Printen

Waarom eigenlijk nog vrijgemaakt? - De sloop

D.J. Bolt
17-01-09

"Ik roep u op om te kiezen: óf met liefde positief de schouders er onder waarbij opbouwende kritiek vanuit loyaliteit wordt geboden óf na deze synode en de besluiten consequent zijn aan uw eigen waarheid en uit de GKV stappen."

Zo mailde ons een vooraanstaande geruchtmakende predikant uit een van onze grote steden uit de grefo-gordel1. Kiezen of delen dus. Mee met de progressieve stroom in de kerken of anders wegwezen.
Is het ook niet een beetje begrijpelijk? We hébben de afgelopen drie jaren wat kritiek geuit op de gang van zaken in onze kerken. Dat valt lang niet bij iedereen goed. Integendeel, er ís wat bittere gal gespuugd. Voorbeeld van een jonge broeder:

"De weg die jullie bewandelen heeft al jarenlang een eindpunt en dat is richting uitgang vrijgemaakte kerk. Als ik jullie was zou ik de binnenbocht nemen en de rest van jullie geloofsgenoten dit ongelofelijk kleinzielige gedoe besparen."

We begrijpen dat men opgewonden kan raken. Als je zelf enthousiast bent over alle(rlei) veranderingen in de kerk en d'r is een stelletje broeders en zusters dat daar steeds maar weer kritisch op reageert, daar word je toch niet goed van?
In tegenstelling tot anderen hebben we inderdaad tot nu toe niet de binnenbocht genomen maar meegevaren midden in de stroom van de kerkrivier. Bewust, want de kerken zijn ons lief. Velen van de verontrusten hebben hun hele leven erin geleefd, hun geloof er beleden en de Here geloofd. Hun talenten en energie ingezet. Er is een diepe zielsverbondenheid met deze kerken die zoveel rijke gaven van God hebben ontvangen.
"Ongelooflijk kleinzielig"? We troosten ons daarmee dat de Here het hart aanziet. Ons werk is zeker niet vlekkeloos, zonder zonde. We zullen de eersten zijn die dat erkennen. Veel is er voor gebeden om de leiding van de Heilige Geest om op de goede wijze de dingen in het licht te stellen. Dat is kennelijk niet altijd zo ervaren en gelukt. Maar één ding hadden onze kritikasters toch kunnen erkennen dat we niet maar wat geroepen hebben maar steeds met de Schrift, belijdenis en kerkorde hebben geargumenteerd en weersproken. Dan lijkt ons de kwalificatie "ongelooflijk kleinzielig" niet passend.

Dat kan ook blijken uit de moeite die m.n. de redactie van één in waarheid zich getroost heeft om nauwkeurig de handelingen van de synode van Zwolle-Zuid te verslaan en te becommentariëren. Ook daarvan geldt dat heel vaak een kritische noot werd gekraakt.
Wij willen wel kwijt dat dat een last is geworden. Op de een of andere wijze ontstaat er op zo'n 'gebeuren' als een synode toch ook een beetje een band als verslaggever met (verschillen)de broeders. Ook al ben je het niet eens met elkaar en is de kritiek diepgaand toch kun je elkaar als broeders bejegenen. Slechts een beperkt aantal synodebroeders leek daar moeite mee te hebben. Ook de open manier waarin door ons gevraagde informatie werd verstrekt deed weldadig aan. Trouwens, omgekeerd hebben ook wij ruimhartig synodeleden gelegenheid geboden, als wij zaken volgens hen niet juist zagen, hun tegenverhaal onverkort op onze site te zetten. Helaas heeft slechts een enkeling daarvan gebruik gemaakt.
In een goede verstandhouding wil je graag ook positieve dingen kunnen zeggen. Dat is maar beperkt mogelijk gebleken. Juist op de cruciale zaken die we voor een groot deel ook van te voren hadden aangegeven, konden wij de besluiten van de synode niet volgen.

Want het ging niet om allerlei "ongelooflijk kleinzielige" dingen. Maar om zaken die o.i. diep op ons kerkelijke, maar ook persoonlijke leven ingrijpen.
De eerlijkheid gebiedt een gereformeerd mens om zich te verantwoorden als zijn levenslange overtuiging plotseling gaat meanderen. Echter, maar al te vaak lijkt het er op dat velen in onze kerken, niet het minst voorgangers, de lenigheid hebben verworven zich moeiteloos aan te passen aan nieuwe ideeën. Wat jarenlang is beleden en gepreekt zet men soms achteloos bij het geloofsgrofvuil. Men is "veranderd" heet het dan. Jawel, maar waarom dan?

Soms vraagt iemand ons: "Kennen jullie nog wel geloofsblijheid?". De vraag blijkt dan de gedachte als achtergrond te hebben dat met zoveel kritiek de band met God er onder te lijden zou moeten hebben. En dat het dus maar beter is te stoppen met "al dat geschrijf".
Nu kunnen wij persoonlijk deze vraag voluit bevestigend beantwoorden. We worden er bepaald niet slechter van veel met de dingen van geloof en kerk bezig te zijn. Ze hebben immers alles te maken met het hart. Met het dagelijks leven met de Here. Met de nabije en verdere toekomst. Ook met dat van onze kinderen en kleinkinderen, ook al beseffen velen van hen dat niet.
Bovendien zou het een misverstand zijn als men meent dat wij alles in onze kerken verkeerd vinden, alsof er werkelijk nergens meer iets goeds kan worden gevonden. Want regelmatig horen we in Drachten bijvoorbeeld, en ook andere plaatsen, preken die als echte Woordverkondiging worden ervaren. Waarin de diepte van onze verlorenheid en schuld duidelijk wordt gemaakt, de genade van de Here Jezus Christus schittert en opgeroepen wordt tot een heilig leven in dankbaarheid, om het maar even kort samen te vatten. Dat raakt ons, we danken er de Here voor.

Tegelijk mag het de ogen niet doen sluiten voor het verval waarin onze kerken zijn geraakt langzamerhand. Daar gaan hier en daar ook wel de ogen voor open. Zelfs een prof. J. Douma, ziet de crisis in onze kerken. En dat zegt wat! Hij was immers een van de drijvende krachten achter de 'herorientatie' van onze kerken en heeft haar met kracht verdedigd en bevorderd. En nog, helaas!
Maar de grote vraag daarbij is wel of we steeds dezelfde problemen zien. In gesprekken hoor je niet zelden dat de ander ook 'verontrust' is. Maar waarover? Je kunt verontrust zijn over het feit dat er verontrusten zijn, die zoveel 'herrie' maken bijvoorbeeld. Of over kerkelijke ontwikkelingen in de liturgie en eredienst die niet progressief snel genoeg gaan.2 Daarom is het misschien goed om (nog) eens duidelijk uiteen te zetten waar wij de problemen zien.
Én de vraag onder ogen te zien hoe nu verder te gaan, "consequent volgens onze eigen waarheid" zoals die predikant het voor zijn doen zo treffend uitdrukte.
Maar eerst is het goed om een aantal observaties te doen in onze kerkgemeenschap.

Gereformeerd leven gesloopt

Jarenlang heeft in onze kerken het adagium 'leer en leven één' gegolden. Het beleven van de eenheid van het geloof zoals dat beleden wordt op de zondag mag zich niet tot deze dag beperken. Heel het leven ligt onder het beslag van het Woord. Daartoe werd het gereformeerde leven uitgebouwd in allerlei richtingen. Scholen werden gesticht, een gereformeerde krant in het leven geroepen, de betekenis van het evangelie voor het publieke leven bestudeerd en gestalte gegeven. Op allerlei niveaus vond intensief onderzoek plaats naar de uitwerking van Gods wil in het leven. Het leven bloeide op. Nieuwe initiatieven werden ondernomen.
En de kerk groeide in geloof en getal.

Langzaam echter veranderde het klimaat. Onder invloed van vooraanstaande personen als prof.dr. J. Douma, hoogleraar aan de TU Kampen, dr. K. Veling, rector gereformeerde hogeschool in Zwolle, drs. J.P. de Vries, hoofdredacteur Gereformeerd Gezinsblad/Nederlands Dagblad, ds. H.J.D. Smit, stiekemeHenk Jasperse3 en anderen, kwam er een omslag in het denken. Het klimaat in de kerken zou te benauwd zijn. De verbinding tussen kerk, scholen en organisaties werd als typisch vrijgemaakt voorgesteld. Onze opstelling moest breder. In plaats van kerkelijk-gereformeerd moesten we naar confessioneel-gereformeerd. Daarin was plaats voor ieder die 'het etiket' gereformeerd droeg. Want 'onze' atmosfeer was veel te bekrompen, te dompig. Teveel 'kerks'.
Maar eenmaal op deze weg was de honger naar groot en meer niet gauw te stillen. Het proces dat op gang was gebracht bleek in de praktijk desastreus uit te pakken voor alles wat 'onze vaderen' in de magere naoorlogse jaren met veel moeite en energie in 'het zweet des aanschijns' waren begonnen op te bouwen.
"Heroriëntatie" ofwel slopen werd het devies.

ND

Over dat traject van afbraak schreven de heren K. van Bekkum en A. van Soest in het Nederlands Dagblad maar liefst drie paginagrote artikelen onder snorkende koppen: Vaarwel vrijgemaakte minizuil, Weg met de kerkeis, leve het identiteitsdocument, en Overleven zonder kerkelijk binding. Wat een triomfalisme4.
Natuurlijk zien zíj het proces niet als afbraak. In hun speurtocht naar de restanten van wat eens het "vrijgemaakte bolwerk" werd genoemd ontdekken ze allerlei "successen". Voorop gaat daarbij het Nederlands Dagblad zelf. Dat werd in 1992 de grote gangmaker. Gereformeerd werd confessioneel-gereformeerd. Maar dat was voor de naar breedheid hongerende redactie toch weer te smal. De krant werd "klassiek christelijk" en vervolgens "christelijk betrokken" en kon zo allerlei geestelijk gevogelte in dienst nemen, tot aan een rooms-katholieke priester en bisschop toe. Met nauwelijks verholen triomf vermeldt het krantenduo dat het allemaal heel succesvol is verlopen: het aantal abonnees steeg maar liefst van 27.000 tot 32.000 terwijl het aantal vrijgemaakten onder hen daalde van 91 naar 61%! Enig rekenwerk van ons leert: ruim 5000 vrijgemaakten zeiden de krant vaarwel (dat is ongeveer 20% van het aantal abonnees in 1991!) en daarvoor kwamen 10.000 anderen in de plaats.
De krant kan zakensucces niet worden ontzegd, maar of dat zegen van de Here mag worden genoemd? Voor wie gereformeerde dagelijkse voorlichting wil is het hoog tijd rond te kijken naar andere mogelijkheden.

GPV

Een andere zakelijke 'successtory' is de gereformeerde politieke partij die het kerkvolk eens bezat. Ook daar is "de openstelling succesvol gebleken" volgens de voormannen van het ND. Die openstelling moest want er "ontstond steeds meer behoefte om samen op te trekken tegen geseculariseerd Nederland".
We hoeven hier niet veel woorden aan vuil te maken. Als je de ontmanteling van het eigen stuk journalistieke "vrijgemaakte minizuil" bejubelt, kun je dezelfde lof-en-prijs niet onthouden aan het verdwijnen van het GPV.
Het was een grote pragmatische leugen toen het ND bij de openstelling van de partij met Telegraaf-letters kopte dat de partij natuurlijk confessioneel-gereformeerd zou blijven, alleen de band met de kerk zou maar zijn vervallen.
Inmiddels is het GPV opgeheven en de restanten geïntegreerd in de ChristenUnie. Een partij die inmiddels ook roomskatholieken, pinkstermensen, vergadering van de gelovigen op zijn lijsten heeft staan. Als een klein-CDA kan nu echt invloed worden geoefend op de "seculiere samenleving" van Nederland. Maar de heisa om bijvoorbeeld homoseksualiteit laat zien hoe flauw het GPV-zout aan het worden is.

Onderwijs

Zo lopen de managers/journalisten van het vroegere gereformeerde gezinsblad de successen van haar jarenlange kwalijke beïnvloeding en voorlichting langs. De hogeschool, studentenverenigingen5, de vereniging voor mensen met beperkingen, het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond, het Gereformeerd Sociaal en Economisch Verband, het gereformeerd wetenschappelijk genootschap, de gereformeerde hogeschool, noem het maar op: Vaarwel vrijgemaakte minizuil. Een foto bij het artikel laat een wanhopige mevrouw zien die krampachtig poogt de zuil nog rechtop te houden6.


 

 

(Deel van foto ANP/Robert Vos geplaatst bij het ND-artikel)

Alleen het gereformeerde basis en middelbaar onderwijs is nog op het onverlichte pad achtergebleven. Maar ook daar hakken de houwelen er lustig op los: "Weg met de kerkeis, leve het identiteitsdocument", schreeuwt een andere krantenkop. Niet meer de gereformeerde belijdenis is daarin bepalend, maar een verwoording van "een christelijke geloofs- en leefstijl", schrijft men. De juridische problemen die lang de openstelling van deze scholen hebben tegengehouden lijken op gezag van ene onderwijsjurist in de Raad van State te kunnen vervallen. Geen angst, beste mensen, de "minizuil" is afgebroken maar de ondergrensschool(tjes) zullen wel blijven bestaan.

Wie gelooft nog in het blijvend bestaan van gereformeerde scholen, verbonden aan onze kerken? Reeds is het LVGS, het landelijk verband van gereformeerde schoolverenigingen, die het scholeneigendom al eerder ontstolen hebben aan de ouders, begonnen aan de werkzaamheden. "We denken na welke consequenties die ontwikkeling (de openheid in gereformeerde kring) heeft voor de scholen. De werkelijkheid in en om de school is veel diverser dan het huidige benoemingsbeleid. Daarom wordt de discussie over benoemingsbeleid nu opnieuw gevoerd", aldus de directeur LVGS, de heer H. Lamberink.
Ja, ja, dat soort praat kennen we. Het is een wollig verpakt voornemen om ook het laatste brokje gereformeerde "minizuil" weg te breken. Zodat we echt bevrijd zijn van het vrijgemaakte organisatorische 'separatisme' dat decennialang ons heeft beheerst en we weer bevrijd en verbreed, ieder in de ogen kunnen zien.

Ach, dan kan prof. Douma nog wel wat willen tegenstribbelen. Terecht legde hij in het RD7 de relatie tussen 'de binding aan de gereformeerde confessie' en het gereformeerde karakter van het onderwijs. Hij voorspelt dat "hoe meer men van wat genoemd wordt "de vrijgemaakte nestgeur" af wil, hoe sneller men ook het gereformeerde karakter van zijn organisaties (meervoud!, djb) zal verspelen. Daarom wil Douma "staande houden dat kerkelijke eenheid voorop moet staan en dat samenwerking voorzichtig moet gebeuren. "Ik zie in mijn kerken teveel de tendens dat het kerklidmaatschap er niet meer toe doet en dat het vooral om het lidmaatschap van de ene christelijke kerk gaat. Dan krijg je een sfeer van vrijheid, blijheid. Het lukt dan echt niet om de gereformeerde beginselen onverkort te handhaven"".
Ware woorden, maar veel te laat en in de verkeerde krantenkolommen.

 

Volgende keer: Waarom eigenlijk nog vrijgemaakt? - De Kerk

NOTEN
____________________________________________________________

1 Het is een beetje cryptisch maar vermelding van zijn naam zal niet op prijs worden gesteld door hem. Dat respecteren wij dan maar.
2 Een markant voorbeeld daarvan is bv. ds. B. Luiten die bijna geen artikel in De Reformatie schrijft of ergens komt wel zijn klacht over het te trage tempo van liturgische vernieuwing voor m.n. jongeren aan de orde. Het lijkt voor hem bijna een vierde kenmerk van de ware kerk geworden.
3 In 2002 dook ineens in het ND een geheimzinnig personage op onder de schuilnaam Henk Jasperse. Deze oefende anoniem ingrijpende en fundamentele kritiek op het gereformeerde leven in de GKv. Een heftige persdiscussie brak los. De figuur heeft tot nu toe niet de moed gehad zich bekend te maken en blijft ondergedoken.
4 Vergelijk het verslag van het besloten congres te Garderen in 2004: "Van Bekkum ziet datgene wat we nu beleven als het einde van de wereld waarin we zijn opgegroeid, die niets minder was dan de laatste uitloper van Kuypers neocalvinistische zuil. Deze geschiedenis en deze werkelijkheid hebben een dubbel gezicht. Mensen hebben vanuit geloof gehandeld en daarvoor past waardering en respect. Tegelijk moeten we ons realiseren dat we niet alleen slachtoffers, maar ook daders zijn geworden in het proces van secularisatie. We maken Gods oordeel mee over zelfgenoegzaamheid, vanzelfsprekendheid en triomfalisme. Is het niet over het triomfalisme van de zuil, dan wel over de zelfgenoegzaamheid dat we die fase nu achter ons gelaten hebben." Van dat laatste getuigen de artikelen van deze ND-redacteur op een onbeschaamde wijze.
5 Vergelijk de oproep die ds. G. Zomer (Den Bosch) deed in Nader Bekeken aan de Twentse studenten: ?"herroep je besluit van eerder dit jaar om als VGST (Vereniging van Gereformeerde Studenten Twente, djb) de binding aan de belijdens te verruimen. Dat zou de vele twijfelaars onder jullie kunnen helpen".
6 De foto als ondersteuning van het artikel slaat trouwens als een tang op een varken. Want die is genomen in een storm en laat niet een mevrouw zien die een zuil omtrekt maar zich er aan vasthoudt om niet weg te waaien. Die zuil is weg volgens de krant, ergo de vrouw is ook stuurloos weggewaaid op de wind.
Onbedoeld had geen treffender beeld kunnen worden getoond van wat men heeft aangericht door het gereformeerde volk hun 'steunzuil' te ontnemen in het dagelijkse leven voor de Here. De gevolgen zijn groot. We zullen ze ook getalsmatig illustreren.
7 Reformatorisch Dagblad, 28 november 2008. Merkwaardig overigens dat deze ontboezemingen in het RD verschijnen, het ND had toch veel meer voor de hand gelegen? Bovendien de vele vrijgemaakten die het RD lezen zijn voor dit geluid niet de eerste doelgroep. Die zijn veel meer te vinden in de achterban van het ND. Of mocht dit geluid misschien niet worden gehoord in het ND en werd plaatsing als vele rechtzinnige verhalen die kritiek betekenen voor het redactionele beleid van deze krant, geweigerd?