Printen

Ontwikkelingen in de GKv – 7/1

 

D.J. Bolt

28-01-23

 

In de twee voorgaande edities hebben we aandacht geschonken aan leer, sacramenten en tucht, Ontwikkelingen in de GKv – 6.1 en 6.2. In de komende edities richten we ons op het leven in deze kerken. Immers, in gereformeerde kerken gaat het altijd om leer én leven. Preken leggen het Woord van God uit (exegese) én passen het toe op het leven van Gods kinderen (applicatie). Leer en leven zijn onlosmakelijk verbonden.
Het betekent dat áls er grote verschuivingen zijn in de leer, in de omgang met de Schrift, dat ook gevolgen heeft voor het christelijk leven. Welnu, het is te merken. We laten daar iets van zien op het ethische, morele vlak (2), en wel v.w.b. homoseksualiteit, vrouw-in-ambt en abortus.

  1. Leer, sacramenten en tucht
  2. Ethiek
  3. Kerkelijk leven
  4. Oecumene
  5. Conclusies

 

Homoseksuele relaties

 

GKv Generale Synode Meppel

 

De synode van GKv Meppel 2017 kreeg de volgende vraag van de GKv classis Hardenberg voorgelegd:

 

DE BIJBEL LIJKT DE HOMOSEKSUEEL DIE DE HERE OPRECHT LIEFHEEFT EN IN LIEFDE EN TROUW WIL LEVEN NIET TE KENNEN. WIJ WETEN TEGENWOORDIG DAT HIJ/ZIJ WEL BESTAAT. DAAROM LUIDT DE QUESTIO DIE DE CLASSIS AAN DE SYNODE VOORLEGT: IS ER RUIMTE VOOR EEN VOLWAARDIGE PLAATS, IN VOLLE RECHTEN EN PLICHTEN, VOOR DEZE BROEDER EN ZUSTER IN DE GEMEENTE VAN CHRISTUS?

[kapitaal van de classis]

 

4591

 

Er ontspon zich een enorme en chaotische discussie op de synode. We hebben die uitgebreid verslagen in een viertal artikelen GS Meppel Verslag 09 – Quaestio Hardenberg 1-4[1]. Op deze synode was prof. dr. A.L.Th. de Bruijne, hoogleraar ethiek en spiritualiteit, adviseur voor deze brandende Hardenbergse vraag. Hij vond een 'hernieuwde grondige studie van het gehele vragenveld rond homoseksualiteit nodig' en kwam met het volgende voorstel[2]:

  1. De quaestio Hardenberg niet op dit moment zelf te beantwoorden.
     
  2. Een studiedeputaatschap te benoemen met de opdracht om na te gaan of er reden is om de klassieke kerkelijke benadering van homoseksualiteit bij te stellen en of daarbij hernieuwde kerkelijke eenstemmigheid kan groeien. Daarbij moeten eerdere studies van verwante kerken in binnen- en buitenland nadrukkelijk benut worden.
     
  3. De kerken op te roepen om in de pastorale omgang met homo’s te rekenen met het onder druk staan van de klassieke kerkelijke benadering van homoseksualiteit, de vele nog onbeantwoorde vragen, en het afnemen van de overtuigingskracht. In dat licht past het om in biddende afwachting van hernieuwde gedeelde overtuiging liefdevol en voorzichtig om te gaan met samenlevende homoseksuele broeders en zusters en terughoudend te zijn wat betreft afhouding van het avondmaal.
     
  4. Hoewel het beleid rond kerkelijke tuchtoefening altijd op de betrokken persoon toegespitst moet blijven en dus een zaak van de kerkenraden vormt, beveelt de GS kerkenraden daarbij als vuistregel aan dat in de huidige kerkelijke context het enkele feit van (al dan niet seksueel) samenleven door homo’s geen reden zou moeten vormen om hen van het avondmaal te weren.

Ieder voelt wel hoe hier, zij het in bedekte termen, de gereformeerde overtuiging t.a.v. homoseksualiteit, sneuvelt.

 

Inmiddels heeft de hoogleraar ook zelf verder op het onderwerp gestudeerd. Het resultaat is een dik boek van meer dan 500 pagina's getiteld Verbonden voor het leven, Een theologisch-ethisch voorstel rond homoseksualiteit en seksuele diversiteit[3], waarin de richting, in principe al gewezen op GS Meppel, breed is uitgewerkt en geconsolideerd. We hebben het boek (nog) niet zelf gelezen – vragen ons ook af of het zin heeft gezien de zo volstrekt verschillende geloofsuitgangspunten – maar geven er op dit moment aandacht aan met een samenvatting van een recensie in De Waarheidsvriend (01-2023) van de gereformeerde bond in de PKN. Daarin maakt dr. J. Hoek te Veenendaal, emeritus hoogleraar gereformeerde spiritualiteit o.i. voldoende duidelijk hoe het komt dat De Bruijne brak met de eeuwen geschiedenis van de Kerk en haar belijden op dit punt.
 

Een partnerschapsverbond

Recensie

 

Dr. Hoek las meer dan een passage in het boek met hartelij­ke instemming. Hij noemt de duidelijke afwijzing van seksualiteit als puur genotmiddel en daarmee van seksualisering van lichamelijkheid en affectieve lief­de, zoals die in de huidige cultuur volop plaatsvindt. En ook de waarschuwing tegen het dominante liberalisme dat tendeert naar dwang tot aanpassing aan politiek-correcte, maar in feite totalitaire[4] meer­derheidsmoralen. Maar toch is Hoek teleurgesteld en ver­ontrust over de strekking van dit boek.


Prof. De Bruijne pleit voor homoseksuele relaties die door de kerk 'vrij­moedig' kunnen worden (in)gezegend. Want zulke relaties kunnen worden gezien als een variant op het huwelijk. Wel is het húwelijk voorbehouden aan man en vrouw, uniek als afspiegeling  van de eenheid tussen Christus en Zijn gemeente, en exclusief m.b.t. voortplanting.

Naast het huwelijk plaatst het Nieuwe Testament de keus om ongehuwd te blijven. Deze ongehuwde staat kan worden gezien als afspiegeling van de intieme verbondenheid tus­sen Christus en iedere gelovige afzonderlijk zoals het zal zijn op de nieuwe aarde.

De Bruijne ziet ruimte voor nog een derde fenomeen: een levenslange homoseksuele relatie, een vergelijkbare eenheid als die tussen man en vrouw, hoewel het geen huwelijk is gezien de verschillen er mee. Deze relatievorm kan vorm krijgen mét (goed) of zónder (beter) seksuele gemeenschap, vergelijkbaar met het huwelijk.  

Deze homorelatie moet worden erkend als een van God gegeven mogelijkheid en de kerk behoort daaraan dan ook Gods zegen mee te geven. Zo'n relatie is dus geen noodoplossing die vanuit pastorale overwegingen wordt toegestaan maar een volwaardige vorm van navol­ging van Christus die recht doet aan het eigen karak­ter van de homoseksuele identiteit.

 

Hoe dit te baseren op de Schrift? Zo'n vraag vindt De Bruijne te kort door de bocht. In teveel beschouwingen is volgens hem ethiek gereduceerd tot exegese en toepassing van bijbelteksten: 

 

'Christelijke ethiek is geen puzzel van bij­belse normatieve aanwijzingen leggen, maar het is gelovig nadenken over God, over zijn werken en dus over de mens, de wereld en alles wat daarbij hoort. In het licht daarvan ontstaat inzicht in wat wel en niet bij God past'. (p.26)

 

De bekende bijbelteksten die over homoseksuele praktijken gaan, spelen bij De Bruijne dan ook géén doorslaggevende rol. Hij erkent

 

'dat de Bijbel eenduidig is in de afkeuring van alle vormen van gelijkgeslachtelijk verkeer die in zijn eigen tijd in beeld waren. Daarbij kon het ook gaan om relaties waarin sprake was van oprechte vriend­schap en liefde. De vaak herhaalde mening dat de bij­belse afwijzing van dergelijke relaties beperkt zou zijn tot pederastie (erotische relatie tussen een volwassen man en een opgroeiende jongen, red.), uitspattingen, machtsmechanismen of cultische prostitutie houdt geen stand tegenover de historische én exegetische kennis van dit moment'.

 

Hoe kan het dan dat De Bruijne toch homoseksuele relatie kan verdedigen en zelfs door de kerk wil laten (in)zegenen? De wissel gaat om door zijn hermeneutische overwegingen: de vertolking van bijbelse lijnen in onze tijd zou ruimte bieden. Want wíj zien nu volgens De Bruijne gelijkgeslachtelijke oriëntatie als een onder­deel van iemands identiteit, bepalend voor wie iemand is. (p.463) Dat kenden de bijbelschrijvers nog niet en daar­om zijn hun uitlatingen niet van toepassing.

Kortom, we weten meer dan Paulus.  

 

Dr. Hoek concludeert dat hier de kennis van de context (onze situatie) in mindering wordt gebracht op de gehoorzaamheid aan de Schrift. Hier komen eigenschappen van de Schrift als haar helder­heid en genoegzaamheid in het gedrang. Want de Bijbel is het Woord van de eeuwige God. Daarin is gerekend met heel de geschiedenis tot aan de jongste dag. Als het Zijn bedoeling was dat Zijn gemeente in de 21e eeuw homoseksuele verbintenissen ging inzegenen, zou de HEERE daarvoor dan niet tenminste een aan­wijzing gegeven hebben in Zijn Woord?
 

Onmiskenbaar gaat De Bruijne's pleidooi gepaard met een verzwakking van het beroep op Gods heilzame scheppingsordening. Het huwelijk is van vóór de zondeval. Juist dat inzicht is van fundamen­teel belang om de uniciteit van het huwelijk voluit te handhaven en geen gelijkwaardige alternatieven daarnaast te erkennen. De Bruijne's af­scheid van deze gereformeerde visie doet pijn.

***

 

Tot zover een samenvatting van dr. Hoeks recensie. We stemmen er graag mee in.

O.i. zal ook blijken dat de 'oplossing' van prof. De Bruijne geen stand houdt tegen het toenemende gendergeweld. Homorelaties wél (in)zegenen maar níet als 'huwelijk' benoemen betekent van de kat en de hond te worden gebeten: orthodox gereformeerden vinden het eerste tegen de Schrift ingaan (zie dr. Hoek), en het liberale christendom zal het als een ernstige vorm van 'discriminatie' beschouwen, zelfs in strijd achten met de net gewijzigde Nederlandse grondwet op het punt van verbod op discriminatie van seksuele oriëntatie. De chaotische situatie in de Anglicaanse kerk waar De Bruijne's visie wordt geïmplementeerd bewijst het:

 

'De ‘homozegen’ is een vaag compromis. Geen homohuwelijk, wel een zegen voor homoparen in de kerk. ‘Links’ én ‘rechts’ verwijten de bisschoppen van de Anglicaanse Kerk van Engeland gebrek aan leiderschap. Waarom maken ze geen duidelijke keus: voor het traditionele huwelijk, of voor gelijke rechten voor homo’s? (ND 28-01-23)

 

Precies.  

 

Doorwerking en beïnvloeding

 

Ondertussen gaat de revolutie in het denken over homoseksualiteit onverminderd voort en krijgt met dit boek een krachtige impuls. In feite is dit omdenken al jaren aan de gang (ook) in de GKv zoals al bleek uit hetgeen we aanhaalden van de synode Meppel. We willen daarvan ook het een en ander concreet laten zien uit m.n. de vrijgemaakte (kerkelijke) pers.

Maar eerst nog even een 'aardig' voorbeeld hoever de omkering in het denken over seksualiteit en gender gaat. In dezelfde De Waarheidsvriend als waaruit we bovenstaande recensie citeerden, stond ook een opmerkelijke column van Marieke den Butter-Kommers, getiteld Woorden. Zij schrijft o.a.

 

'Er kan veel met woorden en hun betekenis gedaan worden. De betekenis van woorden kan worden veranderd, er kunnen nieuwe woorden gemaakt worden en oude woorden kunnen herontdekt worden.

Woorden veranderen gebeurt vaak tegenwoordig. De onlangs heruitgegeven Cambridge Dictionary gaf hiervan een schrijnend voorbeeld. Volgens de schrijvers van dit woordenboek was in het licht van de steeds maar evoluerende taal rondom gender het aloude woord 'vrouw' hoognodig aan een update toe. De oude betekenis voldoet niet meer in onze moderne tijd en dus werd een nieuwe betekenis toegevoegd. Door deze Orwelliaanse 'dubbelspraak' is een vrouw niet alleen een 'volwassen mens van het vrouwelijk geslacht! Maar mag een transvrouw zich nu ook officieel vrouw noemen.'

 

Waar gaat dit naar toe?!, vraag je je af. Overigens wil de schrijfster ook dat we ons inzetten om oude woorden te herontdekken. Ze denkt bijvoorbeeld aan het woord 'ontzondigen' uit Psalm 51. 'Wat een rijk woord! Het geeft precies aan wat er bedoeld wordt. 'Geloofsgehoorzaamheid', nog zo'n parel!

 

Voor nu laten we het hierbij. De volgende keer hopen concreet aan te wijzen waar gevolgen van deze morele ommezwaai zijn te merken en hoe de geesten worden beïnvloed.

 

Wordt vervolgd
 


 

Appendix

De vier verslagen/impressies m.b.t. de Homo Quaestio van de synode Meppel kunnen als volgt snel en eenvoudig voor het voetlicht worden gehaald:

  1. Click op de rode icoon, zie hiernaast.
  2. Zet quaestio in het zoekvenster.
  3. Click op zoeken.
  4. Een rij artikelen verschijnt waaronder GS Meppel Verslag 09 – Quaestio Hardenberg 1 – 4.
  5. Click op het gewenste artikel, dat verschijnt nu.

Als u een volgende artikel wilt openen, click dan op 'Een pagina terug gaan' in de linkerbovenhoek van het venster zodat de rij artikelen weer verschijnt.

 

NOTEN

[1] Zie de appendix hoe deze verslagen gemakkelijk voor het voetlicht zijn te halen.

[2] GS Meppel – Impressie 05 / Homo Quaestio 4, click hier.

[3] KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht 2022. 509 blz. € 34,99.

[4] Alle cursiveringen in deze samenvatting zijn van mij.