Printen

Onbegrijpelijk ontstellend bedroevend

 

Dr. M.J. Arntzen

24-09-11

 

De GeneraleSynodevan Harderwijk is voorlopig afgesloten. Veel belangrijke beslissingen moeten nog genomen worden. We denken aan de nieuwe kerkorde, die al ontworpen is. Men kan niet zeggen dat het verlangen naar zulk een vernieuwde kerkorde zo bij de kerken leefde. Veeleer lijkt het een wens van een aantal kerkjuristen, die niet eens zo heel dicht bij  "het kerkvolk" staan. En hun wens moet maar vervuld worden. Wonderlijk ook, want tegelijk verdedigt men dat er een zekere vrijheid bij de kerken moet zijn, zich niet aan al die "regeltjes" te houden. Zo ondergraaft men toch ook weer eigen moeizaam verrichte arbeid.

Een andere belangrijke zaak die nog onbeslist is, betreft de vraag of ook vrouwen tot een kerkelijk ambt  mogen worden geroepen. En indien zo, alleen een vrouwelijke diaken, of ook zusters van de gemeente als ouderling of predikant. Er  wordt nog gestudeerd op een zaak, waar al eeuwen en eeuwen over is gedacht. Men kwam toch steeds tot de slotsom, dat een zuster niet in de gemeente als dienaar des Woords of ouderling kan fungeren. Maar ja, er is een nieuwe hermeneutiek, een andere manier om de Bijbel te lezen en uit te leggen, met name in deze tijd na de 18e en 19e eeuwse Verlichting en na de opkomst van verschillende golven van feminisme. We wachten maar biddend, met een hart vol vrees, af hoe de meeste vergadering van de GKv zal besluiten.

 

Nu is het zo, dat de Harderwijkse synode al wel verschillende zaken heeft vastgesteld en afgerond. Juist zaken waar zeer velen in onze kerken grote bezwaren hadden en nog hebben. Ernstige, ingrijpende besluiten, waarover grote verontrusting bestaat. Het betreft de goedkeuring van het beleid van de Theologische Universiteit in Kampen. De raad van bestuur, de curatoren, kortom de leiding van deze Universiteit keurde de benoeming van dr.S. Paas, -die duidelijk Schriftkritische theorieën aanhangt- goed. Ook gaf men fiat aan het deelnemen van onze kerken aan de zg. Dordtse synode, een kerkvergadering, waarin geloofsuitspraken worden gedaan, die mede gedekt worden door vrijzinnnigen en door allerlei midden-orthodoxe theologen, en door leden van 'Op Goed Gerucht', een beweging met allerlei heterodoxe opvattingen. Dat zou 15 à 20 jaar geleden totaal onmogelijk zijn geweest in onze kerken, ja, men zou met vaste beslistheid weigeren aan zulk een vergadering deel te nemen, maar zich afscheiden van ongelovige of dwalende kerkelijke vertegenwoordigers.

 

In het Nederlands Dagblad van 25 juni j.l. stond een artikel van de preses van de synode van Harderwijk, ds P. Niemeijer, dat weinig goeds beloofde.

Het is uitermate verwonderlijk en onbegrijpelijk dat ds. P. Niemeijer, die bekend stond als een  zeer rechtzinnig en ook rechtlijnig belijder, nu met dit alles instemt en met de nieuwe trend meegaat en, zoals ook anderen een draai maakt van  180 graden. Maar laten we eerst eens naar hem luisteren als hij zijn mening geeft in het genoemde artikel.

De synodepreses blijkt vooral beducht voor een zekere verstarring. De kerk is een lichaam dat groeit, lezen we. En daarbij zouden we voor vragen worden gesteld, die we niet kunnen ontkennen. Dat lijkt als twee druppels water op wat dr.G.C. Berkouwer mij toevoegde toen ik verontrust was over de gang van zaken in de destijds syn. gereformeerde kerken ("Er zijn toch reële vragen?"). Niemeijer gaat met name in op de benoeming van dr.S. Paas als docent aan de TU in Kampen en concludeert unverfroren dat het  verwijt van Schriftkritiek aan de TU ongegrond is. Ondanks alle ernstige en gegronde bezwaren die ook in een in waarheid gedocumenteerd naar voren zijn gebracht. Ook prof. Jochem Douma had en heeft in dit opzicht ernstige bedenkingen. Ds. Niemeijer maakt zich wel erg makkelijk van de zaak af.

  

Ook de deelname aan de zg Dordtse synode is door de synode goedgekeurd. Verbijsterend en onbegrijpelijk. Niemeijer verdedigt het desalniettemin. De kerkgrenzen liggen nu eenmaal anders. Wat wij belijden komt ook in andere kerken voor, en wat andere kerken belijden vindt men ook wel bij ons.

Maar zo stellen we de zaak toch helemaal verkeerd voor. De vraag die gesteld moet worden is: Waarom zijn we gereformeerd vrijgemaakt en niet rooms katholiek, niet lid van de PKN, of van een van de andere kerken van gereformeerde denominatie? Eigenlijk komen we allemaal van de ene kerk. We kunnen in meerdere opzichten respect hebben voor de r.k. kerk. Zij is in haar officiële leer veel beter dan menige vrijzinnige protestant. Zij belijdt de Godheid van Christus. Is in haar moraal (de heiligheid en onontbindbaarheid van het huwelijk) veel beter dan menig protestants ethicus (hoezeer we het afschuwelijke misbruik van kinderen door r.k. priesters afkeuren). Maar we kunnen niet r.k. zijn, zolang als o.a. dogma blijft gelden de onbevlekte ontvangenis en de hemelvaart van Maria. Dat zijn dogma’s die we volgens de roomsen moeten geloven sinds 1854 en 1950.

We kunnen ook geen lid zijn van de PKN. De dwaling heeft daar immers dezelfde rechten als de waarheid. En een atheïstische predikant, die het Godsbestaan loochent, blijft predikant in volle rechten. Daarmee ontkennen we niet dat er bij de "rechtser" gereformeerde bonders en de "rechtse" confessionelen nog oprecht gereformeerd belijden en beleven aanwezig is. Maar als geheel van kerken kan de PKN en kan ook de zgn. Dordtse synode, waarin de PKN een belangrijk aandeel heeft, de centrale waarheden niet belijden: niet de drieëenheid van God, niet de radicale verdorvenheid en de doodsstaat van de mens na de zondeval, niet de verlossing alleen door het zoenoffer van Christus, niet de noodzaak van wedergeboorte door de Heilige Geest. En daarom kunnen en mogen we niet deelnemen aan deze zgn. 'Dordtse synode'. Lees trouwens het goed gedocumenteerde betoog van dr. A. Basin een vorige uitgave van www.eeninwaarheid.nl en van www.gereformeerdekerkblijven.nl

onder de titel 'Van GOS naar NS'.

       

Er rezen bij mij ook ernstige vragen naar aanleiding van wat dr.A.L.Th. de Bruijneschreef in het nummer van De Reformatie van 1 juli 2011 (geciteerd in het ND van 4 juli). De Bruijne pleit daarin voor een breed gereformeerde kerk. Zijn advies is: Stop ermee verschillen in eigen kring zo principieel uit te vechten, dat ze bijna kerkscheidend worden. We zouden met de verschillende geloofsbeleving het onderscheid in belijden opgeblazen hebben en zo een kloof geslagen hebben. We zouden immers toch wel samen aan Christus gebonden zijn?

Ja, maar dan gaat het er maar om, aan welke Christus. Aan Christus als het eeuwige Woord, door Wie alle dingen gemaakt zijn? Door Wie wij ook geschapen zijn naar Gods beeld en niet als een veredelde diersoort, als een product van evolutie. Kan men het klassieke begrip van de goddelijke inspiratie van de Heilige Schriften loslaten, zonder dat dit in de kerk tot een onontkoombare scheuring leidt? Als men zegt: 'Er is een oud-oosterse verteltrant, die is te vinden bij de schrijvers van de Heilige Schrift', dan kan men voor zichzelf wel grenzen stellen, maar dan gaat het van kwaad tot erger. Dan komen we in het vaarwater van het eertijds syn. gereformeerde geschrift 'God met ons', over het gezag van de Heilige Schrift. Dan zeggen we: De verhalen van David die een leeuw en een beer doodde, zijn maar verteld om David op te hemelen, zodat hij koning over Israel zou kunnen zijn. Dan zullen ook wel al die wonderen van de profeten Elia en Elisa wel legendarische trekjes hebben. Dan is ook Jezus een charismatisch begaafd mens, wiens wonderen ook wel overdreven zullen zijn. En zijn opstanding uit de doden is dan geen lichamelijke verrijzenis. Jezus leefde toch voort in de verkondiging.

Met het loslaten van de gereformeerde hermeneutiek, zoals die ons door F.W. Grosheide en S. Greijdanus is uiteengezet, hebben we tegenover de vroegere ethischen en ook tegenover de vrijzinnigen geen verweer meer.

 

Maar slechts een enkeling doorziet dit schijnbaar. We lazen in het Nederlands Dagblad een goed stuk van Anna Marie Hamming uit Groningen over de eenzame strijd die ds H.G. Gunnink moest voeren ter synode. Hij komt op voor het onversneden gereformeerde belijden inzake de goddelijke ingeving van de Heilige Schriften. Terecht wordt erop gewezen, dat Gunnink de stem vertolkt van veel verontruste broeders en zusters in onze kerken. Er wordt wel naar geluisterd (dat hopen we tenminste) maar er wordt niets mee gedaan.

Er is helaas een voortgaande deformatie.

De Here zij de GKv genadig.