Printen

Vrouwen op vrijgemaakte kansels 2

 

Redactie een in waarheid
21-09-13

 

In de langzamerhand vermolmende barriëre die vrouwen nog de weg versperde naar de ambten in de vrijgemaakt gereformeerde kerken is een grote bres geschoten. Het deputaatschap M/V in de kerk heeft "geen belemmering gevonden in de Bijbel om vrouwen tot de ambtsdienst toe te laten".
We geven een aantal reacties in de kranten en bladen, samengevat, door.

 


 

RD 10?/09/13

 

Onder de titel Snelle afloop geeft het blad commentaar op het deputatenrapport Vrouw in het ambt dat pleit voor toelating van de vrouw op de preekstoel of in kerkenraadsbanken. Naar het oordeel van de redactie krijgt met deze ommezwaai in ieder geval de socioloog G. Dekker gelijk: als neocalvinisten gaan schuiven het meestal ook heel hard gaat.

Het blad typeert de ommezwaai als "ernstig". Het gaat hierbij niet alleen om de visie op het ambt, maar ook om het verstaan van de Bijbel en citeert daarvoor de Amerikaanse theoloog Benjamin Warfield die waarschuwde niet te snel en te gemakkelijk te concluderen dat standpunten en gedachten in de Bijbel zijn beïnvloed door de cultuur uit Bijbeltijd. „Dat is vaak een list om het geloof in het allesomvattende en niet-tijdgebonden gezag van de Bijbel te ondergraven. Welk argument heb je nog om Bijbelse regels te verdedigen als het ene voorschrift tijdgebonden is en het andere niet?" zo vroeg hij zich rond 1900 al af. Het argument dat in onze tijd vrouwen zowel binnen als buiten de kerken veel wérk doen en leiding geven, spreekt de krant ook niet aan. "Dan maak je de Bijbelse argumenten passend aan de huidige praktijk."

Naar het oordeel van de redactie is de Bijbel "helder": geen ambt voor de vrouw in de christelijke gemeente. Het blad waarschuwt dat niet los te laten, want dan ga je snel schuiven."

 

ND 14/09/13

 

Prof.dr. A.L.Th. de Bruijne beschouwt in zijn column de vrouw en de synodalen n.a.v. de ruimte die de officiële vrijgemaakte studiecommissie ziet voor vrouwelijke ambtsdragers. Gaan de vrijgemaakten ook op dit punt de synodalen achterna? "Wie het pad der synodalen betreedt laat het Schriftgezag los en houdt op orthodox te zijn", zo klinkt het.

Die parallel lijkt de professor wel beschamend. Waarom? Orthodoxe christenen hebben in het verleden zware kritiek geuit op ontwikkelingen in de ’synodale’ kerken als openheid voor oecumene en nieuwe hermeneutiek, werelddiakonaat, Liedboek en samenwonen. Maar nu hebben ze zélf met al deze dingen te maken. Dus bescheidenheid is nodig, volgens De Bruijne.

En er valt van te leren.

Sommige uitdagingen horen zo bij het leven in de moderne westerse cultuur dat geen kerk of christen daar omheen kan. Synodalen en andere grote kerken uit binnen- en buitenland gingen ons voor. Bij vrijgemaakten werd vroeger genoegen genomen met "door voorgangers ontwikkelde antwoorden". Maar nu de vragen dichtbij worden gesteld "verschrompelen" vroegere vrijgemaakte standpunten en trouwens ook die van reformatorische christenen.
We moeten langs hetzelfde kruispunt als de synodalen, meent de hoogleraar. Wel werd daarbij vaak een verkeerde, vrijzinnige weg ingeslagen. In de strijd werd de vrouw in het ambt dan niet zelden een van de belangrijkste criteria om te onderscheiden tussen orthodoxie en vrijzinnigheid. Maar dat vindt De Bruijne "achteraf bezien te willekeurig". Je kunt ook "onbevangen denken over de vrouw in het ambt". Hij vraagt zich bijvoorbeeld af of "de klassieke orthodoxe tegenreactie tegen de moderne cultuur misschien over de hele linie te defensief en daardoor te massief" was. Kan er misschien op het kruispunt "een nieuwe afslag" worden gevonden?, zo vraagt hij zich af.

 

ND 13/09/13

 

Rien van den Berg  die zich nadrukkelijk positioneert als ND-redacteur, vrijgemaakt-gereformeerd en man geeft in een essay getiteld Het ambt van de vrouw en de zonde van de man zijn gedachten over de vrouw in het ambt.

 

Iemand wilde een vrouwelijke ouderling niet als zodanig ontvangen. Van den Berg verwijt zichzelf dat hij "niet verontwaardigd" was over "zoveel mannelijk ressentiment". In plaats daarvan schaamde hij zich voor het "jarenlang vingerwijzen van zijn kerken en doet een bekentenis: vrouwelijke ambtsdragers hoeven niet van hem. Hoe komt dat?
Wel, hij was eens jaren geleden met een onkerkelijke logee naar een Duitse kerkdienst met vrouwelijke voorganger geweest. Dat voelde vooruitstrevend. En de vonk sloeg helemaal over toe hij haar zag: "Ze kwam de preekstoel op, lang, golvend blond haar, in toga ook nog – en ik was om. Ik had – hoe formuleer je dat netjes? – nog nooit zo’n vrouwelijke predikant gezien. Het is zo plat als het is."

Maar corrigeert Van den Berg onmiddellijk zichzelf: mijn houding illustreerde gelijk "de vloek van den beginne: man en vrouw verwikkeld in een eeuwig gevecht om de macht – en altijd de man die misbruik maken zal van zijn positie. Ik vond deze vrouw op de preekstoel prettig om vooruitstrevend over te komen, en mooi om naar te kijken. En ik nam haar dus dubbel onserieus, ik reduceerde haar, ontkende haar persoonlijkheid, haar identiteit. Misbruik heet dat."

De redacteur constateert overal in de kerken verdeeldheid over vrouw en ambt: binnen de PKN, de RK, de NGK maar er wordt niet gescheurd. Erkenning van Gods Woord als norm "gaat niet langs deze lijn" dus. En dat moet ook ontspanning geven in de GKv volgens de krantenman, en waarschuwt dat het niet in de vrijgemaakte aard ligt de vrede te bewaren.

Heeft de nieuwe visie dan niet met de tijdgeest te maken? Van den Berg erkent het volmondig. "De moderne cultuur heeft een nieuwe lezing van de Schrift afgedwongen." Hij vergelijkt dat met de omslag die Luther en Calvijn lieten zien door afstand te nemen van een superbisschop. En dat gelovigen zélf de Bijbel mochten bestuderen.

Maar de invloed van de cultuur vormt geen argument om vrouwen uit de ambten te weren. De journalist suggereert dat het misschien kan helpen tegenstanders over de streep te trekken door de gaan spreken over "'deze vrouw' in het ambt". Vergelijk maar die bijzondere Lilian Janse als eerste vrouwelijke SGP-lijsttrekker in Vlissingen en Deborah in de Richterentijd. En ook Abigaïl die David in zijn "domme gekrenkte ego" weerstond.
Misschien helpt het om het ambt wat "te relativeren". Te erkennen dat de Bijbel "geen uitgewerkte ambtsleer kent". In te zien dat een predikant vaak "de rol van moeder in het gezin" vervult.

Van den Berg komt toch weer even terug op zijn eerdere 'hoeft-niet-van-mij'. Want "ik kan niet ontkennen dat er Bijbelse ruimte is. Waarom zou ik ruimte inperken die God geeft?" Misschien angst omdat mannen massaal  het ambt gaan mijden, omdat ze er "hun mannelijkheid niet meer in kunnen tonen"?  Vergelijk maar de zorg en het onderwijs. Precies, de vloek van Genesis 3: "een vrouw een volwaardige plek gunnen, vergt van de man in de kerk een radicale strijd tegen de zonde van de heerszucht."
Na de hemelvaart was het anders. "Toen vormden mannen en vrouwen in Jeruzalem, tegen elke culturele mores in, een gemeenschap van eendracht, gebed en vreugdevolle

verwachting. Zou dat nu nog mogelijk zijn?

Ik vrees het ambt van de vrouw niet.

Ik vrees de zonde van de man."

 

ND 14/09/13

 

Dr. Maarten Wisse, universitair docent dogmatiek en oecumene aan de VU reageert onder de titel Zoek nieuwe omgang met Bijbel op het vrijgemaakte MV deputatenrapport

 

Wisse zet twee reacties helder neer. Mensen die zich prima kunnen vinden in het rapport: het geeft een Bijbelgetrouw standpunt en er blijkt toch beweging mogelijk; en aan de andere kant mensen die vinden dat met het rapport een postmodern relativisme intrede heeft gedaan door het sola Scriptura te verlaten.

Wisse vindt het prima, de vrouw in het ambt. Maar de redeneringen in het rapport interesseren hem eigenlijk niet zo. Zijn kernvraag is of het "polemische zestiende sola Scriptura" nog wel houdbaar is. Toen ging het om de waarheid, om de eigenlijke betekenis van de Schrift. Daarmee werd de menselijkheid van de Rooms-Katholieke

Kerk van toen ontmaskerd, maar werden ook een gereformeerde identiteit

en instituten opgebouwd waarvan de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt)

tot voor kort een uitgesproken voorbeeld waren. ‘Wij hebben de waarheid,

want wij denken Schriftuurlijk.’" 

Echter zo wordt de eigen rol in het interpreteren van de Bijbel gemaskeerd. Het rapport breekt daar expliciet mee. Teruggaan naar de oorspronkelijke context van de tekst laat "de onmiskenbare afstand" zien tussen de tekst en lezer. Dat biedt mogelijkheden nu andere beslissingen te nemen. "Daarmee wordt het ‘Zo zegt de Heer!’, dat zo eigen is aan het gereformeerde sola Scriptura, van binnenuit ondergraven en in navolging van de traditie van de Verlichting gereduceerd tot iets dat zich ofwel geheel in het verleden bevindt, ofwel wezenlijk afhankelijk is van onze inbreng als lezer."

De behoudende vleugel van de kerk stelt zich gerust met het idee dat zij de Schrift werkelijk serieus neemt als het gaat om de thema's van historiciteit, homoseksualiteit en vrouw in het ambt en voldoet aan het sola Scriptura.

Maar volgens Wisse is dat niet zo. " Juist het gereformeerde christendom heeft altijd heel veel theologische redeneringen nodig gehad om haar overtuigingen met allerlei Bijbelteksten in overeenstemming te brengen".  Zij hebben hermeneutiek hard nodig. Zij zijn even selectief in tekstgebruik als het vrijzinnig christendom. Denk maar aan zaken als verlorenheid van de mens, wedergeboorte en uitverkiezing en de algehele verlossing van de wereld.

Het sola Scriptura vormt geen "geloofwaardig omgang" met de Schrift, meent de theoloog. Het is "moedig" van het rapport dat het dat punt durft te maken. Maar beter zou het nog zijn als toegrgeven was dat het om "een aardverschuiving in de gereformeerde omgang met de Bijbel" gaat.

Wisses spannendste vraag is of de synode van Ede het "geloof" heeft om "een nieuwe openheid te vinden voor de omgang met de Bijbel".

 

ND 17/09/13

 

 Dr. Maarten Klaassen, predikant Hervormde gemeente Sliedrecht, reageert in een ingezonden onder de titel  Hoor Stem van de Overkant op het verhaal van Wisse (zie boven). De predikant maakt een aantal aantekeningen bij het verlaten van het sola Scriptura.

 

Altijd hebben we een bril op door cultuur en traditie als de Bijbel lezen, stelt Wisse. Gereformeerden kunnen niet zonder hermeneutiek. Maar, vraagt Klaassen, wie beweert dat eigenlijk? Biblicisme (Bijbel zeer letterlijk opvatten) geldt voor enkele marginale stromingen binnen de gereformeerde traditie. Er is ook niets mis met veel theologisch redeneren om overtuigingen in overeenstemming met de Schrift te brengen om zo ook aan te sluiten bij de katholieke traditie van de kerk.

 

De Schrift is een noodzakelijke, maar niet de enige voorwaarde voor het bedrijven van theologie. Het is "onbegrijpelijk dat een theoloog van het formaat van Wisse daarom zulke onzin schrijven kan". Het sola Scriptura geeft aan dat alleen de Schrift normatief is, niet dat een zorgvuldige hermeneutiek en een aandachtig luisteren naar de traditie overbodig zouden zijn. Zie bijvoorbeeld Bavincks Gereformeerde Dogmatiek.

 

Wisse beoefent een postmoderne benadering van teksten waarbij de betekenis van teksten afhankelijk is van de  inbreng van de lezer. Er wordt een verborgen machtsspel gespeeld waarbij teksten op de voor- of achtergrond worden geschoven (Michel Foucault). Orthodox christendom en vrijzinnigheid zouden daarin even selectief en cultuurbepaald zijn.

Maar Klaassen vraagt zich af, of als er zoveel aandacht voor de lezer en zijn contekst is, de Stem van de overkant nog wel over komt. Kun je zo waar en niet-waar nog wel vaststellen?

 

Wisses verhaal heeft een verborgen inconsistentie.

De brede christelijke traditie (protestants, rooms-katholiek, oostersorthodox) heeft de vrouw in het ambt naar Paulus altijd afgewezen als strijdig met de scheppingsorde. Pas in de laatste twee eeuwen is dit aan het veranderen en wordt er vóór gepleit. Dus vrouwelijke ambtsdragers kun je niet uit de traditie noch uit het sola Scripture afleiden. Wil je toch daartoe overgaan dan is een verandering van de visie op de Schriftgezag onontkoombaar. Waar kom je dan uit?, vraagt hij zich af.

 

In het deputatenrapport is niet de eenduidige lezing van Paulus’ teksten die de deputaten bij vrouwelijke ambtsdrager brengt maar hun cultuurbepaalde hermeneutiek. Een hermeneutiek waarvan  prof. dr. J. Douma concludeerde: ‘Als de Bijbel een duidelijk nee laat horen, komt men via allerlei kanttekeningen uit bij ja.’

Ds. Klaassen ziet "dramatische gevolgen": je blijft alleen over met jezelf en je eigen context. "Niets zo benauwend als dat."

Zijn overtuiging is: Het sola Scriptura is ten diepste het geloof dat de Stem van de Roepende klinkt die zekerheid biedt voor het heden en een weg baant naar de toekomst.

 

ND 13/09/13

 

Gerald Bruins meldt dat in de Christelijke Gereformeerde Kerken een aantal predikanten dat de zaak van vrouwelijke ambtsdragers weer aan de orde wil laten komen. Het gaat om de 'flank' die een vrijere liturgie wil en samenwerking met de vrijgemaakten en Nederlands-gereformeerden. In 1998 werd de vrouw in het ambt afgewezen, slechts vijf synodeleden stemden voor. Volgens ds. J. van Langevelde leeft deze zaak onder de kerkleden en voorgangers. Bovendien wordt samengewerkt met de NGK waar vrouwen in alle ambten dienst doen. Als nu ook nog de vrijgemaakten de ambten openstellen wordt het wel erg gecompliceerd allemaal als de CGK achterblijven.

Ds. J. Groenleer was in 1998 een van de drie voorstanders in het deputaatschap. Volgens hem is het een zaak van interpretatie. De synode sprak destijds uit dat voorstanders van de vrouw in het ambt niet tegen de Bijbel ingingen. De predikant verwacht dat tegenstand steeds meer zal slijten.

In Rotterdam-Alexanderpolder werken vrijgemaakten, Nederlands-gereformeerden

en christelijk-gereformeerden nauw met elkaar samen. Op de kerkenraad komt het lastige onderwerp MV regelmatig aan de orde. Daarom vindt de CGK predikant E. van der Linde dat het onderwerp weer op de synode aan de orde moet worden gesteld.

Ds. B. Loonstra (CGK) wil het beroep op de scheppingsorde afwegen tegen Gods Koninkrijk. "Wat heeft prioriteit? De orde van Gods koninkrijk, waarin vrouwen een rol spelen, geeft de maat aan. Argumenten ontleend aan de schepping zijn

daaraan ondergeschikt."

Maar andere predikanten willen geen nieuwe discussie. Zij vinden de Bijbelse lijn volstrekt helder: geen vrouwen in de ambten. Ds. A. Egas verlaat de CGK als de ambten voor vrouwen worden geopend: "Je kunt praten over gezangen, zelfs over een Bijbelvertaling, maar hier is het gezag van de Bijbel in het geding. Het is voor mij: tot hiertoe en niet verder."

 

ND 11/09/13

 

Ds. A. van Langevelde, predikant van samenwerkingsgemeente De Lichtzijde te Zoetermeer (CGK-NGK-GKv), oud-synodelid Christelijke Gereformeerde Kerken denkt evenals ds. D. Quant, synodepreses CGK, dat een mogelijk vrijgemaakt besluit de ambten open te stellen voor vrouwen voor onrust zal zorgen in de CGK. Maar ds. Van Langevelde wordt "een beetje blij" als het onderwerp opnieuw aan de orde kan worden gesteld. Maar niet als Quant zegt: "Mochten de vrijgemaakten de vrouw in het ambt toestaan, dan kan daar in samenwerkingsgemeenten geen sprake van zijn."

Want Van Langevelde constateert dat plaatselijke kerken al jarenlang worstelen met MV in plaatselijke kerken die samenwerken met een Nederlands Gereformeerde Kerk (NGK). Met de ontwikkelingen bij de vrijgemaakten gaan de zaken schuiven.

Van Langevelde vindt dat de "CGK de wijsheid niet in pacht hebben".  En dat Quant het probleem bij de samenwerkingsgemeenten neerlegt, vindt hij "niet fair". vindt hij. Hij pleit voor "terughoudendheid en bescheidenheid" in reactie op het vrijgemaakte deputatenadvies en wil een brede discussie.

 

Opbouw 26/01/13

 

Judith Cooiman-Bouma, gemeentepredikant van de NGK Zeist.

 

 

ND 11/09/13

 

D. Hekman vindt vóór vrouw in het ambt pleit dat vrouwen "liever een ‘soortgenoot’ dan een man ontvangen als zij pastorale aandacht vragen".  Zo kan, volgens hem, in een behoorlijke behoefte worden voorzien.

 

RD 09/07/13

 

Vrouwelijke bisschoppen zijn er nog niet in de Anglicaanse Kerk in Engeland, maar dat duurt niet lang meer. De generale synode van de kerk opende gisteren de weg naar nieuwe regelgeving. Tegenstanders van de vrouwelijke bisschoppen (een kwart van de leden) zijn echter buitenspel gezet. ()

Als in 2015 de eerste vrouwelijke bisschoppen aantreden, is het 22 jaar geleden dat de kerk ruimte schiep voor het benoemen van vrouwelijke priesters. Destijds, in 1993, stelde de kerkleiding dat dit geen opstap was naar de benoeming van vrouwen tot bisschop. Het thema bleef in de jaren daarna echter steeds terugkeren op de vergadertafels.