Vertrouwen gevraagd - In een model (6)
D.J. BoltTe Velde wilde geen "algemene beschouwing" geven over de vrijgemaakt-gereformeerde kerken. Het ging hem om vragen waar wíj persoonlijk staan. Het draaide om "onze intenties", "onze roeping". De hele avond slaagde Te Velde erin daarbij de namen Harinck en één in waarheid te vermijden. Maar de conclusie in een verslag van het ND was helemaal terecht: "Toch sprak Te Velde er wel over voor de driehonderd aanwezigen uit Groningen, Friesland en Drenthe." Je hoefde inderdaad af en toe alleen maar '.nl' achter zijn opmerkingen te denken en de opmerkingen waren expliciet geadresseerd. Maar dat was prima want het hield ons goed bij de les.
We hebben ook deze lezing uitgebreid samengevat. U kunt die weer vinden in een Bijlage bij dit artikel. Ook is de lezing nog hoorbaar op internet.
Waarheid, eenheid en verscheidenheid
Het is ook daarom belangwekkend wat nader stil te staan bij deze lezing van prof. Te Velde omdat die meer inzicht geeft in de koers van de universiteit zoals die mede door hem wordt bepaald. Hij geeft óók kerkgeschiedenis evenals prof. Harinck. Hoe staat hij t.o.v. de huidige gereformeerde kerken, is een voor de handliggende vraag die wij voor een deel al beantwoord kregen in het vorige artikel. Daar zagen we dat prof. Te Velde onze kerken naar Hosea 2 zoekt te positioneren in de woestijn. Maar hij wil daar niet blijven. Want zijn 'strijdkreet' is "Gereformeerden voorwaarts". Zoeken naar een nieuwe waarheid "waar ieder zich in kan vinden". Een nieuwe ruime eenheid die paradoxaal genoeg tegelijk geen uitgebreide gelijkgestemdheid vraagt. Met een knipoog: zoiets als één in verscheidenheid.
Hoe ziet die nieuwe toekomst voor onze kerken er uit? Laten we de drie punten van zijn toespraak volgen.
Waarheid
Als ik het goed heb begrepen moeten wij ons als vrijgemaakten van onze gereformeerde veren ontdoen. Of misschien moet ik het omdraaien: we moeten als gereformeerden ons van onze vrijgemaakte veren ontdoen. Want we lijken met elkaar gedacht te hebben dat we de waarheid bezaten. Je kon die a.h.w. pakken, er onder en er achter kijken. Maar dat is helemaal fout, zo fout zelfs dat Te Velde sprak van zonde tegen het tweede gebod in dit verband. Want de waarheid is dynamisch, is niet tijdloos.
Wel moet de Schrift open. Maar tegelijk moeten we beseffen dat die niet automatisch veilig bij ons is. We moeten beseffen dat Jezus Christus de Waarheid is. Door zijn Geest woont de waarheid in ons. Hoe vinden we dan de antwoorden op onze vragen? Te Velde toont daarvoor onderstaand plaatje zoals dat op de TU wordt gebruikt.
Het model geeft aan hoe we aan antwoorden op onze vragen komen. We moeten daarvoor onze informatie uit drie "luistergebieden" halen: de Schrift, de kerk en onze leefwereld. Die gebieden beïnvloeden elkaar, zie de pijlen. De leefwereld, de cultuur, bepaalt mede hoe wij de kerk 'zien' en hoe we de Schrift interpreteren. We moeten niet meer "grote woorden" spreken over "foute cultuur". Niemand vindt zijn antwoorden alleen uit de Schrift of hij dat nu wil of niet.
Het plaatje is op ons netvlies blijven staan. Want het zegt naar ons gevoel heel wat. Misschien duidt het wel de kern aan van de problematiek in onze kerken. Ik wil proberen mijn moeite ermee aan te geven. Met enige voorzichtigheid want het is natuurlijk zoals prof. Te Velde zei, dat je hier gemakkelijk een hele avond over kunt praten. En daar was in Ten Boer bij deze gelegenheid natuurlijk geen tijd voor.
Toch wil ik er een aantal vragen bij stellen.
Om te beginnen begrijp ik niet dat in het model de luistergebieden nevengeschikt zijn. Het model suggereert dat er min of meer drie gelijkwaardige gebieden zijn van waaruit we onze informatie kunnen verkrijgen voor het dienen ("het antwoord") van Christus ("het kruis"). Het lijkt wel alsof de Schrift door zijn positie boven in het model gezag heeft boven de andere luistergebieden maar dat is maar schijn volgens mij. Kijk maar naar de pijlen op de circelsegmenten die de luistergebieden verbinden. Er is een wederzijdse beïnvloeding in het verstaan. Wat we uit de Schrift halen en hoe we haar interpreteren is afhankelijk van de kerk, beter de traditie, en de leefwereld of cultuur. En ook omgekeerd, de traditie wordt beïnvloed door de Schrift en de cultuur. Maar als je hier de vraag stelt wat de allesbeheersende norm is dan volgt uit dit model niet zonder meer: de Schrift.1
Dat blijkt ook uit de allesomvattende plaats die de Heilige Geest in dit model inneemt. Dat lijkt naar de Schrift. Die leert ons immers dat de Geest ons in alle waarheid zal leiden2?
Echter daarbij moeten we toch wel denken aan de waarheid van de Schrift! Díe waarheid wordt door de Heilige Geest in het hart van de gelovige gewerkt3.
. Zó leren we onderscheiden waarop het aankomt. Door Woord en Geest, onlosmakelijk verbonden, leren we onszelf en onze leefwereld kennen en beoordelen. 'Kerk' en 'cultuur' zijn niet min of meer onafhankelijke bronnen van 'waarheid' die samen met 'de Schrift' mijn antwoorden bepalen. Maar net omgekeerd. De Schríft is de norm hoe wij de kerk en zijn traditie zien en beoordelen. Dat geldt niet minder voor de cultuur. Hoe zullen we onze levensweg weten te vinden in de moderne god-loze leefwereld zonder de norm van de Schrift? De cultuur is niet waardenvrij, integendeel. Alleen met een oog dat gescherpt is door Gods Woord is te onderscheiden waarop het aankomt. Dan weten we bijvoorbeeld dat goede ouderlingen cultuurbouwers zijn, en verwerpen we de meest verfijnde maar goddeloze cultuurminnaars als "slampampers"4.
Onwillekeurig moest ik denken aan een eerdere discussie die we hadden, of wilden beginnen, met een andere hoogleraar van de TU, prof.dr. C.J. de Ruijter. Hij geeft onderwijs in de ambtelijke vakken, of, zo als dat tegenwoordig heet, Praktische Theologie. De studenten leren hoe ze een preek moeten maken, catechisatie geven, pastoraal werk doen etc. Daarbij zijn ook de zgn. menswetenschappen als psychologie, pedagogiek en communicatiewetenschap van belang. De vraag die we destijds n.a.v. De Ruijters boek Meewerken met God stelden was: hoe is de verhouding tussen theologie en menswetenschappen? Meer toegespitst: wat geeft de doorslag als de normen die we afleiden van de Schrift botsen met empirische (in de praktijk afgeleide) normen?
In feite hadden we toen en hebben we nog precies dezelfde vraag. Namelijk: zijn in De Ruijters ontwikkelde paradigma (model) van Praktische Theologie in feite niet de normen uit de Schrift nevengeschikt aan die we afleiden uit onze leefwereld? We probeerden toen die 'verschuiving' wat inzichtelijk te maken met onderstaand plaatje.
Links gaan normen die uit de Bijbel kunnen worden afgeleid uit boven normen die uit de praktijk kunnen worden ontwikkeld. De Bijbel heeft het hoogste gezag. Dat is het oude 'normatief-deductieve benadering zoals door o.a. prof. C. Trimp onderwezen. Rechts staat het schema dat probeert weer te geven hetgeen prof. De Ruijter ontwikkelde en voorstelt in zijn boek. De figuur geeft aan dat er geen 'hiërarchie' is tussen de twee 'normenstelstels', de norm van de Schrift staat niet boven die van het 'leven'. Zie voor een veel uitgebreidere bespreking hiervan de artikelen in de rubriek TU Kampen, getiteld Normen en Praktische Theologie I en II.
We missen node een antwoord van prof. De Ruijter5. Zeker nu we het gevoel hebben dat deze manier van denken over het gezag van de Schrift gangbaar lijkt te zijn op de universiteit. Misschien wil prof. Te Velde hierop eens ingaan op deze site?
Het is m.i. ook een uitermate belangrijk en actueel onderwerp. De lezing van Te Velde had de context van prof. Harincks geruchtmakende interview. Op al de grote punten voor ons christelijke leven die in zijn interview aan de orde kwamen ging het om de normativiteit van de Schrift. Is de Schrift doorslaggevend als het gaat om homoseksueel samenleven of datgene wat inmiddels in onze samenleving 'gewoon' is geworden? Wat beslist als de Bijbelse norm voor vervulling van de ambten botst met de eis van de moderne geëmancipeerde vrouw?
Waar halen wij onze 'laatste' waarheid, dat is de vraag. Fundamentele beslissingen vallen met het antwoord daarop.
Laat de TU hier toch duidelijkheid over verschaffen!
De volgende keer willen we er naar luisteren hoe prof. Te Velde in de groeiende verscheidenheid van onze kerken toch eenheid denkt te bewaren.
Wordt vervolgd
NOTEN
____________________________________________________________
1 Vergelijk een uitspraak van ds. J.H. Kuiper in het Kerkblad van het Noorden, p. 162: "Zo langzamerhand worden we ons ervan bewust dat je de Bijbel niet anders kunt lezen dan met een vooroordeel."
2 O.a. Joh. 6:63,14:17,26;15:26;16:13; Hand. 2:7,4:31,6:3,16:6,19:6; Rom 8:15,9:1,14:18.
3 1Co 2:11-14: Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods. Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is. Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken.
Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is.
Zie ook b.v. Dordtse Leerregels hoofdstuk 3-4 art. 17.
4 Dr. K. Schilder, Christus en cultuur.
5 We hebben er overigens begrip voor dat dat vertraagd is door het ongeluk dat hem overkwam.
BIJLAGE
Samenvatting lezing "Waarheid, Eenheid en Verscheidenheid
Het moest in deze lezing niet 'de vrijgemaakten' in zijn algemeenheid gaan maar om onszelf, om waar 'ik' sta, zo begon de professor zijn lezing. Wat is mijn doel, wat zijn mijn intenties. Daarmee maakte Te Velde zijn verhaal als een dialoog tussen hem en de hoorder (zij het dat er (weer) geen tijd was om er een echt gesprek van te maken na de beantwoording van een aantal schriftelijke vragen, djb.)
Het verhaal was verdeeld in de genoemde drie punten. We geven ook een paar belangrijke vragen en antwoorden weer.
Waarheid
Jezus Christus is de Waarheid. De waarheid is niet een pakket waar we fijn mee om kunnen pakken, nee, Die is een Persoon. De Bijbel spreekt ook van de Geest der Waarheid die in ons woont. Die vuur is. Als we onze waarheden menen te kunnen samenstellen zondigen we tegen het tweede gebod en spelen we met vuur. De waarheid is dynamisch die moeten we steeds weer vinden want ze is niet te vangen in een tijdloos systeem. De waarheid vinden we door te luisteren naar de Schrift, de kerk en onze leefwereld.
De Schrift is niet automatisch veilig bij ons. God dreigt tegenwoordig in de schaduw van de mens te raken. Bij de opvoeding bijvoorbeeld, waar het kind de dingen bepaalt; daar waar in plaats van over zonde van gebrokenheid wordt gesproken en dus verzoening uit beeld verdwijnt en je niet zoveel meer met het kruis kunt. In onze kerken lijkt niet meer altijd de norm van de Schrift vanzelfsprekend te zijn; de kerk niet meer op de eerste, soms zelfs niet op de plaats te komen; en in de ethiek Gods wil niet op de eerste plaatst staat. Raken we waarheden kwijt?
Er wordt gesteld: De vrijgemaakten gaan de synodalen achterna? Te Velde wil een 'tweetact' antwoord geven. Hij vindt het verschrikkelijk dat het gezegd wordt. Er is zoveel goeds dat we met deze vraag God beledigen. Aan de andere kant, er zijn zwakten die aandacht verdienen. Maar we moeten daarvan niet zenuwachtig worden. Samen moeten we consequent op deze dingen ingaan en daarop antwoorden vinden bij de Schrift.
Om de antwoorden kunnen vinden hanteert de universiteit een hermeneutisch model [zie figuur eerder in dit artikel, djb].
Onze antwoorden vinden we in het krachtenveld van drie 'luistergebieden'. We moeten niet denken dat we antwoorden in de Schrift alleen vinden. Er moet ook naar de kerk en de cultuur worden geluisterd. Grote woorden over foute cultuur moeten we meer niet meer gebruiken want ieder geeft antwoorden die mede door de cultuur bepaald worden. Daarbij staan God en de verzoening centraal. Het is overigens niet zo dat ieder maar zijn eigen hermeneutiek moet ontwikkelen. Er is reden tot zorg, volgens prof. Te Velde, omdat er zo weinig antwoorden worden gegeven en er veel relativering is.
Eenheid
Onze eenheid is verankerd in de drieënige God. Eenheid in geloof en waarheid, dat is niet een koffiedrinkers- maar een geestelijke eenheid. Die eenheid is nog geen werkelijkheid. Toch blijven we, ondanks allerlei opschudding in de kerk, samen op weg naar eenheid. De onderlinge liefde wordt op de proef gesteld. Inschikken is nodig.
Dat zoeken naar eenheid wordt bedreigd. Want er is sprake van onverbondenheid. Postmoderne mensen zijn veelal met en voor zichzelf bezig. Hebben de neiging om snel 'ergens niet meer bij te willen horen'. Te Velde heeft zich in 1980 ook niet voor kunnen stellen dat dat gevoel hem nog eens zou bekruipen in de kerk.
Ongelijktijdigheid is een andere bedreiging. De generaties bereiken elkaar niet meer. De toehoorders in Ten Boer zijn voor het overgrote deel van de leeftijd van Te Velde zelf. Sommigen moeten nog de openstelling van het GPV en het ND verwerken terwijl anderen zich al aan het afvragen zijn of "we nog iets moeten hebben met 1944".
Er is ook sprake van onbestemdheid. Mensen draaien in hun eigen circel rond. Er is niet meer een gemeenschappelijk doel.
Zo is er verlies van eenheid. De eenheid van vroeger is verloren gegaan en die moeten we ook niet willen vasthouden. We moeten, hoe moeizaam dat ook blijkt te zijn, het gesprek daarover aangaan, samen met alle heiligen. Niet kwaaddenkend maar nederig,. Niet gelijk iemand lek schieten en niet meer vertrouwen als die iets niet goed zegt. Maar samen zoeken naar een eenheid in een waarheid die voor ons allemaal de waarheid is. Concentreren op de kern en hoofdzaken, dingen die er echt toedoen als: eer van God, kruis van Christus, zonde en verzoening, de Schrift, kerk. Zo gezond leven bij de Schrift en elkaar niet de speer in het lijf steken. Eensgezindheid zoeken om samen de wereld in te gaan voor hen die van Christus niet weten.
Verscheidenheid
God is één, integer, en tegelijk is er verscheidenheid in Hem. Hij is niet mono. Dat kun je bijvoorbeeld zien in zijn rechtvaardigheid die samen gaat met zijn barmhartigheid. Hij toont eenheid in veelheid, in veelkleurigheid. Vergelijk bijvoorbeeld de door Hem geschapen natuur. Maar het zijn geen tegenstellingen, geen concurrerende eigenschappen.
Zo moeten wij ook 'tweetact' leren denken. Denken in dualiteiten. De dingen die als tegenstrijdig voorkomen een plek leren geven. Paulus zegt immers dat ons kennen en profeteren onvolkomen is. Hij zegt niet tegen de Korinthiërs hoe het precies allemaal zit en moet, en daarmee de kous af. Het is hoogmoedig dat iedereen zijn eigen standpunt heeft en dat verdedigt. Wel moeten dwalingen bestreden worden maar Paulus heeft ook niet de hele waarheid in pacht. We zien nog door een spiegel in raadsels. Sterken moeten rekening houden met de zwakken. Ondanks grote verschillen toch elkaar vinden in de kerk. We sluiten elkaar gemakkelijk op in standpunten en gaan er dan tegenaan. Te Velde doet dat zelf ook. Maar vraag eerst je tegenstander: Wat bedoel je, hoe kom je erbij? Heb oog voor verscheidenheid en voor accenten tussen eenheid en waarheid. De vraag is of je jezelf zoekt of God.
De Schrift kent zelf ook verscheidenheid. Paulus bijvoorbeeld zegt: Alleen door geloof, maar Jacobus schrijft: zonder de werken is geloof dood. De Bijbel leert: De doden weten niets, en tegelijk: Ze leven bij God. Dus: verschillende invalshoeken, geen systeem. Tweetact- of misschien wel multitact-denken. De neiging is dit dogmatisch "rond te breien", er weer een sluitend systeem van te maken. Maar God wil dat niet, Hij gaf zijn openbaring in een variatie aan 66 gezaghebbende boeken.
Zo'n variatie zien we ook in de traditie. Er moet ruimte zijn voor doordenken, nieuwe voorstellen. Onze feitelijke eenheid is nooit een echte boventijdelijke eenheid. Er is ook altijd dwaling aan alle kanten. En als die voorkomt in de kerk moet er tucht worden geoefend. Daar doet de kerk dan een uitspraak over, niet particuliere personen. Die moeten zich "even koest en kalm houden".
We gaan voor waarheid, eenheid en verscheidenheid. En dan doen we geen voorspellingen over de synodalen achterna gaan. Daarmee bederf je de boel in de kerk. En verder: begin eerst bij je eigen gebreken en zonden en dan bij die van een ander.
God gaat met ons mee. Zijn beloftewoord geleidt ons. De waarheid is een kracht die ons vrijmaakt en perspectief biedt.
Vragen en antwoorden
We vatten een paar belangrijke vragen en antwoorden samen.
Vraag: Hebben we als vrijgemaakten in het verleden niet naar het Woord geluisterd en Christus gezien?
Antwoord: Ja, dat hebben wij en dat moeten we niet weggooien. Tegelijk hebben we het wel op onze manier gedaan. In vormen van toen, tijdgebonden. Met onze specifieke accenten en vanuit onze invalshoeken. We moeten ook hier weer twee-tact spreken. Toen zagen we Christus wel maar we hoeven nu niet op gelijke wijze denken, spreken en geloven. Toen was er het risico van exclusivisme, kerkisme, rationalisme, moralisme. Dat alles is ons gaan opbreken. Dat is pijnlijk en kost tijd. Maar we moeten blijven bewegen. Nu is er het risico van anti-kerkisme, emotionalisme, relativisme en permissivisme (alles goedvinden). Zo raken we weer in de andere kant in de berm. Want de dwaling zit in ons hart. Maar God blijft er met zijn Woord en Geest. We moeten wandelen met God. We waren in de 60-70 jaren ook doodsbenauwd voor subjectivisme. Maar we hebben met het badwater ook het kind weggegooid. Daardoor zie je nu een sterke psychologisering. De waarschuwingen van Van Deursen moeten we wel ter harte nemen. Er kan ook een stille uitholling zijn als in de synodaal-gereformeerde kerken van de jaren 50. Toen had vrijwel niemand het in de gaten. Nette woorden en leerstukken maar ondertussen God in de schaduw van mensen. Dan gaat het over heel wat meer dan Genesis 1-3, zonder te zeggen dat dat onbelangrijk is. En verzoening is van groter belang dan of er dieren in het paradijs konden sterven, en een paradijsdag 24 uur was.
Echt grote dingen, daar moeten we werk van maken. Te Velde verwerpt Van Deursens stelling dat in de kerken het tegenwoordig van de praktijk naar de Bijbel gaat i.p.v. andersom. Van Deursen mist teveel de dualiteit. Te Velde verwijst weer naar het hermeneutisch model waar het antwoord ontstaat vanuit drie luistergebieden. Het verloopt niet en nergens allemaal zo simpel.
Vraag: Wat is bijbels gereformeerd zijn?
Antwoord: Zie Genesis 1 tot Openbaring 22, de Formulieren van Eenheid, de kerkelijke formulieren. Maar elke tijd legt zijn eigen accenten. Er is niet altijd dezelfde boodschap. Soms moeten de twee naturen van Christus benadrukt worden. In een tijd dat er processies waren waarin de mensen het brood aanbaden en je gelyncht werd als je niet meedeed lag het accent op de roomse mis als een vervloekte afgoderij. Maar dat accent hoeft vandaag niet meer zo precies. Nu gaat het meer over God in de schaduw van de mens.
Vraag: Vloeit de vrouw in het ambt voort uit het gepresenteerde hermeneutisch model?
Antwoord: Nee. Maar vrouwelijk ambtsdragers komen voor in Nederland terwijl er teksten daarover in de Bijbel staan waaraan niets is te verwrikken. Je moet dan een niveau hoger gaan staan, namelijk wat betekende die voor de praktijk toen. Vergelijk het dragen van de hoofddoek in 1Kor. 11. Maar Te Velde wil verder zijn mening niet geven over de vrouw in het ambt. Dan zou hij de deputaten die daar een enquête over hebben gehouden in de GKv, maar voor de voeten lopen.
Vraag: Kinderen in de GKv zoeken nogal eens hun heil in evangelische gemeenten en in de CGK bijvoorbeeld. Hoe kijkt u daar tegen aan?
Antwoord: Ja, Te Velde herkent dat. Vindt het lastig. Mensen volgen hun persoonlijke voorkeuren terwijl de waarheid van de Schrift leert dat we de kerk als moeder hebben.
Maar Te Velde vindt ook dat we hier zelf aanleiding voor hebben gegeven. We hebben onze ware-kerk-keuze altijd benadrukt, konden die tot op de vierkante millimeter aantonen. Echter we hebben die niet waargemaakt. Integendeel, we waren onbescheiden en beschadigden er mensen mee. Dat vindt zijn weerslag in de kerken. Daarom vindt er nu een tegenbeweging plaats. Zo worden we klein en nederig gehouden.
Te Velde pleit ervoor de brede en diepgaande gereformeerde traditie die stamt uit de 16de eeuw verder te dragen. In een eigen kerkprofiel waarin verscheidenheid, niet relativisme, kenmerkend is. Het gesprek daarover moeten we kalm en rustig voeren. En elkaar niet over de rand duwen.