Printen

Moet het misschien kerkrechtelijk anders?

 

Ds. F.J. Bijzet

14-01-23

 

Met dit artikel steek ik mijn nek uit. Want ik meng me in een zaak waarbij ik niet rechtstreeks betrokken ben. Waarover ik geen inside information heb. Maar het is wel een zaak waarbij ik me rechtstreeks betrokken voel. En mág voelen. Zoals veel kerkleden in zowel De Gereformeerde Kerken in Nederland (DGK) als de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN). Ik bedoel: de zaak van de toenadering van beide kerkverbanden.

 

Toen mijn vrouw en ik ons eind 2020 aan de GKv onttrokken en ons afvroegen bij welke gemeente we ons nu moesten voegen, mocht ik een deel van een vergadering bijwonen van de deputaatschappen uit beide kerkverbanden die een begeerde vereniging voorbereidden.  Op de vraag hoelang het proces van vereniging nog zou duren, omdat ik en anderen niet goed wisten bij welk van de twee we ons nu moesten aansluiten, werd door één van de deputaten geantwoord: “Kies er gewoon maar een. Het maakt ons niet meer uit. Want als je de één kiest, krijg je de ander er toch al gauw bij”.

 

Dat was april 2021. En het maakte het mijn vrouw en mij een stuk gemakkelijker om een (voorlopige) keuze te maken. Het werd de GKN Hardenberg, maar met de intentie om na een ineenvloeien van beide kerkverbanden ons bij de nu nog DGK gemeente in onze woonplaats Emmen te voegen.

 

Maar inmiddels is het proces van samengaan van beide kerkverbanden moeilijker gebleken dan toen werd gedacht. En dat deputaten niet lang na die vergadering in april 2021 in hun hoopgevend gemeenschappelijk rapport hebben verwoord. [i]  Het was de bedoeling dat dit rapport nu zo spoedig mogelijk in de synoden van beide kerkverbanden besproken zou worden. Voor de DGK kon dat in de gewone synode, voor de GKN was daar een buitengewone synode voor nodig. En daarvoor was weer een verzoek daartoe door de beide classes van de GKN nodig.

 

Maar toen stak de Classis Noord een spaak in het wiel. Terwijl de Classis Zuid een- en andermaal concludeerde dat aan de voorwaarden voor het bijeenroepen van een buitengewone synode was voldaan en daarom besloot een buitengewone synode aan te vragen, besloot de Classis Noord, na een moeizame bespreking, met meerderheid van stemmen dat niet te doen.  Enkele kerken konden daar, gezien de gehanteerde argumenten, geen vrede mee hebben en brachten de zaak opnieuw in bespreking in een volgende classis. Maar de uitslag bleef dezelfde. Een brief waarin de GKN deputaten aan de kerken sterk in overweging geven alsnog een buitengewone synode bijeen te doen komen, of eventueel de synode van 2023 te vervroegen, veranderde ook niets aan de situatie. Geen van de kerken van de classis Noord bracht de brief in de vergadering ter sprake of diende een voorstel in.

 

De belangrijkste reden binnen de Classis Noord om niet nu al het gezamenlijk deputatenrapport in een synode te bespreken is, dat sommige classiskerken meer tijd nodig hebben om plaatselijk moeiten pastoraal te bearbeiden. Ook zij zien kerkelijke eenheid als een opdracht van Christuswege en werken daar ook plaatselijk aan. Maar zij vinden daarin het plaatselijke proces leidend, aangezien men eerst herderlijke verantwoordelijk draagt voor de eigen gemeenten. [ii]

Ik schreef al: ik ben geen insider. Zelf heb ik geen van deze vergaderingen van de Classis Noord meegemaakt. Ik ben ook niet rechtstreeks betrokken bij de samensprekingen tussen onze GKN gemeente in Hardenberg en de DGK te Lutten. Maar ik weet er wel iets van, ook door wat onze kerkenraad erover vertelde in een gemeentevergadering. Ik begrijp ook heel goed wat de kerken drijft die op meer geduld aandringen: in de regio Hardenberg, in Dalfsen.  Om me maar daartoe te beperken, want misschien speelt iets dergelijks ook wel in andere gemeenten. En hebben ook daar zich bij het tot stand komen van GKN  en DGK-gemeenten onaangename tonelen afgespeeld, om het maar zacht uit te drukken. Er zijn kerkleden en ambtsdragers bezeerd, geschorst. Kerkleden zijn opgestapt…. [iii]                      

Het is te begrijpen dat de betrokkenen -aan weerskanten!- vinden dat dit wel goed uitgesproken, doorgesproken en verzoend moet worden. Een gladstrijken van wat er gebeurd is, zonder dat ook ingezien en erkend is wie wat destijds niet goed gedaan heeft, ja, wat voor de Heer in de hemel als zónde beleden moet worden, is vragen om nieuwe problemen. En het is toch ook niet aan ‘de buitenwacht’ te verkopen als straks in één kerkverband dit tussen kerken en kerkleden blijft liggen? En als een veenbrand na verloop van tijd weer gaat opvlammen? Maar moet ik niet liever schrijven: dat kunnen we toch helemaal tegenover onze Heer in de hemel niet verantwoorden? Laten we alsjeblieft niet al te snel met mooie woorden en handige formuleringen een ineenvloeien van beide kerkverbanden in elkaar proberen te timmeren. Met als gevolg dat we daarna al gauw met allerlei nieuwe ellende komen te zitten.

 

Was het dus maar wijs van de Classis Noord om voorlopig een bespreking van het gezamenlijk deputatenrapport in een synode van de GKN nog even tegen te houden? Moeten we een toenemende frustratie bij de kerken die voor hun gevoel weinig of niets te maken hebben met de moeiten in enkele andere gemeenten, nog maar een poos(je) voor lief nemen? En nog maar wat meer geduld vragen van hen die ook inmiddels van de GKv afscheid genomen hebben, of op het punt staan dit te doen, maar niet weten bij welke van de twee kerkverbanden ze zich nu moeten aansluiten? Ook al gaan die zich misschien steeds meer gaan afvragen of ze zich bij één van deze twee nog wel wíllen aansluiten als het daar zo toegaat?

 

Ik schreef boven dit artikel: Moet het misschien kerkrechtelijk anders? Ik ben me namelijk gaan afvragen of de Classis Noord, al was het uit begrijpelijke pastorale motieven,  kerkrechtelijk wel de goede weg bewandelde toen ze besloot niet aan een vervroegde synode mee te werken. Immers, de zaak van een kerkverbandelijke vereniging met de DGK is geen classicale zaak meer, maar is op de agenda van de synode geplaatst. Niet de classes, maar de synode benoemde deputaten. Die ook aan de synode rapporteren moesten. Nu zijn deze deputaten al in september 2021 tot een gezamenlijk rapport gekomen met duidelijke voorstellen over een verder traject. En over die voorstellen moeten nu de kérken, in hun synode, zich uitspreken. De DGK hebben inmiddels in hun synode van mei 2022 uitgesproken met de inhoudelijke lijn van het rapport in te stemmen, zonder ook al de voorstellen impliciet te behandelen. Het was n.l. de bedoeling, zoals deputaten voorstelden, dat dit ongeveer gelijktijdig ook in een synode van de GKN zou zijn gebeurd. Dan zouden beide synoden een oordeel hebben kunnen geven, uitspraken erover doen, een verdere weg wijzen. Maar dat is dus door één classis tegengehouden.

 

Ja, er kunnen goede, wijze, pastorale redenen zijn om in het verenigingsproces een beetje gas terug te nemen. Om eraan verder te werken dat alle betrokken gemeenten in DGK en GKN er van harte in mee kunnen. Om niet door een geforceerde vereniging een nieuwe scheuring te veroorzaken. Maar dat kan in dit stadium niet meer één classis besluiten. Daar moeten de kerken van de GKN zich nu sámen in een synode over buigen. Net zoals de kerken van de DGK dat in hun synode deden en moeten doen. Aan deputaten is opgedragen in hun gesprekken rekening houden met de moeiten en pijnpunten die er in plaatselijke kerken en bij broeders en zusters liggen. Daarvoor hebben deputaten plaatselijke kerken benaderd en zijn ze behulpzaam. Moeiten en pijnpunten in de kerken zullen bij het bespreken en wegen van het rapport van deputaten in de synode aan de orde komen. En waar nodig worden dan de voorstellen van de gezamenlijke deputaten op bepaalde onderdelen aangepast. Maar dat is een zaak van al de kerken in het beide kerkverbanden geworden. Niet van enkele kerken die te maken hebben met moeite en pijnpunten, ook niet van een enkele classis.

 

De Classis Noord mag natuurlijk ter voorbereiding van een synode best al de voorstellen van de deputaten eerst nog eens grondig bespreken. En aan haar afgevaardigden desnoods de instructie meegeven, dat zij moeten aandringen op extra aandacht voor de gemeenten waar nog problemen met erkenning en het verder werken aan één kerkverband bestaan. Er spelen wel meer zaken waarover niet alle kerken in beide kerkverbanden gelijk denken. De ene gemeente ziet er naar uit dat predikanten over en weer kunnen voorgaan en dat over en weer leden als gasten het avondmaal mee vieren en dat attestaties van elkaar worden aanvaard. In een andere gemeente kan dat veel moeilijker liggen. Maar gezien het inmiddels afgelegde traject is het woord nu wel aan de kerken samen.

 

Een buitengewone of vervroegde synode hoeft helemaal niet te betekenen -mág beslist niet betekenen- dat over de moeiten in bepaalde gemeenten, zowel in GKN- als DGK-verband, heen gewalst wordt. Het lijkt me een denkfout gezamenlijke kerkverbandelijke afspraken en plaatselijk pastoraat tegen elkaar uit te spelen. Een synode kan er juist aan meewerken dat er in de kring van ál de kerken meer begrip voor dat plaatselijk pastoraat ontstaat. En er meer raadgevers (zie Spreuken 24:6b) gaan meedenken over een voor Christus Jezus te verantwoorden oplossing.  Want over dat laatste: dat we tegenover Christus ons moeten kunnen verantwoorden, zijn we het toch allemaal eens?

 

NOTEN



[i] https://www.gereformeerdekerkennederland.nl › nieuws

[ii] https://www.gereformeerdekerkennederland.nl › classes

[iii] Op de website van sommige gemeenten, zoals van onze gemeente te Hardenberg, is nog altijd een uitvoerig overzicht van die onverkwikkelijke geschiedenis te lezen. Wordt het niet tijd dat we dit nu maar van de sites afhalen? Het is bepaald geen aanmoediging voor hen die een aansluiting bij ons overwegen!