Tegenstroom
D.J. Bolt
20-10-12
Er is veel te doen over Stroom, het gemeentestichtingsproject van de vrijgemaakte kerken rond en in Amsterdam. Dit project heeft een zelfstandige gemeente opgeleverd die enige tijd geleden de classis Amsterdam-Leiden heeft gevraagd in het GKv-kerkverband te mogen worden opgenomen.
Daar is veel kritiek op gekomen. In een publiek appel hebben predikanten van gereformeerdekerkblijven.nl krachtig stelling genomen tegen aanvaarding van deze jonge gemeente binnen het verband van de kerken. In het ND is door voor- en tegenstanders krachtige taal gebruikt. Er worden allerlei pogingen ondernomen om de zaken zo voor te stellen dat het geheel verantwoord is Stroom deel uit te laten maken van de GKv. Ja, het zou zelfs onbehoorlijk zijn om de gereformeerde dochter van een gereformeerde moeder te weigeren haar plaats zelfstandig in te nemen.
Deze maand[1] moet de classis erover een besluit nemen.
Waar gaat het om?
In Nader Bekeken[2] geeft ds. P.L. Storm in zijn rubriek Persrevue uitgebreid aandacht aan deze zaak. Hij doet dat op basis van een portret van de gemeente dat werd geschreven door het blad Volzin[3]. De auteur, Katja Kreukels, baseert zich daarbij vooral op gesprekken met leden van een de huiskamerkringen van Stroom en met de voorganger Martijn Horsman.
Gezien het grote belang van de zaak, het raakt het kernkarakter van het gereformeerde kerkverband, nemen we Storms artikel vrijwel in extenso over.
Ds. Storm
Eerst wordt een sfeerimpressie gegeven van die huiskamerkring. En dan vertelt Kreukels:
Dit tafelgezelschap bestaat niet uit vrienden of familie, maar uit geloofsgenoten die sinds kort met elkaar deze wekelijkse tafelkring vormen. Ze zijn bijna allemaal van gereformeerden, evangelischen of katholieken huize, zijn student of starter op de arbeidsmarkt en vormen een aardige doorsnee van de groep jonge, zelfbewuste en hoogopgeleide Amsterdammers die deel uitmaken van Stroom.
Stroom is een beweging die zich tot hoger doel heeft gesteld de vrijheid van Jezus op een vernieuwende manier in de praktijk te brengen. Naast de huiskamerontmoetingen komen zo'n 100 gelovigen en enigszins gelovigen elke zondag om 11 uur bij elkaar in de grote bioscoopzaal van filmhuis Kriterion om op een 'meer nuchtere en eigentijdse manier' over God te praten en samen te zoeken naar religieuze inspiratie.
Esther van Diermen (28, docent Spaans) vond die inspiratie ruim twee jaar geleden. 'In elke wijk waar ik woonde in Amsterdam bezocht ik wel een kerk. Ik ben christelijk opgevoed en heb bet contact nooit helemaal verloren. Bij de vrijgemaakt-gereformeerde Oosterparkkerk, een wat oudere gemeente, kreeg ik niet echt een yes-gevoel. Die dominee tipte mij de dochterclub Stroom. Toen ben ik gewoon maar een keer gaan kijken op een zondag. De bijeenkomsten zijn in een donkere bioscoopzaal, dus je kunt makkelijk anoniem aanschuiven. Ik vond bet zo gaaf en zo leuk. Ik kwam er steeds enthousiaster vandaan. Dit had ik nog niet eerder gezien. Soms zongen we Acda en De Munnik en dat deed me meer dan een psalm.'
Puurder
Op de vraag wat Stroom zo anders maakt, antwoorden de tafelgenoten eensgezind dat het een beetje terug naar de basis is. Van Diermen: 'Stroom is wat puurder, uitgekleder en los van alle ceremoniële regeltjes. Juist die regeltjes doen veel mensen zich afkeren van de traditionele kerk.' Maar het is ook geen hippiekerk, benadrukt ze. 'Dat sfeertje lijkt wel zo, maar zaken worden echt serieus benaderd.'
De gastvrouw houdt ook niet van te veel poespas. Veel rituelen zijn van zichzelf al mooi genoeg vindt ze. 'Elke vierde zondag van de maand gaan we met elkaar aan tafel om het avondmaal te vieren. Het is een soort heksenketel met rondrennende kinderen, grote Turkse broden en allemaal hartige taarten. Iedereen neemt wat mee. Soms moet er wel om stilte geroepen worden.' Haar man Benno van de Velde (36, geluidstechnicus) vult aan: 'Je kunt er iets heel groots en heiligs van maken zoals in de traditionele kerk. Maar je kunt het ook doen zoals Jezus het deed. Terug naar de eigenlijke bedoeling. Met vrienden of kerkgenoten aan tafel zitten, samen eten, het brood breken en een moment van stilte om te gedenken.'
Ds. Storm
Toch wel even een onthullende opmerking: zoals Jezus deed! Alsof Hij niet zelf de gewoonte had op sabbat naar de synagoge te gaan (Luc. 4:16). En alsof Hij zelf het niet geweest is die apostelen de wereld over heeft gestuurd om gemeenten te stichten en daar bijvoorbeeld ambten in te stellen (en daarbij zusters nadrukkelijk niet te laten roepen), en toe te laten zien op het goede gebruik van doop en avondmaal enzovoort, enzovoort. Zomaar versterkt zo'n benadering het sfeertje: ach, hier staan oude kerken met hun tradities tegenover jonge gemeenten die het weer gaan doen zoals Jezus deed. En een nieuwe mythe is geboren. Het artikel vervolgt:
Deel willen uitmaken van een groter geheel, zoeken naar houvast en een zekere hang naar tradities zijn de belangrijkste beweegredenen van de kringgenoten om zich aan Stroom te verbinden. Van de Velde-Kniep: 'Ik weet niet of ik nou echt een persoonlijke relatie met God heb, maar ik vind het wel prettig om te weten dat ik hier op aarde bedoeld ben. Dat het geen stom toeval is.' Voor haar man is het geloof onlosmakelijk verbonden met zijn christelijke opvoeding. 'Ik heb nooit aan het bestaan van God getwijfeld en ben het geloof nooit kwijtgeraakt. Dat had best gekund. Heel veel moeite heb ik er vroeger niet voor gedaan.' De jongste tafelgenoot Use Leistra (23, student geneeskunde) vertelt dat ze het moeilijk vindt om in haar eentje te geloven. 'Ik heb mensen nodig met wie ik verhalen kan uitwisselen. Ik wil weten hoe zij het geloof ervaren. Ik wil iets delen.'
Vernieuwingsdrang
Martijn Horsman (35), niet dominee Horsman, maar gewoon Martijn, is sinds vier jaar de voorganger en voorman bij Stroom. Hij studeerde theologie, specialisatie kerkgeschiedenis, bij de vrijgemaakt-gereformeerden in Kampen. Deze vrijgemaakt-gereformeerden, een behoorlijk orthodox protestantse kerk, gaf hem de opdracht de missionaire Amsterdamse bioscoopkerk op een hoger plan te brengen. Het idee voor deze proeftuin ontstond tien jaar geleden. De Oosterparkkerk vond nauwelijks nog aansluiting met niet-christelijke Amsterdammers en wilde een nieuw publiek aanboren. Er mocht volop geëxperimenteerd worden. 'Ik trof een talentvolle en gedreven club aan. Een man of dertig. Maar ze hadden geen idee welke richting ze samen uit wilden,' herinnert Horsman zich. 'Ze joegen zichzelf enorm op met hun vernieuwingsdrang, soms uit frustratie over de oude kerk. Elke zondag moest het ultieme gebeuren. Het liefst zo multimediaal mogelijk. Ik vond dat vermoeiend en dacht: waarom doen we niet elke week hetzelfde? Liedje, preek, liedje. Nou en? Als je het maar goed en met overtuiging doet.'
Volgens Horsman is Stroom onmiskenbaar een christelijke gemeenschap. 'Als we twijfelen, twijfelen we aan Jezus.
Niet aan Boeddha.'
Hij legt uit dat de gereformeerde traditie de bron vormt en de uitvoering oecumenisch is, zij het op een bescheiden manier. 'Als wij de maaltijd vieren, het brood breken en de wijn drinken doen we dat ter nagedachtenis van Jezus. We maken daar een bijzonder moment van. Maar niet heilig. We voeren het brood dat over is gewoon aan de eendjes en dat is weer heel protestants.'
Inhoudelijk wil hij terug naar de basis van het evangelie en de oude verhalen vertalen naar deze tijd. 'Don't plant a church, plant the gospel', leerde ik ooit. Stroom moet een plek zijn voor barmhartigheid en liefde en niet alleen de liefde voor jezelf. Dit is het gevaar van veel moderne spiritualiteit. Stress kwijtraken; een worden met de werkelijkheid; kracht vinden in jezelf; dat vind ik eerlijk gezegd een legitimatie voor stom egoïsme. Het gaat niet om het opheffen van onze eigen eenzaamheid, maar de eenzaamheid van anderen. De boodschap van het evangelie is dat God zich over ons ontfermt. Ik wil een gemeenschap opbouwen waarbinnen mensen goed voor elkaar zorgen, leren wat liefde is. Daar hebben wij ook nog genoeg in te leren.' Nieuwbolligheid, een van de kernwaarden van Stroom, is volgens de gedreven voorganger een knipoog naar de bloemetjesgordijnen uit het opa en omatijdperk. Stroom wil niet benauwend zijn zoals de oude kerk met haar vaste protocol. 'Wij willen het tegenovergestelde doen. Bijvoorbeeld Nietzsche citeren tijdens een kerkdienst, mensen van hun stuk brengen. Het geloof en jezelf durven te bevragen. Het mag niet te gezellig en comfortabel worden. Laatst kreeg ik een mailtje van iemand die vroeg of het niet wat vrolijker kon. Nee, dat kan niet. Nergens belooft Jezus ons een makkelijk leven. Geloven is durven te vertrouwen, durven los te laten en accepteren dat het leven niet volmaakt is.'
Buitenstaander
Use Leistra moet wel even nadenken over de vraag wat het geloof haar heeft gebracht. 'Ik ben, geloof ik, minder egoïstisch geworden, pieker niet meer zoveel en heb meer vertrouwen. Ik heb toch niet alles zelf in de hand en gelukkig is er een God of engel die een beetje op me let. Voor mij is het geloof onlosmakelijk met naastenliefde verbonden. Jezus gaf om iedereen. Niet alleen om zijn eigen club. Niet dat ik me nu geroepen voel om daklozen te gaan helpen, maar ik vind het wel belangrijk om er echt voor een ander te zijn. Niet even een WhatsAppje en elkaar drie maanden niet zien.'
Leistra is de enige tafelgenoot die geen christelijke wortels heeft. Vier jaar geleden werd ze verliefd op Wilco, een gereformeerde domineeszoon uit Amersfoort en werd nieuwsgierig naar zijn geloof. 'Wilco heeft mij nooit gepusht. Ik wilde weten wat hem bewoog en zo ben ik me er steeds meer in gaan verdiepen. Maar het geloof blijft abstract voor mij. Sommige mensen hebben het echt ervaren. Nou, ik niet. Ik geloof wel dat Jezus heeft bestaan en wonderen heeft verricht. Ik geloof ook wel in God, maar misschien ook wel omdat ik dat wil'
In het begin bezochten ze samen zijn kerk in Amersfoort. 'Daar bleef ik vooral het vriendinnetje van de zoon van de dominee. Die gemeenschap kwam op mij erg besloten en stijf over. Ik voelde me niet welkom. Stroom was het tegenovergestelde. Wel een beetje hippieachtig, maar ik heb me nooit een vreemde gevoeld. Ik mag hier kritische vragen stellen en er wordt naar me geluisterd.' Ze kijkt naar Wilco aan de andere kant van de tafel en zegt: 'Weet je nog laatst wat we tegen elkaar zeiden toen we in Amersfoort de kerk uitliepen? Waarom zijn we hier na vijf minuten alles kwijt en blijven de verhalen van Stroom in je hoofd zitten?' Wilco Sliggers (24, bouwkundig ingenieur): 'Dat hangt natuurlijk ook van de preek en de dominee af.' Leistra: 'Ik vind Martijn een fijne spreker. Het zijn de verhalen van Jezus in een modern jasje. Je zult niet de geit van de ander stelen. Wie heeft er nog een geit? Ik wil horen hoe ik nu in het leven moet staan.'
Als het gaat om het integreren van haar geloof in het dagelijkse leven schippert ze tussen vrijblijvendheid en verplichting. 'Ik bid wel af en toe. Ook al twijfel ik in elk gebed. En soms lees ik de Bijbel, waar ik vergeet het ook heel vaak. Ik hou eerlijk gezegd niet van verplichtingen en tradities. Misschien ben ik nog iets te bang om echt christen te worden.'
Postchristendom
Use Leistra, met haar niet-religieuze achtergrond, vormt wel een uitzondering, geeft Martijn Horsman toe. De grootste aantrekkingskracht heeft Stroom op mensen met religieuze wortels die ontkerkelijkt zijn. 'Die vinden Stroom uitdagend, fris en bevrijdend en zien het als een alternatief voor de traditionele kerk waar ze zich van af hebben gekeerd. Mensen die nooit kerkelijk zijn geweest, zijn lastiger te bereiken. Die mensen vertrouwen je vaak voor geen meter. Ze zijn gevoed met het postchristendom en denken dat je erop uit bent om ze te beknellen. Maar er moet niks.' Die keuzevrijheid heeft ook een keerzijde, geeft hij toe. 'Mensen kunnen in vrijheid voor het geloof kiezen, maar vanuit diezelfde vrijheid ook besluiten dat ze er geen zin meer in hebben.'
Het is een misverstand, benadrukt de kerkplanter, dat hij heel Amsterdam wil kerstenen. 'Het doel is niet om koste wat kost zieltjes te winnen, maar om mensen die geïnteresseerd zijn te betrekken bij deze christelijke gemeenschap.' Terugkijkend op de afgelopen tien jaar lijkt dat aardig gelukt. De proefkerk is uitgegroeid van vier naar ruim honderd actieve betrokkenen, kan financieel bijna haar eigen broek ophouden en is dit jaar zelfstandig geworden.
Het gewaagde doel dat Stroom op haar website beschrijft namelijk in 2015 uit drie hechte gemeenschappen bestaan lijkt allesbehalve uitzichtsloos. Naast de bioscoopkerk in Oost is er de open space in Amsterdam-West; een creatieve werkplaats waar kunst en alle vormen van zingeving samenkomen. In Zuidoost organiseert de lokale tafelkring sinds kort eigen zondagse samenkomsten.
Maar of Stroom volwaardig lid kan worden van de vrijgemaakt-gereformeerde kerk is de vraag. Daarvoor lijkt de appel iets te ver van de boom te zijn gevallen en zijn de opvattingen van de nieuwe en oude kerk toch te zeer van elkaar gaan verschillen. Het feit dat in het net gekozen vijfkoppige Stroombestuur drie vrouwen zetelen, brengt sommige bijbelvaste zusterkerken al danig in verwarring. Horsman: 'We zijn nu in staat om voor onszelf te zorgen, maar ik vind het belangrijk om de verbinding te blijven zoeken met de traditie. Dat is de bron. Daar kom je vandaan. Maar we staan wel voor onze eigen aanpak. Het gaat ons niet om mannen en vrouwen, maar om mensen, om gelijkwaardigheid. We hoeven niet allemaal hetzelfde te vinden. Dat maakt een gemeenschap.'
Ds. Storm
In het ND-artikel van 21 april had Horsman vergelijkbare opmerkingen gemaakt. Hij vertelde daar dat na een 'heftig intern debat' door Stroom besloten is om toch binnen het verband van de GKv te blijven.
'Maar we vragen aanvaard te worden zoals we nu zijn, want dit is de christelijke gemeenschap die we geworden zijn, inclusief hoe we het heilig avondmaal vieren, de doop bedienen en de leiding hebben ingevuld.'
Natuurlijk is het gesprek met elkaar over wat de Bijbel daarover zegt mogelijk, zegt hij. 'Daarom heb je elkaar als kerken nodig.' Maar dat is wat anders dan afspraken aan elkaar opleggen op een manier die geen ruimte biedt aan nieuwe missionaire gemeenschappen die nu eenmaal niet gevormd zijn naar de vrijgemaakte kerkcultuur. 'Als een gevestigde kerk niet kan omgaan met wie we zijn, is dat niet het probleem van Stroom. De zucht naar consensus kan zo groot worden, dat de gerichtheid naar buiten verdwijnt.'
Ds. Storm
Nu zal niemand verdedigen dat een jonge kerk gevormd moet worden naar een 'vrijgemaakte kerkcultuur'. Maar wat in bijvoorbeeld vrijgemaakte kerken geldt over ambt en toelating tot de sacramenten, is toch niet zomaar een ontwikkeld kerkcultuurtje, maar geput uit een bron waarnaar alle oude en jonge kerken zich steeds hebben te vormen en hervormen: Gods Woord zelf?
In een apart kadertje bij het artikel uit Vol Zin reageert dr. Stefan Paas opmerkelijk als volgt op Stroom:
'Wat ontzettend nodig is, is ondernemerschap en dat is kenmerkend voor Stroom. Niet gebukt gaan onder somberheid, maar gewoon opnieuw durven te beginnen. Zo'n stedelijke gemeenschap kan groeien en krimpen. De stad is vluchtig en mensen trekken weer verder. Maar draai het eens om: het is toch bijzonder dat in Amsterdam, de meest seculiere stad van Nederland, jonge mensen zonder de druk van hun ouders een kerk bezoeken. Misschien bereik je uiteindelijk maar een minderheid, dat geeft niet als die maar vitaal en krachtig is. De vernieuwing zit vooral in de cultuur die je vormt. Low in control and high in accountability (weinig dwang, veel eigen verantwoordelijkheid). Het gaat om een cultuur waarin mensen bereid zijn aan elkaar inzage te geven in hun leven en verantwoording af te leggen over wat ze doen, zonder dat ze daartoe 'van bovenaf worden aangestuurd. Door nieuwe kerken te planten, organiseren de oude kerken hun eigen oppositie, zoals dat bij Stroom ook gebeurd is. Dat kan spanningen opleveren, maar je kunt elkaar ook vragen stellen en ervan leren. Van elkaar af kan altijd nog.'
Ds. Storm
Eerlijk gezegd kan ik me veel beter vinden in het commentaar van ds. Henk Drost in het ND van 24 april 2012 (reagerend op het genoemde ND-artikel). Met als sprekende titel 'Kerk moet zich niet aanpassen aan project' schrijft hij:
Kerkplantingsproject Stroom moet de zaken niet omdraaien. Het is niet de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) die zich aan een evangelisatieproject moet aanpassen.
Is het kerkplantingsproject in Amsterdam geslaagd? Als we kerkplanter Martijn Horsman moeten geloven, is dat het geval (ND 21 april). En de GKv (Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) moeten deze gemeente met haar eigenheid accepteren. Zo halen ze de oogst binnen van wat ze eerst gezaaid hebben. Maar omdat het er allemaal wat anders toegaat, zijn de kerken er verlegen mee. Dat is de teneur van het artikel. Maar wie heeft hier nu een probleem? Als je kijkt naar de visie die uit het artikel blijkt op kerk en evangelisatie heeft Stroom een probleem. Want dat is een visie en een praktijk die de GKv helemaal niet moeten willen. Het is een groep waar moderne vrijblijvendheid belangrijker lijkt dan pastorale zorg. De pastor zegt dat hij een derde van de bezoekers niet kent. Dat is de moderne visie op kerk-zijn waar vrijblijvendheid de plek heeft ingenomen van pastorale zorg.
Evangelisatie
Wat is dat voor herder of zendeling die een derde van de mensen niet kent? Dit moeten we helemaal niet willen. En wat is de missionaire visie? Missionair is dat vrouwen in de leiding van de kerk zitten. De GKv moeten ook die kant op, willen ze werkelijk missionair zijn. Hier zie je weer gebeuren wat je vaker leest: er wordt een beroep gedaan op evangelisatie om bepaalde ideeën door te voeren in de kerk. Deze vergaande aanpassing in evangelisatie - dat heet met een duur woord contextualisatie - is helemaal niet goed als het niet bijbels is. De bijbelse lijn is niet dat vrouwen de leiding hebben in de gemeente. Zo gaat niet de kerk de wereld in met het evangelie, maar wordt een moderne manier van denken binnengehaald met een beroep op de missionaire praktijk. Dit moeten de GKv helemaal niet willen. Wie moet eigenlijk verlegen zijn? Laat de kerk duidelijk zijn. Gereformeerde mensen willen gezonde, liefdevolle gemeenschappen. En we willen voluit bijbelse, desnoods tegendraadse evangelisatie.
Ds. Storm
Hopelijk vindt de betrokken classis een eensgezinde opstelling in deze geest!
Tot zover ds. Storm in Nader Bekeken.
Inmiddels wordt van 'andere zijde' druk uitgeoefend om toch het verzoek van Stroom te honoreren. Soms vindt men het geen enkel probleem om Stroom in het verband op te nemen, zoals ds. B. Luiten, de hoofdredacteur van De Reformatie bijvoorbeeld. Maar anderen willen tussen de klippen 'ja' en 'nee' door. Bijvoorbeeld ds. M. van Veelen in de kerkbode van het Midden[4].
Eerst geeft hij aan dat het verzoek van Stroom wel de nodige vragen oproept. Want
"het gaat in deze gemeente wat anders toe dan in de andere kerken van ons kerkverband. O.a. gaat men daar wat anders om met het ondertekeningformulier voor ambtsdragers, het staat de leden van deze gemeente vrij aan de volwassendoop voorkeur te geven boven de kinderdoop, er worden geen verkiezingen voor ambtsdragers gehouden, maar het lot wordt geworpen en last but not least, ook een vrouw kan daar ouderling zijn."
Zo'n gemeente kan dus eigenlijk niet in het kerkverband worden opgenomen. Van Veelen:
Wat moet het kerkverband aan met de jonge Amsterdamse kerk Stroom, ontstaan uit missionair werk? Ik denk dat een kerk die volledig opgenomen wil worden in het kerkverband moet voldoen aan de kenmerken van een gereformeerde kerk. Het meest essentieel daarvan is de onomwonden binding aan de Formulieren van Eenheid. Daarmee staat of valt de kerk als gereformeerde kerk. Andere zaken tellen ook mee, zoals vrouwelijke ambtsdragers, vergaande verdraagzaamheid voor ongereformeerde leerstellingen. Ik noem maar enkele dingen die ik in de krant heb gelezen.
Dat is dus duidelijk zou je denken. Maar
Je kunt op twee manieren reageren. Je kunt heel hard roepen, dat Stroom een voluit gereformeerde kerk is en dus als kerk binnen de classis aanvaard moet worden. Maar dan wals je wel over een aantal reële bezwaren heen. Je kunt ook roepen dat Stroom (nog) geen gereformeerde kerk is. Dus aanvaarden als classiskerk kan gewoon niet. Dan heb je misschien een formeel punt. Maar we moeten ons wel afvragen of dat recht doet aan de vraag van Stroom, want eerlijk gezegd, het zegt nogal wat als een kerk zich bij ons kerkverband wil aansluiten. Dat vraagt op z'n minst dankbare erkenning van het feit dat de Heer van de kerk er aan het werk is. Beide genoemde reacties bevredigen niet. Het lijkt me dat vindingrijkheid uit de moeiten kan helpen.
"Dan heb je misschien(!) een formeel(!) punt". Ja ja. Maar het gaat toch om de inhoud van ons geloof? Over o.a. het verbond van de HERE met ons, het teken en zegel van daarvan in onze doop. Wat gebeurt hier eigenlijk?
Zijn 'vindingrijkheid' brengt Van Veelen op het idee van 'de derde weg'. Naar analogie van de status 'vrienden van de gemeente' zoals die in GKv Delft wordt gepraktiseerd zou Stroom een 'gelieerde' of 'geassocieerde' gemeente kunnen zijn in het GKv verband. Ds. Van Veelen:
Wat we als kerk met deze mensen deden [als in Delft, djb] zou het kerkverband met gemeenten als Stroom kunnen doen. Concreet betekent dat: neem Stroom op als 'gelieerde' of 'geassocieerde gemeente', en verleen daarbij aan Stroom alle voordelen die het kerkverband biedt. Van geestelijke en materiële classicale bijstand tot en met het lidmaatschap van de Vereniging Samenwerking Emeritering. En stel grenzen waar die, gezien de situatie, gelegd behoren te worden. Profiteer zelf van de geestelijke know how en het goede dat een dergelijke pionierskerk ongetwijfeld te bieden heeft. Laat het kerkverband zijn gereformeerde karakter volledig bewaren en geef tegelijk aan Stroom de ruimte voor groei en ontwikkeling. Als je Stroom zonder meer opneemt, misken je de weg die Christus in ons land met de gereformeerde kerken tot op heden is gegaan. Als je vandaag eist dat Stroom morgen voor 100% vrijgemaakt is, misken je de weg die Christus nu met deze gemeente gaat. In beide gevallen ben je revolutionair bezig. En Gereformeerd is altijd anti revolutionair en daarom christelijk historisch. Het sluit aan bij het werk dat Christus door zijn Geest in de tijd concreet doet.
Men kan tegen het bovenstaande inbrengen dat onze kerkorde iets als een 'gelieerde gemeente' niet kent.
Dat klopt. Maar is dat erg? Ons kerkrecht voorziet daar nog niet in. Maar recht, ook kerkrecht, groeit in de praktijk van het leven. En waar geen regels zijn mag de liefde vindingrijk naar nieuwe wegen zoeken. Die worden later dan wel kerkordelijk vastgelegd. Dus er is een goede gereformeerde mogelijkheid Stroom nu alle kans te geven een plek binnen het kerkverband te krijgen.
"Stel grenzen waar die, gezien de situatie, gelegd behoren te worden", zegt Van Veelen. Welke dan? En hebben we al niet 'grenzen' en 'regels' voor het deel uit mogen maken van ons kerkverband? Bijvoorbeeld de regel van het onderschrijven van de Belijdenis? Maar daaraan kan en wil Stroom zelfbewust en uitdagend niet aan voldoen!
Ja, zo eenvoudig kan het dus zijn. Je plakt gewoon een ander etiket op de gemeente et voilà: geregeld. Maar het is niet meer dan een kerkelijke list met een hoog gehalte aan Jakobs stem en Ezaus handen.
En die dus het gereformeerde karakter van het GKv kerkverband op het spel zet.