Printen

Instroom

 

D.J. Bolt
01-12-12

 

Sinds enkele jaren verschijnt er een glossy Maarten! waarin de bekende grommige prof.dr. Maarten van Rossem zijn cynische ongenoegens uit. Het laatste nummer van het kleurendrukinkt-gewichtige tijdschrift vulde hij voor een belangrijk deel samen met ad hoc cohoofdredacteur Andries Knevel. En wie de beide heren een beetje kent begrijpt dat het dus een magazine werd met honderd pagina's geloof en ongeloof, christen- en heidendom, vrome praat en godslastering.

Niet kopen dus, geef de zeven euro's liever aan een proefabonnement van Nader Bekeken. Bijvoorbeeld.

Geloven 2.0


In het blad wordt ook een artikel gewijd aan Stroom, de missionaire 'dochter' van GKv Amsterdam-Centrum. Deze groepering en ook een andere, Via Nova van de Christelijke Gereformeerde Kerk Amsterdam, worden als voorbeelden van geloven 2.0 gepresenteerd.

De term is een begrip geworden sinds twee jonge PKN-voorgangers, Bettelies Westerbeek en Robert Stigter het initiatief namen voor een manifest, Dominee 2.0. Het nummer duidt een volgende fase aan van een product, zoals dat gebruikelijk is de technische/ICT wereld. Maar hier gaat het over het kerkelijke bedrijf. De traditionele gelovigen en verstarde kerken release 1.0, zijn zwaar verouderd en niet ver van verdwijning. Het verse product bestaat uit een nieuwe lichting (jonge) mensen die geheel doordrenkt is van de huidige heersende "keuzecultuur". Voor hen "zijn geloof en kerk nooit vanzelfsprekend geweest". En daarom stellen ze uit alle religieuze varianten en alternatieven hun "eigen identiteit en authentieke antwoorden" samen. Daarbij is dwang uit den boze. "Wij kiezen voor een weg voorbij het dwingend spreken, maar ook voorbij de schroom om God ter sprake te brengen".

 

Alternatieve dienst

 

En zo is de gemeenschap Stroom er een voorbeeld van hoe jonge christenen zoeken naar een geloof dat past bij de geest van de eenentwintigste eeuw en bij henzelf. De groep lijkt daarin niets met gevestigde kerken te hebben (afgezien van het zilveren koord) en organiseren daarom ook hun eigen bijeenkomsten,
Maarten! beschrijft hoe het er toegaat in Stroom. De diensten op zondagochtend vinden plaats in een bioscoop. De 'eredienst' begon met een gedeelte van de 'komische' cultfilm 'Monty Python and the Holy Grail.:

 

 "Vanuit een wolk kijkt God – kroon, lange baard, vurige ogen – op de zaal neer. Chagrijnig draagt hij koning Arthur op de heilige graal te gaan zoeken: "That is your purpose, Arthur. The quest for the Holy Grail'."


Voorganger Martijn Horsman gebruikt de film voor een preek over hoe gelovigen met de oude teksten van de Bijbel kunnen omgaan. Want die teksten leveren moeite op omdat God daarin vaak rechtstreeks spreekt. Martijn Horsman, afgestudeerd theoloog aan de TUK en voorganger van Stroom: "We zeggen hier in Stroom niet zo snel dat God spreekt. Daarvoor zijn we te seculier. Maar "God zei" is wel het refrein van de Bijbel. In verschillende variaties komt het zo'n vijfhonderd keer voor. Wat moeten we daarmee?"

 

Twijfel is een haast bepalend kenmerk van de ongeveer honderd twintigers en dertigers die de bioscoopzaal bevolken. Zij staan volop in de seculiere wereld en "sluiten hun ogen niet voor de Big Bang-theorie, evolutieleer of Monty Python en opvolgers. Ze hebben alle reden om te twijfelen aan het geloof". Ook de voorganger typeert zijn volgelingen als "diep ironische mensen" die altijd het ene zeggen en tegelijk ook beetje het andere. Maar: "De stem van God bevrijdt ons uit de concon van ironie. Als God spreekt, dient zich een vaste betekenis aan", preekt Horsman.

 

Drijfveer

 

Wat drijft deze jonge predikanten om zich aan de kerk te wijden? Het is "het ijzersterke verhaal van Jezus". Dat is "heel overtuigend", volgens Rikko Voorberg, voorganger bij een dependance van Stroom in Amsterdam-West. Weliswaar is hij tijdens zijn studie aan de TUK ernstig gaan twijfelen aan alle religieuze zekerheden maar "het verhaal van Jezus' opoffering en zijn knetterharde kritiek op de samenleving is uiteindelijk toch heel overtuigend". En daarom heeft hij gekozen voor zijn huidige werk als "een beredeneerde gok op het geloof".
Belangrijke thema's voor deze gelovigen zijn verbondenheid en trouw. Ze willen bij een geloofsgemeenschap horen. Maar 'zieltjes redden', nee. "Het hiernamaals komt nauwelijks aan de orde en de voorgangers zeggen ook niet precies te weten hoe het zit met hemel en hel, en of bidden en kerkgang noodzakelijk zijn voor het eeuwige leven." Voorberg kan zich daar ook maar weinig concreets bij voorstellen. Maar hij gelooft wel dat "er uiteindelijk recht zal worden gesproken". Dat wel.

 

Zelfbeschikking

 

De kinderdoop is optioneel. Men vindt de discussie daarover "een achterhoede gevecht". Predestinatie en of vrouwen in het ambt mogen is geen 'issue'. De positie binnen het christendom: onbelangrijk.

Het leven van Jezus wordt gezien als hét lichtende voorbeeld en wordt verwezenlijkt door  goederen te delen met de "onaanzienlijksten" van de maatschappij, door onderdak te bieden aan mensen zonder verblijfspapieren. Ze willen als Jezus de "common sense doorbreken". Voorberg: "Jezus was niet geïnteresseerd in het behoud van wat er was. Op basis van zijn verhaal durf ik te oordelen over bijvoorbeeld politici die de belangen van Nederland vooropstellen en probeer ik te kiezen voor de zwakkeren. Als je wilt behouden wat er is, heb je aan Jezus een slechte", zo theologiseert hij.
Het is mooi dat het tijdperk van christelijke dominantie voorbij is. "Dat is een zegen". Want zo zal weer een christendom mogelijk worden dat als luis in de pels dichter bij zijn oorsprong komt.

 

Vervreemding

 

Als je alles leest komen er tegenstrijdige gevoelens boven. De nood van de wereld waarin we leven is groot. Mensen raken hun houvast kwijt door zich vast te klampen aan hun eigengemaakte afgoden. De samenleving raakt op drift. Er is een groeiend heidendom. Wat is het dan goed dat er (jonge) mensen zijn die zich 'rücksichtslos' inzetten voor de verbreiding van het evangelie. Om verloren mensen als brandhout uit het vuur te rukken.


Tegelijk ontstaat er ook een gevoel van vervreemding als je leest wat deze voorgangers te berde brengen. Blijkt daaruit niet dat zij ook zelf geïnfecteerd zijn de moderne tijdgeest? Een geest van eigen autonomie, zelf beslissen en bepalen, zonder oog te hebben voor de weg die Christus allang gaat met zijn volk en kerk. Waar komt toch die ongeïnteresseerdheid vandaan voor allerlei 'issues' op geestelijk en kerkelijk gebied? Waarom wekt het gereformeerde geloof aan schepping, ambten, eeuwig leven zoveel distantie bij deze jonge voorgangers? En wordt het evangelie niet heel sterk in het horizontale vlak getrokken? Is er wel diep besef van zonde, eeuwige verlorenheid? Van verzoening en eeuwige leven door kruis en opstanding? Het komt in Maarten! niet in beeld. 

 

De meer dan paginagrote foto bij het artikel toont een devoot omhoog kijkende jonge vrouw met man en dochtertje. Het moet toch tot blijdschap stemmen als er in het verwereldlijkte Amsterdam weer iemand tot geloof is gekomen. Echter het gaat hier niet om nieuwe christenen maar om van oorsprong jonge mensen die kennelijk de vrijgemaakte kerken uit- en Stroom in stromen. Dat te faciliteren kan toch niet de bedoeling zijn?