Printen

Kredietcrises in Kampen - Synode-impressie 21

D.J. Bolt
18-10-08

Generale Synode vrijdag 3 oktober 2008

Temidden van omvallende banken en kelderende koersen vergaderde de synode ook over de financiën van het kerkverband. Een onpleizierige stof. Het was dus even doorbijten bij de (tweede) bespreking van de rapportage van het deputaatschap Financiën & Beheer (F&B).
Werd ook daar krediet verspeeld?

De kosten van het kerkverband

Het onderwerp is zeker niet onbelangrijk. Integendeel. Terecht zei de preses dat de Here ons middelen geeft en dat we die ook goed moeten beheren. En daar zijn m.n. de deputaten F&B druk mee. Dat deputaatschap ziet toe op de besteding van de gelden die door de synode begroot zijn en bereidt ook de verantwoording daarvan voor aan een volgende synode, kortgezegd.
Een belangrijke taak want het gaat om niet minder dan ongeveer 4.000.000 euro per jaar (2008)! Dat zijn dus uitgaven die we als kerken gezamenlijk opbrengen boven de plaatselijke bijdragen voor predikant, kerkgebouw. etc. Deze hoeveelheid geld wordt 'geïnd" op basis van het quotum. Simpel gezegd, die 4 miljoen gedeeld door het aantal zielen (leden) van de vrijgemaakte kerken. Het quotum is dus ongeveer 32 euro. Voor een gezin met vijf kinderen moet zo jaarlijks 224 euro worden opgebracht volgens deze getallen.

Het leven wordt steeds duurder, jaarlijks gaan de prijzen en salarissen omhoog. Dus moeten de kerken ook meer opbrengen. Daarvoor is een bepaald percentage vastgesteld. Dat was 2% maar wordt nu 3,5% per jaar. De stijging van de uitgaven voor de synode en de "hele mikmak" daarom heen, zoals een afgevaardigde dat uitdrukte, mag dus niet meer bedragen dan 3,5%.
Maar dat lukt niet, zeker niet als alle mooie nieuwe voorstellen die de synode had aangenomen worden gehandhaafd. Want het percentage zou dan gemiddeld wel op 7,8% stijging per jaar komen! Onaanvaardbaar, riepen de deputaten F&B in koor met de financiële commissie van de synode. En dus moest er gesneden worden in de plannen.
We gaan niet alle gesneuvelde posten langs. Maar eentje willen we wel noemen: M/V in de kerk. Daarvoor was studie aan de TU begroot van 60.000 euro. Dat gaat dus niet (betaald) door. Een uitstekende beslissing lijkt ons.
Als we het goed hebben begrepen uit de soms emotionele vergadering die ds. Luiten, nu in een rol van 'koopman', bewonderingswaardig wist te leiden, groeit het quotum van ongeveer 32 naar ruim 36 euro de komende 3 jaren. De jaarlijkse stijging wordt dan wel ongeveer 4% maar de financiële experts zien geen kans om anders de zaak kloppend te krijgen.
Toe dan maar, zei de synode.

Van de totale uitgaven wordt ongeveer de helft uitgegeven aan de theologische universiteit in Kampen (1.954.000 euro in 2008). Het is zaak m.n. deze grote uitgave te beheersen. En juist op dit punt lag er een opmerkelijk voorstel van de deputaten F&B dat nogal wat stof deed opwaaien in de synodevergadering.

Crisis

In hun rapporten met meerjarenbegrotingen en aanbiedingsbrieven hebben de deputaten F&B hun grote zorgen geuit over de financiële ontwikkelingen bij de TU in relatie tot het totale landelijke quotum. En daarom hebben ze geadviseerd een grondige afweging te maken, al dan niet met externe deskundigen, en daarvoor een voorstel gemaakt.
Het synodemoderamen heeft dat samen met haar financiële commissie en F&B besproken met TU. Daaruit is een aangepast voorstel gekomen. Dat werd nu behandeld. (zie Generale Synode Zwolle-Zuid - Verslag 21 Bijlage 5).

Het probleem is dat de uitgaven van de TU onevenredig snel stijgen. In 2011 zijn deze met ongeveer 23% t.o.v. het oorspronkelijke bedrag in 2008 gestegen. Dat ligt dus aanzienlijk boven de geadviseerde 3,5% per jaar! Br. Post van F&B noemde de stijging "schrikbarend" en een reden voor een "ingrijpende onderzoek" waarbij de vragen niet uit de weg mogen worden gegaan. "We lopen er mee vast", volgens moderamenlid ds. De Snoo.

Nu is er begin 2008 een werkgroep van de TU gevormd bestaande uit de rector, een hoogleraar en een lid van de Raad van Toezicht. De werkgroep voert een strategisch onderzoek uit naar de positie van de TU temidden van de ontwikkelingen in de wereld van de geesteswetenschappen en naar de strategie die ze daarbij moet volgen.
Aan de werkgroep is ook nog een externe deskundige toegevoegd die het strategisch onderzoeksproces begeleid.

Kern van het gezamenlijke voorstel aan de synode is nu om aan die strategische werkgroep een externe financiële deskundige toe te voegen zodat ook allerlei financiële aspecten in het strategisch onderzoek mee worden gewogen.
F&B vraagt daarbij om een duidelijke vinger in de pap. De deputaten willen kunnen instemmen met de keuze van de deskundige. En ook regelmatig geïnformeerd worden over de voortgang van het onderzoek zodat ze niet in 2011 voor verrassingen komen te staan.
Verder vindt F&B dat er dan door het strategisch onderzoek een heel aantal vragen moet zijn beantwoord. We citeren hier de meest belangrijke:

Dit zijn indringende vragen die adequaat lijken voor de situatie waarin de theologische universiteit verkeert. Want er moet toch wel eens wat gebeuren als de uitgaven van de TU zich nu al voor de derde achtereenvolgende periode van drie jaar buiten de afgesproken grenzen bewegen. Als de stijging van de kosten onbeheersbaar lijken te worden en er onzekerheid is over het eigen voortbestaan dan moeten er pittige vragen worden beantwoord. Hij lijkt ons dat F&B daartoe een goede aanzet gaf.

Het wonderlijke is dat hun voorstel een windhoos aan kritiek ontmoette. Alleen het stellen van deze vragen was al "link": daarmee zou men het bestaan van de TU ter discussie stellen. Dezelfde vragen zouden ook al op de synode van Zuidhorn drie jaar geleden van een antwoord zijn voorzien. Maar vooral vond men dat F&B een wantrouwen uitwasemde dat geen pas gaf. De hele teneur van hun vraagstellen werd als negatief beoordeeld. Het zou zelfs "een blamage voor de synode" zijn als dit voorstel zo zou worden aangenomen, zo stelde een van de afgevaardigden, een vroegere docent van de TU. En een ander wilde zelfs dat het hele voorstel werd ingetrokken inclusief een inmiddels ingediend alternatief, een sterk afgezwakt voorstel, zie Bijlage 1.

Er werd ook hier en daar tegengas gegeven. Greving van de financiële commissie ontkende dat er sprake zou zijn van wantrouwen. Er is wel spanning want er zijn ernstige vragen. We moeten niet de kop in het zand steken, zei hij. En ds. De Snoo vond dat "het geen kwaad kon eens kritisch naar jezelf te kijken". Hij riep op niet bang te zijn voor een onderzoek.
Ds. Van der Laan raakte op een langzamerhand bekende onverbloemd-groningse manier de kern van de zaak. Waarom wordt er zo negatief over het voorstel gedaan?, vroeg hij zich af. Waarom moet dit allemaal "zo gigantisch voorzichtig" worden gebracht? Als er al zoveel Zuidhornse oude koek in zit, dan kan men elkaar daar toch op bevragen? "Gaat er ergens iets niet goed?", vroeg hij de synode. En zo ja, "leg dat dan op tafel".

Inderdaad wekte de haast schimmige discussie bevreemding. Wat is er allemaal aan de hand met de TU? Als F&B kennelijk na negen jaren ploeteren indringende vragen gaat stellen waarop een antwoord moet komen waarom wordt daar zo afwerend en afwijzend op gereageerd?
Er werd tenslotte een tegenvoorstel aangenomen dat vraagt om de toevoeging van een externe financieel deskundige aan de werkgroep strategie. Dat is in elk geval bereikt. Maar terecht merkt br. Post (F&B) op dat in het voorstel elke relatie met de F&B ontbreekt. En al hun vragen zijn geschrapt. Kortom, wat dit deputaatschap wilde bereiken namelijk haar verantwoordelijkheid waarmaken om een duidelijke orde op zaken te (laten) stellen zoals haar opdracht is ook t.a.v. de TU werd hiermee afgeschoten.
Daarbij komt dat je de vraag kunt stellen of het een gezonde zaak is dat een werkgroep die een strategisch onderzoek naar het (voort)bestaan van de universiteit doet bijna geheel uit leden van de universiteit zelf bestaat. Daar is nu dus wel die externe financieel deskundige aan toegevoegd, maar dan nog. Het gaat om zaken die ons hele kerkverband raken. Een opleiding, 'de School van de Kerken', waarvan het voortbestaan van grote algemene betekenis is voor die kerken. Als daar diepgaand over moet worden doorgedacht is het meer dan wenselijk dat dat in een veel breder verband gebeurt.

Crisis

De vraag in de vorige paragraaf was: waar blijft het geld? Een tweede vraag is: waar blijven de studenten?
Het verbaast dat er geen uitgebreide discussie over deze vraag ontstond op de synode. Want het is toch core business van de universiteit: 'afleveren' van predikanten? Dáár houden wij als kerken toch samen het instituut voor in stand? Daarvoor zijn veel aanmeldingen van nieuwe studenten nodig, elk jaar weer. Zeker nu het predikantencorps langzamerhand vergrijst en er dus zelfs meer dan evenredige groei van studentenaantallen nodig is.
Maar de studenten-instroom schijnt die noodzaak niet te honoreren.

De rector van de TU, prof. dr. C.J. de Ruijter hield op de synode een rede.1 Hij stelt o.m. dat de TU in een heel andere wereld staat dan 25 jaar geleden. Een van de veranderingen is de keuze van gereformeerde jongeren voor de universiteit in Kampen. Die keuze is lang niet vanzelfsprekend meer. Want "een universiteit is speler geworden op de markt van vraag en aanbod. Dat betekent dat we ook in Kampen niet (meer) kunnen uitgaan van een vanzelfsprekende keus voor onze opleiding", zei prof. De Ruijter.
En zo verdwijnen onze potentiële predikanten naar de Vrije Universiteit en mogelijk ook in de toekomst naar de evangelische faculteit in Leuven, waar de vrijgemaakt-gereformeerde predikant dr. J(os) Douma gasthoogleraar is2.

Maar de vraag blijft: waarom kiezen onze theologie-studenten niet meer voor Kampen? Is het omdat er geen binding meer wordt gevoeld en beleefd met de kerken en zijn opleiding? Heeft men vragen bij de kwaliteit van het onderwijs? Of bij het gereformeerd gehalte? Welke rol speelt de locatie Kampen als provinciestadje t.o.v. bijvoorbeeld het bruisende internationale Amsterdam?
Naar onze mening hadden die vragen brede aandacht moeten hebben van de synode en een (geestelijk) antwoord moeten ontvangen. Wellicht een ander antwoord dan ds. B. Luiten suggereerde namelijk om in de Kerkorde een streven te verwoorden dat studenten in Kampen gaan studeren. Er zijn wellicht effectievere middelen. Maar hij had wel gelijk: "Het is toch te gek voor woorden dat kerkelijke jongeren zich bij een andere theologieopleiding aanmelden?".
Daar komt ook nog bij dat er "de afgelopen jaren maar weinig afgestudeerden predikant worden", meldde rector De Ruijter. Waarom? Maar ook daar geeft hij geen antwoord op. We moeten het slechts doen met: "daar kun je een hele reeks oorzaken voor aanwijzen". Maar hij gaf niet aan wat die dan zijn, laat staan een analyse met een passend plan.

De TU is een "speler op de markt van vraag en aanbod" geworden, volgens prof. De Ruijter, "we zullen veel moeten investeren in kwaliteit, aanbod en aantrekkelijkheid."
Maar hier raken de problemen elkaar. Want als je het probleem zó denkt op te lossen dan moet er veel geld bij. Want alle waar is naar zijn geld, zoals het spreekwoord zegt. Maar juist met dat financiële krediet van de TU zijn er (grote) problemen.

Synodeafgevaardigde ouderling Greving, lid van de financiële commissie rekende de synode voor dat elke afgestudeerde student die ook werkelijke predikant wordt de kerken ? 460.000 heeft gekost. Dat komt voor een deel omdat de universiteit in Kampen relatief klein is en dus de overhead groot.
Maar dat is gezien het voorgaande bepaald niet alleen de reden. Als slechts 44% van de opgeleide studenten werkelijk predikant wordt ligt daarin al een belangrijke oorzaak van de hoge, dubbele(!) kosten per predikant.
Daar zou een diepgaand onderzoek naar moeten worden ingesteld. Waarom willen studenten geen predikant worden? We lazen van een achtste jaar Kamper student die na een succesvol onderzoek een preekconsent krijgt. Hem wordt gevraagd - "zonder je te willen pushen" (sic) - of hij predikant wil worden. Zijn antwoord is:
"Ach, ik ben na 8 jaar wel gewend aan deze pogingen. We zullen wel zien. Ik heb m?n preekbevoegdheid in ieder geval binnen. Nu afwachten of de kerken op m?n preken zitten te wachten."
We zeggen maar eerlijk wat we hierbij voelen: dit is ongeestelijke arrogantie. Hier lijkt toch volstrekt afwezig een diep verlangen om de kerken te mogen dienen als dienaar van het Goddelijke Woord? Ja, wel overal stichtelijk woordjes spreken maar zonder de verantwoordelijkheid die zo specifiek is voor het herderschap van het volk van God. En daar brengen we ongeveer een half miljoen euro voor op?

Het feit dat er ook veel vrouwen een theologische studie aan de TU volgen, zoals Raad van Bestuur voorzitter ds. P. Niemeijer de kritiek trachtte te dempen, dat is mooi en nuttig, maar neemt de pijn niet weg. Tenminste bij ons niet. Anderen, zo merken we, hebben het al klaar:
"Is het niet jammer dat er zoveel geld gestoken wordt in een Theologische Universiteit in Kampen, dat die in trek is bij diverse begaafde vrouwen, maar dat die vrouwen geen dominee kunnen worden? ? of gaan we de investering van hun studie in Kampen te gelde maken en geven we deze begaafde vrouwen een plek in de kerk?", aldus ds. G. Zomer, de nieuwe independentistische predikant3 van Kampen-Noord Eudokia, die daar de plaats van ds. Hoogendoorn bezet. Tussen haakjes, we begrijpen hiermee weer iets meer van de achtergrond van de strijd die woedde (woedt?) in Kampen-Noord.

Ds. P.Niemeijer noemde een instituut dat alleen predikanten opleidt "volledig niet van deze tijd" en "dat is geen optie". Er moeten ook vrouwen kunnen studeren. Echter ook Niemeijer erkent dat die vraag naar een specifieke opleiding voor predikanten wel "leeft" maar niet zo mag worden geformuleerd".
Het is bijzonder jammer dat deze vraag van F&B uit het uiteindelijke besluit is verdwenen, net als hun andere vragen overigens. Want er is een steviger onderbouwd antwoord nodig. Om het maar even zwart-wit te stellen: als de uitstroom van predikanten niet meer of nauwelijks wil gaan beantwoorden aan het doel waarvoor we als kerken dit instituut in standhouden en bekostigen dan dient het te verdwijnen. Sterker nog, dan verdwijnt het vanzelf.
Er zijn voldoende alternatieven namelijk.

Crisis

Er is nog een derde vraag die gesteld is aan Kampen. Degenen die onze publicaties hebben gelezen tot nu toe kunnen die wel raden. Verschillende broeders hebben indringende vragen bij de confessionele betrouwbaarheid van opvattingen van Kamper docenten. De synode van Zwolle-Zuid heeft daar over moeten handelen, de bezwaarschriften lagen op haar tafel. Maar deze kerkelijke vergadering heeft categorisch geweigerd om op de beschuldigingen van Schriftkritiek inhoudelijk in te gaan. Daarmee heeft ze haar taak op dit punt niet uitgevoerd. Nog sterker, ze heeft besluiten genomen m.b.t. artikel 31 KO waarmee het kerkvolk verder de mond wordt gesnoerd.

Ondertussen, en dat beseften ook synodeafgevaardigden, blijft zo de beschuldiging van (toelating van) Schriftkritiek boven de universiteit hangen. In feite is die situatie slechter dan dat de synode gemotiveerd die beschuldiging zou hebben afgewezen. Nu blijft er een knagend gevoel bij velen over: wat is er toch aan de hand op onze School?

Wat ons betreft is dit kredietverlies het ergste van de drie. Geld daar is wel weer aan te komen. Een ouderling in mijn vorige woonplaats placht te zeggen als er weer een nieuw kerkgebouw nodig was: het gereformeerde kerkvolk is als een meelzak, klop erop en d'r komt altijd wel weer wat uit. Dat is (was?) ook zo. Maar dan moet er wel liefde voor de zaak en een hartelijke eensgezindheid zijn. En ook met die studenten zal het uiteindelijk wel loslopen als stevig aan de geestelijke mentaliteit van jongeren en studenten wordt gewerkt.

Het derde probleem is wat ons betreft het diepingrijpendst. Daarmee staat en valt dit opleidingsinstituut voor de kerken. Als er niet meer in alle opzichten confessioneel betrouwbaar onderwijs wordt gegeven dan kan deze onderwijsinstelling in het gunstigste geval overleven als "kenniscentrum" zoals een heel tijd geleden al werd voorgesteld door de TU-leiding maar het zal wat ons betreft hebben afgedaan als kweekplaats van 'herders en leraars' van onze kerken.

Overwegingen

Het valt op dat in alle drie de 'kreditcrises' zoals boven weergegeven de synode een krampachtig terughoudend gedrag heeft vertoond. T.a.v. de financiële perikelen mochten er geen concrete vragen worden gesteld en werd het directe toezicht van de deputaten Financiën en Beheer gefrustreerd.
Kritische vragen m.b.t. het slechte rendement van de TU verdwenen uit de voorstellen.
Bezwaren tegen opvattingen van docenten worden om allerlei redenen niet inhoudelijk besproken.
Tekenend is ook dat de analyse van de kerkelijke situatie door de deputaten Dienst & Recht, die zoveel stof deed opwaaien geen enkele inhoudelijke bespreking kreeg op de synode.
Was het dan niet hoog tijd om in alle openheid zaken aan het licht te brengen en eerlijk en openhartig met elkaar door te spreken?

Nu loopt er een strategisch onderzoek. Dat klinkt hoopvol. Maar zal dat onderzoek de dringend gewenste antwoorden opleveren? Wat ons betreft is de start al ongelukkig. Want de samenstelling van de werkgroep die dat onderzoek moet uitvoeren bestaan over het overgrote deel uit mensen van de TU zelf, zoals we al eerder opmerkten. Dat is niet verstandig naar ons oordeel. Een strategisch onderzoek waarmee het bestaan het instituut gemoeid is moet door de kerken worden uitgevoerd, en natuurlijk wel met participatie van de TU. Dan kun je een objectief en breed aanvaard resultaat verwachten.
Het is te betreuren dat de synode hier niet sturend is opgetreden.

Is dit een blijk van wantrouwen zoals door nogal wat afgevaardigden werd opgemerkt? Maar laten we eens een moment terugblikken.
Het is kenmerkend voor de laatste tien, vijftien jaren dat gereformeerde organisaties en instituties stelselmatig zijn afgebroken. We noemen een rijtje zonder volledig te zijn: een dagblad, een politieke partij, een vakvereniging, een sociaal en economisch verband, studentenverenigingen, wetenschappelijk genootschap (twee weken geleden!). Wellicht kunnen we over niet te lange tijd ook de gereformeerde scholen eraan toevoegen want ook hier vindt al weer een hernieuwd onderzoek plaats naar een 'verruiming' van de toelatingseisen voor leerlingen en docenten.
De hoofdvraag is: waarom zou in dit hele rijtje ook niet de theologische universiteit passen? Waarom zouden wij er nog een 'typisch vrijgemaakte' predikantenopleiding op na houden? Waarin onderscheiden wij ons nog echt van andere opleidingen?

Dat brengt tot een andere gedachte.
De universiteit is druk in de weer om zijn hele organisatie en structuur aan te passen aan de eisen van de overheid. Op de synode werden de statuten aangepast en de hoofdlijn van de inrichting van een nieuwe organisatie goedgekeurd. Op die wijze hoopt men ook (alsnog) door de staat te worden gesubsidieerd. Dat zou dan kunnen resulteren in grote mate van (financiële) onafhankelijkheid van de kerken. Als die ook nog wel wat bij willen blijven dragen zou dus het ideaal van het "kenniscentrum" kunnen worden gerealiseerd en is er voldoende geld voor "investeringen in kwaliteit, aanbod en aantrekkelijkheid".

Maar ongetwijfeld zal de huidige minister Plasterk en zijn ministerie enige vragen hebben. Hij zal bijvoorbeeld overwegen of er wel plaats is voor twee gesubsidieerde gereformeerde universiteiten in Nederland. De CGK-universiteit in Apeldoorn is immers al gesubsidieerd. Moet er nu nog een tweede uit de staatsruif gaan eten? Voor een handvol studenten waarvan het grootste deel ook nog niet dominee wil worden zoals wel de bedoeling was?
Bovendien wat is het eigene, het specifieke van de opleiding Kampen t.o.v. Apeldoorn? Inmiddels financieert Plasterk al gereformeerde scholen die geheel zijn opengesteld voor christelijke gereformeerden voor ouders, leerlingen en docenten. Wat is het verschil in identiteit dan nog tussen deze twee universiteiten? De wederzijdse kerken hebben elkaar toch als ware kerken erkend4? En vroegere controversen over b.v. Gen. 1-3 zijn met de besluiten van de laatste synode helemaal geen punt meer. Er studeren toch ook al diverse vrijgemaakte studenten in Apeldoorn?

Eigenlijk zou hier mooi kunnen worden toegepast wat dr. E.A. de Boer enige tijd geleden in De Reformatie voorstelde in een hoofdartikel: laat iedere plaatselijke vrijgemaakte kerk zich opheffen en de leden massaal met medenemen van alle bezittingen lid worden van de CGK ter plaatse. De meest effectieve en snelle manier om tot eenwording van ware kerken te komen! Geen gezeur meer met meerder- en minderheidsrapporten van Deputaten Kerkelijk Eenheid en dito DOE-voorstellen.
In feite heeft men dit principe al in Woerden-Bodegraven gepraktiseerd: een groot deel van de vrijgemaakt kerkleden van Bodegraven5 is lid geworden van de CGK te Woerden!

Dr. De Boer kan nu, als net aangestelde Kamper universiteitsdocent, zijn voorstel implementeren aan de TU. Gewoon massaal, docenten en studenten, overgaan naar Apeldoorn en Kampen opheffen. Ongetwijfeld zal dat ook een positieve invloed hebben op de gemeente van Kampen-Noord waar weer een nieuw kerkgeschiedenishoofdstuk kan worden geschreven . Er zullen overgangsregelingen nodig zijn, gebouwen moeten worden afgestoten. De opbrengsten kunnen worden gebruikt voor uitbreiding van het gebouwencomplex aan het Wilhelminapark in Apeldoorn.

Natuurlijk draaf ik hier wat door. Maar toch. Het ministerie van OCW is niet gek. Zeker in deze dure tijden zal men niet spoedig bereid zijn de knip te openen voor een extra poot aan de subsidiepot. Waarschijnlijk heeft men daar zelfs een principiële afkeer van gezien bepaalde standpunten die men aan de TU huldigt en die niet goed bij Plasterk zullen vallen6. (zie het besluit van de synode m.b.t. homoseksualiteit in de kwestie Almelo en het standpunt van prof. dr. G. Harinck die hoogleraar is de TU is.)

De kern

Komen we hier nog uit? Naar onze overtuiging niet als we blijven zitten op het niveau van 'kwaliteitsdenken', van marktgerichte benadering, het verkopen van onze onderwijswaren op de studentenmarkt. Dat verliezen we. We hebben het geld daar niet voor en/of willen het daarvoor niet (meer) besteden.
Er moet iets anders gebeuren. We moeten onze identiteit weer hervinden. Onder al die moeiten ligt het probleem van een tanend of verdwenen kerkbesef. Dát is de kern van het probleem. Als wij als kerken ons niet anders meer weten te 'profileren' (ook weer zo'n term) dan spelers op de religieuze markt dan helpen al die mooie onderzoeken en strategieën niet om ons kerkverband met zijn universiteit overeind te houden. Je kunt tijdelijk met marketing de zaak misschien oppoetsen maar het zal de neergang niet stuiten.
Naar onze overtuiging is er maar één weg terug: het Woord ongerept handhaven en prediken ongeacht de gevolgen. En zo de ware kerk van Jezus Christus zijn. Dan ontstaat er weer nieuw elan. Is er vernieuwde liefde voor Kerk en School. Dan zijn er voldoende studenten en geldmiddelen.
Vast en zeker!

BIJLAGEN

1 - Tegenvoorstel Hoekzema, Hoksbergen, Van der Jagt, Van Wijnen:

materiaal:
toevoegen: het door de synode genomen besluit 2 sub 5 inzake de TUK d.d. 20 juni 2008.

besluit:

de TUK op te dragen:

  1. in het reeds ingezette strategisch proces het financieel perspectief op te nemen
  2. de reeds ingestelde werkgroep strategie uit te breiden met een extern financieel deskundige.
  3. aan de eerstvolgende synode te rapporteren aangaande de uitkomsten van het strategisch onderzoek.
Gronden:
  1. deputaten Financiën en Beheer hebben in hun rapportage inzake de meerjarenbegroting van de TUK 2009-2011 duidelijk gemaakt dat het noodzakelijk is nader te onderzoeken welk beleid er in de toekomst dient te worden gevoerd met betrekking tot de bekostiging van de TUK in relatie tot het totale landelijke quotum;
  2. binnen de TUK is begin 2008 een strategisch proces gestart gericht op de plaats die de TUK in de toekomst wil en kan innemen;
  3. de kerken hebben behoefte aan en zijn gediend met inzicht in de ontwikkeling van de TUK op langere termijn en duidelijkheid over de door de kerken op te brengen financiële middelen die daarvoor nodig zijn
    de TUK is gediend met een zo duidelijk mogelijk beeld van wat de kerken van haar verwachten en de daarmee samenhangende continuïteit in de bekostiging.

 

 

 

NOTEN
____________________________________________________________

1 De Reformatie jg 83, nr 45/46.
2 ND, 11 oktober 2008.
3 Een predikant die meent dat het terecht is dat gemeenten zich niet laten gelegen liggen aan onwelgevallige besluiten van de synode van Zwolle-Zuid verdient deze diskwalificatie. Zie het betreffende Signaal van deze week 18 oktober 2008.
4 Nog maar eens de vraag: waar kan dat gevonden worden in CGK documenten?
5 Het gaat hier m.n. om GKv-leden die in Woerden wonen.
6 Denk b.v. aan zijn bemoeienis met het reformatorisch onderwijs en homoseksualiteit.