Printen

Flits 23 - Een paard van Troje?

D.J. Bolt
09-06-06

- 23 - Een paard van Troje?

Vorige week haalden we een artikel aan van ds B. Luiten in De Reformatie. Dat artikel ging over uitspraken van drs. H. de Jong te Zeist die het (vele) waarschuwen tegen Schriftkritiek in gereformeerde kring maar " gereformeerd gezeur" vond. Ds. Luiten waarschuwde daar in 1995 (het jaar waarin het artikel verscheen) krachtig tegen. Hij stelde zelfs de nederlands gereformeerden voor het dilemma hoelang zij zulk geschrijf als van De Jong nog zouden verdragen.

Nu herinneren wij ons wel meer opmerkelijke uitspraken van deze nederlands gereformeerde predikant. We willen er een paar aanhalen uit artikelen in Opbouw, zeg maar, 'De Reformatie van de NGK' [i]. Daaruit blijkt hoe deze predikant en docent tegen de Schrift en haar inspiratie door de Heilige Geest aankijkt.
In de artikelen spreekt De Jong met name over de oordelen van de Here over heidense volken in het land Kanaän. Zo bijvoorbeeld het oordeel bij de val van Jericho waar alles in de stad moet worden geslagen met de ban. Jozua 6:2: En de HERE sprak tot Jozua: Zie, Ik geef Jericho met zijn koning, de krachtige helden, in uw macht.
Ds de Jong kan dit met zijn cathechisanten niet meer aanvaarden. Want hier heeft ?aanpassing? plaatsgevonden:

?Aanpassing, of het spreken van God, gekleurd door cultuurbepaalde beseffen, zo moeten we dat verstaan. ? want bij aanpassing vallen Gods gedachten met menselijke gedachten min of meer samen. ?Men dacht het? en ?God past zich aan en beval het? zijn dus zegswijzen die elkaar in betekenis niet ver ontlopen.?

Nu kan natuurlijk niet worden ontkend dat de Here meerdere malen de ban (uitroeiing van een volk of een groep) heeft bevolen. Daarvan zegt de Jong:

 ?? dat de bijbel, behalve dat hij het boek is waarin wij de stem van onze God beluisteren, ook een oud boek is van menselijke makelij en menselijke trekken en dat we daar in het verleden te weinig rekening mee hebben gehouden. De ban over de Kanaänieten is zo?n menselijke trek?.

En verder:

?Maar dat God dit collectieve straffen in mensenhanden zou leggen, daarover gaat het bij Jozua en dat noem ik vrijmoedig ? voor ons dan, want ik wil er Jozua en zijn tijdgenoten niet om blameren ? verwerpelijke gedachten en een achterhaalde primitiviteit.?
Zoals er natuurlijk wel veel meer van dien aard in de bijbel staat. Veel in de Schrift over Boven is gekleurd door beneden.?

Lees deze zinnen en proef ze. Als we zo vrijmoedig mogen zijn: we vinden dit hoogmoedig en verwaand. Dit denken heeft natuurlijk consequenties voor het begrijpen van heel de Bijbel. Ook voor het Nieuwe Testament:

?Er zijn uitspraken die wij terecht verwerpelijk vinden, zoals de opmerking ? van Paulus dat de vrouw het vat is van haar man.?  Of de ??smakeloze opmerking van Paulus uit Galaten 5:12: ?Zij moesten zich maar laten snijden, die u verontrusten!?, waarin hij besnijdenis en castratie snerend (met?, DJB) elkaar verhaspelt. Wij vergeven de apostel dit botte woord ?maar je moet er toch niet aan denken dat wij het voor geïnspireerd zouden moeten houden...?

Het is bekend dat deze predikant ook nogal wat bezwaren heeft tegen de belijdenis, m.n. tegen de Dordtse Leerregels. In zijn boek 'Van oud naar nieuw' ventileert hij die ook vrijmoedig, om niet te zeggen vrijpostig. We citeren een paar uitspraken:

§ " De Dordtse overnadruk op de eeuwig-definitieve voorbeschikking heeft veel geloofsongelukken tot gevolg gehad" (p280).

§ Het " 'in Christus' komt in Dordt te laat aan bod. Nog voordat Hij op het appèl verschijnt is de koop al gesloten" (p322). 

§ Christus heeft zijn leven voor de schapen gegeven. Maar volgens De Jong is daar in de Dordtse Leerregels zo mee omgegaan dat " daardoor er alle troost uit wegliep" . De Leerregels maken op dit punt " wat in de Schrift beweeglijk is star" (p322). 

§ Hij heeft ook bezwaar tegen de Leerregels als die zeggen dat God (verkondigers van) zijn evangelie zendt 'tot wie Hij wil en wanneer Hij wil'. Hij wil " deze zin liever in de verleden tijd zien staan" (p329). En dat maakt natuurlijk nogal wat verschil.

§ De Dordtse vaderen hebben de verkiezing op basis van (vooruitgezien) geloof verworpen. Zij noemden dat " een uitvinding van het menselijke brein, die buiten de Schrift om verzonnen is'. Maar De Jong " voelt zich in zijn opvatting niet aangesproken" , (p333).

§ Met De Jongs leer van " de tweefasestructuur van verbond en verkiezing komt er een zachtheid in de verkiezingsleer die in de Dordtse Leerregels ontbreekt. Die kennen immers slechts één enkele verkiezing en die dan nog met de eeuwig-definitieve predestinatie gevuld en jagen ons daardoor onbedoeld de stuipen op het lijf."

§ Door die " kortsluiting in deze belijdenis ontgaat ons dat op de weg van de verkiezing die God gaat, er ook voor de niet-verkorenen of gepasseerden nog kansen overblijven." (p337)

Dit kan in de nederlands gereformeerde kerken: fundamentele kritiek oefenen op de gereformeerde belijdenis zonder dat er een haan naar kraait.[ii]
Er kraaide echter wel een haan in de gereformeerde kerken vrijgemaakt: Dr. E.A. de Boer. Hij publiceerde een weliswaar uiterst welwillend maar toch kritisch artikel in De Reformatie[iii], nadat hij eerder in twee artikelen De Jongs ideeën had uiteengezet. De Boer stelt o.m. dat De Jongs " conclusies hem op punten in tegenspraak brengen met de verkiezingsleer zoals in de DL is verwoord." Hij stelde De Jong vier kritische vragen.
De Jong kreeg gelegenheid om te antwoorden. Hij was " aangenaam getroffen" door de zorgvuldigheid waarmee plaatsgenoot De Boer zijn visie had weergegeven en voelde zich " vereerd" met de aandacht die hij had gekregen.
Maar terugkomen op zijn afwijking van de belijdenis, nou nee.

De publicatie van De Jong toont (nog eens) aan hoe ongebonden men in de NGK met de gereformeerde belijdenissen kan omgaan. En dat is geen incident maar structureel. Eerder verklaarde drs. De Jong al eens dat in zijn kerken er terecht tolerantie is om af te wijken van de belijdenis, zoals dat het geval is t.a.v. Zondag 22, de leer dat gelovigen bij hun sterven onmiddellijk opgenomen worden tot Christus. Dat is een kenmerk van de NGK en behoort tot de geboortepapieren van zijn kerk, vindt hij. Daar mag niet aan worden getornd.

Intercultural Reformed Theological Training

IRTT is de missiologische school van de 'De Verre Naasten', het gereformeerd-vrijgemaakte Instituut voor Zending, Hulpverlening en Training. De gereformeerde kerken zien " het als haar opdracht te staan voor de handhaving van de confessionele inzichten van de gereformeerde en presbyteriaanse traditie. Handhaving betekent dat deze inzichten toegepast en relevant gemaakt worden in de culturele, sociaal-maatschappelijke en politiek-economische situatie waarin de kerk door haar Heer zich geplaatst weet." Dat betekent o.a. dat " ze zich in willen zetten voor de oecumenische integratie, versterking en verbreiding van de gereformeerde en presbyteriaanse traditie."
Op deze wijze wil de GKv er aan bijdragen dat ook andere kerken die in die traditie haar plaats willen hebben of krijgen des te krachtiger zich profileren in: verantwoord kerk-zijn, in een gehoorzaam christelijk leven, in een schriftuurlijk theologiseren, in een actief missionair optreden en in een oecumenische participatie. Daarom is in 1996 het IRTT opgericht.

Dit jaar vindt een training plaats van 23 mei tot 13 juni in Wezep. Achtentwintig kerkleiders uit het buitenland (Afrika, Azië en Oost-Europa) nemen daar aan deel. Het nieuwe (driejaarlijkse) thema is 'kerk'. Dat is kennelijk een beladen onderwerp. Want " Tot de einden der aarde" [iv] drukt vet en fors af:

" " Gaat de IRTT nu echt gereformeerde kerkvisie tot thema maken? Zeker die typisch vrijgemaakte manier van denken?!  Moet je daar de buitenlandse kerken mee lastig vallen? Hebben we toch zeker genoeg ellende van gezien in ons eigen land! De organisatoren van de IRTT-meicursus zijn op deze kritische vragen bedacht. De mensen die deze vragen stellen hebben nog niet in de gaten hoe IRTT omspringt met gereformeerde identiteit."

We moeten even het 'weg-met-ons-vrijgemaakten' wegslikken voor we verder kunnen. Als búitenstaanders nu zulke zinnen neerschrijven, alla, spot en hoon moet een (gereformeerde) christen niet vreemd overkomen. Maar eigen broeders die internationaal de gereformeerde 'traditie' (langzamerhand krijgen we een hekel aan dat woord) willen uitdragen?
De schrijver(s) van het artikel proberen antwoorden te geven op de zelf opgeworpen kritische vragen aan het begin:

" Wij zetten onze cursussen altijd in met de basisvragen voor het beoefenen van goede theologie. Hoe lees je de Bijbel? Hoe leg je die oude Bijbel uit, hoe maak je de verbinding met vandaag? Welk gezag heeft de Bijbel voor de opbouw van gemeenten in elke plaats? Hoe zijn de kerken daarmee omgesprongen door de geschiedenis heen? Hoe moeten wij de lijnen verder trekken? Welk soort actuele gehoorzaamheid groeit uit dit proces?"  

Toegepast op het thema 'kerk':

" We willen onze stappen zetten vanuit Bijbels nadenken over de kerk, langs de leslijnen van de geschiedenis, naar een adequate kerkvisie hier en nu." ?" Geen blauwdruk, geen tijdloze modellen, maar wél een aantal startpunten, wél een middelpunt (Jezus Christus, die de kudde vergadert), wél een aan mensen toevertrouwde apostolische leer, wél een heldere doelstelling: " De organisatie van de gemeente moet wel dienstbaar blijven aan het doel dat we willen omschrijven" .

Volgens ons hebben de gereformeerde kerken iets in hun belijdenis staan over de Kerk.  Onder meer over de ene algemene katholieke Kerk, die de ware Kerk van Christus is. En over vele valse kerken die niet moeilijk te herkennen zijn. En over de kenmerken van de ware christenen die leden zijn van die Kerk van Christus.
Komt dat nog aan de orde op deze cursus? We lezen er niets van in het artikel in 'Tot aan de einden der aarde'. En als het aan de orde komt, hoe wordt het dan gebracht? Op een verachtelijke manier zoals in het begin van het artikel?
Of stellen we nu typisch vrijgemaaktnestgeurige vragen?

Hoe kan dit toch

Deze vragen hebben een achtergrond, de oplettende lezer zal het al wel hebben vermoed. Want onder de gastdocenten[v] van de IRTT-cursus komen we een inmiddels bekende naam tegen. Inderdaad, drs. H. de Jong uit Zeist. Merkwaardigerwijze samen met zijn plaatsgenoot dr. E.A. de Boer die we hierboven nog als zijn opponent hebben leren kennen in de bestrijding van De Jongs afwijking van de Dordtse Leerregels.

Eerlijk gezegd, hier begrijpen we niets van.
Hoe kan een docent die zich zo onaanvaardbaar uitlaat over de Schrift en onze gereformeerde belijdenissen worden ingezet voor principiële gereformeerde theologische training? Want, lees de vragen die in deze cursus moeten worden beantwoord aangaande de kerk

- hoe lees je de Bijbel?
- hoe maak je de verbindingen met vandaag?
- welk gezag heeft de Bijbel voor de opbouw van de gemeenten in elke plaats?
- hoe moeten wij daar actueel aan gehoorzamen?

en lees dan nog eens wat we hierboven van deze zeer geleerde (want dat is hij) heer drs. H. de Jong aanhaalden. Juist als het gaat om de Kerk van Christus steekt het nauw. Dan gaat het niet aan vanuit een soort dorps-oecumenische welwillendheid een docent aan te trekken uit een kerkgemeenschap die vergeven is van charismatische invloeden (juist groot probleem in de cursusdoelgroepkerken!) en waar men op het punt van de kerkelijke ambten van het gereformeerde spoor is afgeweken. Om nog maar wat dingen te noemen die direct verband houden met het thema 'kerk'.

Kan iemand dit uitleggen?[vi]
Want van tweeën één: óf De Jong is op de een of andere wijze als een paard van Troje naar binnen geslopen, óf ook vrijgemaakten zijn opgehouden met 'gereformeerd gezeur' over Schriftgezag.


[i] Opbouw van 15 en 29 october 1999.

[ii] Vergelijk de volgende passage uit het deputatenrapport Kerkelijke Eenheid, synode Amersfoort-Centrum:

" Het gesprek over deze zaken (o.a. over de verkiezingsleer van drs. De Jong en zijn afwijking van de belijdenis, DJB) werd afgerond met de vraag van DKE (vrijgemaakte deputaten kerkelijke eenheid, DJB) of het niet goed zou zijn wanneer ook de Landelijke Vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken zich over de wenselijkheid van kerkelijke verantwoording van bepaalde opvattingen, die niet stroken met de belijdenis, zou uitspreken. De CCS (nederlands gereformeerde contact commissie samensprekingen, DJB) had daarbij haar vragen, maar zegde toe te zullen proberen een voorstel over deze zaken aan de Landelijke Vergadering te formuleren.

Na de laatste ontmoeting is er nog correspondentie geweest tussen DKE en CCS n.a.v. de verslaglegging door de CCS aan de Landelijke Vergadering van de NGK. DKE hebben in dat verband hun teleurstelling erover uitgesproken dat daarin niet duidelijk het verschil in visie op de binding aan de belijdenis is verwoord. Voor ons bleef de vraag hoe je er als kerken mee om gaat, wanneer in een publicatie de belijdenis van de kerk wordt weersproken. Moet dat niet kerkelijk besproken en verantwoord worden? Richting Landelijke Vergadering werd helaas volstaan met verslagen van de gesprekken over de verkiezing, waardoor de achterliggende problematiek (de binding aan de belijdenis) onvoldoende in beeld kwam." Cursief DJB.

[iii] De Reformatie, 78/26, 5 april 2003 en het antwoord van De Jong in 78/27, 12 april 2003.

[iv] Tot de einden der aarde, Informatie over Zending & Hulpverlening vanuit de gereformeerde Kerken (vrijgem.) in Nederland, juni 2006, p.19.

[v] Andere docenten zijn dr. Dean Anderson, drs. Simon van der Lugt, prof. dr. Kees de Ruijter en dr. Erik de Boer.


[vi] Kan ds. P. Niemeijer dat misschien doen? Hij immers sprak op de synode na het contact met de NGK afgevaardigden o.a. als volgt:

" In onze bespreking en behandeling van de landelijke contacten met de NGK waren we het als synodeleden eens over de voorwaarden voor kerkelijke eenheid: recht doen aan de eenheid en duidelijkheid van de Schrift, aan het gezag van Gods Woord over en boven onze cultuur, aan een ondubbelzinnige aanspreekbaarheid op en binding aan de gereformeerde belijdenis." (?)
Het " was voor ons allen duidelijk dat we (nog) niet aan samensprekingen mho op kerkelijke eenheid met de NGK toe zijn (...). Onze contacten met de NGK bevinden zich nog steeds in een fase waarin daarvoor te weinig basis is. Terwijl de besluiten van de NGK over vrouwelijke ouderlingen en predikanten een nieuwe hindernis vormen.(?)
We hopen dat de besluiten die vielen, mogen bijdragen aan duidelijkheid over wat nodig is voor echte samensprekingen: volstrekte onderworpenheid aan de Schrift en ondubbelzinnige binding aan de confessie." (alle cursief van DJB).
Prachtige woorden, maar hoe stroken die met de praktijk?