Printen

Vechten tegen de bierkaai - Synode-impressie 12 Homoseksualiteit Geëmeriteerde ketterijen   Kampen-Noord, een blauwdruk Koord of strop?

D.J. Bolt
28-06-08

Generale Synode 20 juni 2008

Een heel aantal cruciale zaken werd afgehandeld op vrijdag de 20ste en zaterdag de 21ste juni:

- Het beleid van GKv Almelo t.a.v. homoseksualiteit
- Bezwaarschrift tegen prof.dr. J. Douma
- De kwestie Kampen-Noord
- De reorganisatie van de Theologische Universiteit

We willen onze (eerste) impressie daarop geven. Op de website www.synodezwollezuid.nl zullen over enige tijd meer en diepergaande analyses en commentaren worden geboden.

 

Homoseksualiteit

Wie zou geen mededogen hebben met broeders en zusters die worstelen met hun homoseksuele aard? Een strijd waardoor hun leven kan worden beheerst. Zeker in een samenleving waar alles lijkt te draaien om seksualiteit en haar bevrediging.
Deze strijd beperkt zich niet tot homofielen trouwens, maar moet evengoed door alleenstaanden (en anderen!) worden gevoerd. Toch staat homoseksualiteit in het centrum van de aandacht in onze tijd en samenleving. Dat gaat ook de kerk niet voorbij. Zij zal in de diepe levensvragen die hier aan de orde zijn duidelijke Schriftuurlijke antwoorden moeten geven en daarop haar pastoraat en hulp dienen af te stemmen.

Zo heeft de kerk van Almelo beleid gemaakt op dit punt. Ze heeft dat verantwoord in een brochure en daarover gesproken met de gemeente.
We hebben deze brochure kortgeleden ontvangen. Met heel veel daarin kunnen we van harte instemmen. Er wordt veelszins op een Schriftuurlijk manier gesproken over seksualiteit en de kaders waarbinnen die beleefd mag worden.

Behandeling ter synode

Toch zijn er bezwaren tegen in gebracht. Tot aan de synode toe. Over die bezwaren heeft de synode van Zwolle-Zuid nu uitspraken gedaan.
Helaas heeft de bespreking voortdurend achter gesloten deuren plaatsgevonden. Daardoor kan de manier van behandelen en de weg waarlangs tot de uitspraken is gekomen niet worden meebeleefd. Dat blijft voor ons onacceptabel: een zaak die zo'n brede en diepe impact heeft op kerkleden en gemeenten mag niet in het geheim worden behandeld. Het is noodzakelijk dat de kerk weet hoe tot de conclusies is gekomen van zo'n ingrijpende zaak voor vele levens. Temeer nog omdat het in de bespreking ter synode helemaal niet ging over specifieke personen, zo verzekerde een afgevaardigde ons.
Bovendien gaat het over een beleid van een kerkenraad dat publiek via een brochure wordt aangeboden. Niks geheims dus.
De verklaring die de synode tenslotte uitsprak is maar summier en biedt geen gedegen argumentatie. Toch worden er wel fundamentele conclusies getrokken. Het is dus alleszins de moeite waard om er aandacht aan te geven.

Beleid

Het beleid van genoemde kerk kan het best worden weergegeven door een samenvatting die haar brochure zelf biedt.

"In de kerk is er plaats voor homoseksuelen. De herder Christus wil ook hen in zijn kudde hebben. De kerkenraad is van mening dat de Bijbel aangeeft dat seksuele gemeenschap is voorbehouden aan de met elkaar gehuwde man en vrouw. Het samen voeren van één huishouden door mensen die verliefd zijn op elkaar wordt door de raad nadrukkelijk afgeraden, omdat dit de drempel naar seksueel verkeer tussen hen verlaagt. Indien door hen toch ? in eigen verantwoordelijkheid ? een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd, vraagt de kerkenraad van hen een belofte van seksuele onthouding. Met toepassing van de tucht wordt terughoudend opgetreden. De gemeente dient te werken aan een veilig klimaat voor alle leden van de gemeente."

Met veel in deze samenvatting kunnen we van harte instemmen. Maar de bezwaren richtten zich op het 'nadrukkelijk afraden'. De vraag die gesteld werd is of 'afraden' niet 'afwijzen' zou moeten zijn. Afwijzen heeft meer en andere consequenties dan afraden. Dat laatste kun je naast je neerleggen immers? Bovendien, waarom moet "terughoudend" met de tucht worden opgetreden. De tucht is immers bedoeld als liefdevol middel tot behoud?

Verklaring

De synode heeft nu dus een besluit1 genomen. Dat besluit is echter niet openbaar gemaakt. Opnieuw blijven we in de schemering welke argumenten en motieven ('gronden') de synode precies heeft gehad om tot de verklaring te komen. Op zijn minst moeten we toch weten hoe de Schrift is gehanteerd en welke Schriftplaatsen zijn gebruikt om tot deze (vergaande) uitspraken te komen?
Bovendien het besluit en zijn gronden moeten beschikbaar komen voor toepassing in allerlei situaties. Het besluit betreft immers geen vertrouwelijk kerkenraadsbeleid dat specifiek gericht is op een bepaald individu. Het is daarom onmogelijk om het synodebesluit geheim te houden, nog afgezien van het onethische van onzichtbare en oncontroleerbare uitgangspunten voor pastorale bearbeiding.

Met het uitgangspunt van de synode kunnen we geheel instemmen:

Duidelijk uitgangspunt voor de GS is dat seksueel verkeer tussen mensen van hetzelfde geslacht in het licht van Gods liefdewet onaanvaardbaar is.

Maar vervolgens vraagt de synode zich af hoe dit uitgangspunt "in bijzondere situaties" toe te passen. We vragen hier: wat bedoelt de synode met 'bijzondere situaties'? Daar kunnen we hier alleen maar naar gissen. In de brochure van Almelo gaat het daar niet over, volgens ons. Dat geeft algemeen beleid en is zó toe te passen in andere kerken.
Maar hoe dan ook, de synode doet twee uitspraken.De eerste is:

dat de betreffende kerkenraad het samenwonen van homofiele broeders en zusters die een affectieve relatie met elkaar hebben onder de belofte van uitsluiting van sexuele omgang dient af te wijzen;

Het is duidelijk dat hiermee het beleid van de kerkenraad wordt gecorrigeerd. 'Afraden' is 'afwijzen' geworden. En dat lijkt ons terecht. Het is niet goed dat twee mensen die liefde voor elkaar hebben opgevat onder één dak samenwonen, nog afgezien ervan dat die liefde zélf zich al niet met het synodeuitgangspunt verdraagt. Eerlijk leven voor God en elkaar wordt zo vrijwel onmogelijk. En voor de 'buitenwereld' geeft men de indruk dat ook in de kerk dit samenleven geoorloofd is. Men kan dan wel, zoals de brochure wil, "wanneer het van pas komt" aan medechristenen en buitenstaanders duidelijk maken dat er geen sprake is van seksuele omgang, toch gaat er een heel verkeerd signaal naar de samenleven uit en zet men medechristenen op een verkeerd been.

Het beleid van Almelo stelt dat "met toepassing van de tucht terughoudend (wordt) opgetreden". De tweede uitspraak van de synode lijkt daaraan gerelateerd:

dat of en op welk moment deze afwijzing gepaard moet gaan met de kerkelijke tucht zoals beschreven in art. 76 KO beoordeeld dient te worden door de betreffende kerkenraad zelf omdat dat behoort tot de pastorale ruimte die een kerkenraad heeft in concrete situaties.

Artikel 76 zegt dat de toegang tot het heilig Avondmaal moet worden ontzegd aan hem die "de kerkelijke vermaning hardnekkig verwerpt of die een openbare of in ander opzicht een ernstige zonde begaan heeft". Als na "talrijke vermaningen geen enkel teken van berouw" wordt getoond zal zo iemand worden geëxcommuniceerd.
Afhouding van het heilig Avondmaal en excommunicatie! Zware maatregelen dus. Maar het moet opvallen dat daarvan pas sprake is bij hardnekkig verwerpen van talrijke vermaningen, en geen enkel teken van berouw.
Het typeert het gereformeerde pastoraat dat er heel veel liefdevol geduld is met de zondaar. Veel liefde om hem weer op het rechte pad te brengen. Tot bekering en berouw te bewegen zodat, in de eerste plaats, zijn verhouding met de Here weer recht is. Alleen wanneer er daarvan geen tekenen komen worden de middelen van de tucht ingezet. Maar dan ook daadwerkelijk. Tot en met de toepassing van de kerkelijke ban als ultieme poging de zondaar te behouden voor Christus.

Censurabel of miserabel

Het lijkt op het eerste gezicht ook zo verwoord in de uitspraak van de synode. Toch hebben we er grote moeite mee. Het is maar een klein woordje maar met grote betekenis. De uitspraak begint met 'of'. Dat maakt duidelijk dat de kerkenraad de keuze heeft de middelen van art. 76 niet toe te passen ook al verwerpt de zondaar 'talrijke vermaningen'. Zeker, een kerkenraad heeft 'de ruimte' om te bepalen wanneer de censurele middelen worden ingezet maar mag ze beslist niet achterwege laten wil ze de naam 'kerk' niet verliezen. Die ruimte-van-'of' is er niet in gereformeerde kerken.

Alweer, we weten niet wat de synode allemaal heeft overwogen en hoe men precies tot deze uitspraak, die het karakter van een compromis lijkt te hebben, gekomen is. Heeft hier, in elk geval voor ons 'onder water', het vaak gehanteerde verschil tussen miserabel en censurabel misschien een rol gespeeld? Zou het homoseksueel samenleven (met kuisheidsbelofte) als miserabel zijn gekwalificeerd en dus niet censurabel geacht naar art. 76?
Waarom heeft men het eigenlijk niet gelaten bij de eerste uitspraak zoals die heel simpel had kunnen luiden:

dat de betreffende kerkenraad het samenwonen van homofiele broeders en zusters die een affectieve relatie met elkaar hebben onder de belofte van uitsluiting van sexuele omgang censurabel moet achten.

Punt. Dat is voldoende. Dat censuur in de praktijk met grote wijsheid en geduld moet worden geoefend is duidelijk voor elke rechtgeaarde gereformeerde kerkenraad. Daar is geen tweede uitspraak voor nodig.
Kortom, hier is onzes inziens iets ernstig misgegaan. Hier wordt een ruimte aan kerkenraden geboden die niet overeenkomstig de normen van de Schrift is zoals die praktisch gestalte hebben gekregen in de kerkorde.

Helderheid

Laat men niet menen dat dit alleen maar wat probleemmakerij is van verontrusten. Niet alleen binnen deze kringen wordt de tegenstrijdigheid van de uitspraken gelaakt maar ook b.v. in de COC homobeweging. Onder de kop Dubbelzinnig was op hun website onder meer het volgende te lezen:

De beleidsuitspraak van de Almelose kerkenraad wordt nu dus in principe afgewezen door de Generale Synode. Het ?afraden? van het samenwonen van celibatair homofiele gemeenteleden volstaat volgens de Generale Synode niet, dat dient ronduit afgewezen te worden.

Maar de uitspraak krijgt iets dubbelzinnigs, omdat tegelijkertijd erkend wordt dat de kerkenraad de ?pastorale ruimte? heeft om te besluiten toch de kerkelijk tucht niet toe te passen bij celibatair samenwonende homofiele gemeenteleden. In de praktijk kan de kerkenraad van Almelo het gevoerde beleid dus gewoon voortzetten.

Ze hebben het daar goed aangevoeld.
Het lijkt alsof de synode een voorbeeld aan de ChristenUnie heeft genomen rond de kwestie van de publieke vertegenwoordiging van homoseksueel samenlevenden. Ook in die kringen wordt die vorm van samenleven afgewezen. Maar of daaraan consequenties moeten worden verbonden in de zin van dat zulke leden de partij niet publiek kunnen vertegenwoordigen, daartoe was de partij niet bereid. De beslissing daarover zou liggen bij lokale selectiecommissies. Het past bijna een op een op het synodebesluit.
Daarom lijkt de conclusie niet uit de lucht gegrepen dat er een fundamentele verschuiving bezig is in de kerken en christelijke organisaties op dit punt. En als we even terugdenken, zijn de besluiten rond echtscheiding en hertrouwen eigenlijk ook al geen voorbeelden van 'afwijzen' en toch toelaten (zonder tucht) in veel gevallen?
Een diepere analyse van al deze deelverschuivingen is nodig. Heeft dat niet alles te maken met een andere visie op de Heilige Schrift in het christenleven?
Maar het voert te ver om dat hier nu verder uit te werken.


Geëmeriteerde ketterijen

 

Er zwerven al een hele tijd bezwaren rond tegen uitlatingen van prof. dr. J. Douma, zo stelde synodelid ds. Van der Laan. En daar heeft hij gelijk in. Want heel veel gereformeerde mensen hebben moeite met de richting waarin deze gepensioneerde hoogleraar van de Theologische Universiteit in Kampen zich uitlaat over de eerste hoofdstukken van de Heilige Schrift. Daar is behoorlijke verontrusting over.
Inmiddels hebben een aantal broeders en een zuster de moeite genomen om hun problemen met Douma's opvattingen helder op papier te zetten en via de kerkelijke weg het oordeel daarover van de generale synode te vragen. En zo kwam in een eerdere sessie het bezwaarschrift van zr. S.T. Bolt aan de orde2 en was nu het bezwaarschrift van de brs. A. Capellen en G. de Ruiter aan de beurt.

Waar gaat het om?

Het komt er op neer dat we volgens prof. Douma rustig mogen geloven dat er miljarden jaren geleden een oerknal is geweest van waaruit alles in de wereld en het heelal is ontstaan. Dus ook dat de mens mogelijk is geëvolueerd uit een aap. Als we daarbij maar vasthouden dat God alles scheppend heeft geleid. Zie hiervoor de meer gedetailleerde beschrijving op www.synodezwollezuid.nl.
Het wordt dan natuurlijk een beetje moeilijk met de uitleg van Genesis 1. Daar immers wordt beschreven hoe de almachtige God in zes dagen alle dingen van uit het niets 'gewoon' riep "en het stond er". En het was gelijk goed, "zeer goed".
Douma's 'oplossing' daarvoor is dat het verhaal van Genesis 1 door Mozes zelf is bedacht om de wording van de wereld voor de mensen van toen een beetje begrijpelijker te maken. Hij heeft daarvoor het schema van de week, zoals zij die toen al kenden, genomen en het ontstaan van allerlei dingen die de mensen om hen heen zagen verdeeld over zes dagen. Om zo stukje bij beetje een indruk gegeven van Gods scheppingswerk.
Prof. Douma kan niet meer geloven dat wat er staat in Genesis 1 werkelijk gebeurd is. Een van zijn belangrijkste argumenten is dat er toch geen licht op de eerste scheppingsdagen kan zijn geweest als pas op de vierde dag zon, maan en sterren zijn geschapen? Dat 'klopt' niet.
Prof. Douma heeft zijn ideeën neergelegd in een boekje Genesis dat mee als basis dient voor een landelijke cursus over het Oude Testament die hij geeft.
Verder komen zijn opvattingen ook tot uiting in een tweetal artikelen in het ND waarin hij christenwetenschappers in bescherming neemt tegen 'fundamentalisten' die willen vasthouden aan de letterlijk opvatting van het scheppingsverhaal en die de legitimiteit van gedachten over de oerknal en evolutionistische ontwikkelingen van miljarden jaren betwisten.

Het zal duidelijk zijn dat hier een hele grote verschuiving in denken heeft plaatsgevonden. Tot nu toe werden in onze gereformeerde kerken dit soort gedachten afgewezen als in strijd met de Schrift. Daarvan zijn talloze voorbeelden te geven in boeken, preken, catechisatie en onderwijs. Alle reden dus om hier een oordeel over te vragen van de synodevergadering waarin alle kerken zijn vertegenwoordigd.
Nu kun je kennelijk tegenwoordig niet zomaar met dit soort bezwaren tegen een (vroegere) docent van de TU bij een synode aankloppen ook al betreft het publieke uitlatingen. Er moet eerst persoonlijk met de betreffende docent worden gesproken. Als er geen overstemming wordt bereikt behoort de klacht bij het College van Toezicht (CvT) van de Theologische Universiteit te worden ingediend. En als dát ook geen positief resultaat oplevert, dan kan een oordeel van de synode worden gevraagd. Het zal duidelijk zijn dat dit geen simpele 'one stop shopping' is.

Nul op het request

Het is zeer noodzakelijk, gezien het belang van de zaak, dat de kerken zich uitspreken. Heeft de synode zich inhoudelijk met de argumenten bezig gehouden?
Nee, de synode wees instemming met de aangedragen bezwaren af om een drietal redenen. We lopen ze langs.

In de eerste plaats, de synode is het met de curatoren eens dat de bezwaren tegen Douma's boekje te laat bij hen is ingediend3. Dat hadden de indieners "met de nodige zorgvuldigheid, dat is binnen gepaste tijd4" moeten doen. Ze hebben dus niks meer te zoeken op deze synode. Jammer dan.
Een ketterij is dus gelegitimeerd als de termijn om is?
In de tweede plaats zou het in de gewraakte ND-artikelen alleen maar gaan over "ondoordacht veroordelen" van christenen die oerknal en evolutie verdedigen. Dat deden de bezwaarden kennelijk.
Tenslotte moet worden bedacht volgens de synode, dat er 'altijd al' zo geworsteld is met vragen rond Genesis 1. Niks nieuws dus, want ook Augustus, Kuyper en Schilder hadden allerlei verschillende ideeën over de schepping en kregen daar de ruimte voor.
Kortom, in dit rijtje prominente namen is ook ruimte voor prof. Douma.

En aldus geschiedde. Geen enkele discussie, de bezwaarden werden bijna routineus terug verwezen naar het College van Toezicht. Waar zij overigens net vandaan kwamen.
Wat moeten we hier eigenlijk nog over zeggen? Bezwaar tegen maken? Het publiek verwijt van de preses weer aanhoren dat wij en anderen een 'boze tong' hebben?
Er was in elk geval één afgevaardigde vanuit onverdachte hoek5 die het synodale vraag-en-niet-antwoord spel over de schoenen begon te lopen. Hij diende een compleet ordevoorstel in om recht te doen aan de bezwaarden. We laten het hier volgen als een monument van eer.

Ordevoorstel

De Generale Synode

besluit:

het curatorium op te dragen alsnog een antwoord aan appellanten te concipiëren en aan de synode voor te leggen, dat inhoudelijk ingaat op de door appellanten aangedragen argumenten.

Gronden:

  1. het curatorium heeft appellanten in hun bezwaar beantwoord met argumenten ontleend uit de kerkhistorische context, waar appellanten om gevraagd hadden noch mee gediend zijn.
  2. het curatorium heeft de bezwaren tegen de publicatie 'Woord op Schrift', thematisch overeenkomend met het bezwaar tegen de publicaties van prof. Dr. J. Douma, op adequate wijze van een weerwoord voorzien en derhalve afgewezen. Dit rechtvaardigt vertrouwen dat in deze geest ook appellanten beantwoord kunnen worden.
  3. appellanten noemen drie bezwaren (tegen de waarschijnlijkheid van evolutionistische ontwikkeling; de scheppingsopenbaring als geloofsgetuigenis in kadervertelling; het niet letterlijk nemen van de scheppingsdagen vanwege het licht) die om een inhoudelijk weerwoord vragen. Ook de bezwaren van appellanten tegen de publicatie 'Genesis' verdienen een gerichte beantwoording. Het curatorium heeft zich ten onrechte op verjaring beroepen daar de regel pas in 2005 van kracht werd en de publicatie in 2004 verscheen. Het curatorium mag in staat worden geacht om de aangedragen bezwaren afdoende recht te doen en te wegen.
  4. deze Generale Synode is verantwoordelijk om, geadviseerd door haar ter zake deskundige deputaten, aan appellanten antwoord te geven.

Besluit:

in afwachting van afhandeling van het bezwaarschrift door te gaan met de zaken van de Theologische Universiteit.

Grond:

de zaak van appellanten vormt in dit stadium van afhandeling geen verhindering om afhandeling van de besluitvorming aangaande de Theologische Universiteit af te ronden.

Meppel, 19 juni 2008.

-----------------

Soms voel je de neiging als verslaggever 'ja' of 'boe' te roepen. Bij dit voorstel moest een neiging om te applaudisseren worden onderdrukt. Dit was nou precies de spijker op de kop! Zou het lukken om alsnog een fatsoenlijk inhoudelijk antwoord te krijgen?

De preses gaf gelegenheid voor een tweede ronde over het commissievoorstel en het ordevoorstel.
Niemand meldde zich.

Vervolgens werd nadat commissiewoordvoerder Hoksbergen het ordevoorstel bekwaam had weggeschoffeld, het commissievoorstel met 1 stem tegen en 1 onthouding aangenomen?

We verwijzen voor ons commentaar naar de titel van deze impressie.
Ja, nog één ding. Dwalingen gaan voor God nooit met pensioen. Of ze nu van Augustinus of Douma komen.

Kampen-Noord, een blauwdruk

Op deze vrijdag werd nog een ander cruciaal besluit genomen, n.l. in de kwestie Kampen-Noord. Ook deze zaak werd volledig achter gesloten deuren behandeld. Zelfs toen 's avonds om ongeveer half tien het agendapunt was afgewerkt en de gebruikelijke dagsluiting met Schriftlezing, meditatie en gebed werd gehouden moesten de aanwezige verslaggevers daarvóór weer verdwijnen.

Inmiddels waren veel gemeenteleden uit Kampen-Noord/Ichthus en andere plaatsen de kerkhal binnengestroomd. Ook ds. Hoogendoorn en echtgenote waren aanwezig om een beloofde verklaring aan te horen en het besluit in ontvangst te nemen. Moed kun je hun in elk geval niet ontzeggen!
Het besluit en de verklaring zijn te vinden in het Synode Zwolle-Zuid - Verslag 12.

Met het besluit op deze avond is de kwestie Kampen-Noord evenwel nog niet geëindigd voor de synode. Want er liggen vier documenten van kerkenraad en predikant van Kampen-Noord/Ichthus op de synodetafel:

  1. een revisieverzoek van de kerkenraad van onderdelen van de besluiten van de synode van Amersfoort-Centrum over Kampen-Noord
  2. een appelschrift van de kerkenraad tegen het besluit van Classis Kampen van 23 september 2004 ('alle ambtsdragers moeten terugtreden').
  3. een appelschrift van de kerkenraad tegen het besluit van Classis Kampen van 19 october 2004 ('afzetting van de predikant')
  4. een appelschrift van de predikant inzake zijn positie als predikant (over de plicht tot levensonderhoud (traktement) en bewoning van de pastorie.

Deze vrijdagavond is alleen een besluit genomen over het revisieverzoek dat vraagt om een herziening van een aantal onjuistheden in de Amersfoortse uitspraken.
De synode van Zwolle-Zuid sprak uit: niet aan voldoen aan de verzoeken, aan geen enkele van de 12!
Want volgens de synode heeft de vorige synode alles overwogen en is van geen besluit aangetoond dat die onvolkomen of fout was. Een perfecte Amersfoortse behandeling van deze zaak dus, zegt de synode in feite. Er valt niets te herzien.
Om te laten zien dat ze haar werk goed heeft gedaan heeft de synode bij dit besluit ook nog laten zien hoe ze de uitspraken van de Amersfoortse synode heeft getoetst. En dat is belangrijk. Nu valt er in elk geval 'na te rekenen' hoe de synode tot haar oordeel is gekomen. Het moet hier, tussen haakjes, (weer) even van het hart hoe goed het zou zijn geweest dat de zittingen wel openbaar waren geweest zodat de gang naar het oordeel transparant was geworden. Kennelijk heeft de synode dit nu toch enigszins willen compenseren door een (erg) korte toelichting. Maar het blijft schrijnend dat zelfs het verzoek van de predikant niet gehonoreerd werd om de vergadering bij te wonen. Dat gaat toch in tegen elk rechtsgevoel6? Het is zelfs de vraag of hij het verslag van de bespreking ontvangt, zo hebben we begrepen.

Wat betekent het besluit?

Het besluit betekent dat het GKv-kerkverband de kerkenraad van Kampen-Noord(Ichthus) definitief onwettig vindt. De gemeente behoort dus niet meer als kerkgemeenschap tot het verband van de vrijgemaakte kerken en is dus 'buitenverband' geraakt. Daarmee zijn de kerkelijke banden tussen deze gemeente, haar kerkenraad en haar predikant officieel doorgesneden. Bijwonen van haar kerkdiensten en voorgaan daar is in wezen kerkelijk illegaal gezien vanuit het vrijgemaakte kerkverband. Attestaties zullen niet meer worden verstrekt. De predikant mag definitief niet meer voorgaan in vrijgemaakte kerkdiensten.

Hoe verder?

De synode heeft een wat cryptische toevoeging aan het besluit toegevoegd nl.

De kerkenraad van Kampen-Noord (Ichthus) dient zich bereid te verklaren om mee te werken aan herstel van de eenheid van de Gereformeerde Kerk te Kampen-Noord en daarbij de ruimte te gebruiken die de kerkelijke besluitvorming van de GS Amersfoort-Centrum 2005 biedt.
En:
In deze weg kan er voor ds. E. Hoogendoorn ruimte komen om weer beroepbaar dienaar van het Woord binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland te zijn.

Het lijkt er op dat hier openingen worden geboden om toch weer het been in het gelid te trekken. Maar dan zal er wel aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan.
Nu verwachten wij dat "meewerken aan herstel van de eenheid" geen bezwaar zal ontmoeten. Daar heeft deze kerkenraad immers steeds blijk van gegeven?
Maar wat is die "ruimte" die gebruikt moet worden?
Herlezing van de art. 67 Acta Amersfoort-Centrum leidt niet tot een andere conclusie dan dat de kerkenraad Kampen-Noord(Ichthus) en zijn predikant moeten erkennen dat zij geen ambtsdragers meer zijn en ten onrechte hun ambtelijke arbeid hebben voortgezet.
Als díe ruimte gebruikt wordt dan kán er ruimte komen om mogelijk wéér 'binnenverbander' te worden.

Het is hier en nu niet de plaats en gelegenheid om het besluit over het revisieverzoek van de gereformeerde kerkenraad van Kampen-Noord/Ichthus diep te analyseren. Dat hopen we op de site www.synodezwollezuid.nl te doen. Dan kan daarbij ook het resultaat van de nog volgende gesprekken tussen de synode en Kampen-Noord(Ichthus) worden betrokken.
Maar we willen wel een aantal observaties kwijt.

Confessionele koers

In heel deze zaak wordt steeds weer bezworen van de kant van Kampen-Noord(Eudokia) en de synodes dat het in deze kwestie niet gaat om confessionele verschillen of zaken die in strijd zijn met de Heilige Schrift. Men wil de moeiten graag in het persoonlijke vlak zien. Daardoor zou er geen samenwerking in de kerkenraad mogelijk zijn geweest. Het is beslist geen "confessioneel conflict".
Maar laten we eens mogen citeren uit een brief vanuit onverdachte hoek. Op 6 oktober 2004 schreef, drs. A.L.Th. de Bruijne, docent aan de TU en lid van de gemeente Kampen-Noord een brief aan zijn gemeente. Hij meldt daarin dat hij zich persoonlijk met de problemen heeft ingelaten. Daarbij wil hij "onpartijdig" opereren en heeft "doorgevraagd" over de "visieverschillen". Dat leverde de volgende punten op:

  1. verschillen over tucht
  2. verschillen over jeugdbeleid
  3. verschillen over de prediking
  4. verschillen over 'menscentrische' tendensen

Er was dus, zo is onze conclusie, wel meer aan de hand dan zoals vaak oppervlakkig wordt beweerd dat het alleen maar ging om 'moeilijke' broeders in de kerkenraad. Terecht zegt De Bruijne dat deze zaken ook in veel andere kerken in ons kerkverband spelen, dat weten we uit ervaring. Hij vindt het te ver gaan om "concrete situaties" te gaan beschrijven maar constateert wel dat de predikant en de 'minderheid' oordelen dat "met de visieverschillen wel het fundament van de kerk in geding is". Maar prof. De Bruijne's persoonlijke mening is dat het gaat over "de manier waarop je in concrete gevallen het best te werk kunt gaan" en dat de visieverschillen zeker "niet kerkscheidend" zijn.

Verder kan gewezen worden op de verwijten die ds. Hoogendoorn destijds werden gemaakt in het gewraakte rapport dat tegen de wil van een deel van de kerkenraad in 2003 de gemeente werd ingezonden. Wat stond daar ook weer (o.m.) in? We citeren een klein stukje:

"de predikant wekt de indruk in de vergadering te opereren vanuit een set overtuigingen (m.b.t. onderwerpen). Deze overtuigingen worden vereenzelvigd met een fundamentele visie en gereformeerd-zijn".

Wat in elk geval hieruit ontegenzeggelijk duidelijk kan zijn is, dat het om (veel) meer ging dan om mensen die slecht met elkaar door één deur kunnen. Ongetwijfeld gaan ook persoonlijkheidsverschillen een rol spelen als het spannend in de kerk wordt. De kerkgeschiedenis getuigt er overvloedig van. Maar wil je echt taxeren wat er in Kampen aan de hand was (is) dan is het nodig om daar niet in te blijven steken maar de ontwikkelingen in de kerken daarbij te betrekken. Daarvan is Kampen een exponent van geworden.
Want een orthodox gereformeerde predikant waarop niets valt aan te merken in confessioneel opzicht, die zijn taak als herder en leraar naar de Schrift vervult, zijn werk in de gemeente trouw verricht, bleek niet te passen in het profiel dat een gegroeide meerderheid in de kerkenraad en docenten van de universiteit voor ogen hebben. Hij moest 'dus' weg.
Dan blijken alle middelen het doel te heiligen. De kerkenraadvergaderingen worden onwerkbaar. Hoogleraren blijven weg uit de kerkdiensten waar de predikant voorgaat of halen hun kind weg van zijn catechisaties. Classisbesluiten die onwelgevallig zijn worden niet geratificeerd en uitgevoerd, noch de kerkelijke weg gegaan. Beloften geschonden. Informatie achtergehouden7. De predikant publiekelijk te schande gemaakt, belaagd met inhouding van inkomen en bedreigd met uitzetting van zijn woning.
Hier vond "karaktermoord" en "ambtsmoord" plaats, constateerde terecht een emeritus-hoogleraar van de Theologische Universiteit.

Dat is het beeld dat oprijst uit de stukken. Het voorspelt weinig goeds. Kampen kan als 'blauwdruk' worden gebruikt op al die plaatsen waar 'gewoon-gereformeerde' ambtsdragers hun confessionele rug proberen recht te houden. Maar dat zal niet meevallen. Het Kampen-drama is een afschrikwekkend voorbeeld hoe mis het in de kerk kan gaan als het recht struikelt op de straat.
De strijd in Kampen zal zich overigens steeds minder gaan voordoen. Want gereformeerde broeders krijgen steeds minder de gelegenheid om hun gaven in te zetten in kerkenraden en meerdere vergaderingen. Zij passen immers niet in 'het profiel'?

Betrouwbare informatie

Het zal voor veel mensen niet gemakkelijk zijn om de weg te vinden in de brokken die het drama-Kampen heeft gemaakt. Het boek "Het Woord gaat voort?Hoe een kerkenraad in Kampen (weer) geschiedenis schrijft! van kerkhistoricus M.H. Ipenburg kan er goed bij helpen. Het wijst op een heldere manier en sterk gedocumenteerd de weg in deze kerkgeschiedenis. Daarom kan niemand zich verschuilen achter Ich hab's nicht gewusst. Want deze goede leesbare informatie is eenvoudig beschikbaar, ook al wilde Kampen-Noord(Eudokia) er niet aan meewerken "om de synode niet voor de voeten te lopen". Tussen haakjes, zet deze motivatie eens af tegen het feit dat die kerkenraad twee weken voor de synode haar besluit nam een nieuwe predikant bevestigde. Over "voor de voeten lopen" gesproken?
Lees daarom het boek om een eerlijk oordeel te vormen over de strijd die in Kampen-Noord móest worden gevoerd maar die helaas zijn goede einde nog niet heeft gevonden.

Belofte geschonden

We zeiden al dat we nu niet uitgebreid het synodebesluit gaan analyseren en beoordelen. Dat komt wel op de andere site. Maar we willen aandacht vestigen op één kardinaal punt dat een scharnier vormt in het rechtsproces. Het is juist dit punt dat bijna angstvallig uit de synodewinden wordt gehouden. We bedoelen het punt van de afgebroken mediation.

De (nog ongedeelde) kerkenraad van Kampen-Noord besloot tot mediation, een proces waarin een ultieme poging wordt gedaan weer bij elkaar te komen. Alle kerkenraadsleden legden zich als volgt vast:

"Dat alle leden van de kerkenraad met diakenen (KMD) van de Gereformeerde Kerk te Kampen-Noord eenstemmig hebben besloten om met elkaar een mediationtraject in te gaan. Dat zij zich daarbij hebben verbonden tegenover elkaar en tegenover de Mediator dat ieder lid van de KMD zich zal houden aan en gedragen overeenkomstig deze mediationovereenkomst en het NMI Mediation Reglement 2001.

Deelname is vrijwillig maar ieder wil. Echter als men zich tussentijds terugtrekt uit het 20-uren durende traject dan staat daar wel een sanctie op:

"Een lid van de KMD dat zich, vóórdat deze tijd is verstreken uit de mediation wenst terug te trekken wegens voor hem onoverkomelijke moeilijkheden in geweten om het proces van de mediation voort te zetten, is verbonden op de mededeling hiervan zijn lidmaatschap van de KMD met onmiddellijk ingang te beëindigen."

Terugtrekken uit de mediation betekent dus beëindiging kerkenraadslidmaatschap. Stante pede.
Tien kerkenraadsleden trokken zich voortijdig terug. Hielden zij zich aan hun belofte?
Nee, ze bleven 'gewoon in functie'. Dat is gewoon woordbreuk. En vervolgens beslisten zij (zonder rechtsgeldige meerderheid enmet de classiscommissie) dat de hele kerkenraad moest terugtreden, ook die ambtdragers (ds. Hoogendoorn en 9 anderen) die niet op die kerkenraad aanwezig konden zijn.
Een kind kan zien dat hier onrecht is gedaan. En we maken ons sterk als dit voor een onafhankelijke burgerlijke rechter wordt gebracht het oordeel vernietigend zal zijn.
Het is zeer tekenend dat het schenden van de belofte door tien ambtdragers in het besluit van de synode van Amersfoort-Centrum geen enkele aandacht, laat staan veroordeling krijgt. Dát feit krijgt opnieuw geen aandacht, nu in het besluit van Zwolle-Zuid.

Vanuit het beeld van Kampen-Noord dat we eerder schetsten is het volstrekt duidelijk waarom dit feit geen aandacht mag krijgen. Want als hier recht zou worden gesproken en dus de tien voortijdig uit de mediation verdwenen broeders naar hun gegeven woord en de officieel onderschreven overeenkomst geen ambtdrager meer waren, dan zakt de bodem uit alle vonnissen!
Dan vormt ds. Hoogendoorn en zijn medebroeders de wettige kerkenraad van Kampen-Noord want er is geen wettig besluit om de hele kerkenraad inclusief de predikant te laten terugtreden8.
Het kan voor ieder duidelijk zijn dat er wél "sprake is van besluiten van de GS die evident fout en/of onvolkomen" zijn. Echter voor een orthodox-gereformeerde predikant is geen plaats meer in Kampen-Noord(Eudokia).
Dat is het probleem.

 

Koord of strop?

We hebben in Synode Zwolle-Zuid - Verslag 12 vermeld dat de organisatie van onze Theologische Universiteit op de schop gaat, zie voor wat meer details daar. Die reorganisatie is noodzakelijk willen we, zoals de synode van Amersfoort-Centrum besloot, de universiteit laten bekostigen door de staat. Die bekostiging heeft de staat inmiddels afgewezen.
Er is echter een nieuwe wet op het hoger en wetenschappelijk onderwijs, WHW, in voorbereiding waar wij als levensbeschouwelijke universiteit in mee zouden kunnen draaien. We bevinden ons dan in het gezelschap van de universiteit voor Humanistiek te Utrecht, de Theologische Universiteit in Apeldoorn en Protestantse Theologische Universiteit (vroeger syn. geref.) te Kampen (PKN).
We gaan hier niet het hele reilen en zeilen van de TU bespreken, als dat al zou kunnen. Maar misschien is het toch goed om een aantal positief-bedoelde kritische opmerkingen te maken.

Als de overheid financiert stelt zij natuurlijk ook eisen. Ze wil dat gelden uit de gemeenschapkas verantwoord worden besteed.
Een van de middelen daartoe is om een plek te eisen voor overheidstoezicht in de universiteitsorganisatie. Dat zit zo.



De overheid laat 'bestuurlijk' toezicht uitoefenen via de boven aangegeven Raad van Toezicht (RvT). Dit is een college van max. 5 mensen die geen belangen in de universiteit mogen hebben. Het college moet geheel onafhankelijk van de universiteit zijn. De benoeming van de leden gebeurt op basis van door de overheid "vooraf openbaar gemaakte profielen".
De taken van de RvT liggen het op bestuurlijk vlak. Zij benoemt, ontslaat en beloont b.v. de leden van het College van Bestuur, keurt begrotingen, jaarrekening etc. goed, ziet toe op verwerving en doelmatige bestemming van middelen etc., etc.
Daarnaast beschikken de kerken over een Curatorium dat 'kerkelijke' toezicht uitoefent op het confessionele karakter en de wetenschappelijke kwaliteit van de opleiding. Dit college bestaat uit 9 theologen en 2 wetenschappers.

Met de RvT krijgt de overheid een stevige vinger in de pap op het reilen en zeilen van de universiteit. De personen "hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak".
Het is ons niet duidelijk geworden of deze mensen uit onze kerken (kunnen) worden gerecruteerd of dat hun "onafhankelijkheid" overeist dat ze ook geen binding hebben aan de gereformeerde kerken.

Tijdens de presentatie van dit organisatieplaatje verzekerde een lid van het huidige College van Bestuur dat het confessionele toezicht van het onderwijs niet in geding is.
Toch zit er een opmerkelijke relatie in het organogram waarop best een nadere toelichting had mogen worden gegeven. Want is het niet wat vreemd dat het Curatorium rapporteert aan de Raad van Toezicht? Is daarmee het Curatorium toch niet geheel of gedeeltelijk een onderdeel van de RvT geworden? Waarom rapporteert het Curatorium niet rechtstreeks aan de synode? Die is toch zijn opdrachtgever en daar worden toch de zaken die de confessie raken beoordeeld? Er zou toch een volledige onderlinge onafhankelijkheid moeten bestaan tussen RvT en Curatorium als het gaat om de 'geestelijke kwaliteit' van de universiteit?
In dit kader valt het ook op dat het College van Bestuur twee 'bazen' lijkt te hebben, namelijk de RvT en het Curatorium. Waarbij dan in het Curatorium nog weer twee onderbaasjes zijn te onderscheiden: eentje dat toezicht op het confessioneel gehalte en eentje dat de wetenschappelijk kwaliteit van de opleiding bewaakt. Dus eigenlijk functioneel drie bazen. Gaat zoiets werken?

Een gevoel van onbehagen bekruipt je als je nadenkt over de implicaties van deze nieuwe structuur waarin er een stevige knoop9 wordt gelegd in de band met de staat.
Wordt zo toch niet op een onverantwoorde manier zeggenschap uit handen gegeven van een van de meest vitale delen van ons kerkverband: de opleiding tot de dienst van het Woord?
Deze vraag is natuurlijk niet maar theoretisch. De kwestie met de SGP die haar rijkssubsidie verloor omdat ze een onwelgevallig standpunt huldigde t.a.v. participatie van vrouwen in haar partij, ligt nog vers in het geheugen. Is het zo vreemd als straks de overheid als we eenmaal met het zilveren koord aan haar verbonden zijn óók eisen wil gaan stellen aan een 'gebalanceerde' output van vrouwelijke opgeleiden bijvoorbeeld? Of nog een 'heter' onderwerp in dit kader, voorwaarden gaat stellen aan het onderwijs m.b.t. homoseksualiteit op straffe van intrekking van middelen? Je hoort al vragen in de Tweede Kamer: "Mevrouw de Voorzitter, het kan toch niet zo zijn dat de staat homo-onvriendelijk onderwijs bekostigd met centen van de belastingbetaler?"10
We hoeven ons geen illusie te maken: in ons snel seculariserende land kan echt-gereformeerd onderwijs niet voldoen aan het links-liberale predicaat maatschappelijk relevantie. Vroeg of laat zal subsidiëring voor grote problemen zorgen. Het zilveren koord wordt een zilveren strop.
Daarom, als het kerkvolk een duur universitair kenniscentrum kennelijk niet meer kan opbrengen, is het wellicht veel verstandiger om eens diep na te denken over een echte domineesschool van hoog niveau. We hebben als kerken toch primair behoefte aan een hele toevloed van goed-opgeleide predikanten?

In het organogram hebben natuurlijk ook de studenten een plaats. Om hen gaat het immers? 'Veel' tikte men erbij. Maar dat is whistful thinking. 'Veel' studenten zijn er niet. En die er zijn worden lang niet allemaal predikant. Vele theologische studenten schijnen ook liever in andere plaatsen dan Kampen te studeren, zo vernamen we uit de pers.

Daarom zou je verwachten dat één van de opdrachten aan de deputaten-curatoren zou zijn om een diepgaand onderzoek in te stellen naar de oorzaken van de stagnatie in studentenaantallen en afgestudeerde predikanten. Waarom wil 'men' niet bij voorkeur in Kampen studeren? Het is toch onze 'School van de Kerken'?
In zo'n onderzoek zouden een heleboel vragen aan de orde kunnen komen:

Misschien zijn antwoorden op zulke vragen veel belangrijker voor het voortbestaan van de universiteit dan bekostiging door de staat.

 

NOTEN
____________________________________________________________

1 Tenminste we gaan ervan uit dat er een besluit bestaat met uitgebreide gronden.
2 Zie www.skocourant.nl
3 De eerste druk van het boekje Genesis waar de belangrijkste bezwaren zich tegen richten stamt van 2004.
4 Tegenwoordig is die termijn 1 jaar. Je moet er dus vlug bij zijn anders worden je bezwaren verwezen naar de prullenbak. Het motief is dat de medewerkers moeten weten waar ze aan toe zijn. Anders zouden ze te lang in onzekerheid verkeren. Maar is het niet belangrijker dat kerkvolk niet in onzekerheid verkeert?
5 Ds. P.H. van der Laan waarvan we op een heel aantal punten tamelijk van mening verschillen maar die waardering verdient door zijn eerlijke en niet-kerkpolitieke bijdragen.
6 Zie verder de artikelen van C.A. Kabboord hierover de rubriek Kerkverband en Kerkrecht.
7 Denk aan het niet meewerken aan het boek van M
8 Het is nog eens bevestigd door een uitspraak van de Commissie van Beroep: "er (kan) geen sprake zijn van een wettig (meerderheids)besluit van de kerkenraad op maandag 27 september 2004". De synode van Amersfoort-Centrum baseert zich voor de wettigheid van het feitelijke terugtredingsbesluit ook steeds op de "meerderheid van de kerkenraad", zie b.v. haar besluit 9a!
9 In de nieuwe aanvraag voor bekostiging richting minister Plasterk wordt niet gesproken over een 'halve bekostiging' zoals op de synode van Amersfoort-Centrum was afgesproken. Is dat nog wel steeds het uitgangspunt of wordt met de positionering als levensbeschouwelijke universiteit volgens de WHW algehele bekostiging beoogd?
10 Zie als voorbeeld hoe onze synode op de voet wordt gevolgd door het COC als eerder in dit artikel aangegeven.