Printen

Knoll'n of citroen'n ien Ten Boer (5)

D.J. Bolt
25-05-07

Vorige week gaf ik een samenvatting van de lezing die prof. dr. G. Kwakkel te Ten Boer hield over " Schriftgezag en het begin van Genesis" .
Daar wil ik nu in een kleine reeks van artikelen wat commentaar op geven.


Een korte discussie

Na de lezing en beantwoording van in de pauze ingediende schriftelijke vragen was er ook nog gelegenheid tot het stellen van een enkele mondelinge vraag. Daar heb ik gebruik van gemaakt. Er ontstond een korte discussie die ik hieronder integraal en letterlijk weergeef.

Bolt:
Ik heb met ontzettend veel interesse geluisterd vanavond naar professor Kwakkel. In de eerste plaats wil ik heel graag mijn dankbaarheid uitspreken dat professor Kwakkel de kadertheorie verwerpt en dat, als ik het goed interpreteer, het toch ook niet een  schriftuurlijke theorie vindt. Professor kwakkel heeft vanavond heel veel tijd besteed - hij heeft het heel vaak genoemd - dat hij het geen Schriftkritiek vindt, of geen reden ziet de aanhangers daarvan van Schriftkritiek te beschuldigen. U voelt waarschijnlijk wel aan dat ik mij als eindredacteur van één in waarheid voel aangesproken omdat wij dat op de site wel doen en ik op de Landelijke Dag ook expliciet in mijn toespraak heb gezegd dat het Schriftkritiek was wat professor Douma en ds. Doedens naar voren brachten.
Mijn punt is dat professor Kwakkel vier argumenten heeft genoemd die volgens deze twee aanhangers de kadertheorie aannemelijk zouden maken. Drie daarvan zijn min of meer natuurwetenschappelijk van aard en de vierde, gebaseerd op Genesis 2, is niet schriftuurlijk volgens professor Kwakkel.
Waarom is hij niet publiek bezig om deze dwaling te weerleggen? Dat is het kernpunt van mijn vraag.

Professor Kwakkel:
De vraag is: Als je deze theorie afwijst waarom weerleg je dan niet publiek deze dwaalleer.
Ik heb de term onschriftuurlijk niet gebruikt, zeker de term dwaalleer niet. Ik zie het meer zo. Bijvoorbeeld, laten we het eens vergelijken met een probleem waar professor Holwerda mee worstelde, de grote getallen in de Bijbel. In Numeri 1 staan heel veel grote getallen over de samenstelling van het volk Israël in de woestijntijd. Alleen de mannen waren al meer dan een miljoen en dan moeten de vrouwen en kinderen er nog bij. Zij trokken door de woestijn. Dat past niet bij wat opgravingen ons laten zien, uit hoeveel mensen dat volk toen bestond. Het past zeker niet bij onze ideeën hoe een zo groot volk door de woestijn kan trekken. Dat speelt natuurlijk geen enkele rol, als de Here een miljoen of vier miljoen mensen door de woestijn wil laten trekken. Dan doet Hij dat met manna, kwakkels en andere middelen. Gelukkig zijn kwakkels in de nieuwe bijbelvertaling vertaald door kwartels, dat bespaart mij een hoop ellende.
Maar dan de theorie van Holwerda. Hij zegt, nou, als daar 1000 staat, het Hebreeuwse woord voor 1000, dat kan ook staan voor een groep soldaten. Het kunnen er best 30 zijn geweest. En dan volgen allerlei ingewikkelde berekeningen hoe het dan gegaan is met die beesten.
Als ik dat afweeg dan zeg ik: ja, volgens mij krijgt u het verhaal niet rond. Volgens mij loopt u vast. Zeg ik dan meteen dat het onschriftuurlijk is? Of zeg ik: Nou, het is mooi geprobeerd als oplossing. Er blijven vragen liggen. Ik wil daar graag met u over doorspreken. Maar dat kan nu natuurlijk niet meer of het moet met andere aanhangers van die theorie.
Dus ben ik het er niet mee eens. Het overtuigt mij niet als theorie. Dat is nog wat anders dan te zeggen: Dit is onschriftuurlijk. Dat valt nog te bezien. Het wordt pas onschriftuurlijk als je samen, ieder weldenkend mens als ik het zo mag zeggen, iedere oprechte christgelovige zegt: Het is volstrekt duidelijk wat er staat, en dat je dan toch 'nee' blijft zeggen. Dat heeft professor Douma nog steeds niet gedaan. En dat ben ik wel met u eens, als ik bijvoorbeeld de argumenten van de kadertheorie lees bij Doedens bijvoorbeeld. Er komen argumenten uit de tekst zelf, en dan komen er inderdaad meer uit de natuurwetenschappen? Of dat voor mij zulke argumenten zijn? Het is voor hem aanleiding om daar nog eens naar te kijken, om de vraag te stellen: Kan het wel die chronologische opvatting? Als aanleiding heb ik daar geen problemen mee. Zoals zegt K. Schilder dat natuurwetenschap aanleiding mag zijn om een vraag aan de exegese te stellen. De beslissing valt bij het onderzoek van de Schrift zelf.

Bolt:
Dat is toch ons gereformeerde uitgangspunt ook? Professor Van Bruggen heeft eens gezegd: Je mag best vragen of Jona een historische figuur is geweest, als het antwoord vervolgens maar 'ja' is. Dat geldt toch ook ten aanzien van Genesis 1? U hebt vanavond aangetoond dat er ten aanzien van Genesis 1 geen schriftuurlijke redenen zijn om de kadertheorie aan te hangen. Dan moeten we die toch afwijzen als christenen? Om niet onder het oordeel van Galaten 1 te vallen of eventueel Openbaring 22? Dat we dingen in de Schrift inlezen die er niet staan? En dat we de zaken omgekeerd voorstellen zoals dat met de kadertheorie gebeurt, waardoor bijvoorbeeld ook het vierde gebod op de helling wordt gezet?

Professor kwakkel:
Kijk, de vraag gaat er nu net bij Genesis 1 over: Hoe is dit gedeelte bedoeld? Daar hebben zij gedachten over ontwikkeld die Augustinus ook al had. Altijd nog een zeer geëerd iemand. En waarvan ik zeg: Nou nee, ik geloof niet dat het een goede gedachte is. Het helpt niet verder. Maar dan mag je toch ook als je te maken hebt met mensen die je kent als mensen die willen luisteren naar de Schrift, die altijd zo gewerkt hebben, die ervoor getekend hebben, dat je daar eens rustig een gesprek met hen over aangaat? Als ze weigeren het gesprek te voeren, of dat ze duidelijk aangeven dat ze de Schrift laten kletsen, kom dan met uw verwijt. Het doet mij verdriet als ik lees van professor Douma en Schriftkritiek. Ik weet niet of hij gereageerd heeft, maar ik denk dat eh, maar ik kan me voorstellen dat hij dat niet gedaan heeft.


Tot zover de discussie, die helaas door de voorzitter werd afgekapt omdat het half elf was geweest.

Een ontoereikend antwoord

Vreemd, zo is het bij mij overgekomen, dit antwoord. Want als een professor een hele avond lang argumenten aanvoert waarom bepaalde theorieën niet stroken met de Schrift, waarom mag je ze dan niet onschriftuurlijk noemen? En waarom niet dwaling als ze een fundamenteel gedeelte van de Heilige Schrift ter discussie stellen?
Als ik prof. Kwakkels lezing en antwoorden goed begrijp hebben we het volgens hem over vrij bediscussiëerbare zaken. Als iemand Genesis 1 historisch vindt prima, dat vindt hij zelf ook. Maar indien niet, ook goed. Ga maar eens "rustig" met de theoreticus in gesprek. Misschien word je wel overtuigd van zijn gelijk.
Klaar.

Bovendien, je mág toch vragen stellen? Onze vroegere exegeses zijn toch niet heiligverklaard?
Kwakkel neemt als voorbeeld wijlen prof. B. Holwerda's bespreking van het grote aantal Israëlieten dat door de woestijn is getrokken. Volgens onze maatstaven een vrijwel onmogelijke logistieke operatie. Holwerda probeert de oplossing te zoeken in de betekenis van het Hebreeuwse woord dat bij ons door duizend is vertaald maar een veel lager aantal zou kunnen aanduiden. Daar heeft Holwerda argumenten voor, hoewel Kwakkel die niet deelt. Maar daarom zeg je toch niet dat Holwerda's benadering onschriftuurlijk is? Dat zeg je pas als "ieder weldenkend mens, iedere oprechte christgelovige zegt: Het is volstrekt duidelijk wat er staat, en dat je dan toch 'nee' blijft zeggen" .

Ik kan hier een eind met prof. Kwakkel in meegaan. Natuurlijk mag je vragen stellen aan de Schrift. Ook als de aanleiding daartoe buiten de Bijbel ligt. En natuurlijk is onderzoek nodig. Als er nieuwe dingen worden ontdekt moeten mogelijk oude inzichten worden herzien. Dat mag zeker ook ten aanzien van de betekenis van een Hebreeuws woord.
Maar er moet meer worden gezegd.
Want de methodische ruimte die hij claimt voor interpretatie van de Schrift is in zijn 'definitie' vrijwel onbegrensd. Er is in de Schrift vrijwel geen tekst(gedeelte) of (ook oprechte) theologen spreken elkaar tegen in hun uitleg. Als we afhankelijk worden van de eensgezindheid van alle "weldenkende mensen" is er geen enkel deel van ons geloof in de Schrift meer ontwijfelbaar. Zelfs met een ultiem versmalde belijdenis als 'Jezus is Heer' kunnen we alle kanten uit[1]. Hoe kunnen met Kwakkels conditie predikanten ooit nog zeggen: Zo zegt de Schrift, zo zegt de Here?

Het tweede is dat zijn 'bewijsmateriaal' - de interpretatie van een Hebreeuws woord - in geen verhouding staat tot de zaak waar het hier om gaat. Het onderwerp in discussie is de schepping door de almachtige God. Zijn onmetelijk werk dat nog elk dag ieder gewoon mens maar niet minder wetenschappers met ontzag en verwondering vervult.
Het gaat om levensvragen: waar komen wij vandaan, wie zijn wij, waar gaan wij heen?
Dat heeft alles te maken met ons dagelijkse leven, met ethiek[2] en met aanbidding van God. Het gaat er om of we, wat de Here ten aanzien van zijn werk heeft geopenbaard, geloven en vertrouwen. Of we het gezag van zijn Woord eerbiedigen dwars tegen ongeloof en tijdgeest in.
Dan is het volstrekt ontoereikend zo'n discussievrijheid te claimen op basis van een onderzoek naar de betekenis van één Hebreeuws woord.

Vrije discussie

Als prof. Kwakkels benadering legitiem is, zijn er wat mij betreft vele zaken die ter vrije discussie gesteld kunnen worden. Want onze menselijke creativiteit in het vinden van alternatieven voor kinderlijk vertrouwend geloof is sterk ontwikkeld. Een paar voorbeelden van ongebreidelde fantasie.
De staf van Mozes die in een slang veranderde: was die misschien een al verstijfde slang die toen Mozes hem voor de voeten van de Farao gooide uit zijn verdoving ontwaakte? En de hand die melaats bleek nadat Mozes hem in zijn overkleed had gestoken: heeft Mozes misschien die gemanipuleerd zodat die er uit zag als melaats? Het ijzer van de bijl dat Elisa liet drijven op water (kan natuurwetenschappelijk natuurlijk absoluut niet): gooide Elisa misschien met de precisie van Davids slinger het stuk hout onder het ijzer zodat het leek alsof het dreef? De Here Jezus liep op water: maar liep Hij misschien op een onder-water-staand vlonder? Ook Petrus kwam naast Hem staan maar dat bleek even teveel voor het wrakke geval? Nog één, schokkender dan voorgaande voorbeelden. Waarom herkenden de volgelingen van de Here Jezus Hem niet na zijn opstanding? Ze waren toch járen met Hem opgetrokken? Het staat er toch maar, zelfs na vele verschijningen: maar sommigen twijfelden[3].

Waarschijnlijk ben ik niet bijster origineel en hebben vele gelovigen en (ongelovige) theologen deze alternatieve 'uitleggingen' allang eens een keer verzonnen en verdedigd. Maar het is een heilloze weg. Er is maar één mogelijkheid om je geloof te behouden: geloof zonder gezien te hebben! Vertrouwen wat de Here zo wonderlijk, onbegrijpelijk, tegennatuurwetenschappelijk heeft geopenbaard, en dat aannemen. Dat wil niet zeggen dat er geen wetenschap bedreven mag worden. Er mag zeker wetenschappelijk onderzoek naar de Schrift worden gedaan. Maar het zal altijd in grote eerbied voor het Woord moeten gebeuren. Het is geen 'object' dat we naar believen mogen beschieten met onze nieuwsgierige of vrijpostige vragen en daar dan vervolgens met onze visies vrij over gaan bakkeleien.
Vragen staat vrij, maar kan niet zonder een gelovig en eerbiedig antwoord.

Allergie

Waarom blijkt prof. Kwakkel zo allergisch voor het woord onschriftuurlijk? En nog veel meer voor het woord Schriftkritiek? Ds. R. van der Wolf vroeg zich dat ook al af in de lezing die hij hield in Zuidhorn vorig jaar en die op de Landelijke Dag werd voorgelezen. En natuurlijk, Schriftkritiek is niet misselijk, dat zeg je inderdaad niet zomaar. Dan is er echt iets aan de hand.

Maar het wordt zo gauw in het persoonlijke vlak getrokken. Zo neemt prof. Kwakkel m.n. prof. J. Douma nogal in bescherming door te wijzen op zijn 'onberispelijke' niet-Schriftkritische verleden. De inbreng van dit subjectieve element vertroebelt en belast echter wel de zaak waarom het gaat.
Het gaat immers niet om een 'Schriftkritische Douma' maar om een Schriftkritisch standpunt dat hij huldigt t.o.v. het begin van de Bijbel. Dan moet je niet gaan wijzen op iemands goede staat van dienst maar de bezwaren voluit serieus nemen.
Bovendien is het juist Douma die de laatste jaren in tal van zaken andere standpunten is gaan innemen dan waar hij vroeger voor stond.[4] Hij lijkt een zekere 'drive' te hebben kerkelijke 'piketpaaltjes' te verzetten en is daar misschien zelfs een tikkeltje trots op[5]. Dan geldt temeer dat je kritisch mag narekenen hoe het komt dat er op zo'n essentieel aspect als de historiciteit van de Genesis nu volstrekt andere geluiden worden geproduceerd.

Iemand van Schriftkritiek betichten, daar mag je terecht van schrikken. En dat moet zeker goed worden onderbouwd. Dus niet zomaar eens wat roepen. En we willen dat ook nader toelichten. Maar eerst moet de vraag worden beantwoord: wat is nu precies Schriftkritiek?

Wordt vervolgd


[1] Vergelijk b.v. dat het eens de 'slogan' van de Wereldraad van Kerken is geweest als ultieme belijdenis waarin ieder zich kon vinden.

[2] Denk aan het zgn cultuurmandaat in Gen. 3:15, rustdag- en huwelijksordannanties in Gen. 2:3 resp 2:24.

[3] Matt. 28:17

[4] Zie Dr. J. Douma, Hoe gaan wij verder.

[5] De Reformatie 18 maart 2000: "Ik zie met genoegen terug op het stuk werk dat ik verricht heb, ook al heeft nou juist dat de meeste reactie opgeroepen" . En verder: "Als positief zie ik, dat een zeer groot deel van de lezers, ik mag wel zeggen het gros ervan, geen moeite had met de standpunten van Trimp en van mij" .