Printen

Flits 1,2 - Nou horen we het.../Flinterdunne argumenten

D.J. Bolt
00-00-00

Flits 1: Nou horen we het ook eens van een ander

In het maandblad Terdege staat een interessante serie over geloof en wetenschap. Onder de titel 'Gehoorzaam aan de Schrift" staat in het nummer van 16 november 2005 een interview met dr. C.A. van der Sluijs uit Veenendaal. Hij is PKN- predikant en lid van de Gereformeerde Bond. 

In het interview wordt hem o.a. gevraagd hoe hij de pogingen beoordeelt van mensen als Cees Dekker om schepping en evolutie te verbinden. Daar moet hij niet veel van hebben: "Ze proberen de rede te verzoenen met het geloof in het Woord van God. Dat moet je niet doen want dan wint de rede het altijd" zegt hij. Hoe sympathiek hij de poging ook vindt om aan te tonen dat er een schepper moet zijn, die stroming zal toch een bedreiging van het klassieke scheppingsgeloof blijken te zijn. Want, zo zegt de predikant, we moeten onze vaste grond zoeken in de betrouwbaarheid van het Woord van God. Wel vindt hij het "aardig" en neemt hij "tevreden glimlachend" er kennis van dat de evolutietheorie niet zo'n voldongen feit is als wel vaak wordt gesuggereerd.

Zijn uitgangspunt is dat we niet met ons verstand moeten bepalen welke delen van de Bijbel letterlijk moeten worden gelezen en welke niet want dan ga je heersen over het Woord en ten diepste over het Woord zelf. Daarmee heb je "de oerzonde van het paradijs opnieuw gerealiseerd en zelfs gemaximaliseerd". Van der Sluijs heeft "geen enkele reden" om de eerste hoofstukken van de Schrift te zien als literaire verwoording: het is gepresenteerd als historie en zo leest hij die dan ook.

Hij heeft ook geconstateerd dat in 'de gereformeerde gezindte' de gedachte dat de scheppingsdagen niet als etmalen gezien moeten worden snel aan terrein wint. Maar voor hem is het wezenlijk om vast te houden aan dagen van 24 uren. "God vergist zich niet. Wat hij zegt in zijn openbaring geldt voor alle eeuwen en daarmee voor de mensen van alle tijden. () Dat is het eenvoudige bijbelse geloof." De Schrift heeft altijd het laatste woord ook t.a.v. van natuurwetenschappelijk spreken. God in de hemel zou wel eens kunnen lachen om "de natuurwetenschappelijk toren van Babel" waarvan de bouwers steeds meer in verwarring raken.

Tot slot beantwoordt dr. van der Sluijs de vraag hoe het toch komt dat de twijfel over de eerste hoofdstukken van Genesis ook onder gereformeerden steeds meer de kop opsteekt. Z.i. ligt de oorzaak in "het algemene degeneratieproces, dat voortkomt uit het feit dat men nauwelijks meer weet heeft van ?regeneratie, de wedergeboorte, het zijn van een nieuwe schepping in Christus". Waar het in de prediking aan ontbreekt is: "Alzo spreekt de Heere" en "Gij zijt die man".

Wat voor gevolgen zal dit hebben?
De predikant meent: 'De gereformeerde gezindte' zal precies dezelfde neergang tonen als "de volgelingen van Abraham Kuyper". Er blijft niets van de refowereld over!

Tot zover deze hervormde predikant.
In onze kringen is 'We gaan de synodalen achterna' een gevleugeld woord geworden. Er wordt vaak wat ontkennend of spottend op gereageerd. Maar laat het bovenstaande ook voor de 'vrijgemaakte wereld' een ernstige waarschuwing zijn. Want het verhaal laat zich moeiteloos op de ontwikkelingen in onze kerken toepassen.
Tussen haakjes, we werken aan een onderzoek om de ontwikkelingen in de gereformeerde kerken synodaal en vrijgemaakt eens naast elkaar te leggen. Het is de bedoeling DV daarover in het voorjaar van 2006 te publiceren.


 
Flits 2:  Flinterdunne argumenten

Het is bekend dat de gereformeerde kerken (vrijgemaakt) worstelen met het probleem dat leden overgaan naar evangelisch terrein. Niet zelden vinden deze kerkverlaters de argumenten die gereformeerden gebruiken in hun formulieren en belijdenissen "flinterdun" als het gaat om verbond en doop. Het is dus hoog tijd om ons de apologie, de verdediging van de gereformeerde leer over deze geloofszaken (weer) eigen te maken. Zodat we 'kunnen spreken met de vijanden in de poort'. En onze kinderen wapenen tegen doperse misleiding.

Wij vonden het dan ook niet zo'n goed idee, om het zacht te zeggen, dat ds. J. Ophoff in de Kerkbode van het Noorden (18 november 2005) in een artikel een van de teksten die de gezinsdoop ondersteunen niet meer van toepassing te verklaart.
Het gaat om Kol. 2: 11,12:
In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook medeopgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt.

De kerk heeft altijd onder andere - want er is meer tekstbewijs! - daaraan ontleend dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Dat komen we b.v. tegen in het formulier om de Heilige Doop te bedienen:
Omdat nu, onder het nieuwe verbond, de doop in de plaats van de besnijdenis gekomen is, moeten de jonge kinderen als erfgenamen van Gods rijk en van zijn verbond worden gedoopt.
Er wordt daarbij verwezen naar Kol. 2:11!
Maar we vinden dat ook in onze belijdenis, NGB art. 34:
Jezus Christus heeft de besnijdenis, waarbij bloed vloeide, afgeschaft en in plaats daarvan het sacrament van de doop ingesteld.
Hierbij wordt opnieuw verwezen naar Kol. 2:11!
En in de catechismus, HC 26:
In het oude verbond gebeurde dat (onderscheiden van de wereld en inlijven bij de kerk, DJB) door de besnijdenis; in het nieuwe verbond is in plaats daarvan de doop ingesteld.
Er wordt hierbij weer verwezen naar, jawel, Kol. 2:11,12!

Ds. Ophoff bezweert dat het hier maar om "één smal richeltje" van de gereformeerde leer gaat. Daar moeten we ook niet met "zekere krampachtigheid" aan vasthouden. Want er is "werk aan de winkel". Evangelischen en gereformeerden komt uit de loopgraven, roept hij. Het is immers de hoogste tijd om ons te spoeden naar de "werkvloer van de exegese  en de op het geheel van de Schrift alleen gebaseerde dogmatiek".

Deze predikant is daar in het artikel al mee begonnen.
Want, zegt hij, Paulus heeft het in Kol. 2:11,12 helemaal niet over de besnijdenis. Ja, over de besnijdenis van Christus. Dat is niet de Joodse besnijdenis. "Paulus vindt de Joodse besnijdenis gewoon een mooi beeld om te gebruiken bij wat hij zeggen wil.
Op de een of andere manier doet dit ons aan iets anders denken. Is het te ver gezocht als we een relatie leggen met ideeën die de laatste tijd bij ons de ronde doen:
De schepping die beschreven zou zijn op het mooie beeld van de Israëlitische werkweek?
Of de mooie voorbeelden die Christus in de bergrede gebruikt als slechts "illustraties" voor ethisch handelen? 

Enig ander gevoelen
We moeten eerlijk zeggen dat dit artikel ons nogal heeft geraakt.
Hier wordt toch in een paar kolommetjes even de gereformeerde overtuiging van eeuwen op dit punt weggeschreven. Zie bijvoorbeeld de Institutie van Calvijn boek IV de hoofdstukken XIV par. 24 en XVI par. 11.

Maar wat belangrijker is, hier wordt kennelijk zonder enige schroom een niet onbelangrijk onderdeel van onze formulieren en belijdenis invalide verklaard.
Dat kan toch niet zomaar? We hebben toch een heel precieze weg afgesproken als er "op enig punt" van onze belijdenis "een ander gevoelen" mocht ontstaan? En hoe kan ds. Ophoff het formulier van de kinderdoop nog eerlijk en zonder kritisch commentaar voorlezen in zijn gemeente?

We gaan op dit moment niet uitgebreid in op de betekenis van Kol. 2:11,12 voor verbond en doop. Want we kunnen ons niet voorstellen dat uit de kring van de gereformeerde predikanten in het Noorden niet iemand naar voren zal stappen die de betekenis van Col. 2:11,12 voor verbond en doop in helder schriftuurlijk licht zet.
Beter dan wij dat kunnen.
Er wordt op gewacht.
Want het is dringend nodig.