Printen

Om te huilen - Synode-impressie 9

D.J. Bolt
19-06-08

Generale Synode 13 juni 2008

Ook op deze lange vrijdag kwamen van negen uur 's ochtends tot tien uur 's avonds weer belangwekkende onderwerpen aan de orde. Het ging over de wetten van de Here: het vierde gebod en het zevende gebod1. Maar ook werd de bespreking van allerlei zaken rond kerkelijke eenheid en contacten voortgezet.
Genoeg om daar aandacht aan te geven.

VIERDE GEBOD EN ZONDAG

Het gordijn is gevallen. Zo kun je de twee besluiten van de synode over 'vierde gebod en zondag' wel karakteriseren. Alle ingebrachte (revisieverzoeken) werden met algemene stemmen afgewezen op 1 onthouding na.
Dat betekent dat in de gereformeerde kerken vrijgemaakt definitief mag worden geleerd dat onze zondagse rustdag een menselijke instelling is.
Fini.
We hebben de behoefte daar een paar kantekeningen bij te maken en zullen dat doen bij de behandeling van ons eigen revisieverzoek. Voorzover ik kan zien waren de andere verzoeken er ook op gericht deze besluiten van vorige synoden te laten herroepen.

Behandeling
Wij zijn zelf ook bij deze zaak betrokken omdat ook wij een revisieverzoek2 hadden ingediend. Daarin hebben we een poging gedaan om het verband tussen onze rustdag en het vierde gebod aan te tonen. Schriftbewijs geleverd, om het wat deftig te zeggen.
We verzochten de synode om dat bewijs als naar Gods Woord te aanvaarden en dienovereenkomstig de besluiten van de vorige synode te corrigeren. Of aan te geven waar het 'lek' in ons denken zit.

De synode wees ons verzoek af omdat we het antwoord wel konden vinden in de Handreiking Heerlijke Dag3! Maar dat is merkwaardig.
Want natuurlijk hebben we de Handreiking gelezen, zelfs minutieus bestudeerd en het resultaat daarvan bij ons revisieverzoek gevoegd. Maar de Handreiking geeft geen antwoord waarom ons Schriftbewijs niet juist zou zijn. Tenminste, in alle eerlijkheid, wij zien het niet, eerder het tegendeel.
Het gevoel dat ons bekruipt bij deze besluiten is, dat wat je krijgt als je een arrogante Franse politieman de weg vraagt en hij je een versleten stratenplan in handen duwt en vervolgens wegwandelt. Een onleesbaar stratenplan, ja. We verwijzen slechts naar de discussie tussen ds. M. van Veelen en dr. P.L. Voorberg4. In elk geval kunnen wij de Champs Élysées op het beduimelde vod niet vinden hoeveel onbeschadigde randjes er ook aan zitten.

Nu deed afgevaardigde Van der Jagt een poging om ons nog verder te helpen. Hij stelde de commissie voor óók te verwijzen naar het commissierapport 3.11 dat op de synode van Zuidhorn heeft gediend. Dat was sympatiek. Daarmee zouden we misschien verder kunnen komen.
Maar zelfs zo'n kleine tegemoetkoming aan ons kon geen genade vinden in de ogen van de commissie. Volgens ds. Tiekstra (synodevoorlichter!) was het voldoende uitsluitend naar de Handreiking te verwijzen. De synode moest er zelfs over stemmen om het toch gedaan te krijgen.
Maar hoe goed bedoeld ook, dat commissierapport was natuurlijk ook al intensief bestudeerd door ons. Nog sterker in het revisieverzoek citeren we uit dat rapport deze stelling:

"Het zal waar zijn, dat Gods rusten in Gen. 2:3 een universele betekenis heeft. Maar wie dat constateert, heeft daarmee nog niet aangetoond dat die universele betekenis bestaat in een universeel gebod om van het werk te rusten"5.

En daarop hebben we geprobeerd het Schriftbewijs wél te leveren.
Dus hoezo, br. en zr. Bolt "confronteren zich niet met de behandeling van genoemde Schriftplaatsen" zoals Tiekstra en zijn commissie de synode lieten besluiten?
We schreven o.m. in ons verzoek aan de synode:

"?wij hebben met intense belangstelling deze Handreiking bestudeerd. Met veel van de Handreiking kunnen wij hartelijk instemmen. Maar bij al het positieve dat we in de Handreiking kunnen ontdekken willen we een antwoord vinden op de vraag of het rusten van onze dagelijkse arbeid op onze zondagse rustdag is gegrond op het vierde gebod."

Heeft ds. Tiekstra's commissie onze brief wel echt gelezen?

Onwil-virus
Je merkt in deze synode, niet alleen hier en nu, de onwil om zich inhoudelijk met verzoeken en bezwaren in te laten. Het regent onontvankelijk- en niet-aan-voldoen-besluiten. We zullen er nog meer van laten zien.
Niet alleen trouwens op de synode, het onwil-virus lijkt alle 'niveaus' in onze kerkgemeenschap te hebben aangetast. Het wordt ervaren bij huisbezoeken waar ouderlingen en predikant "geen zin" hebben om op zaken in te gaan of zich daartoe niet in staat menen te voelen. Je merkt het in de omgang binnen de gemeenten, bij andere meerdere vergaderingen. Er is een ondoordringbare muur lijkt het wel om elkaar werkelijk te bereiken.

Definitief
Nu is een van de cruciale punten op deze synode dus definitief afgehandeld, revisie is niet meer mogelijk. Er is een besluit genomen dat naar onze overtuiging tegen Gods Woord in gaat. De rustdag wordt ook een menselijke instelling geacht. Dat kan zonder belemmering zo worden gepreekt.
Zeker, een rechtzinnig predikant in de polder mag naar 'zijn mening' nog wat anders leren. Zo 'tolerant' zijn we tegenwoordig wel. Maar anderen zijn in de eredienst de 'andere mening' allang aan het implementeren. Bijvoorbeeld al parafraserend tijdens de voorlezing van Gods Wet:

Het vierde gebod: "Wees geen slaaf van je werk. Wijd heel je leven aan God"6.

Hier zie je hoe het onschriftuurlijke onderwijs van deputaten-, commissierapporten en synodebesluiten zijn weg vindt naar de gemeente. Het zal zijn gevolgen hebben. Niet het minst voor het hart van ons leven met de Here: de erediensten.
Dat is al te zien.
Bijvoorbeeld aan de middagdiensten.

KERKELIJKE EENHEID

Er kwamen allerlei zaken aan de orde bij de voortzetting van de bespreking over het rapport van de Deputaten Kerkelijke Eenheid (DKE): Het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte (COGG), contacten met de Hersteld Hervormde Kerk (HHK), met de Gereformeerde Kerken in Nederland (hersteld) (GKh) en met de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).

We laten het COGG nu maar even voor wat het is. Een enkele opmerking.
Het was wel grappig dat I.A. Koole secretaris van het COGG, lid van de Gereformeerde Gemeenten een toespraak tot de synode hield. Koole is op persoonlijke titel lid van het COGG, zijn kerken participeren niet.
Het deed mij eigenlijk ook genoegen dat hij aan het eind van zijn toespraak Efeze 4 voorlas uit de Herziene Statenvertaling! Zag ik daar enige vrijgemaakte afgevaardigden hun wenkbrauwen fronsen? In elk geval was de taal glashelder. Ik verwacht zelfs dat de gemeenteleden van ds. Van Veelen7 dit Schriftgedeelte perfect hadden kunnen volgen!

KERKELIJKE EENHEID/Hersteld Hervormde Kerk

Met deze kerkgemeenschap zijn enkele gesprekken geweest: over volkskerk, tucht en 'tweeërlei kinderen in het verbond' (deze week).
Verschillende synodeleden juichten verdere contacten toe ondanks "stevige verschillen" zoals iemand zei. En misschien kan het samen met de CGK.
Het lijkt wel even dringen te worden bij de poorten van de HHK. Vrijgemaakten, 'nieuwe vrijgemaakten', CGK, CGK/Bewaar het Pand. En nu misschien ook nog een combinatie?
Terwijl die kerken nog zo druk zijn met interne opbouw.
Maar gesprekken zijn natuurlijk nooit weg. Men staat er daar ook open voor. M.n. over de prediking is heel wat te zeggen. In het deputatenrapport wordt zelfs vermeld dat hun kritiek op onze prediking niet uit de lucht was gegrepen. Daarvan wilden verschillende afgevaardigden het naadje van de kous weten. Echter het werd niet erg duidelijk. De deputaten wilden in elk geval ook 'de prediking' richting HHK aan de orde stellen.
Het zou mooi zijn als deze besprekingen over de prediking in het openbaar zouden kunnen zodat we allemaal mee kunnen leven.

En passant werd ook gevraagd waarom ook geen contacten met de Gereformeerde Gemeenten werden gelegd. Ja, waarom ook niet.
Het zal worden geprobeerd, zo beloofden de deputaten.

Zo worden kerkelijk elkaars "nieren geproefd". Maar officiëel 'kerkelijk contact' lijkt nog behoorlijk ver weg, volgens de deputaten. Dat lijkt me een terechte conclusie. Want zullen de Hersteld Hervormden (ook) geen grote moeiten hebben met de ontwikkelingen in onze kerken? Voor zover ik deze kerken ken van o.a. hun landelijk "Kerkblad" en van gesprekken, staan hun opvattingen veelzins haaks op de richting waarin onze kerken zich bewegen. Meerdere malen hebben we op onze site Signalen opgenomen waaruit blijkt dat men daar veel meer 'authentiek gereformeerd' denkt terwijl er bij ons steeds meer een liberale geest vaardig wordt die afstand neemt van wat we altijd geloofd en beleden hebben. Leg bijvoorbeeld wat een van hun 'voormannen', ds. R. van Kooten, schrijft in zijn boeken over het vierde en zevende gebod8, maar eens aan tegen de besluiten die juist deze synodedag over deze geboden zijn genomen.
Een wereld van verschil.

Er zal wat anders moeten gebeuren wil dit contact tot kerkelijke eenheid leiden.

 

KERKELIJKE EENHEID/Christelijke Gereformeerde Kerken

Veel tijd en aandacht werd besteed aan onze verhouding met de CGK. Er werden warme woorden over en weer gesproken. Maar daar bleef het niet bij. Verschillende afgevaardigden toonden zich kritisch over de afwijzing van het zogenaamde federatieve groeimodel waarbij de CGK en GKv langzaam naar één kerkgemeenschap zouden groeien zonder dat de afzonderlijke kerkverbanden direct hun zelfstandigheid zouden verliezen. Wel bij elkaar horen maar toch ook nog een zekere mate van eigenheid bewaren. Het was door de CGK zelf voorgesteld maar op hun laatste synode weer ingetrokken. Hun kerken zouden het "niet kunnen dragen".
Afgevaardigden gaven lucht aan hun "diepe teleurstelling" met woorden als "verontwaardiging", "gebrek aan vertrouwen" en "verslagenheid".
Maar anderen tilden er niet zo zwaar aan. Bagatelliseerden de situatie wat. Want we zijn toch geestelijk verbonden, zo probeerde men de emotie te dempen. "Meer zit er niet in" op landelijk niveau. En hebben we ook zelf niet schuld aan de reactie van de CGK, als een "vrijer die al te veel haast heeft?". Daardoor kreeg men daar het gevoel dat men "in een fuik zwom". Maar het lijkt me dat een jongeling het ja-woord van zijn jonge blom mag verwachten ruim voordat hij met pensioen gaat.

Maar waar gaat het eigenlijk om?
De GKv en de CGK erkennen elkaar als ware kerken van Christus. Tenminste, dat werd opnieuw links en rechts op de synode gezegd en niet tegengesproken9. Dan zijn we toch wezenlijk één? Dan moet die eenheid toch daadwerkelijk ook gestalte krijgen?
De christelijke gereformeerde synode wees verdere stappen op de weg naar eenheid af. Zelfs een minieme stap als willen groeien naar meer eenheid.
Wij hebben nu reeds 60(!) jaar een hand uitgestoken naar de CGK. Zijn daarin volgens prof. B. Kamphuis zeer voorzichtig geweest, hebben geen enkele druk uitgeoefend. Maar die hand is opnieuw genegeerd als een vrouwenhand door een moslimman. Kennelijk kun je elkaar erkennen als 'ware kerk van Christus' (nog eens, ik neem aan dat dat inderdaad het geval is) naar wat we belijden in de NGB art. 27-29 maar die eenheid níet willen realiseren. Het wil er bij mij niet in dat dát naar de Schrift is.

Tegelijk wordt het kennelijk wel verantwoord gevonden om plaatselijk samen onder dezelfde Woordverkondiging te zitten, samen het Heilige Avondmaal te vieren en elkaars attestaties te aanvaarden, gezamenlijk catechisaties te verzorgen. Dat is toch puur één-zijn? Wat moet je nog meer doen om geestelijk één te zijn?
Men wil dát nu wél "stimuleren en faciliteren", een federatief groeimodelletje implementeren op dorpsniveau, zou je kunnen zeggen. Kan het niet linksom dan maar rechtsom, lijkt hier de dragende gedachte.
Daar zit mijn grote moeite met de (relatie met de) CGK. Ik kan het niet anders zien dan dat hier sprake is van kerkelijke onwaarachtigheid. Zo handelen heeft meer met kerkpolitiek te maken dan met gehoorzamen aan de leiding van de Geest.

LAT-relatie
Afgevaardigde ds. W. Tiekstra typeerde onze verhouding met de CGK als een LAT-relatie10. Een relatie dus waarin de partners brood en bed naar behoefte delen maar verder hun eigen huis en huishouding handhaven. Hij wilde zelfs nadruk op 'together'.
We begrijpen wat ds. Tiekstra met zijn wat onfrisse vergelijking bedoelt en borduren daar even op door. Als een gereformeerde broeder en zuster er zo'n relatie op na houden komen zij onder tucht. Want het is van tweeën één: óf je trouwt ordentelijk, óf je deelt het bed niet met elkaar (tenminste zo was het tot voor kort).
Dus niks meer togetheren maar snel trouwen.
Anders mag je op je relatie geen zegen verwachten.

Het probleem en zijn oplossing
Het is allemaal zo verschrikkelijk dubbel. Want enerzijds kun je niet ontkomen aan de conclusie dat hier sprake is van kerkisme, een verwijt waarmee de christelijke gereformeerden ons jarenlang graag etiketteerden.
Maar anderzijds kan er ook veel menselijk begrip zijn voor hun afstandelijke houding. Vaak wordt geredeneerd, ook op onze synode, dat het "Bewaar het Pand compartiment" (ds. Gunnink) anders zou hebben afgehaakt. Dus, is het verhaal, het is gewoon een zaak van wijs beleid geweest dat de CGK synode zó heeft besloten. Ze waren anders een smaldeel kwijtgeraakt en daar moet toch wel begrip voor kunnen worden opgebracht.

Echter, het is nodig een spa dieper te spitten. Want de oorzaak moet worden 'ontdekt' waarom er 'vrees' is voor de vrijgemaakten. Dat zit bepaald niet alleen vast op de 'toeeigening van het heil' in de prediking. De zorgen betreffen een veel breder scala van onderwerpen. Zorgen die er ook leven bij verontrusten in de GKv. Dáár zit het probleem.
Wat betekent onze gereformeerde identiteit nog, is een vraag die bij velen binnen en buiten de kerk leeft. En komt in het kielzog van de GKv ook de NGK niet mee met hun zwakke binding aan de belijdenis en vrouwelijke ambtsdragers?
Begrip dus.

Daarom is er maar één ding dat het klimaat tussen CGK en ons wezenlijk kan verbeteren. Dat is ons houden aan het Woord en krachtig allerlei verkeerde ontwikkelingen tegen gaan. Daar zou onze synode een toonbeeld van moeten zijn. Dát zou vertrouwen in boezemen om verder te gaan op de weg van kerkelijke eenheid.
Om de synodale beeldspraak nog een keer te gebruiken, de vrijer moet zijn relatie aanhalen door zijn gedrag te verbeteren.

Tripartite
In dit kader is het ook zo krom om er bij de deputaten op aan te dringen samen met de CGK het gesprek met de NGK aan te gaan over 'binding aan de belijdenis' en vrouwelijke ambtsdragers. Want tegelijk worden op onze synode warme pleidooien gehouden om de NGK onconditioneel in de kerkelijke armen te sluiten. Dan is het toch irreëel om de CGK te vragen met ons het gesprek aan te gaan. Temeer omdat de CGK al eerder nadrukkelijk besloot de kerkelijke contacten met de NGK af te breken juist om deze redenen.
We gaan er nu maar aan voorbij dat de CGK ook t.a.v. deze kerken een landelijk-plaatselijk dubbelspel speelt.
Nee, het was er eigenlijk nooit van gekomen om zo'n tripartite gesprek te voeren, zei prof. Kamphuis. Hij gaf geen reden daarvoor aan. Dat hoeft ook niet want die ligt m.i. voor de hand.

Binnenlandse zusterkerkrelaties
Waar de koninklijke weg in kerken wordt verlaten moet de gang er met allerlei kunst- en vliegwerk in worden gehouden. Zo brak ds. Oosterhuis een lans voor een zusterkerkrelatie met kerken in Nederland. Als eerste zou daarvoor dan de CGK in aanmerking komen. Misschien wordt het dán nog wel wat. Dan kun je mooi allerlei dingen samen doen en toch apart blijven. De gedachte aan Tiekstra's typerende relatie
dringt zich op. Gaan we nu proberen die ook nog te legaliseren?
Gelukkig waren er nogal wat afgevaardigden die hier de hakken in de grond zetten. In elk geval wilden de deputaten er niet mee opgezadeld worden. Het zou bij de CGK wel eens een geïrriteerde reactie kunnen opleveren als groeimodel-beestje onder een andere naam wordt aangeprezen?

Sommige afgevaardigden wilden er landelijk "maar een punt achter zetten". Maar dit lijkt ons geen goed idee. We moeten "blijvend bidden om eenheid" zoals het eerste besluit o.m. terecht zegt.
Maar dan moeten tegelijk ook kerkzonden, kerkpolitiek en kerkisme weg worden gedaan. Voor Gods ogen kan onwaarachtigheid niet bestaan. Dan blaast hij in al ons mooie "stimuleren en faciliteren".

KERKELIJKE EENHEID/Gereformeerde Kerken (hersteld)

Er lag een brief van de Gereformeerde Kerken in Nederland (hersteld) (GKh) ter tafel, klik hier. De brief is een antwoord op het appel dat de synode van Amersfoort-Centrum deed op deze kerken.
De afgevaardigden krijgen gelegenheid om elementen voor te stellen die in een antwoordbrief zouden moeten komen. De redactie van het schrijven zal later ter synode worden vastgesteld.

De voorzitter ds. De Snoo bekende dat het ontstaan en bestaan van de GKh zwaar op de maag ligt. Hij bidt of de Here bereid wil maken om als we het echt fout zien, we het anders gaan doen. Maar in zijn inleiding rechtvaardigt de preses de gang van zaken in de kerken en op de synode. T.a.v. de GKh komt hij niet verder dan dat hij "hun vragen begrijpt maar hun antwoorden niet deelt". En zeker zijn de verschillen "niet kerkscheidend". Laten we niet omkijken maar naar boven zien, adviseert hij.

Afstand
Enkele afgevaardigden vragen daarna het woord. Maar alle warmte die de bespreking over de relatie met de CGK later zou kenmerken is hier ver te zoeken. Elk zelfonderzoek en invoelend vermogen waar díe bespreking zo rijk aan was, wordt hier gemist.
Hoe kan dat toch t.a.v. een broederschap waarmee men nog maar enkele jaren geleden Woord en sacrament deelde?
In het begin van deze impressie hebben we aangegeven dat er een onwil-virus is dat echt doorspreken over de inhoud en achtergronden van moeiten en bezwaren blokkeert. Dat kwam ook in de korte bespreking over de brief van de GKh weer zo duidelijk aan het licht. Want we "bereiken elkaar niet meer", wordt gesteld. En "we moeten de brief niet weerleggen, want er is al genoeg gepraat", zegt een ander. Laten we maar "een timeout" nemen, zegt een derde. Kortom, schei maar uit, het zet toch geen zoden aan de dijk.

Doodzwijgen
In het appel dat de vorige synode op de hersteld gereformeerden deed, wordt opgeroepen het gesprek aan te gaan. Maar terecht klagen de 'herstelden' er in hun brief over dat dat pas nu gedaan wordt. "Jarenlang is de stem van de verontruste broeders en zusters binnen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) doodgezwegen ..." Het appel van de synode aan hen "zou aan kracht hebben gewonnen, wanneer zij had uitgesproken het diep te betreuren dat men broeders en zusters jarenlang liet klagen zonder zich om hun verontrusting te bekommeren".
Zo is het maar net. En wat dat betreft lijken de GKv weinig te hebben geleerd. Nog steeds worden de verontrusten binnen de kerken zoveel mogelijk doodgezwegen. Dat voorspelt niet veel goeds.

Hypocriet
Hoe weinig wordt ingezien wat er werkelijk aan de hand is, kan worden gedemonstreerd met uitlatingen van afgevaardigde ds. Van Zuijlekom. "Als je niet volledig tegemoet komt aan de bezwaren dan krijg je het verwijt dat niet wordt geluisterd", zo bekladt hij. Maar zou dit synodelid een lijstje kunnen aanbieden waarin voor een deel tegemoet gekomen is aan de bezwaarden? Een lijstje met drie punten bijvoorbeeld? Tot nu toe kunnen we geen enkel punt vinden waarin dat het geval is. Met wat voor bijziende bril wordt hier toch naar broeders en zusters gekeken?

Och, zucht ds. Tiekstra, laat de GKh toch nog eens "alles wat gepubliceerd is onbevooroordeeld lezen". Hoe durft hij. Als er één ding de 'GKh-ers' niet verweten kan worden dan is het dat zij hun bezwaren niet uiterst gedocumenteerd in het midden van de kerken hebben neergelegd, argumenten hebben aangedragen, de Schrift open gedaan, de kerkgeschiedenis nageplozen. En daar altijd graag over hebben willen praten.
Maar het punt is men wilde en wil(!) er niet inhoudelijk op ingaan. Zie als markant voorbeeld de gang van zaken rond het vierde gebod zoals beschreven aan het begin van dit verhaal.
Als dan ds. Van Zuijlekom opmerkt dat de synode door zijn optreden laat zien "dat het Woord van de Here ons lief is" dan vinden we zo'n opmerking hypocriet.

EEN CORRECTIE VAN DS. B. LUITEN

In de vorige synodeimpressie deden we een beroep op ds. Luiten zijn opmerkingen richting veronruste broeders en zusters over hun visie op de eredienst terug te nemen of die te onderbouwen.
Ds. Luiten heeft gereageerd met het verzoek onze weergave van zijn bijdrage aan de kerkmuziekbespreking uit te breiden. Dat hebben we gedaan. Die luidt nu als volgt:

"Ds. Luiten heeft zich bijzonder gestoord aan een opmerking in een bijlage van het deputatenrapport als zou "de viering van de bevrijding door Jezus Christus" een "nieuw element" en "nieuwe ervaring" zijn in onze kerken. Ook noemen zij nieuw dat gemeenteleden van object subject zijn geworden. Maar volgens Luiten is die viering toch al jaar en dag een feit als we in de eredienst tot God naderen als zijn volk en wij belijden: u bent onze God? Vieren in de eredienst doen we niet pas als er opwekkingsliederen worden gezongen. Elke week wordt toch het verbond met God vernieuwd? Het ontgaat ds. Luiten "volledig" wat nieuw is.
De predikant denkt dat deze opmerking misschien voortkomt uit een levend misverstand uit de "kritische hoek" van onze kerken. Daar wordt gezegd dat "het eenvoudige horen naar het Woord van God niet meer voldoende is" [cursief djb]. En "gemeenteleden dringen zich op om van alles te zeggen" [cursief djb]. Het zicht op "Woord en antwoord" mist daar, volgens Luiten. Ze zeggen: "Gods Woord en verder niet". Maar het antwoord in gebed en lied is ook essentieel in de eredienst. In díe kringen is dat misschien nieuw. Daarom moet deze opmerking uit de bijlage naar het hoofddocument [van het deputatenrapport, djb]."

Context
Ds. Luiten heeft aangegeven dat hij in zijn synodebijdrage letterlijk een paar zinnen heeft geciteerd uit een brief die br. J.F. Bos, voorzitter van 'De Vijfhoek' hem in het verleden had gestuurd. Met de "kritische hoek" is 'De Vijfhoek' bedoeld en de zinnen waarom het gaat zijn hierboven gecursiveerd. Dat werd niet door mij als verslaggever herkend: ik kende de brief uiteraard niet en ds. Luiten vermeldde ook niet dat hij uit een brief citeerde. Maar goed, het is nu wel duidelijk.

Heeft ds. Luiten met deze citaten uit de brief voldoende onderbouwd dat in "de kritische hoek" "het zicht op "Woord en antwoord" mist?
Inmiddels hebben wij de brief van br. Bos ook gekregen. Laten we de paragraaf waarin de door Luiten aangehaalde zinnen (ongeveer zo) voorkomen in zijn geheel weergeven:

"We zien in de GKv de behoefte aan vernieuwing en vernieuwende elementen in de liturgie toenemen, voor de zoveelste keer in de geschiedenis: een vrije(re) orde van dienst; meer inbreng van gemeenteleden, het veelvuldig zingen van (evangelische, kinder-, of andere vage) liederen, anders dan psalmen, meer accent op menselijk contact tussen voorganger en gemeente, De eredienst wordt ons samenzijn.
Het horen alleen, de eerbiedige luisterhouding, voldoet kennelijk niet meer.
De verschillende synodes hebben ruim baan gemaakt voor deze ontwikkelingen.
De menselijke inbreng wordt vergroot, de eerbied voor de heilige God verschuift naar de achtergrond en er is ruimte voor allerlei (toneelachtige) optredens."

De context van de zin laat zien waar het br. Bos om ging. Er is een verschuiving van het luisteren naar God naar de inbreng van de mens. Dat kan niemand ontkennen, denk ik. Daar moet je beducht voor zijn, want komt zo de mens niet teveel in de aandacht? Het gaat toch in elke eredienst primair om de verkondiging van het Woord? Ons antwoorden staat niet op dat niveau. Om het wat oneerbiedig uit te drukken misschien: Hij zegt wat, en nu zeggen wij weer wat terug, ieder zijn beurt. Want de Here spreekt met kracht en majesteit als zijn Woord wordt verkondigd met gezag en met bevel tot gehoorzaamheid. Wij antwoorden met vreze en beven, met woorden die verantwoord zijn omdat ze voldoen aan de normen van datzelfde Woord.

De visie van br. Bos
Ziet br. Bos dat heel anders zoals ds. Luiten suggereerde in zijn synodebijdrage?
Ik heb hem dat gevraagd. Zijn antwoord is:

"In het artikel in De Reformatie heb ik aan ds. Luiten gevraagd of het niet zo is dat bij hem de leefwereld van de jongeren teveel uitgangspunt is geworden voor het kerkelijke leven. In dat artikel heb ik ook gezegd dat vrijgemaakte theologen hebben willen doordenken over liturgische vragen, maar veranderingen moesten wel worden ingegeven door de Bijbel en niet door de leefwereld van de mensen.
Er staat nergens in mijn verhaal dat Gods Woord alleen maar klinkt in de preek. Er wordt juist gezegd dat de hele eredienst moet voortkomen uit Gods Woord11. De stelling dat Gods Woord alleen maar klinkt in de preek komt zeker niet van mij, noch van een van de andere leden van De Vijfhoek.
Ik vind het echt onzin wat ds. Luiten beweert. Ik heb in de bewuste zin gereageerd op het feit dat de inbreng van de kerkmensen kennelijk steeds belangrijker wordt. Maar daarmee is niet gezegd dat alleen de preek Gods Woord is en de rest er niet toe doet. Dat blijkt wel uit die brief op de site maar dat blijkt ook uit al het andere wat wij over dit onderwerp geschreven hebben."

Waarvan acte.

NOTEN
____________________________________________________________

1 Verslag hiervan vindt u in Synode Zwolle-Zuid - Verslag 10, in de rubriek Synodeverslagen.
2 Zie www.synodezwollezuid.nl voor het integrale revisieverzoek.
3 Besluit 1/grond 4 waarin verwezen werd naar Acta Amersfoort-Centrum 2005 art. 22 besluit 2, dat de volledige tekst van de Handreiking bevat.
4 De Reformatie 1 en 8 maart 2008.
5 Acta Zuidhorn 2002, bijlage 3.11 commissierapport over de materie van sabbat en zondag.
6 Drachten-Z/W, ds. T.P. Nap.
7 Zie Generale Synode Zwolle-Zuid - Verslag 7
8 R. van Kooten, Heiligt Mijn Naam en Mijn dag, en Gij zult niet echtbreken 1 en 2.
9 Tot nu toe hebben we het nergens in de officiële documenten van de Christelijke Gereformeerde Kerken kunnen vinden. Als iemand ons daar eens mee zou kunnen helpen, houden we ons aanbevolen.
10 Living Apart Together.
11 Zie Synode Zwolle-Zuid - Verslag 7, rubriek Synodeverslagen, voor het het hele citaat.