Printen

CGK, lichtpuntje? – 1

 

D.J. Bolt

16-11-24

 

Opmerking vooraf

Zaterdag 16 november 2024: Op de valreep kregen we inzage in tot nu toe geheime synoderapporten over de toekomst van de CGK. We publiceren daaruit nu de kern, het Interim-model,  zie het tweede artikel in deze serie.
Onderstaand artikel werd geschreven voordat we van deze rapporten kennis konden nemen.

 

----------

 

Velen, ook wij, zagen met grote belangstelling uit naar de christelijke gereformeerde Generale Synode 2024 die de afgelopen week vergaderde in Nunspeet. Daar komen heel veel zaken aan de orde maar de meeste belangstelling gaat ongetwijfeld uit naar de besprekingen en eventuele besluiten m.b.t. de crisis in deze kerken. Een crisis die alles te maken heeft met het al of niet toestaan van vrouwelijke ambtsdragers. Kort door de bocht: verschillende generale synoden hebben aangetoond dat de Heilige Schrift daar geen ruimte voor biedt, integendeel, dat verbiedt. Maar veel gemeenten hebben deze besluiten van hun meerdere vergaderingen naast zich neergelegd en bevestigden wél vrouwelijke ouderlingen en diaken.

 

Het lijkt onmogelijk deze zaak op te lossen. Immers, tegelijk als kerkverband vrouw-in-ambt niet toestaan en dat in de praktijk wel accepteren is een Gordiaanse knoop die alleen maar doorgehakt kan worden.  

Maar tot verwondering van velen is er door de synodecommissie Toekomst kerkverband 'een realistisch en hoopvol perspectief voor het kerkverband gevonden'. In besloten zitting heeft de synode het besproken en de commissie opgedragen het verder uit te werken! Een lichtpuntje zo horen we in de reacties.

 

Maar op dit moment is het nog een lichtpuntje met een vraagteken. Want in tegenstelling tot de vorige synodezittingen op dit punt worden nu alle geagendeerde besprekingen achter gesloten deuren gehouden en stopt de streaming van de bijeenkomst zodra het daarover gaat. Heel jammer, wat ons betreft.

En dat vinden wij niet alleen, maar ook bijvoorbeeld christelijke gereformeerde advocaat en kerkrechtdeskundige H. Bügel. Hoewel beslotenheid kan volgens het huishoudelijk reglement van de generale synode, deugt het toch niet, vindt hij. 'De synodeleden zetten de kerken zo buiten spel', terwijl de leden door de kerken zijn afgevaardigd en 'zich daarom publiekelijk zouden moeten verantwoorden over hun argumenten en standpunt.' Het gaat om het voortbestaan van het kerkverband, en dat gaat allen aan. En ‘alles wat niet in de openbaarheid gezegd kan worden, is zonder meer ongeschikt om naar voren te brengen.’

 

Prof. dr. H.J. Selderhuis, hoogleraar kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, laat een ander geluid horen. Hij is bang voor emoties van synodeleden die te fel kunnen zijn en die dan wellicht op de sociale media gaan rondzingen. Bovendien, kerkleden hoeven ook niet in detail te weten wat er door afgevaardigden is gezegd en besproken. ‘De echt betrokken CGK’er zegt: Jullie gaan praten, ik ga bidden en dan zien we wel wat eruit komt.’  

Daarbij komt ook nog, volgens Selderhuis, dat 'bewust of onbewust synodeleden de neiging hebben er rekening mee te houden dat er mensen meekijken'. Lastig, ‘vooral als een afgevaardigde anders denkt dan de rest van zijn vleugel en dat open wil kunnen zeggen.’

 

Met alle respect, wij vinden dit geen sterke argumenten. Een paar opmerkingen erover. Dat synodeleden er rekening mee houden dat mensen meekijken heeft ook een positief effect: je zult zorgen dat je bijdrage van goed niveau is en je inderdaad emotionele uithalen vermijdt, hoewel het natuurlijk helemaal niet slecht is als in zwaar beladen onderwerpen als de toekomst van 'jouw' kerk emotionele betrokkenheid doorklinkt.

En ook, afgevaardigden spreken en handelen 'zonder last van en ruggenspraak met hun 'achterban'. Het voelt dan toch niet goed als een afgevaardigde pas achter gesloten deuren zijn verhaal wil doen omdat anders zijn vleugel, de groep waar hij zich toe rekent of toe gerekend wordt, de wenkbrauwen gaat optrekken?

 

Nog een laatste opmerking. Het zal waar zijn dat op de media ongetwijfeld niet altijd helemaal correct en volledig wordt geciteerd of becommentarieerd. Maar met openbare vergaderingen en uitzendingen is dat wel controleerbaar terwijl als informatie uit besloten vergadering vroeg of laat de openbaarheid bereikt (niet te vermijden) dat niet of heel moeilijk is.

 

We hopen van harte dat het vergaderen achter gesloten kerkelijke deuren, anders dan als het gaat over personen of persoonlijke zaken, niet een trend gaat worden in kerken.

 

Positie CGK

 

De vraag waar we t.a.v. de CGK een antwoord op zouden willen vinden is: Hoe kan het dat deze kerken die orthodox-gereformeerd willen zijn, hoe langer hoe meer moeite lijken te hebben om daaraan in de praktijk ook vastberaden gestalte te geven?

In het antwoord zouden o.i. in elk geval twee elementen aan de orde moeten komen:
 

- Kerkelijke identiteit

- Kerkelijke eenheid

 

Kerkelijke identiteit

Voor de identiteit van de CGK laten we ons deze keer voorlichten door dr. B. Wallet. In De Wekker van 07-12-2012 staat een interview waarin hij zich laat bevragen over zijn lezing over 'de naoorlogse positie van de CGK'. Het verhaal is vet getiteld met 'Ik denk dat het onze opdracht is om eenheid te bevorderen'.

We gaan hier nu niet het hele verhaal door, maar luisteren naar het antwoord op de vraag van interviewer A. de Jong: 'Wat typeert onze huidige positie?'

Wallet antwoordt:

 

'Onze kerken fungeren als een forum waarin nog steeds veel kerkelijke en maatschappelijke debatten worden gevoerd. Dat komt doordat ons kerkverband open staat voor debat; de kerken om ons hebben – meer dan wij -  een eenheidscultuur. Zij kijken met meer dan gemiddelde belangstelling naar wat er in de CGK gebeurt. Denk aan het debat over de evangelïcalisering, dat wordt in de CGK gevoerd. Ik durf te stellen dat wie de geschiedenis ons kerkverband bestudeert, eigenlijk de geschiedenis van de hele gereformeerde gezindte bekijkt. Na de oorlog hebben we ons in het midden van de gezindte gepositioneerd. Heel concreet zie je die positie terug in de keuze van onderwijs. CGK'ers kiezen voor zowel reformatorisch als protestants christelijk onderwijs. Dus beide kanten op.'

 

Is die diversiteit juist geen zwakte?, vraagt De Jong.

 

'In sommige polariserende discussies wel. De mooie kant van onze breedte is juist dat er iets zichtbaar wordt van de katholiciteit van de Kerk. We binden elkaar niet in het geweten waar dat niet nodig is en blijven voortdurend zoeken naar eenheid. Ik denk dat het onze opdracht is om die eenheid te bevorderen.'

 

Is het onterecht dat wij hier een zekere christelijke gereformeerde trots voelen?: bij ons is er minder 'eenheidscultuur'; wij laten zien dat we katholieke kerk zijn; wij herbergen de breedte van de gereformeerde gezindte; wij staan centraal in het midden van de kerkelijke wereld; wij zijn niet eenzijdig in de keuze van onderwijs; wij zoeken voortdurend naar eenheid…

Zou deze trots op de 'middenpositie' niet een belangrijke, misschien vaak verborgen, factor kunnen zijn die een belemmering vormt om in deze tijd 'gewoon gereformeerd' te blijven, dat is trouw en gehoorzaam aan het Woord te zijn waar het gaat om uitlegging en toepassing? Want dan moet je keuzen maken en daarvoor staan. Maar dán mis je wellicht die aantrekkelijke en interkerkelijk zo gewaardeerde breedheid...

 

Kerkelijke eenheid

In het interview van dr. Wallet raakt ook deze uitspraak ons; 'we blijven voortdurend zoeken naar eenheid. Ik denk dat het onze opdracht is om die eenheid te bevorderen'.

Wat is hier van terecht gekomen, vragen we ons of, in de hele naoorlogse geschiedenis van zijn kerken die Wallet als kerkhistoricus in zijn lezing overzag? Eenheid met het toen nog orthodox-gereformeerde GKv lukte maar niet terwijl alle obstakels uit de weg waren geruimd: de CGK kon eenheid met deze kerken 'niet dragen'. Die zou tot scheuring hebben geleid.

 

Maar er is wel een 'surrogaat eenheid' voor in de plaats gekomen in de vorm van zgn. samenwerkingsgemeenten, vaak aangeduid met CGKN als combinatie van CGK en NgK (de fusie van GKv en NGK). Die gemeenten, bestaande uit leden van CGK en NgK functioneren als één kerkgemeenschap maar de leden blijven formeel bij hun oorspronkelijke kerkverband horen. En daarmee lijkt een streep gezet te zijn onder 'het voortdurend zoeken van eenheid' zoals Wallet dat verwoordde en neemt de breedte van zijn kerken alsmaar toe. 

 

Dat laatste is nu net een belangrijk probleem dat o.i. vooral een belangrijke factor is in de grote crisis in de CGK. Want via deze 'samenwerkingsgemeenten' stroomt ook het gedachtengoed van de NgK binnen. Immers in de NgK is vrouw-in-ambt al jaren formeel en algemeen geaccepteerd. Inmiddels is dit ook in een groeiend aantal CGK gemeenten het geval ondanks dat de gezamenlijke kerken het meerdere malen kerkverbandelijk hebben afgewezen.

 

Keuze

 

Uiteraard weten we niet wat in de toekomst ligt. Maar je hoeft geen profeet te zijn om te voorspellen dat als hier niet kerkelijk wordt ingegrepen, het proces van feminisering van de kerkregering zal doorgaan. Er zal gekozen moeten worden!
O.i. zouden ook samenwerkingsgemeenten moeten kiezen: òf willen behoren tot een orthodox-gereformeerde CGK, dus zonder vrouw-in-ambt, òf meegaan met de NgK dat hoe langer hoe meer zijn gereformeerde karakter verliest en, naar we inschatten, koerst richting PKN.

 

De keuze is urgent. We illustreren dat aan twee berichtjes in De Wekker.

 

Classis verslag Groningen

'… Het volgende agendapunt betrof het voorlopige besluit van de in maart geïnstitueerde gemeente CGK/NGK Haren aangaande openstelling van de ambten voor vrouwen. Het voorgenomen besluit wijkt af van kerkorde van de CGK. De moeite die hierin ligt werd kenbaar gemaakt; er was onderling begrip, maar de eenheid zoeken en elkaar vasthouden in deze ontwikkelingen is niet makkelijk…'

(De Wekker, 21, 18-10-24)

 

Classisverslag Amsterdam
'… de brief van Hilversum werd besproken waarin zij de classis op de hoogte brengen van het besluit dat zij in juni namen om bij talstellingen niet te kijken naar iemands geaardheid, maar naar iemands gerichtheid op Christus. Gevoelens van zorgen en verdriet hierover werden uitgesproken en er werd besloten dat er binnenkort kerkvisitatie in Hilversum zal worden afgelegd…'

(De Wekker, 22, 01-11-24)

 

Zo gaat het dus in de CGK anno 2024, nog enkele weken vóór de synode die er weer over spreekt. Het lijkt op kerkelijke anarchie.
En wat dat laatste bericht betreft, degenen die denken dat het in de crisis alleen maar gaat om vrouw-in-ambt vergissen zich. In de 'nieuwe hermeneutiek', de moderne methode van uitleg van de Schrift, is ook de scheppingsorde niet meer veilig. Homoseksuele relaties worden aanvaard in de kerken als 'Nederlandse normen en waarden'. Hoelang zal het duren voordat de eerste lesbische samenlevende domina in samenwerkingskerken op de kansel staat?

 

Zou in deze moeilijke situatie de vraag 'Kies CGK dan heden wie jullie willen dienen' niet een eenduidig en gehoorzaam antwoord moeten krijgen? We citeren ds. H. Korving in een dubbelinterview in De Wekker:

 

'De kerkelijke weg is de geestelijke weg. Ik twijfel niet aan de oprechtheid van de intenties waarmee mensen met mij, het kerkverband of de kerkorde van mening verschillen. Maar het gaat erom dat we belijden dat je alleen samen kerk kunt zijn, als gemeenschap der heiligen zogezegd. Je kiest ervoor: vormen we wel of niet samen een kerkverband? Als je dat wel doet, op vrijwillige basis, heb je plechtig beloofd dat je je zult voegen naar het geheel, tenzij dat je in je geweten bezwaard bent. Op het moment dat je dan af wilt wijken van de officiële kerkelijke lijn, moet je je verantwoordelijkheid nemen en het kerkverband verlaten.'

(De Wekker, 19, 20-09-24)

 

Zou dit het 'lichtpuntje' zijn?