Printen

Ontwikkelingen in de CGK 6

 

D.J. Bolt

22-04-23

 

We blijven de ontwikkelingen in de Christelijke Gereformeerde Kerken met grote belangstelling volgen. Dat ligt ook voor de hand. Deze kerken, waar we als gereformeerden (vrijgemaakt) zo lang en intensief eenheid mee hebben gezocht, zijn in een grote strijd gewikkeld om het gereformeerd karakter van hun kerken te behouden. Een strijd die zo herkenbaar is en ook vele vrijgemaakten hebben moeten voeren in de GKv maar daar zo jammerlijk is verloren (zie de serie Ontwikkelingen in de GKv).

 

Wat leeft er in de CGK?

In enkele afleveringen in deze serie willen we met citaten uit publicaties en gesprekken enig zicht bieden op 'de strijd der geesten'. Daarbij zullen we hier en daar wat commentaar geven.

 


 

Ds. D. Quant

Onderweg, 13, 1 oktober 2022

 

Ds. Quant (emeritus) publiceerde onder de titel Teken van hoop een column die gaat over de problemen rond vrouw-in-ambt. 'Eigenlijk', zegt Quant, 'wil ik het er niet meer over hebben. Over de bijzondere ambten voor de zusters van de gemeente in de CGK is al meer dan genoeg gezegd en geschreven.'

Maar hij heeft iets beleefd dat voor hem 'een teken van hoop' is.

Een CGK kerkenraad had zusters in het ambt bevestigd, tegen alle besluiten van synodes in. De positie van de betrokken predikant kwam in verschillende kerkelijke taken buiten zijn eigen gemeente ter discussie. M.n. toen deze dominee betrokken werd bij een kerkvisitatie van een gemeente die 'niet stond te juichen bij het besluit om vrouwen toe te laten in het bijzondere ambt'.

Maar het viel reuze mee! De 'uitwisseling van gedachten' over vrouw-in-ambt verliep 'eerlijk en openhartig' - zonder het overigens eens te worden. Én, de dominee werd toch weer uitgenodigd om te komen preken en deze gemeente!

Quants conclusie: '… verschil van inzicht, maar een brug slaan over de kloof heen door met de gemeente de Schrift te openen en zo samen te bouwen in het koninkrijk. Een voorbeeld dat navolging verdient!'

 

----------

 

Mooi, dat 'openen van de Schrift' maar wat hield dat eigenlijk in? Wat is er nu precies gebeurd anders dat gecapituleerd is voor een kerkenraad/predikant die afwijkt van de Schrift en zich revolutionair niet aan kerkelijke afspraken houdt? Dat kan ds. Quant, kerkrechtdeskundige(!), toch niet aanvaarden en mag hem geen hoop geven?

 

Prof. dr. H.L.G. Peels

ND, 28-01-23

 

Journalist Hilbert Meijer interviewde prof. Peels (1956) bij zijn emeritaat als hoogleraar oudtestamentische vakken aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. We nemen er het een en ander uit over hetgeen betrekking heeft op m.n. de hermeneutiek van de Heilige Schrift.

 

Genesis 1 en schepping

Zoals bekend kan zijn hebben gereformeerden in de GKv altijd nogal moeite gehad met de opvattingen van TUA-prof. B.J. Oosterhoff, van wie Peels de opvolger werd. Het ging m.n. om de scheppingsgeschiedenis zoals die verhaald wordt in Genesis 1. Peels blijkt een waardige leerling van zijn vroegere leermeester te zijn.

Op de vraag van de interviewer ’Hoe gaat u bij het bijbellezen om met de vraag of iets historisch heeft plaatsgevonden of niet?, antwoordt Peels, 'dat je moet oppassen met het dilemma ‘is het letterlijk-historisch gebeurd of niet’'. Want dan 'kun je bij het bijbellezen te kort door de bocht gaan' en 'zomaar vastlopen bij teksten die op het eerste oog tegenstrijdig lijken. Bijbelse geschiedschrijving is prediking op basis van de -geschiedenis, en dat is meer dan een kale reportage van historische feitelijkheden.'

 

En natuurlijk is dan de vervolgvraag voor de hand liggend: ’Geldt dat ook voor het scheppingsverhaal?‘.

'Ja', zegt de professor, 'dat geldt ook voor Genesis 1. Dat is niet een mythe of gedicht, maar helemaal geworteld in de geschiedenis. Tegelijk is het een tekst die niet bedoeld is als een historisch verslag van hoe de wereld precies in zes dagen van 24 uur is geschapen. Het geeft een poëtische, profetische beschrijving van een diepe werkelijkheid dat de wereld niet aan het toeval is ontsproten, maar aan het machtige Woord van God. Genesis 1 geeft in een eigen taal de essentie van het onbeschrijfelijke wonder van de historische schepping weer. Hoe God zich verheugt in de schoonheid van zijn schepping en daarin voor de mens een woning maakt.

 

Prachtige woorden, maar als we zo vrij mogen zijn, wel ongeloofwaardig en ontoereikend om weerstand te kunnen bieden tegen het alomtegenwoordige en ook in christelijke kringen opdringende evolutiegeloof. Wij geloven toch echt dat het in Genesis 1 over 'gewone dagen' en echte geschiedenis gaat. Maar Peels veroordeelt dat als 'een biblicistische omgang met de Bijbel', waar je 'van weg moet blijven'.

Graag bevelen we de hoogleraar op dit punt het pas verschenen boek Inzicht[1] ter lezing aan.

 

In de CGK is Peels opvatting (gelukkig) niet onomstreden. Maar dat is geen probleem, volgens hem, want de CGK 'is een mooie, brede, veelkleurige kerk, ja. Je vindt er de breedte van de Protestantse Kerk in Nederland minus de vrijzinnigheid.'

 

Vrouw-in-ambt

Uiteraard komt ook dit punt aan de orde in het interview. Prof. Peels constateert dat in zijn kerken het 'scherp' ligt: '… een heel deel van onze kerken is ervan overtuigd dat vrouwen in de ambten mogen dienen, en is zelfs van mening dat het niet conform Gods Woord is als je de ambten voor de vrouw gesloten houdt. Een ander deel van de kerk zegt: dit is tegen Gods Woord in, de vrouw moet zwijgen en het is zonde als je wel de vrouw in het ambt benoemt.'
Kan een kerkelijke breuk nog worden voorkomen?

'Het uiteengaan van kerken anno 2024 – ik zou het volstrekte waanzin vinden', zo zegt de professor, 'oneer van Gods Naam en het zorgt voor een eindeloze zee van leed. Wie zou dat ooit kunnen verantwoorden?

 

Wat is Peels oplossing dan?

Als je elkaar bindt aan de hartelijke overtuiging van de Schrift als het Woord van God en aan de gereformeerde confessie 'kun je samen verder ook als je niet eender denkt over een kwestie als vrouw en ambt'. Dan laat je dat over aan 'de zelfstandigheid van de lokale gemeente'.

 

----------

 

Ook hier wat ons betreft een capitulatie voor de moderne hermeneutische opvattingen over de Schrift. Ontdekkend is ook zijn karakterisering van zijn kerken: 'de breedte van de Protestantse Kerk in Nederland minus de vrijzinnigheid.' Wat is toch die huidige CGK precies voor een kerk? Jarenlang namen christelijke gereformeerden ons vrijgemaakten de maat tot op de millimeter. Het kon beslist niet tot vereniging komen want we werden gewogen en bevindelijk veel te licht bevonden. En nu meet deze kerk een breedte ter lengte van de PKN minus een stukje?
Wanneer heeft deze omslag plaatsgevonden, vragen we ons af.

 

Peels wordt opgevolgd door ds A. Versluis uit Ede hoofddocent Oude Testament. We komen hem nog tegen.

 

D.J.T. Hoogenboom

De Wekker,  9 290422

 

Kan redacteur Hoogenboom van De Wekker ons misschien helderheid verschaffen over het kerkzijn van de CGK? Hij gaat in een artikel heel ver in de historie van zijn kerken terug: naar 1892, toen de Afgescheidenen en Dolerenden zich verenigden in De Gereformeerde Kerken maar enkele kerken niet meegingen, de Christelijke Gereformeerde Kerken in wording.

Hoogenboom vertelt hoe het zit. In het allereerste geschrift dat deze separate kerken op hun synode uitgaven, is te lezen:

 

'Wij zijn en blijven de Christ. Geref. Kerk, omdat in de vereeniging het beginsel der scheiding is prijsgegeven, door gelijk recht van bestaan te verzekeren aan de Doleantie.'
(Historische mededellingen over de scheiding en doleantie)

 

Wat is dan dat beginsel van de kerk van de Afscheiding? Dit:

 

'Want immers was deze afgescheiden, omdat hij de Herv. Kerk valsch verklaard had en daar­om volstrekt niet in doleantie kon gaan…'

 

En het beginsel van de Dolerenden:

 

'… gene daarentegen was doleerend, omdat hij de Ned. Herv. Kerk slechts in haar besturen bedorven achtte, doch haar bleef erkennen als 'de Kerk der vaderen; daarom bleef arbeiden om haar tot reformatie te brengen en geene afscheiding wilde.'

 

Hoogenboom vervolgt:

'Als ik het goed lees, wordt hier gezegd dat er maar één kerk kan zijn. En dus kun je alleen (Christelijke Gereformeerde) kerk zijn als er geen andere kerk is. De Hervormde kerk had door Hendrik de Cock af te zetten laten zien dat daar geen ruimte was om het evangelie te verkondi­gen en daarmee zichzelf als kerk afgeschreven.'

 

De redacteur toont aan dat het te maken heeft met de gereformeerde belijdenis ten aanzien van de kerk. De catechismus legt uit dat wij geloven dat Christus zich een gemeente ten eeuwigen leven verkiest (HC 21).

De kerk is dus geen samengaan van gelijkgezinden die dat vastleggen in een reglement dat we kerkorde noemen. We zijn verplicht ons bij de ware kerk aan te sluiten (NGB art. 28).
Dat levert volgens Hoogenboom wel een probleem op. Want 'hoe ga je dan om met Gereformeerden (synodaal of vrijge­maakt) die je geen valse kerk kunt noemen maar met wie je toch niet één kunt zijn?'

We gaan even op het puntje van onze stoel zitten, wat is de 'oplossing' van de schrijver?

 

'Zolang Christus het fundament van de kerk is, is er geen reden uit elkaar te gaan. Jammer, heel jammer, dat we niet allemaal hetzelfde denken en doen maar daar gaat het nou eenmaal niet om in de kerk. Wij wórden vastge­houden, dat is onze gezamenlijke belijdenis. Maar dat betekent aan de andere kant dat wie preekt in een (Hersteld) Hervormde gemeente afstapt van het principe van de Afscheiding. Als die kerken niet meer vals zijn, moeten we er zo spoedig mogelijk mee verenigen.'

 

---------

 

Je zou haast geloven dat hier een onversneden orthodox-vrijgemaakt-gereformeerde aan het woord is. Dit wat altijd wat door hen is beleden, en nagestreefd m.n. in de richting van de CGK. En vragen we ons weer af: hoe kan het toch als dit wat Hoogenboom belijdt, authentiek christelijk gereformeerd is, deze gereformeerde belijdenis werkelijk de basis van haar kerkelijk denken is, hoe kan het dan toch dat de deur naar m.n. ons, vrijgemaakten altijd is gesloten gebleven…?

Eerlijk gezegd, we vragen ons af of Hoogenboom wel het 'echte CGK-geluid' vertolkt. Vergelijk het met wat we hierboven van prof. Peels weergaven: CGK als een mooie, brede, veelkleurige protestantse kerk, een CPK om zo te zeggen.

Wij kunnen het niet goed rijmen met elkaar.

 

Daar komt nog iets bij.
Terecht zegt Hoogenboom dat Christus het fundament van de kerk is. Misschien nog iets preciezer, maar dat zal hij wellicht ook bedoelen, de kerk 'gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is', Efeze 2:20. Het gaat er niet om dat we 'allemaal hetzelfde denken en doen' maar wél om te leven in gehoorzaamheid aan Christus en ons laten gezeggen door de Heilige Schrift, óók op het punt van Genesis 1, vrouw-in-ambt, homoseksueel samenleven, om maar wat te noemen. Dan alleen blijven we in Christus' liefde.
Slechts één voorbeeld van de talloos vele in de Schrift, Joh. 15:10. Jezus Christus leert ons

 

'Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in zijn liefde blijf.'

 

Om die gehoorzaamheid gaat het o.i. in de strijd binnen de CGK.

Wat is de identiteit van deze kerken en wat gaat die worden? Die vraag komt niet alleen van ons maar wordt veel breder gesteld. We geven er tot slot in deze aflevering nog een voorbeeld van.
 

A. Knevel

De Waarheidsvriend, 01 5 januari 2023

 

De christelijke gereformeerde EO-voorman hield kortgeleden voor het Dutch Biblebelt Netwerk de jaarlijkse lezing. Het ging over 'De zegen van de zuil'. Interessant, want hoe vaak hebben we al niet horen afgeven op m.n. de 'vrijgemaakte zuil'.

Volgens Knevel waren er in orthodox-christelijk Nederland vier zuilen:

  1. de bevindelijk gereformeerde zuil,
  2. de vrijge­maakt-Nederlands-gereformeerde zuil,
  3. de modern-gereformeerde zuil en
  4. de evangelische beweging.

De modern-gereformeerde zuil, gereformeerd-syno­daal (3) - bestaat niet meer: de 'synodalen' zijn ondergegaan in de PKN. En, constateert Knevel, 'de vrijgemaakte zuil is aan het vervuilen en verkrui­melen'. Knevel voorziet dat we in de toekomst nog slechts twee grote zuilen overhouden: een bevindelijke zuil, die verbijzondert naar de refozuil (dus 1), en de vrijgemaakt-Nederlands-gere­formeerd-evangelische beweging (dus 2 + 4).

 

Opmerkelijk wat de spreker zegt over de PKN/Gereformeerde Bond en de CGK die 'zich graag bevindelijk willen laten noemen'. Die worden nu 'geman­geld tussen twee sociologische bewegingen, twee socio-­theologische bewegingen. Ze zitten daartussen. Die hebben het dus moeilijk'.

We denken dat het raak getypeerd is. We zien het immers voor ogen[2].

 

Volgens Knevel was het vroeger de christelijke gereformeerde ds. J.H. Velema die het antwoord voorzei op de vraag 'Wie zijn jullie als christelijk gereformeerden?'. Zijn antwoord luidde namelijk:

 

'We zijn niet vrijgemaakt, want die overaccentueren het verbond. We zijn niet Gereformeerde Gemeenten, want die overaccentueren de verkiezing. Wij zijn, ja, wat zijn wij? We zijn dat niet en we zijn dat niet.'

 

En zo komt Knevel tot zijn slotsom:

 

'Daar heeft de CGK het honderd jaar mee volgehouden. Alleen de vruchten, voor mensen die de kerkelijke pers een beetje volgen, zien we nu. Want dat betekent dus dat de identi­teit weg is. Dat betekent dus dat de Gereformeerde Bond en delen van de Christelijke Gereformeerde Kerken ­wanneer het gaat om de eigen identiteit in relatie tot de zuil - het op dit moment heel moeilijk hebben'.

 

---------

 

De CGK verkeert in een 'identiteitscrisis op hoge leeftijd'. Hoe kan die worden overwonnen?

Prof. H.J. Selderhuis sprak over 'kerkelijke herverkaveling'. Zou het niet hoog tijd zijn om eendrachtig te gaan werken aan eenheid van hen die 'gewoon gereformeerd' willen blijven en niet ondergaan in het socio-theologisch zuilen(zielen?)geknutsel? 

 

 

In de volgende editie willen we de weergave van gesprekken en publicaties voortzetten. Want in welke richtingen wordt gewezen om de crisis de CGK op te lossen? Naar wij waarnemen vaak diametraal tegengesteld. Maar, als we het goed zien, wordt door in elk geval een deel van de kerken het gereformeerde fundament volhardend verdedigd in leer en leven.

Laten we er kennis van nemen.

 

 Wordt vervolgd

 

NOTEN


[1] Inzicht, Wetenschap voor Gods aangezicht, Mart-Jan Paul, Wim de Vries, Benno Zuiddam en Jan van Meerten (red.).

[2] We hopen in de volgende aflevering van Ontwikkelingen in de GKv iets te laten zien van het ontstaan van 2 + 4 combi zuil.