Ontboezeming van een dakloze
F. Hoogland
02-11-13
Wat was het een weelde om gereformeerd te zijn! Zovele jaren lang geregeld tweemaal naar de kerk, naar de catechisatie, naar de jeugdvereniging. En later, bij het ouder worden, de JV en allerlei kerkelijke activiteiten waar je aan mee kon gaan doen, de Kiesvereniging en het GMV.
En iedere zondag rijke en trouwe verkondiging van het Woord van de Here en ’s middags – in vaste regelmaat - uitleg van de heilsleer aan de hand van de catechismus. We waren er helemaal aan gewend, en vonden het eigenlijk maar doodgewoon! We beseften onze rijkdom zeker niet voldoende!
Dienaren des Woords volgden elkaar op, ouderlingen en diakenen vervulden trouw hun taak, brachten huisbezoek, hielden toezicht op de gemeente, namen in de kerkenraad de nodige beslissingen; het gebeurde allemaal conform onze Formulieren van Eenheid en onze Kerkenordening. Je wist waar je aan toe was!
Was het allemaal foutloos? Absoluut niet, wie zou dat ooit durven beweren. Natuurlijk was er veel zonde en tekortkoming, vanzelfsprekend, maar men hield zich aan de kerkelijke afspraken en schaarde zich, met vallen en opstaan, onder de tucht van het Woord!
Nu pas beseffen we een beetje hoe rijk we – ondanks de talrijke onvolkomenheden - zoveel jaren zijn geweest!
Want wat is er van overgebleven? En hoe kan dat diep-ingrijpende veranderingsproces, dat zijn vernietigend werk in de kerken deed en doet, deze omwenteling, zomaar zijn beslag hebben gekregen? Hoe kunnen zoveel mensen dit zo, naar het lijkt, gemakkelijk geaccepteerd hebben? Je blijft je erover verbazen!
In mijn eigen geval heb ik, na jarenlange strijd en moeite, tenslotte de beslissing genomen om me te onttrekken. En ja, dan ben je dakloos! Kerkelijk dakloos! Dat is een afschuwelijke situatie, een zeer verdrietige toestand, maar aan de andere kant is er toch ook grote opluchting, dat je niet langer verantwoordelijk bent voor zoveel gebeurtenissen en beslissingen die naar je vaste overtuiging beslist niet kunnen en ook beslist niet mogen van de Here. Dat weegt zeker tegen elkaar op!
Nu is die opluchting nog veel groter geworden, nadat ik het rapport van Deputaten m/v had gelezen. Want dat is een zeer verstrekkend stuk dat de zaak precies op z'n kop zet. Wat daar wordt geschreven over het omgaan met kerkelijke en seculiere cultuur gaat rechtstreeks tegen het Woord in. Ik ben de Here diep dankbaar dat ik daar niet meer mee te maken heb.
Het lijkt wel of in de GKv het begrip antithese totaal van het toneel verdwenen is! Opnieuw, na vele jaren, las ik weer eens het boekje van Schilder “Christus en Cultuur”. Dat kan ik ieder aanraden: het opent je ogen voor hoe het eigenlijk zit met die cultuur. Uit het boekje spreekt zo’n totaal ander, gereformeerd, heerlijk geluid! Is dat nu verdwenen in de GKv? Het ziet er helaas wel naar uit.
Laten we hopen en bidden dat de Here geeft dat véél meer broeders en zusters dit gaan inzien, en dat de broeder- en zusterband tussen allen die de Here willen dienen naar Zijn Woord en Wet toch mag worden hersteld, zodat er een eind komt aan deze afschuwelijke dakloosheid. En dat er weer een tijd mag komen dat we in blijdschap gezamenlijk kunnen opgaan naar de Dienst van het Woord en elkaar mogen ontmoeten aan de Avondmaalstafel.
Dat hoop ik van harte nog te mogen beleven.
En daarom bid ik.