagse filosofische schouwingen, zoals die van Austin, laat zien dat theologie in het algemeen filosofische tendensen – die vaak een afspiegeling zijn van meer algemene culturele ontwikkelingen – van een afstand volgt en dat theologen er vaak heel voorzichtig en bewust mee om proberen te gaan.' (p55)

 

We kunnen als niet-theoloog de huidige invloeden van deze filosofie niet overzien. Maar we krijgen wel de bibber als we zien hoe deze verwoestend heeft ingewerkt op het gereformeerde karakter van de GKv, zoals juist Van den Bélt die laat zien. In elk geval is o.i. dáár niets te zien van 'voorzichtig en bewust' verwerken van deze deformerende beïnvloeding. Vergelijk ook wat Van den Brink in zijn Evaluatie naar voren brengt, p83.
Maar misschien heb ik het niet goed begrepen.

 

Dr. Te Velde

In zijn hoofdstuk refereert dr. Te Velde ook aan de conclusie van Van den Belt dat

 

'… historisch gezien de Reformatie van de 16e eeuw zich nooit op een geïsoleerd sola Scriptura heeft teruggetrokken; hij pleit er dan ook voor om in plaats daarvan de Schrift de eerste plaats te geven bij het bepalen van de geloofswaarheid, waarbij vervolgens ook andere instrumenten en inzichten mogen worden ingezet.' (p108)

 

Maar Te Velde wil vasthouden aan een beslissende, doorslaggevende rol voor de Bijbel om te oordelen over wat als zinnige en houdbare exegese mag gelden. En

 

'aan de regel dat de Schrift zichzelf uitlegt in elk geval deze toepassing verbinden, dat de eigen woorden en zinnen van de Schrift bij de uitleg van een Bijbelgedeelte niet alleen het uitgangspunt zijn, maar ook het criterium waaraan de gevonden uitleg – bij wijze van terugkoppeling – getoetst moet worden'.

 

Dat is toch veel sterker?

 

'Nog even verder over de bijdrage van Te Velde. Hij stelt dat

 

 'op zichzelf het toelaten van vrouwelijke ambtsdragers niet kerkscheidend [hoeft] te zijn. We moeten de verleiding weerstaan om er tóch een geloofsartikel van te maken waarmee alles staat of valt. Een wat pragmatischer invulling van de besluiten over MVEA was denkbaar geweest, en daar kun je dan met behoud van gevoelen mee leven. Jammer genoeg zijn allerlei aanhangende vragen mee betrokken geraakt in de behandeling van dit thema, rond het kernwoord 'hermeneutiek': welke overwegingen en factoren bepalen onze Schriftuitleg, en hoe blijven we in de praktijk trouw aan de Schrift?'

 

We vragen het ons af. Te Velde lijkt te denken dat de zaak vrouw-in-ambt losgemaakt zou kunnen worden van de Schrift. Als het bij wijze van spreken behandeld was als slechts een zaak van een KO artikel (overigens belangrijk genoeg!), los van teksten in de Schrift, had de kerk er mee kunnen leven, een zaak van 'meningsverschil', lijkt hij te suggereren.

Maar o.i. is dat onmogelijk. Het 'losmaken' van concrete uitspraken in de Schrift is al en hermeneutische zaak, vraagt al om verantwoording vanuit het Woord zelf. Dus het versnipperen van het EVHD-rapport én de vrouw-in-ambt handhaven, dat lijkt ons een onmogelijke, onschriftuurlijke oplossing. Zo kan toch de eenheid in het geloof niet worden hersteld?

 

 

We laten het hierbij. We stellen nadrukkelijk dat deze enkele opmerkingen niets afdoen aan onze grote waardering voor dit boek. Ieder die wil weten welke omslag er in de gereformeerde kerken vrijgemaakt heeft plaatsgevonden moet dit boek lezen. Overigens, ook de christelijke gereformeerde broeders en zusters kunnen hiermee hun grote winst doen want in hun kerken woedt o.i. een strijd die op dezelfde punten moet worden uitgevochten.

 

Het boek geeft ook uitgebreide onderbouwende literatuurlijsten die uitnodigen tot nadere studie.

 

Tot slot

 

Wij hebben als verslaggever (ook) de generale synodevergaderingen van Goes bijgewoond en daarvan gedetailleerd verslag gedaan en impressies gegeven op deze site. Om eenvoudig te kunnen nalezen hoe de besprekingen zijn verlopen die geleid hebben tot de situatie van vandaag hebben we de artikelen weer 'geactualiseerd' en zijn ze opgenomen onder 'Nieuwe artikelen' op de homepage. Zie onder de header GS GOES VROUW IN AMBT. Het is boeiend én schokkend weer te ervaren hoe hier wissels worden omgezet die van het gereformeerde spoor afvoeren!
Als u weinig tijd hebt, lees dan alleen GS Goes Impressie 06 – MV Revisie besprekingen.

 

-----

 

N.a.v. het boek Het Woord in geding, redactie P.T. Pel en H.J. Room. Het boek is uitgegeven door de Kerngroep bezinning GKv 2022, 184 pag., €20 incl. verzendkosten. Het kan worden besteld via de website bezinninggkv.nl/publicaties, of click hier.