Printen

Conflicten in de gemeente

 

D.J. Bolt

04-05-24

 

Onder bovenstaande titel – subtitel Een kleine groep kan zorgen voor toenemend wantrouwen tegenover de kerkenraad - schreef ds. J.J. ten Brinke een artikel in de Waarheidsvriend van 21 maart jl.. Ds. Ten Brinke, predikant in Oud-Beijerland, is ook lid van het classicaal college voor de visi­tatie van de PKN-classis Delta. Als het gaat om conflicten zal hij dus weten van de hoed en de rand in zijn kerkelijke omgeving.
Het is een belangwekkend en herkenbaar verhaal. Laten we het op de voet, steeds ingesprongen, volgen.  

 



Conflicten in de gemeente

 

Allereerst schetst ds. Ten Brinke situaties die aanleiding geven tot zijn artikel.

 

'Steeds vaker willen mensen koste wat het kost hun gelijk halen. Dat gebeurt niet alleen op zakelijk vlak, ook in de kerk speelt dit. Kerkenraden zien soms een stroom van klachten op zich afkomen. En opvallend: in hervormd-gereformeerde gemeenten staan de verhoudingen relatief vaker op scherp.

 

Binnen het geheel van onze samenleving kom je het tegen: een toenemende drive bij som­mige mensen om tot het uiterste te gaan in procedures, in het belopen van klachtenregelingen en in het aanboren van elke mogelijke vorm van schadevergoeding. Onze samenleving juridiseert. Artsen en verpleegkundigen ervaren het in het zieken­huis, leidinggevenden in het bedrijfsleven, een notaris op zijn kantoor. Misstanden op allerlei terrein hebben in de achterliggende decennia procedures doen ont­staan die (veelal terecht) mogelijkheden bieden om manipulatie en machtsdenken tegen te gaan.'

 

Binnen zijn kerk zijn er allerlei regelingen en maatregelen waarmee ingegrepen kan worden bij conflicten in de kerkenraad of rond ambtsdragers. Maar ds. Ten Brinke mist deze als het gaat om niet-ambtsdragers. Hij constateert  

 

'In toenemende mate lijkt er echter sprake te zijn van situaties waarin individuele gemeenteleden een onevenredige druk leggen op ambtsdragers. Dit ge­beurt vanwege zaken die in de ogen van deze gemeen­teleden niet goed of niet goed genoeg door de kerkenraad of individuele ambtsdragers worden opgepakt.

Het kan gaan om pastorale begeleiding, kerkordelij­ke aangelegenheden, een opvallende eigenheid van de predikant of kleine liturgische veranderingen. De indruk bestaat dat juist in gemeenten die zich verbonden weten met de Gereformeerde Bond, relatief vaker verhoudingen op scherp komen te staan. Niet zelden leidt het tot terugkerende vragen en klachten, hetzij schriftelijk hetzij mondeling. De kerkenraad is keer op keer geroepen om uitleg te geven, zich te verantwoorden en/of desbetreffende gemeenteleden te bezoeken om over specifieke zaken door te spreken. Dit legt beslag op de beperkte tijd van de ambtsdrager en kost veel negatieve energie. Veelal is het ook ingewikkeld en kwetsbaar, mede van­wege het ambtsgeheim waaraan de ambtsdrager te allen tijde gehouden is.'

 

Opmerkelijk dat de predikant zijn eigen 'modaliteit' niet spaart en moet constateren dat  'gemeenten die zich verbonden weten met de Gereformeerde Bond, relatief vaker verhoudingen op scherp komen te staan'. Kennelijk is 'gereformeerd' niet synoniem met (meer) vrede. En moeten we niet in alle eerlijkheid bekennen dat we de geschetste situatie in onze fuserende kerken ook heel herkenbaar is? Wordt hier niet een pijnlijk spiegelbeeld beschreven? Natuurlijk 'zal er voor de houding van het gemeentelid ergens een aanleiding zijn geweest, en in geen geval mag de suggestie gewekt worden dat ambtsdragers en/of kerkenraden zonder fouten hun roeping vervullen', zo geeft deze pastor aan maar dat is het punt niet. Met erkenning 'van alle gebrek zoeken ambtsdragers voor Gods aangezicht het goede voor de gemeente, biddend en bij een open Bijbel'. Wat hem aan het hart gaat is dit:  

 

'Aangrijpend is het om dan te zien gebeuren dat ambtsdragers dreigen op te branden vanwege een eindeloze stroom van klachten en suggestieve uitin­gen van individuele gemeenteleden. Hierdoor wordt de vreugde van de uitoefening van het ambt ernstig verstoord. Veelal betreft het slechts een enkeling in de gemeente, terwijl veel zaken in de gemeente zegenrijk mogen functioneren. Soms smeult er onrust in een kleine groep. De enkeling of kleine groep kan echter wel zorgen voor onrust en toenemend wantrouwen jegens het functioneren van de kerkenraad.

Het vraagt van ambtsdragers een grote mate van incasseringsvermogen, waarbij alleen een leven van en een putten uit de lankmoedigheid van de Heere en het geduld van onze Heiland werkelijk kan geven dat het ambt blijvend kan worden vervuld.'

 

Alweer, hoe herkenbaar en hoe treurig.
Wat moet er dan fundamenteel veranderen?

 

'Nodig lijkt het in onze dagen om op te roepen tot bescheidenheid en ootmoed. Laat er in de christelij­ke gemeente een groeiend besef zijn dat ieder op de eigen plek voor God verantwoording schuldig is. Wanneer een individueel gemeentelid meent zaken aanhangig te moeten maken bij de kerkenraad, is het zaak dat hij de kwestie toevertrouwt aan de verant­woordelijke ambtsdragers. Laat vervolgens de ver­antwoordelijkheden dan ook liggen waar ze zijn. Wees uiterst voorzichtig met het gebruik van Whats­App, email of de zogenoemde 'wandelgangen' wan­neer gevoelige zaken aan de orde worden gesteld. Doe dat uitsluitend in een directe ontmoeting, waar nodig met een derde erbij. Wees er diep van door­drongen dat de levende God Zelf Zijn gemeente be­waart en wil regeren door hen die Hij in het ambt ge­roepen en gesteld heeft. Laat u bovenal leiden door Hem 'Die toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt' (1 Petr.2:23b).'

 

Nogmaals benadrukt de predikant dat het er niet om gaat zaken onder tafel te vegen. Dat is het punt niet.
 

'Maar laat ieder wel gehoor geven aan wat de Heilige Geest spreekt: 'God is geen God van wanorde, maar van vrede: (1 Kor.11:33a) 'Jaag de vrede na …' (Hebr.12:l4a)

Wie als ambtsdrager beseft dat hij rekenschap moet geven over de zielen die aan zijn zorg zijn toever­trouwd, zal alleen biddend zijn ambt kunnen uit­oefenen. Wie als gemeentelid beseft dat hij geroepen is tot gehoorzaamheid, opdat ambtsdragers hun dienst met vreugde en niet al zuchtend zullen doen zal zich meermaals bedenken voordat hij te grote woorden gebruikt. Alleen zo zal de onderlin­ge omgang tot eeuwig voordeel zijn.
Vergelijk Hebr.13:17:

 

'Geliefde christenen ( ... ), wees uw voorgangers gehoorzaam, want zij waken over uw zielen waarvan zij rekenschap moeten geven, opdat ze dat met vreugde zullen doen en niet zuchtende; want dat is niet tot uw voordeel'.
 

Deze woorden zijn afkomstig uit het bevestigingsformulier voor dienaren van het Goddelijk Woord, maar evenzeer zijn ze toepasbaar op het ambt van ouderling en diaken. De opwekking klink tot leden van Christus' gemeente en hebben betrekking op onze houding tegenover hen die geroepen zijn om in het ambt te dienen.'

 

Liefde en vrede

 

We willen bovenstaande zeer waardevolle overwegingen nog wat toespitsen op onze eigen kerkelijke situatie. Onze kerken, DGK en GKN, zijn in een proces van samensmelten. Als de Heere het geeft, zijn we binnen enkele maanden als kerken verbonden in één verband. Wel moet daarvoor nog veel overlegd en geregeld worden. Deputaten zijn er druk mee.
Maar het betekent ook veel voor de individuele kerkleden. Vooral voor hen die een gezamenlijk verleden kennen van strijd en moeiten. Misschien een pijnlijk breuk hebben meegemaakt en gescheiden wegen, DGK of GKN, zijn gegaan. Zij ontmoeten elkaar nu weer, zullen wellicht samen zitten onder dezelfde prediking en samen het Avondmaal vieren.

Dat kan heel veel emoties losmaken. We hebben dat inmiddels ook waargenomen. Er kan zomaar lucht worden gegeven aan een haast vijandig lijkend wij-zij denken. Één in Christus? Maar… Toen…

 

Zou het niet nodig zijn in de komende tijd ons te concentreren op de vrede in Christus[i] die we samen mogen ervaren in de eenheid met Hem? Dat we ons beoefenen, óók als we niet over alle dingen gelijk (gaan) denken, in lankmoedigheid, verdraagzaamheid en vriendelijkheid? Dat we onze ambtsdragers niet eindeloos vermoeien als boven door Ten Brinke werd geschetst?

We hebben nog nooit in korte tijd zo vaak Ps 133 gezongen als de afgelopen maanden. Prachtig en met overgave. Maar nu het samenwonen gestalte moet gaan krijgen zal ook moeten blijken of hier leer en leven met elkaar sporen.

 

In dit verband is het ook goed om de aandacht te vestigen op artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis met zijn overbekende kenmerken van de ware kerk van Christus. Er zijn weinig DGK- en GKN-leden die deze kenmerken niet paraat hebben. Maar minder goed voor de geest staat mogelijk dat het artikel ook de kenmerken van ware Christus-gelovigen noemt. We hebben 'voor de aardigheid' even het aantal woorden geteld dat dáárover gaat: 119, tegen 91 over de kenmerken van de kerk. Óf onze belijdenis het leven van de lidmaten van Christus' kerk ook belangrijk vindt om die te verwoorden en voor te houden! We citeren het eerste gedeelte:
 

'Zij die bij de kerk horen, zijn te kennen aan de kenmerken van de christenen, namelijk aan het geloof en hieraan dat zij, na de enige Heiland Christus aangenomen te hebben, de zonde ontvluchten en de gerechtigheid najagen, de ware God en hun naaste liefhebben, niet naar rechts of naar links afwijken en hun oude mens met zijn werken kruisigen.'

 

Laten we dat oefenen in de komende tijd van toegroeien naar elkaar.

 

NOOT

[i] Rom. 12.