Printen

CGK, quo vadis? - 3

 

D.J. Bolt

08-03-25

 

Deze maand hoopt de christelijke gereformeerde generale synode weer bijeen te komen in een derde zittingsweek: dinsdag 25 t/m vrijdag 28 maart 2025. Opnieuw zal daar uitgebreid gesproken worden over hoe het verder moet met deze kerk die volgens de synodepreses ds. P.D.J. Buijs in brand staat. En dan gaat het maar niet om persoonlijke onenigheid of tegenstellingen maar om fundamentele zaken die het gereformeerde fundament en de regering van deze kerk raken. Het is een zaak van 'to be reformed or not to be'.

Als betrokken buitenstaander kun je dat betogen maar het is ook zo inzicht gevend om vooraanstaanden in dit kerkverband een stem te geven. Dan blijkt nauwelijks nog een analyse nodig hoe diep de kloof is.

 

Deze keer halen allereerst een alom bekende en gewaardeerde, inmiddels overleden, theoloog aan: prof. dr. W. van 't Spijker (1926-2021), destijds hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA).
Daarna krijgen enige tegengeluiden een podium.

 


 

Interview prof. dr. W. van 't Spijker (CGK) en dr. W.G. de Vries (GKv)

Nederlands Dagblad 5 april 1986, Variant. Interviewer: P.A. Bergwerff

 

Er wordt over van alles en nog wat in dit interview - getiteld Deur tussen Gereformeerden en chr. Gereformeerden weer op een kier - gesproken. Van christelijk gereformeerde zijde vooral over 'bevindelijkheid' en 'toe-eigening des heils' waar de poging tot eenwording met de vrijgemaakten destijds vooral op vastzat. Maar voor nu is het interessant om een ander klein onderdeel uit het interview te halen, het gesprek dat bijna 40 jaar geleden(!) plaatsvond en toch vandaag nog razend actueel is.

Het gaat over de vrouw-in-ambt en homoseksuele relaties.

 

….

Vrouw in het ambt

[vraag aan prof. Van 't Spijker, djb]

Prof. Versteeg[1] heeft in een rectorale rede min of meer een lans gebroken, voor vrouw in het ambt. Vindt u dat zoiets ook binnen het raam van de confessie valt?

 

Prof. Van 't Spijker:

'Bij Versteeg valt dat naar zijn gedachte inderdaad binnen het raam van de confessie. Hij is namelijk de eerlijke overtuiging toegedaan – en daarin wil ik hem niet aanvechten – dat het hier gaat om een zaak van Schriftuitleg. Hij legt de cruciale teksten anders uit. Ik ben het daarin met hem oneens, maar het is wel goed vast te stellen dat er bij Versteeg niet de minste historisch-kritische gedachte achter zit.'

 

Dr. De Vries:

'Is hier misschien een vergelijking op z'n plaats met wat Schilder[2] eens ten aanzien van Geelkerken schreef: als Geelkerken maar uit de Schrift had gepoogd duidelijk te maken wat zijn visie op de schepping was, dan had hij een open oor kunnen vinden, maar hij kwam vooral met buitenbijbelse gegevens.'

 

Prof. Van 't Spijker: ,,

'Ja, dat is hetzelfde als wat sommige predikanten in onze kring ten aanzien van de homofilie doen. Dan komt men met buitenbijbelse gegevens aan en zegt men: de Schrift zegt wel dat homoseksualiteit verboden is, maar daar kunnen we vandaag niet meer mee uit de voeten'.

 

Van 't Spijker en vrouw-in-ambt

ND 10-02-25

 

In een ingezonden geeft ds. H. Sok, christelijk gereformeerd predikant op Urk, een kort maar helder resume van de overtuiging van prof. dr. W. van 't Spijker m.b.t. vrouw-in-ambt. We haalden Van 't Spijker hierboven al kort aan.

Nadat ds. Sok met instemming behartigenswaardige woorden van prof. Van 't Spijker heeft aangehaald over kerkelijke eenheid licht hij het standpunt van de hoogleraar verder als volgt toe. Daartoe citeert hij uit een verslag van een ambtsdragerconferentie in 1982. We geven het samenvattend weer. 

....

 

Paulus’ spreken

‘Wie de gegevens overziet die volgens de apostel Paulus beslissend zijn voor functies in de gemeente, zal tevergeefs zoeken naar een plaats voor de vrouw’, aldus Van ‘t Spijker. ‘Men bezie de lijsten van de vereisten voor ambtsdragers, zoals deze voorkomen in de pastorale brieven. De vrouw ontbreekt daarin. En zo is, wanneer we het geheel der Schrift bezien, geen andere gevolgtrekking mogelijk dan deze: in het Nieuwe Testament worden de ambten in de gemeente gezien als slechts beschikbaar voor de man.’

 

Niet afwijken

Van ‘t Spijker noemde het een kwestie van Schriftgezag om niet te willen afwijken van de tekst van de Schrift. Schriftgezag, in goed gereformeerde zin, eist dat wij ons aan de Schrift willen onderwerpen, omdat het niet verkeerd kan zijn wat Christus voor zijn gemeente verordende. Onze weg kan alleen zegen hebben wanneer zij naar het Woord is, zo vervolgde de hoogleraar.

Dat was 'eeuwenlang' de opvatting in de gereformeerde traditie. Deze werd 'door tal van uitmuntende Schriftuitleggers verwoord' en 'eeuwenlang in de praktijk gebracht'. De parallel die in deze kwestie vaak getrokken wordt met het vraagstuk van de slavernij wees Van 't Spijker van de hand.
En, hoewel Paulus schrijft dat ‘in Christus noch man noch vrouw’ is[3], 'wat bij hem volkomen overeind blijft', wees Paulus bij vrouw-in-ambt terug naar de schepping, waar het onderscheid tussen man en vrouw reeds tot uitdrukking kwam.

 

Op de bodem

Een andere Apeldoornse hoogleraar prof. dr. J. Hovius (1900-1979) had al eerder gesteld dat op de bodem van dit vraagstuk het Schriftvraagstuk lag. De scheppingsorde impliceert dat de kerken nimmer vrouwen mogen toelaten tot het bijzondere ambt van predikant, ouderling of diaken.

....

 

Rome als synodaal voorbeeld

ND 08-02-25

 

Communicatieadviseur J-W. Wits heeft ook de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) gevolgd. Het was, schrijft hij, 'alsof de ramp met de Titanic opnieuw plaatsvond, alleen nu bij klaarlichte dag'. Er liep 'een kerkverband op de klippen'.

Wat is Wits' alternatieve benadering die deze ramp had kunnen voorkomen? Nu, die benadering zou geweest zijn de nieuwe 'synodaliteit' toepassen van 'nota bene de Rooms-Katholieke Kerk die dit oer-protestantse bestuursmodel heeft opgefrist, zoals de christelijk-gereformeerde theoloog Arnold Huijgen enkele jaren geleden schreef'. Want bij 'paus Franciscus gaat het niet over moties en amendementen, maar over samen op weg gaan, een open en inclusieve dialoog, luisteren en onderscheiding. Met een creatievere werkvorm zou de synode van de CGK mogelijk volledig anders zijn verlopen'. Over ‘vrouw en ambt’, het onderwerp dat uiteindelijk leidde tot de boedelscheiding, werd nauwelijks gesproken. Toch sloeg de studiecommissie hermeneutiek voorafgaand aan de vergadering enkele belangrijke inhoudelijke piketpalen. Bezwaarden om vrouwen tot het ambt toe te laten verwijten de voorstanders nogal eens dat zij lichtzinnig met het Schriftgezag omgaan en liever flirten met de tijdgeest.'

 

Maar nee, naar Wits' overtuiging 'blijven ook kerkleden die menen dat er ruimte bestaat voor vrouwelijke ambtsdragers, binnen de kaders van een bijbelvast gereformeerd belijden.' En de vraag is dus, volgens hem, of de hele zaak eigenlijk 'niets meer is dan een kerkordelijke aangelegenheid, en geen principiële geloofskwestie'. En, had Jezus’ gebod om de eenheid te bewaren niet tot meer coulance moeten leiden bij het verbannen van gemeenten en gelovigen die wél vrouwelijke ambtsdragers willen?'

En ter bemoediging besluit hij: 'vanuit historisch perspectief lijkt het alleen eerder een kwestie van tijd dan van principes om die deur toch een keer open te zetten.'

 

Bewerk de kerk

ND 19-02-25

 

Volgens een aloud gereformeerd principe (art. 31 KO) aanvaarden gereformeerde kerken besluiten die in haar gezamenlijke vergaderingen met meerderheid van stemmen zijn aangenomen. Welnu, de uitslag van de stemming over vrouw-in-ambt op de generale synode van de christelijke gereformeerde kerken was: tegen 31, voor 17 en 3 onthoudingen. Duidelijk dus.

 

Maar er lijkt zich een meer en meer opstandige geest te ontwikkelen in de CGK. Dat blijkt allereerst uit het feit dat vele gemeenten besluiten m.b.t. vrouw-in-ambt en homoseksuele relaties naast zich neer hebben gelegd en hun eigen gang zijn gegaan. En de eerste kerk heeft kortgeleden al een vrouwelijke predikant beroepen[4]

Maar nu probeerde ook een actiegroep de synode onder druk te zetten om geen consequenties te verbinden aan genomen kerkelijke besluiten. Daartoe stuurde de groep een brief aan alle gemeenten met de vraag adhesie te betuigen aan een oproep aan het synodebestuur het kerkverband niet te ‘ontvlechten’. En naar verluidt zou 'bijna de helft van de 181 plaatselijke Christelijke Gereformeerde Kerken zich scharen achter deze oproep'. Onder de ondertekenaars waren 25 samenwerkingsgemeenten alsmede 89 predikanten en evangelisten en bijna 150 andere leden van de CGK, zo wordt gemeld. En om de gewichtigheid nog wat te vermeerderen werden ook namen van landelijk bekende CGK-ers’ genoemd.

 

Het verbaast niet dat ‘handtekeningenactie’ als 'partijvorming in de kerken' en 'ondermijning van het gezag' wordt afgekeurd. Maar de actievoerders 'blijven echter ‘voluit van mening’ dat hun oproep gerechtvaardigd is' en menen zelfs dat 'onze brief bewust geen enkel standpunt inneemt over welke gevoelige kwestie dan ook'.

 

Echt niet?

 

Wordt vervolgd

 

NOTEN


[1] Prof. dr. J.P. Versteeg (1938-1987) was hoogleraar Nieuwe Testament aan TUA.

[2] Prof. dr. K. Schilder (1890-1952) was hoogleraar dogmatiek aan de Theologische Universiteit Kampen (GKv).

[3] Galaten 3:28.

[4] Zie CGK, quo vadis? - 2