Printen

Synodeverslag week 22 - Eredienst en Steunpunt Liturgie 3


D.J. Bolt
11-06-11

Op 4 juni 2011 sprak de synode te Harderwijk opnieuw uitvoerig over eredienst en liturgie. Nu ging het om de laatste reeks conceptbesluiten (5-8 en 1). Nogal wat aandacht kreeg de 'wildgroei' rond formulieren en hun gebruik in de kerken. Moeten de deputaten en het steunpunt liturgie zich een meer faciliterende rol aanmeten? Ondersteunen wat er 'spontaan' aan teksten in de kerken ontstaat en dat begeleiden, in plaats voorschrijven?

De synode legde een (voorlopig) ei.

 

De bespreking werd voorbereid door de synodecommissie Zuiden met een rapport en conceptbesluiten, zie bijlage. Aan de discussie namen leden van het deputaatschap eredienst en steunpunt liturgie deel.

 

 

Eredienst en Steunpunt Liturgie

 

Preses - Ds. Niemeijer

Ik heet deputaten hartelijke welkom.

Ter bespreking liggen nu de concept besluiten 5 – 8.

 

Deputaten – Ds. A.M. de Hullu

Voorstellen voor nieuwe opdrachten behelsen onder meer: 

  1. Afronden formulieren en toevoegen nieuwe kerkliederen.
  2. Onderzoek hoe formulieren in de praktijk (moeten) worden gebruikt, b.v. nog helemaal voorlezen?
  3. Steunpunt laten voortbestaan als voorgesteld. Deputaten eredienst en kerkmuziek samenvoegen onder een deputaatschap.

De huisvesting voor het steunpunt is verbeterd. Arbeidsrechtelijk moet er nog het een en ander geregeld worden. Er zijn meer uren voor steunpunt nodig want het aantal vragen neemt toe. Door effectief te werken kan een grens worden getrokken bij 2 dagen of 16 uur. We willen nogeens precies kijken naar het werk van het steunpunt. Kan er bijvoorbeeld iets worden geautomatiseerd misschien? In elk geval is er nu een stabiele situatie bereikt.

 

Commissie – Ds. Trimp

[Geeft korte toelichting]

 

Br. Wendt

In de oude vigerende kerkorde wordt steeds voorgeschreven dat formulieren moeten worden gebruikt. Maar in de nieuwe KO staat dat er niet steeds zo bij. Mijn suggestie is over besluit 6.d met deputaten herziening KO te spreken en dit punt volgend jaar af te ronden.

 

Ds. Ophoff

In het verlengde van dit punt zal ik een amendement rond besluit 6.e indienen. Er is meer behoefte aan een grotere variëteit, soms i.v.m. een ander publiek. Deputaten hoeven het niet allemaal zelf uit te zoeken, maar kunnen ook kijken wat er in de kerken rondgaat, in en buiten de eredienst. En dat inventariseren, er een deskundig liturgisch oog erover laten gaan en dan beschikbaar stellen.

 

Verder, nog wat kleine tekst amendementen.

 

Ds. Leeftink

Er zijn al alternatieve huwelijksformulieren die circuleren. Daar zouden deputaten naar kunnen kijken, i.p.v. die zelf te ontwerpen zoals in 6.e wordt voorgesteld.

 

Het deputatenschap liturgie moet niet iets worden dat steeds maar uitdijt. Is 16 uur per week redelijk, als het drie maanden per jaar niks te doen heeft?
Wat dwarszit is dat achteraf  verantwoording wordt gedaan. Dat er gewerkt wordt op basis van 'u vraagt wat, wij doen dat'. Het lijkt mij effectiever als er gekeken naar wat er precies gedaan moet worden.

Besteedt zr. A de Heer als gekwalificeerd werker van het steunpunt haar tijd ook niet teveel aan dom werk als mappen versturen etc.?

 

Ds. Harmannij

Bij het uitspreken van liturgische formules gaat het, naast onderwijk, ook om rechtsgelijkheid. Wij wilden het normaliseren. Maar dat kan niet tot het oneindige. Daarom moeten we de formules vaststellen en één standaard formulier voeren dat het onderwijs behelst.

Bespaar de moeite van 6.e en besteedt eerst aandacht aan 6.d. Zodat je bij vragen om formulieren kunt antwoorden: "We hebben er nog tien op de plank liggen, u kunt krijgen wat u maar wilt".

 

Ds. Niemeijer

Ik hik aan tegen 6.f omdat we die approbatieformules dan pas over drie jaar vaststellen. Het is niet nodig daarmee te wachten. De formulering kan eenvoudig zijn als "dat we instemmen als er geen bezwaren zijn ingediend…". Het klinkt wat negatief maar we moeten wel approbatie vragen omdat anders de KR verweten kan worden dat die maar wat doet.

 

Deputaten – Ds. De Hullu

Wat betreft br. Wendt, we vinden het advies van prof. De Ruijter belangrijk. Hij is niet enthousiast om het bij deputaten herziening KO neer te leggen, want er zit ook een liturgisch aspect aan. Daarom ligt hier een taak voor deputaten liturgie en kerkmuziek. We vinden het moeilijk om nu al toe te zeggen, dat wij dit samen met die deputaten zullen doen. Laten we eerst zien of deputaten HKO er in hun tweede versie al iets van onze inbreng in hebben gezet.

 

Het lijkt me heel goed om rond te kijken naar bestaande formuleren, we staan positief tegenover een amendement daarvoor.

 

Zr. De Heer kopieert niet dom. Br. Boer van het steunpunt kan meer over het werk zeggen.

 

Deputaten - Br. Boer

We hebben 1 betaalde kracht, zr. A. de Heer. Het werk dijt uit en wordt slecht betaald. 19 uur is een redelijke hoeveelheid tijd heeft zij uitgerekend, maar het toch gezet op 16 uur.
Elk vak heeft zijn komkommertijd. In de zomertijd is tijd over. En ook ieder vak heeft dom werk. Maar het maken van documentatiemappen is dat niet. Daarvoor moet je weten waar Abraham de mosterd haalt en zijn onmisbare krachten als zr. De Heer nodig die de weg weten in de krochten van informatie.

 

Deputaten - Ds. De Hullu

Het lijkt me heel goed prioriteit aan 6.d te geven. De wijze waarop de formulieren worden gebruikt heeft ook consequenties voor hoe je ze aanbiedt.

 

We hebben lang getwijfeld over de formulering van de approbatieformule. We zijn niet enthousiast over de formulering van het amendement. Weliswaar is dit een vertrouwde formulering, maar voor mensen die zo eens binnen komen lopen, is het vreemd. Ook zal het vreemd zijn als er met veel moeite een ambtsdrager bereid is gevonden het ambt tev vervullen hij vervolgens de afkondiging "als er geen wettige bezwaren zijn…". moet horen.

Maar als het voorstel Niemeijer wordt ingediend, dan willen we het wel overnemen.

 

Commissie - Ds. Trimp

Het huwelijksformulier  heeft voorgeschiedenis. Stellen we het nu beschikbaar aan de kerken óf aan de eerstkomende synode?

 

De approbatieformule is belangrijk, dus niet langer wachten en besluit 6.f hiervoor aanpassen.

 

AMENDEMENTEN

 

Preses

Er ligt nog een amendement van ds. Gunnink over de 'eerbiedshoofdletters'. Dat amendement wordt ook in bespreking gegeven.

 

Ds. Ophoff

Ik wil graag een amendement op 6.e. indienen. [Strekking "In het bijzonder gebruik te maken van bestaande alternatieve teksten en deze beschikbaar te stellen". Precieze tekst wordt nog aangeleverd, DJB]

Zie er als synode van af dat ze aan de synode moeten worden aangeboden en daar vastgesteld. Het gaat er om dat via deputaten en steunpunt alternatieve teksten beschikbaar komen. Deputaten kunnen die ook gebruiken voor nieuwe formulieren. Daarvoor is geen nieuwe opdracht nodig.

 

Ds. Scherff

Ik laat mijn amendement vallen, kan me vinden in dat van Ophoff.

 

Ds. Niemeijer

Besluit 6.f te vervangen door: [Strekking: "De volgende approbatie formule wordt vastgesteld: …". Precieze tekst wordt nog aangeleverd, DJB]

 

Ds. Harmannij

Ik trek mijn amendement voor de approbatie formule terug, kan me vinden in het amendement van Niemeijer.

Verder besluit 6.e schrappen. Laten we eerst maar eens 6.d doen.

 

Br. Wendt

Ik ben het eens met De Hullu maar dan wel voorrang aan 6.d geven door aan te vullen  "en zonodig de synode in 2012 met een voorstel te dienen".

 

Ds. Van Dijk

Het amendement Gunnink vraagt om de zgn. eerbiedshoofdletters in de formulieren te gebruiken in overeenstemming met NBG51. Dus bijvoorbeeld 'Hij' of 'Hem' als het gaat om God of de Here Jezus i.p.v. 'hij' en 'hem' zoals de NBV spelt. Dezelfde regels worden immers ook toegepast in de belijdenisgeschriften en in andere uitgaven, zodat daarmee dan de eenheid behouden blijft.

 

BESPREKING RONDE 2

 

Br. Mollema

In het amendement Ophoff wordt gesproken van alternatieve teksten voor het huwelijksformulier die in omloop zijn. Gaat het daarbij om teksten die in onze kerken worden gebruikt worden of ook om die elders wordt toegepast?

Gaan we met alternatieve formulieren een andere richting op? Komen we daarmee niet in een vacuüm? Hoe wordt hier nog inhoudelijk gewaarborgd? Er geldt immers geen enkele eis meer. En hoe worden ze dan beschikbaar gesteld? Wordt het zo geen rommeltje?

 

Br. Aartsma

Met het amendement Ophoff gaan de kerken zelf formulieren maken. Dat leidt tot een grote vrijblijvendheid. En als het voor het huwelijksformulier mag dan ook voor de andere. Dat geeft wildgroei. We moeten inhoud en vorm wel bewaken, dus 6.e laten staan en eerst 6.d bespreken.

 

Br. Greving

Ik wil onderstrepen wat Aartsma zegt. Als je met veel moeite formulieren hebt geredigeerd en vastgesteld, moet je dit niet doen.

 

Moeten volgens het amendement Wendt alle deputaten in 2012 weer terugkomen? Voor WO is dat wel urgent, maar dit moeten we niet te veel voor andere zaken doen. Gisteren hebben we zo in feite al ten onrechte een decharge goedgekeurd. We moeten er voor waken dingen door te schuiven naar 2012.

 

Br. De Groot

Ik heb in wel drie diensten formulierenteksten op de wijze van Ps. 128 gespeeld maar geen zakdoekjes gezien.

 

Ds. Leeftink

Ik ben het met Wendt en Greving eens dat we niet moeten doorschuiven naar volgend jaar.

Ook ben ik voor het amendement Gunnink. Het is een kwestie van eerbied, daarom ook in de liturgische formulieren persoonlijke voornaamwoorden met hoofdletter handhaven. Voor andere zelfstandige naamwoorden waarmee God wordt aangeduid kunnen de deputaten zelf in wijsheid beslissen.

 

Ik ben niet tegen wildgroei op formulierengebied, maar de formulieren moeten wel de synode passeren. Ontwerpen, betekent overigens niet dat je het allemaal zelf moet doen, maar houdt impliciet in dat je gebruik kunt maken van andere(n). Daarom neig ik naar het oorspronkelijke voorstel.

 

Ds. Moedt

Ik ben niet gelukkig met het amendement Ophoff. Dat zou ook merkwaardig zijn. Veertien dagen geleden hebben we huwelijksformulier 2 afgeschoten en op deze wijze zit het zo er weer bij. Huwelijksdiensten in het 'Wilde Westen', gebruikten bepaalde elementen al wel, maar dat is vreemd. We hebben toch een kerkorde? We moeten er niet naar toe dat iedereen maar een formulier gaat bedenken. Overigens, je ziet dezelfde wildgroei ook t.a.v. de Tien Beboden.

Ik ben daarom voor het amendement Harmannij: het huwelijksformulier van 1999 is voldoende.  Laten we het simpel houden.

 

Ds. Pos

We hebben vele uren aan formulieren besteed, er zelfs allerlei wijzigingen in aangebracht. We geven opdracht hoe kerken er mee om dienen te gaan en vragen om hun conclusies. Maar in het amendement Ophoff is er al een conclusie getrokken. Dat is erop vooruitlopen. Het amendement leidt tot iets tweeslachtig, daarom zal ik het niet steunen.

 

Ds. Van Dijk

Als je 6.d aanneemt dan kun je niet tegelijk doen wat Ophoff wil.

 

Ds. Scherff

Ik zou wel willen waarschuwen voor misbruik.

 

Deputaten - Ds. De Hullu

We raden niet aan 6.e te laten vallen. Als we eerst het onderzoek afwachten en daar pas over drie jaar over rapporteren, dan duurt het vervolgens nog weer tot een synode later voor we een nieuw huwelijksformulier hebben. Ook De Ruijter wil dat niet. Bovendien zijn er zijn nu al alternatieve huwelijksformulieren.

Kiest u voor de variant van de commissie dan zullen deputaten zeker kijken naar wat al in gebruik is. Er zijn huwelijksdiensten waar teksten worden gezongen op de melodie van Ps. 128.

 

Wat betreft hoofdlettergebruik, daar lopen deputaten ook tegen aan. We hebben te maken met eigen materiaal, het materiaal van ISK (met eigen hoofdlettergebruik), de NGB en NBV. Het komt hier allemaal bij elkaar en dat is een lastige knoop. Ons advies is: in 2014 een beslissing nemen, dan kan er goed overleg zijn geweest, hoewel er niet veel ruimte is. Laat het op dit moment zoals in het groene boekje staat, waar de NBV wordt gevolgd. Anders wordt het heel vreemd: in NBV staan geen hoofdletters maar in onze teksten wel.  De bezwaren die je kunt hebben, wegen niet op tegen het slechtere beeld dat dat oplevert.

 

Deputaten - Br. Boer

Ik ben er trots op een oudleerling zo neerlandistiek te horen verdedigen. Bijbelteksten moeten sporen met de formulieren. Daarin moet je consequent zijn. De keuze is alles wél of niet: als je persoonlijke voornaamwoorden doet dan ook namen als Almachtige en Redder. Daarom: als de NBV die hoofdletters niet bezigt, dan is het vreemd als wíj dat wel doen.

 

Commissie – Ds. Trimp

We willen ons houden aan de verkeersregels die nu gelden, dus formulieren gaan via de synode. Het is wel verstrekkend wat Ophoff voorstelt. We hebben bijvoorbeeld de tekst van huwelijksformulier niet beschikbaar gesteld. We zouden dan wel erg naar de andere kant gaan als we het amendement Ophoff aanvaarden.

Er mogen voor een zekere vrijheid wel meerdere formulieren zijn. Maar er is ook wildgroei, veel meer dan we vaak denken. Deputaten kunnen onderzoeken wat er is en dat filteren om de ongebondenheid van de vrijgemaakten wat te beperken.

Het is niet nodig om de besluitvorming naar 2012 te verschuiven.

 

Bij de huwelijksplechtigheid van William en Kate in de Westminster Abbey werd een fantastische approbatieformule gebruikt: "Als iemand nu geen bezwaren inbrengt, dan zwijge hij tot in eeuwigheid…".

 

Br. Wendt

Ik ben overtuigd en trek mijn amendement in.

 

Ds. Ophoff

Was de approbatieformule in de Westminster Abbey ook wildgroei?

Ik pleit er voor mijn amendement wel aan te nemen. We zitten daarmee heel dicht bij deputaten. We geven er een signaal mee. We moeten ons realiseren, dat de verschuivingen heel snel gaan. En dat niet alleen in het Wilde Westen maar breder. In huwelijksdiensten worden veel andere teksten gebruikt. Het bruidspaar en de predikanten vragen erom. Je kunt als dominee een probleem krijgen als je nee zegt. Daarom moeten hier niet zo lang mee te wachten. En dan geen teksten als stortbak uitgieten, maar gebruik maken van deputaten met hun deskundigheid, mensen met taalvaardigheid, met gevoel voor liturgie, etc. Laat ze bekijken wat er in de kerken beschikbaar is, dat eventueel aangepassen, een zekere standaard ontwikkelen. Je kunt de formulieren gewoon op de site van het steunpunt neerzetten.

Een of twee van deze teksten zijn goed, ze kunnen de volgende keer worden vastgesteld.

We moeten signaleren dat er veel goeds is ontwikkeld door collega's, maar hulp van deputaten daarbij is belangrijk. Het gaat niet om teksten van de CGK of de PKN etc..

Dus niet, aan de ene kant zoek het maar verder uit maar ook niet als tot nu toe tot op de punt en komma nauwkeurig. Zoek het midden. Het huwelijksformulier is een goede mogelijkheid. Laten we daar mee beginnen dan volgen later wel andere formulieren.

 

STEMMING

 

Besluit 5: VaaT00O00

 

Besluit 6

- Amendement Harmanny (schrappen 6.e): verworpen, V05T28O00

- Amendement Ophoff (alternatieve formulieren): verworpen, V07T23O03

- Amendement Niemeijer (approbatie formule): aanvaard, V31T00O02

- Besluit: aanvaard, VaaT00O00

 

Besluit 7: aanvaard, VaaT00O00

 

Besluit 8

- Amendement Gunnink (eerbiedshoofdletter): verworpen, V06T23O04

- Besluit: aanvaard, VaaT00O00

 

Besluit 1: VaaT00O00

 

Bijlage


Rapport en Conceptbesluiten Eredienst

(definitieve versie na verbeterpunten moderamenvergadering 5 mei 2011)

 

Rapport van commissie Zuiden 

  1. Inleiding
  2. Toelichting
  3. Concept Besluiten

I. Inleiding.

Wie in z’n woonkamer een nieuwe kleur behang aanbrengt ontdekt al snel dat hij meer moet veranderen: plafond sauzen, andere kleur gordijnen, herschikking meubels, een complete herinrichting!

Wie de nieuwe taal van de NBV invoert in bestaande formulieren ontdekt al snel dat ‘een nieuwe lap op een oude mantel’ niet past; hij gaat het hele formulier herinrichten.

De invoering van de NBV in de kerkdiensten vroeg om een ‘algehele taalkundige herziening’ van liturgische formulieren: een nieuw taalkleed, kortere zinnen, geen abstracte taal, geen onnodige herhalingen, eenvoudige zinconstructies, functioneel taalgebruik (plechtig, feestelijk, onderwijzend)..

 

De GS Zwolle-Zuid 2008 gaf een aantal Formulieren in eerste lezing vrij (in het zgn. Groene Boekje) met als gronden: 

  1. de vrijgave van de NBV maakte een herziening van deze formulieren noodzakelijk;
  2. in de nieuwe tekst van deze formulieren zijn de bijbelcitaten vervangen en is de rest van de tekst zodanig aangepast dat de formulieren een talig en liturgisch-theologisch verantwoord geheel vormen (vgl. Acta GS Amersfoort-C 2005, art. 71, besluit 2ab).

Zo’n hertaling van liturgische formulieren leek misschien op het eerste gezicht een kleine opgave, maar blijkt bij nader inzien toch een complexe en uitdagende klus te zijn.

Als commissie-Zuiden hebben we waardering gekregen voor de serieuze manier waarop deputaten Eredienst aan de slag zijn gegaan.

We hebben gemerkt dat ze met hun werkstukken het goede voor de kerken willen zoeken.

Het wijzigen van Formulieren ligt altijd gevoelig; het is wennen om vertrouwde en geliefde teksten anders te horen en andere woorden worden als inhoudelijk verlies en verarming ervaren. Veel hangt af van eigen taalgevoel, vertrouwde kerktaal, betekenis van formulieren.

 

1. Opdrachten GS Zwolle-Zuid 2008.

 

Belangrijk is het voor de GS om te zien of en hoe deputaten zich aan hun opdrachten hebben gehouden.

In 2008-2011 hielden de deputaten zich bezig met 

  1. Informeren en adviseren van de kerken (Steunpunt).
  2. Taalkundige herziening van huwelijksformulier, tuchtformulier (gedeeltelijk) en Gebeden.
  3. Herziening voorbedengebed.
  4. Inventarisatie wijzigingsvoorstellen op eerder vastgestelde formulieren en voorbereiding definitieve vaststelling door GS Harderwijk 2011.
  5. Toekomst deputaatschappen en steunpunt na 2011.

Het meeste werk hebben deputaten besteed aan de herziening van Formulieren en gebeden (2, 3 en 4).

 

Om deze eindproducten goed te beoordelen moeten we eerst weten vanuit welke uitgangspunten deputaten hebben gewerkt.

Het gaat om een afronding van een traject dat al vanaf GS Leusden 1999 in gang gezet is en door de invoering van de NBV een stroomversnelling kreeg.

 

De GS Leusden 1999 gaf deputaten o.a. als opdracht ‘goede aandacht te schenken aan taalkundige consistentie van liturgische teksten en formulieren’  (Acta art. 49, Besluit 2.4).

 

In een uitvoerig rapport op de GS Zuidhorn 2002 schrijven deputaten in hoofdstuk 6 over die taalkundige consistentie. Ze wijzen op “het  feit dat een taalkundige revisie onlosmakelijk samenhangt met het omvangrijkere onderwerp ‘liturgische taal’. Het taalgebruik in de eredienst is niet alleen een kwestie van de vraag wat ‘hedendaags Nederlands’ is (op zichzelf al een problematisch vraagstuk),maar het heeft bijvoorbeeld ook allerlei meer liturgisch-inhoudelijke aspecten. Het hangt bijvoorbeeld samen met het type samenkomst waarbinnen taal gebruikt wordt. Een kerkdienst met een overheersend leerkarakter vraagt om een ander taalveld dan een dienst waarin elementen als lofprijzing en aanbidding de boventoon voeren”.

 

GS Zuidhorn 2002 gaf deputaten een speciale opdracht zich nader te bezinnen op een visie op het taalgebruik in liturgische teksten en formulieren (Acta art. 75).

Mede naar aanleiding van een brief van de GK te Bunschoten-Oost  die er op aandrong het taalgebruik in de eredienst grondig te herzien vanwege de didactische functie alsook i.v.m. toegankelijkheid voor jongeren en buiten-kerkelijken. Als voorbeelden van verouderd taalgebruik worden genoemd: archaïsmen, lange en ingewikkelde zinnen, moeilijke woorden en uitdrukkingen.

 

 

De GS Amersfoort-Centrum 2005, die groen licht gaf voor het kerkelijk gebruik van de NBV, gaf deputaten Eredienst de opdracht mee (GS Amersfoort-Centrum 2005, Acta artikel 71 Besluit 2 b. en c.): 

  1. de tekst van de NBV op een deskundig (talig, poëtisch, liturgisch-theologisch) verantwoorde wijze in te voegen of te laten invoegen in de bestaande liturgische teksten en formulieren;
  2. nog vast te stellen liturgische teksten en formulieren te beoordelen of te laten beoordelen op hun taligheid v.w.b. eigentijdsheid en consistentie.

Hierbij gaan zij uit van de bezinning over het onderwerp taal en liturgie, waarvoor zij een aanzet hebben gegeven in hoofdstuk 10 van hun rapport Eredienst. De talige vaststelling vindt met het oog op de gewenste consistentie plaats na de inhoudelijke beoordeling/vaststelling van de betreffende teksten.

In grond 3 staat: 

  1. genoemde opdrachten vereisen deskundigheid en kunnen niet door één persoon verricht worden vanwege verschillende invalshoeken die van belang zijn: talige, poëtische, liturgisch-theologische disciplines;
  2. indien deputaten eredienst vanwege gebrek aan mankracht en/of specifieke deskundigheid niet in staat zijn deze opdrachten zelf ter hand te nemen, kunnen zij zich laten bijstaan door deskundigen.

Het hier bovengenoemde hoofdstuk 10 (uit het rapport deputaten Eredienst aan de GS Amersfoort-Zuid 2005) geeft belangrijke achtergrond informatie over taal en eredienst, spanningsveld van verheven taal en gewone taal, diverse taalregisters, verstaanbaarheid, rituelen, definiëren van eigentijdse taal.

In Bijlage 5.1 bij de Acta van de GS Zwolle-Zuid 2008 doen deputaten eredienst verantwoording van aantal gemaakte keuzes bij de voorgestelde teksten in eerste lezing.

 

Deze voorkennis is nodig om het eindproduct welwillend te lezen.

Er zal altijd verschil van mening zijn over nut en noodzaak van voorgestelde herzieningen.

Wij moeten verder komen dan onze persoonlijke voorkeur van wat mooi en goed is en vanuit (of in het licht van) de opdracht dit geheel beoordelen.

Als commissie zijn we van mening dat deputaten zich aan deze opdrachten van taalkundige herziening hebben gehouden en zorgvuldig woorden hebben gewogen en hun gemaakte keuzes goed konden verantwoorden.

Deputaten stonden open voor een kritische bespreking van hun eindproducten.

 

Als commissie hebben we alle reacties van kerken en GS-leden bekeken en gerubriceerd, gefilterd en gewogen om de hoofdzaak/noodzaak te onderscheiden van bijzaak/kleingoed.

We proberen de hoofdlijn te pakken en hebben er van afgezien om ‘woordjes’ te veranderen en over détails te spreken.

 

In goed overleg met deputaten hebben we voorstellen tot wijziging ingebracht, waarvan een deel door deputaten is overgenomen.

Hierin is ook een aantal reacties van kerken en GS-leden verwerkt.

De wijzigingen die wij als commissie meenden te moeten inbrengen (tegen mening van deputaten in) hebben we rood gemarkeerd in de Toelichting bij de desbetreffende formulieren.

 

Samengevat gaat het om het vrijgeven in eerste lezing van twee Huwelijksformulieren, het Tuchtformulier (deel 1) en liturgische gebeden.

Verder om het vrijgeven in tweede lezing van de volgende 13 formulieren:

 

1.   formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 1;

2.   formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 2;

3.   formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 3;

4.   formulier voor de bediening van de doop aan volwassenen;

5.   formulier voor de openbare belijdenis van het geloof (door gedoopte catechisanten);

6.   formulier voor de viering van het heilig avondmaal 1;

7.   formulier voor de viering van het heilig avondmaal 2;

8.   formulier voor de viering van het heilig avondmaal 3;

9.   formulier voor de viering van het heilig avondmaal 4;

10. formulier voor de viering van het heilig avondmaal 5;

11. formulier voor de openbare kerkelijke tucht;

12. formulier voor de bevestiging van predikanten;

13. formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen.

 

2.        Twee opdrachten van de GS Zwolle-Zuid 2008 staan nog open: 

  1. over samenvoeging Deputaatschap Kerkmuziek en Eredienst
    zie GS Zwolle-Zuid 2008 Besluit 7 e:
    de samenvoeging door de volgende synode van het deputaatschap eredienst met het Deputaatschap kerkmuziek voor te bereiden, aan de komende synode voorstellen te doen voor de rol van het kerkverband in de eredienst (voorschrijvend, faciliterend, adviserend, toerustend enz.) en daarbij aandacht te geven aan de verhouding tussen het nieuwe deputaatschap en het steunpunt liturgie en de continuïteit van het steunpunt op langere termijn;
    Met als grond:
    de Generale Synode van Amersfoort-Centrum 2005 besloot reeds tot samenvoeging van de beide liturgie-deputaatschappen na afronding van een aantal grote taken op het gebied van de eredienst; de afronding van deze taken en de vaststelling van de ‘Koersbepaling’ in 2002 vraagt om bezinning op de rol van het kerkverband in eredienst en de plaats die het Deputaatschap en het steunpunt daarin hebben.
  2. over voorstel samenstelling Gereformeerd Kerkboek
    zie GS Zwolle-Zuid 2008 Besluit 8:
    deputaten op te dragen om, in overleg met deputaten generaal-synodale publicaties en deputaten kerkmuziek, de volgende synode te dienen met voorstellen over de samenstelling van het Gereformeerd Kerkboek.

3. Gebruik van Formulieren.

 

Hoe is momenteel het gebruik van Formulieren in onze kerken?

We hebben signalen dat er de laatste 10 jaar een toenemend vrij en willekeurig gebruik van Formulieren is en de kijk op de status van de Formulieren aan het veranderen is.

Een dieper liggend probleem hierbij is dat het sterk onderwijzend karakter van formulieren – om welke reden dan ook – vandaag niet meer goed ‘werkt’ .

Op diverse plaatsen houden kerken zich niet royaal meer aan de vastgelegde afspraak dat bij doop (art. 59 KO) en avondmaal (art. 61 KO)  alsook bij de kerkelijke bevestiging van het huwelijk (art. 70 KO) de vastgestelde formulieren worden gelezen.

Deputaten steken veel energie in nieuwe teksten en de GS komt – meestal moeizaam – tot vaststelling van Formulieren.

Al deze inspanning krijgt geen duidelijk effect wanneer kerken vrij en willekeurig met de nieuwe formulieren omgaan of er zelfs amper gebruik van willen maken.

Als dit de praktijk is of wordt moeten we het probleem eerlijk onder ogen zien en er wat mee doen.

 

In het rapport van deputaten Eredienst dat diende op de GS Zuidhorn 2002 stond reeds  in hoofdstuk 5.4.: “We verklappen geen geheim, als we zeggen dat er binnen onze gereformeerde kerken sprake is van een groeiend verschil in liturgische vormgeving en omgang met liederen. Dit plaatst ons als kerken voor de vraag: hoe moeten wij omgaan met deze verschillen”.

Deputaten stellen - reeds in 2002! - de vraag: ”wat behoort gemeenschappelijk te zijn aan gereformeerde erediensten en wat kunnen we overlaten aan de vrijheid van de plaatselijke kerken?”

Moet een GS bij het vrijgeven van Formulieren voortaan meer faciliteren en minder voorschrijven?

In hoeverre zou dit passen binnen de Koersbepaling van Zuidhorn (GS Zuidhorn 2002, Acta art. 38)?

Concreet zou dat kunnen betekenen dat de GS aan de plaatselijke kerkenraden meer vrijheid geeft om in eigen verantwoordelijkheid gebruik te maken van de formulieren of onderdelen daaruit.

Het zou dan gewenst zijn wanneer de GS gebruiksaanwijzingen geeft of modellen en varianten aanbiedt, zoals we ook gebeden aanbieden.

We kunnen inmiddels kiezen uit diverse doop- en avondmaalsformulieren.

Zou in het verlengde daarvan ook niet een keus gemaakt kunnen worden uit twee huwelijksformulieren?

We denken dat het goed is dat deputaten Eredienst in een vervolgopdracht zich gaan bezinnen over het gebruik van de formulieren en de groeiende diversiteit hierin binnen onze kerken in kaart brengen en analyseren.

In feite is dit een vervolg op opdracht van de GS Zwolle-Zuid 2008 Besluit 7 e.: ‘….aan de komende synode voorstellen te doen voor de rol van het kerkverband in de eredienst (voorschrijvend, faciliterend, adviserend, toerustend enz.)…’

 

Bij deze bezinning is het belangrijk contact te hebben met deputaten Werkorde i.v.m. nieuwe artikelen over gebruik van Formulieren.

 

4.        Contact met kerken.

 

Met kerken die revisieverzoek indienden of bezwaren hebben aangetekend tegen voorgestelde formulieren in het ‘Groene Boekje’ hebben we contact gezocht met het verzoek of zij behoefte hadden aan nadere toelichting aan de commissie.

De GK te Assen-Peelo, Bunschoten-Oost, Kornhorn, Smilde, Vlaardingen, Vollenhove en Vroomshoop maakten er geen gebruik van.

De GK te Bedum reageerde schriftelijk met een korte toelichting en deelde mee de gebruikte uitdrukking ‘wegmoffelen’ ( in de zin dat door deputaten ‘het woord ‘leer’ is weggemoffeld’) te corrigeren.

De GK te Capelle aan den IJssel-Noord liet zich door 2 gemeenteleden vertegenwoordigen.

Met hen hebben we als commissie op 26 april jl. een uitvoerig en geanimeerd gesprek gehad.

Zij wijzen er op dat het onderwijzend karakter van de formulieren juist vandaag hard nodig is, nu er minder kennis meer lijkt te zijn.

Zij hebben vooral duidelijk willen maken dat  deputaten - m.n. bij het herziene doopsformulier 1 - allerlei onnodige taalkundige wijzigingen hebben aangebracht die een verarming van de inhoud betekenen. Hierachter zou volgens hen een verkeerde gemeentevisie van deputaten zitten alsook een argeloos volgen van verschuivingen binnen de kerk en de cultuur.

 

We hebben deze kritiek alsnog aan deputaten voorgelegd.

We hebben het doopsformulier 1 vanuit de aangedragen bezwaren herlezen.

We menen dat de moeite van gesignaleerde gemeentevisie en de geruisloze cultuurverschuiving niet in de aangebrachte herziening terug te vinden is.

Deputaten werken vanuit de overtuiging dat een eredienst een ontmoeting is van God en zijn gemeente en dat in de taal van nu de grote daden van God verteld worden.

De klassieke gereformeerde leer van de kerk blijft ook in andere woorden zorgvuldig en duidelijk doorklinken zonder concessies te doen aan gevoelige thema’s als b.v. zonde en ellende.

 

II.        Toelichting.

 

Toelichting op voorlopige vaststelling Formulieren in eerste lezing:
- Huwelijksformulier (plus eventueel variant)

 

Toelichting op huwelijksformulier (eerste lezing)

 

(Opmerking van deputaten)

Over het huwelijksformulier zijn veel vragen vanuit de kerken en vanuit de synode gekomen. Een belangrijk punt is het onderwijzende karakter van het formulier. In 1999 koos de GS Leusden voor een huwelijksformulier met een sterk didactische inslag. Twaalf jaar later zijn de deputaten van oordeel dat dit soms te sterk is. Mede vanwege de gegroeide praktijk van huwelijkscatechese. Het teveel aan onderwijs gaat naar het oordeel ten koste van een feestelijke, poëtische stijl die past bij een huwelijksliturgie. De deputaten boden daarom aan de synode een bewerking van het formulier aan dat daardoor iets minder didactisch is (enkele zinnen werden verwijderd) en meer liturgisch poëtisch.

Hierop kwamen reacties vanuit de kerken en van de synode-afgevaardigden. In overleg met de commissie Zuiden stellen de deputaten de GS een alternatief voor: handhaaf het huwelijksformulier uit 1999 met alleen de noodzakelijkste aanpassingen. Biedt daarnaast twee alternatieve formulieren die minder didactisch en meer liturgisch zijn.

 

In het onderstaande vindt u: 

  1. Het formulier uit het deputatenrapport, met wijzigingen, voorgesteld in ingekomen stukken of door synodeleden.
  2. Het formulier uit 1999 met enkele noodzakelijke aanpassingen.
  3. Ontwerp alternatief formulier 1.
  4. Ontwerp alternatief formulier 2 (kort formulier te gebruiken als huwelijkscatechese is gevolgd).

(Toelichting commissie)

Het voorstel van de commissie is om het formulier uit 1999 te handhaven, met de noodzakelijke aanpassingen, zoals hieronder door deputaten gemarkeerd. Daarmee zou aan een heel aantal vragen en moeiten tegemoet worden gekomen.

Tegelijk is het goed, om n.a.v. alle reacties uit de kerken op het door deputaten aangeboden formulier in eerste lezing aan te geven wat het antwoord van deputaten Eredienst daarop is. Met het volgende cluster wordt, volgens de commissie, de inhoud van alle ingekomen vragen gedekt. 

  1. Allereerst is duidelijk dat deputaten kiezen voor een meer poëtische toonzetting van dit formulier (i.p.v. een sterk betogende uiteenzetting). Deze keuze heeft veel wijzigingen bepaald. Dat de GS 2008 een appèl deed voor huwelijkscatechese in de kerken, gaf deputaten de vrijmoedigheid om bepaalde onderwijzende gedeelten te reduceren in dit formulier. Toch zitten alle elementen van de weggelaten gedeelten wel degelijk verwerkt in het nieuwe voorstel.
    - vb 1: ‘alleen in het huwelijk’ – zit erin in meer poëtische bewoordingen
    - vb 2: ‘instelling huwelijk’ – “Zo stelde God het huwelijk in” (paragraaf ‘instelling’)
    - vb 3: ‘ouderschap’ – zit erin in meer poëtische bewoordingen
  2. Bij de poëtische toonzetting past volgens deputaten ook om direct bijbelgedeelten te laten klinken, in plaats van ernaar te verwijzen. Daarom is het gedeelte uit Hooglied ingevoegd.
  3. Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen (zoals ‘u’ vervangen door ‘jij’) opgelost worden.
  4. Deputaten komen met een wijzigingsvoorstel over Hoofd-zijn: “In navolging van Christus ben jij als man het hoofd van je vrouw. Met liefde en zelfverloochening ga je haar voor in het leven met de Heer.”
  5. Deputaten hebben op voorstel van de commissie een inleidende zin toegevoegd bij de ‘belofte’ nl: Je mag dan ook rekenen op Gods zegen op je huwelijk, want:
  6. De zinsnede “totdat Christus terugkomt” blijven deputaten eruit houden, terwijl de commissie ervoor is het erin terug te brengen.

Deputaten komen ons als commissie tegemoet met een tweede versie naast de reeds aangeboden herziene versie van het Formulier uit 1999.

De twee kortere alternatieven - die als toegift aangeboden worden! – wil de commissie aan de GS voorleggen.

We menen dat deze twee extra formulieren strikt genomen niet passen bij de opdracht van de GS Zwolle-Zuid 2008.

De commissie aarzelt dan ook om deze ‘toegift’ op dit moment al aan de kerken aan te bieden. Wel leggen we het - bij wijze van voorproef - ter kennisname aan de GS voor.

We stellen voor om er een vervolgopdracht van te maken zodat deze 2 extra formulieren aan de e.k. GS aangeboden worden.

 

Op dit moment stellen we voor om 2 huwelijksformulieren voorlopig vrij te geven:

 

1.     het bestaande huwelijksformulier uit 1999 met minimale NBV-aanpassing

2.     een tweede huwelijksformulier, dat op basis van het formulier uit 1999, volledig taalkundig is herzien.


Met als grond: 

  1. het doet recht aan alle reacties om naast het door deputaten herziene huwelijksformulier, het formulier uit 1999, met minimale taalkundige herziening, te blijven gebruiken.”

-      Tucht formulier (deel 2 en 3).

-      Gebeden (apart besluit van maken!).

 

Teksten: zie BIJLAGE.

 

Toelichting op approbatieformule.

 

  1. Deputaten zijn niet enthousiast over de voorgestelde alternatieven. De nevenschikking tussen “Wanneer de Heer het wil” en “wanneer u als gemeente ermee instemt” zien ze wel in. In gesprek met de commissie stellen deputaten daarom voor om alleen het tweede deel te behouden: “Wanneer u als gemeente ermee instemt.”
  2. In reactie op de vragen van synodeleden stellen deputaten eredienst voor “de approbatieformule in aankondigingen geheel te laten vervallen. Wie bezwaren heeft in te brengen zal daar ook zonder uitnodiging de weg voor vinden. Mocht de synode die weg niet willen gaan dan geven wij in overweging aan de deputaten eredienst op te dragen in samenwerking met de deputaten herziening kerkorde een nieuwe approbatieformule aan de GS van 2011 voor te leggen.”
  3. De commissie vindt het geheel laten vervallen een zwaktebod en stelt de formulering van Harmannij voor: ‘De kerkenraad rekent op uw instemming met de voorgenomen bevestiging. Wanneer geen (gegronde) bezwaren worden ingebracht zal deze plaatsvinden op….’

 

Toelichting op concept-besluiten voor definitieve vaststelling van 13 formulieren in tweede lezing (1-13).

 

Toelichting op doopformulier 1.

Al vanuit de kerken zijn heel veel opmerkingen gemaakt bij de redactie van dit formulier. Na de ingekomen reacties van synodeleden en overleg met de commissie Zuiden, heeft deputaten een aantal wijzigingsvoorstellen overgenomen. Deze vindt u onderstreept terug in de tekst.

 

Verder wil de commissie in antwoord op verschillende vragen nog het volgende noemen:

  1. Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei opgelost worden.
  2. Als reactie op het missen van inleidende zinnen, antwoorden deputaten: “Er is voor gekozen onnodige inleidingen te vermijden. Zo ook de inleidende zin op het eerste doopformulier. Natuurlijk kan de predikant zelf een inleidend woordje spreken. Daarbij kan zelfs het woord ‘leer’ gebruikt worden. Maar ook als dat woord niet gebruikt wordt (zoals in de doop- en belijdenisvragen) is het duidelijk dat deze formulieren de bijbelse leer weergeven en dat de vragen daaraan refereren.”
  3. Vooral het gedeelte over de kinderdoop heeft veel reacties los gemaakt, omdat de parallel ‘in Adam – in Christus’ eruit gehaald is.
    1. Op die vragen reageerden deputaten aanvankelijk: “Taalkundige aanpassing aan de NBV maakte het moeilijk de parallel Adam-Christus op te nemen. Het gebruik van het voorzetsel ´in´ in uitdrukkingen als ´in Adam´ en ´in Christus´ is door de NBV terecht stelselmatig vermeden. Het wordt vrijwel altijd omschreven. Soms wordt gekozen voor “door”, in andere gevallen wordt een langere omschrijving gekozen. Dit laatste is in de “Adam-Christus-zin‟ van het kinderdoopformulier onvermijdelijk. Gevolg daarvan is dat de onderbouwing van de kinderdoop, die overigens zeer transparant is, begint met enkele ingewikkelde zinnen. Dit is in ons voorstel vermeden door de parallel met andere woorden weer te geven, waardoor juist relevante punt voor de onderbouwing van de kinderdoop (ze zijn veroordeeld/aangenomen zónder dat ze er iets van begrijpen) behouden blijft.”
    2. Uiteindelijk bieden deputaten wel een variant aan (te vinden op pag. 20). Daarbij adviseren deputaten de synode deze variant niet over te nemen. Met als reden: “Het vermelden van het nakomelingschap van Adam (en het noemen van Christus, min of meer parallel daaraan) voegt inhoudelijk niets toe en maakt de zin onnodig ingewikkeld. Het wordt een moeilijke zin om goed voor te lezen en zeker om goed te begrijpen. Het past niet in de stijl van het formulier. Overwogen is deze samengestelde zin te knippen, maar dat gaat ten koste van het redebeleid. De bedoeling van het formulier is hier namelijk niet dat de veroordeling in Adam beleden wordt (dat gebeurde al in het eerste onderdeel van de leer over de doop). Hier worden veroordeling en aanneming parallel genoemd om duidelijk te maken dat iets waar je je niet van bewust bepalend voor je kan zijn.”

Commissie stelt voor de variant wel op te nemen:        


“Natuurlijk begrijpen kleine kinderen niets van deze dingen. Toch is dat geen reden om hun de doop te onthouden. Want net zo min als ze doorhebben dat ze als nakomelingen van Adam Gods oordeel verdienen, begrijpen ze dat God hen om Christus’ wil in genade aanneemt als zijn kinderen”.

 

Toelichting op doopformulier 2.

 

“Hier is iets misgegaan,” reageren deputaten. Er is nog aan dit formulier geschaafd, maar die pogingen zijn gestaakt. In het rapport had dan ook gewoon de tekst van het groene boekje moeten staan. 

  1. Als de synode erin meegaat dit formulier niet meer op te nemen in een nieuwe uitgave van formulieren of kerkboek, hebben we er dan ook geen bezwaar tegen als de oorspronkelijke tekst (uit 2005, uit het kerkboek van 2006) met minimale aanpassingen op internet gezet wordt.  
  2. Op dit voorstel van deputaten om dit formulier uit het kerkboek te verwijderen, kwamen veel vragen. Deputaten gaven het volgende commentaar aan de commissie:
    1. Dit voorstel van deputaten eredienst komt niet voort uit de behoeft de bevoegdheid van het deputaatschap te overschrijden. Het komt voort uit de ervaring, opgedaan met het bewerken van de tekst.  
    2. De nieuwe doopformulieren zijn na het voorstel aan de synodes van 2004/2005 direct al een eigen leven gaan leiden en minder oecumenisch dan aanvankelijk bedoeld. Tegen verwijderen is dan ook minder bezwaar dan gesuggereerd.
    3. Het tweede formulier poogt inderdaad meer onderbouwing van de kinderdoop te geven dan formulier 1. Het lijkt tegenover de bestrijding van de kinderdoop een waardevolle aanvulling. Nadeel van dit formulier is de brede betoogtrant (door de deputaten ‘dogmatisch’ genoemd, niet in tegenstelling tot ‘bijbels’) die ongeschikt is voor een doopformulier. De compacte weergave van de gronden voor de kinderdoop in formulier 1 wordt hierin absoluut niet geëvenaard.
  3. De commissie sluit zich aan bij een laatste optie die deputaten opperen: “Mocht de synode besluiten formulier 2 toch in het kerkboek op te nemen, dan moeten in ieder geval de doopvragen bewerkt worden (vanuit het oogpunt van rechtsgelijkheid). Ook moet de opwekking aan de gemeente voor het gebed geplaatst worden.” 

De commissie wil dit recente formulier, dat als  een coproductie met de CGK tot stand kwam,  met minimale taalkundige herziening en aanpassing van vragen in het nieuwe Gereformeerd Kerkboek laten opnemen.

De GS Amersfoort-Centrum 2005 sprak uit dat dit nieuwe doopsformulier qua inhoud, vorm en taalkleed geschikt is voor gebruik in de erediensten (Acta art. 79, (grond 1a)).

 

Toelichting op doopformulier 3.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Verder geen bijzonderheden op te merken.

 

Toelichting op formulier volwassendoop.

 

  1. Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.
  2. Verder is er een vraag gesteld over de zinsnede dat “De heilige Geest je garandeert dat hij in je komt wonen.” Woont de heilige Geest niet al in de gelovige, bij de doop van een volwassene? Deputaten antwoorden daarop: “Hetzelfde bezwaar kon ook al ingebracht worden tegen de oude formulering: dat Hij in je wil wonen. Wij willen er echter op wijzen dat de doop teken en zegel is bij Gods belofte. Die belofte geldt ook aan iemand die al tot geloof gekomen is

Toelichting op formulier openbare geloofsbelijdenis.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Verder geen bijzonderheden op te merken.

 

Toelichting op avondmaalsformulier 1.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Verder geen bijzonderheden op te merken.

 

Toelichting op avondmaalsformulier 2.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

  1. In het gebed werd het werk van de Heilige Geest gemist. Deputaten delen dit en hebben dat toegevoegd. Dat vind je onderstreept terug in de tekst.

Toelichting op avondmaalsformulier 3.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Verder geen bijzonderheden op te merken.

 

Toelichting op avondmaalsformulier 4.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Verder geen bijzonderheden op te merken.

 

Toelichting op avondmaalsformulier 5.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Verder geen bijzonderheden op te merken.

 

Toelichting op tuchtformulier.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Verder geen bijzonderheden op te merken.

 

Toelichting op formulier aanstellen dominees.

 

  1. Een aantal suggesties van synodeleden worden door deputaten overgenomen. Je vindt dat onderstreept terug in de tekst.
  2. Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Toelichting op formulier aanstellen ouderlingen/diakenen.

Deputaten hebben consequent willen werken vanuit de richtlijnen, zoals beschreven in hun rapport 2008, bijlage 5. Daarnaar verwijzend kunnen allerlei vragen opgelost worden.

Verder geen bijzonderheden op te merken.

 

Toelichting op Voorbedengebed (Besluit 4).

Deputaten dienen de kerken met een nieuw Voorbedengebed waarin diverse modellen van gebedsintenties staan. 

Als commissie zijn we onder de indruk van dit uitvoerige, inhoudrijke gebed met een hoog dichterlijke gehalte.

Omdat dit kunstwerk een eenheid is moeten we er niet in willen schaven.

Slechts een enkele veranderingen is voorgesteld en overgenomen.

 

Als commissie vragen we ons op dit moment nog wel af of dit lange voorbedengebed in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek kan en moet worden opgenomen.

Misschien is een verwijzing naar de GKV-site voldoende om er in de praktijk goed gebruik van te kunnen maken in de erediensten.

In een vervolgopdracht kunnen deputaten over wel of niet opnemen in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek nadenken en met voorstel komen (zie Besluit 8).

 

 

III. Conceptbesluiten.

 

Materiaal: 

  1. 51 D 1 Rapport deputaten Eredienst;
  2. 51 D  9 aanvullend rapport deputaten Eredienst;
  3. 51 D 3 brief van de GK te Vroomshoop d.d. 13 december 2010 met verzoeken inzake herformulering van liturgische formulieren;
  4. 51 D 4 brief van de GK te Smilde d.d. 22 december 2010 met adhesie aan brief onder 3;
  5. 51 D 7 brief van de GK te Bunschoten-Oost d.d. 6 januari 2011 met inhoudelijke bezwaren tegen de voorgestelde liturgische formulieren;
  6. 51 D 8 brief van de GK te L.eiden d.d. 4 februari 2011 met aanvullingen en verbeteringen op de tekst van voorgestelde formulieren;
  7. 51 D 10 brief van de GK te Voorthuizen-Barneveld d.d. 21 februari 2011 met aanvullingen en verbeteringen op de tekst van voorgestelde formulieren;
  8. 51 R 6 brief van de GK te Capelle aan den IJssel-Noord d.d. 25 oktober 2010 met verzoek om nadrukkelijke bezinning op de invoering van de vernieuwde formulieren en met bespreking van veranderingen (in uitvoerige bijlage);
  9. 51 R 7 brief van de GK te Capelle aan den IJssel-Zuid-West d.d. 15 juni 2010 met verzoek om wijzigingen in formulieren te beperken tot aanpassing van de NBV alsook met adhesie aan brief onder 8.

Besluit 1:

deputaten eredienst onder dank decharge te verlenen.

 

Grond:
zij hebben hun werk conform de opdrachten verricht.

 

Besluit 2:

de volgende liturgische formulieren voorlopig vast te stellen en vrij te geven voor gebruik in de kerken:

 

1.     het bestaande huwelijksformulier uit 1999 met minimale taalkundige herziening;

2.     een tweede huwelijksformulier, dat op basis van het formulier uit 1999, volledig taalkundig is herzien;

3.     Tuchtformulier (deel 2).

 

Gronden: 

  1. de vrijgave van de NBV maakte een herziening van deze formulieren noodzakelijk;
  2. in de nieuwe tekst van deze formulieren zijn de bijbelcitaten vervangen en is de rest van de tekst zodanig aangepast dat de formulieren een talig en liturgisch-theologisch verantwoord geheel vormen (vgl. Acta GS Amersfoort-C 2005, art. 71, besluit 2ab);
  3. het doet recht aan alle reacties om naast het door deputaten herziene huwelijksformulier, het formulier uit 1999 met minimale taalkundige herziening, te blijven gebruiken.

Besluit 3:

de volgende 13 liturgische formulieren definitief vast te stellen:

 

1.     formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 1;

2.     formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 2;

3.     formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 3;

4.     formulier voor de bediening van de doop aan volwassenen;

5.     formulier voor de openbare belijdenis van het geloof (door gedoopte catechisanten);

6.     formulier voor de viering van het heilig avondmaal 1;

7.     formulier voor de viering van het heilig avondmaal 2;

8.     formulier voor de viering van het heilig avondmaal 3;

9.     formulier voor de viering van het heilig avondmaal 4;

10.   formulier voor de viering van het heilig avondmaal 5;

11.   formulier voor de openbare kerkelijke tucht (deel 1);

12.   formulier voor de bevestiging van predikanten;

13.   formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen.

 

Gronden:

  1. de vrijgave van de NBV maakte een herziening van deze formulieren noodzakelijk;
  2. in de nieuwe tekst van deze formulieren zijn de bijbelcitaten vervangen en is de rest van de tekst zodanig aangepast dat de formulieren een talig en liturgisch-theologisch verantwoord geheel vormen (vgl. Acta GS Amersfoort-C 2005, art. 71, besluit 2ab)

alle voorgestelde en vastgestelde teksten: zie BIJLAGE

……..

 

Besluit 4:

het voorbedengebed en andere gebeden alsook liturgische teksten (zie Aanvullend rapport) voor gebruik in de erediensten aan de kerken aan te bieden.

 

Grond: 

  1. het past in het kader van de ‘Koersbepaling’ (GS Zuidhorn 2002, Acta art. 38) dat de synode in het kerkboek teksten voor gebeden in de eredienst blijft aanbieden;
  2. met de aangeboden teksten is aan een opdracht van de GS Zwolle-Zuid 2008 voldaan.

 vastgestelde voorbeden, teksten en liturgische gebeden; zie BIJLAGE

……

 

Besluit 5:

deputaten eredienst en kerkmuziek samenvoegen tot één deputaatschap liturgie en kerkmuziek

 

Grond:

de GS Amersfoort-Centrum 2005 besloot reeds dat het deputaatschap eredienst en het deputaatschap kerkmuziek samengevoegd zouden worden. Na afronding van een aantal grote taken kan deze samenvoeging nu gerealiseerd worden.

 

Besluit 6:

nieuwe deputaten liturgie en kerkmuziek te benoemen met de volgende opdrachten:

 

in verband met  liturgie:

  1. de kerken te voorzien van informatie en advies over zaken met betrekking tot liturgie en eredienst en waar mogelijk een zodanige bijdrage te leveren dat de bezinning hierover binnen de kerken wordt gestimuleerd, met name door middel van het Steunpunt Liturgie;
  2. de taalkundige herziening van de bestaande liturgische teksten en formulieren af te ronden;
  3. als adres te fungeren voor wijzigingsvoorstellen uit de kerken op de formulieren die de synode voorlopig vaststelde en de definitieve vaststelling door de komende synode voor te bereiden;
  4. onderzoek te doen naar het gebruik van de liturgische formulieren binnen de kerken en hierbij de rol van het kerkverband in de eredienst (voorschrijvend, faciliterend, adviserend, toerustend enz.) te betrekken;
  5. een of meer alternatieven van een huwelijksformulier te ontwerpen en aan de e.k. GS aan te bieden;
  6. in overleg met deputaten nieuwe kerkorde een approbatieformule opstellen die recht doet aan de juridische functie en aan eigentijdse taal;
  7. nader onderzoek te doen naar wat de gevolgen zijn van de nieuwe kerkorde op liturgisch gebied en daarvoor voorstellen te doen aan de komende synode;
  8. aan de komende synode voorstellen te doen over de verhouding tussen het nieuwe deputaatschap en het Steunpunt Liturgie en de continuïteit van het steunpunt op langere termijn.

in verband met. kerkmuziek (zie conceptbesluiten 2 tot en met 6 Kerkmuziek).

 

Afsluitend: 

Gronden (bij a t/m g):

  1. in de liturgische praktijk van vandaag (synodebesluiten, veranderende cultuur, plurale praktijk) is het van belang dat de kerken deskundige informatie en advies kunnen krijgen. Discussies rond liturgie en eredienst kunnen meer diepgang krijgen als vanuit de deskundigheid van het deputaatschap en het Steunpunt Liturgie bijgedragen wordt;
  2. de opdracht van de GS Zwolle Zuid 2008 (Acta art. 55, Besluit 7 e) kon nog niet worden afgerond; de diverse praktijk van omgaan met orden van dienst en liturgische formulieren vraagt om duidelijkheid wat voorgeschreven is en wat niet;
  3. het huwelijksformulier en het tweede deel van het tuchtformulier zijn door deze synode voorlopig vastgesteld met het oog op definitieve vaststelling door de volgende synode. De werkwijze genoemd in besluit ….. c werd ook gevolgd voor de formulieren die de Generale Synode van Zwolle Zuid 2008 in eerste lezing vaststelde.

volgt gronden bij opdrachten kerkmuziek

……….

 

Steunpunt Liturgie.

 

Besluit 7:

het Steunpunt Liturgie te laten voortbestaan en de aansturing daarvan op te dragen aan deputaten Liturgie en Kerkmuziek.

Voor het Steunpunt Liturgie een budget vast te stellen op € 25.000,--.

 

Gronden:   

  1. ondersteuning door het Steunpunt Liturgie is noodzakelijk gebleken om de taken van de het nieuwe deputaatschap Liturgie en Kerkmuziek goed te kunnen uitvoeren; met name in de informatie en adviezen aan de kerken in verband met de liturgische praktijk van vandaag (synodebesluiten, veranderende cultuur, plurale praktijk) heeft het steunpunt zijn recht van bestaan bewezen;
  2. het aantal werkuren van de medewerkster van het Steunpunt Liturgie rechtvaardigt een verhoging van het budget.

 

Samenstelling en uitgave van het Gereformeerd Kerkboek.

 

Besluit 8:

deputaten Liturgie en Kerkmuziek op te dragen om in overleg met deputaten AO de volgende GS te dienen met voorstellen over de samenstelling van het Gereformeerd Kerkboek, over de uitgave hiervan en eventuele opname van het voorbedengebed.

 

290411