Nederlands Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt 1
D.J. Bolt
02-11-13
De kogel is door de deputatenkerk: het deputaatschap Kerkelijke Eenheid (DKE) stelt voor de gesprekken tussen vrijgemaakt-gereformeerden een nederlands-gereformeerden een nieuwe fase in te laten gaan: op naar kerkelijke eenheid. Tot voor kort waren er nog onoverkomelijke bezwaren van de zijde van de vrijgemaakten. M.n. de losse binding van de nederlands-gereformeerden aan de gereformeerde belijdenis en de vrouw in alle ambten waren punten van verhindering om verdere stappen te doen op de weg naar samensmelting van de kerkverbanden.
Maar ondertussen reed plaatselijk de kerkelijke trein energiek toeterend verder. Op steeds meer plaatsen kwamen samenwerkingsgemeenten of samenwerkende gemeenten tot stand. En het deputaatschap DKE werkte onverdroten voort aan verder plaveisel tussen de kerkengroepen.
Zijn de problemen dan eerlijk opgelost? Is het bewijs geleverd dat er binnen de NGK wel sprake is van een integrale eerlijke en inhoudelijke binding aan de belijdenis? Wordt bijvoorbeeld Zondag 22 nu hartelijk beleden en Telderiaanse afwijking bestraft? Is er een hernieuwde kritische bezinning gekomen op de vrouw in het ambt en wordt er gedacht over de terugtocht?
Laten we maar eens luisteren naar de rapportage van DKE waarvan we hieronder een uittreksel geven. (Het volledige rapport staat op www.gkv.nl.)
Rapport deputaten kerkelijke eenheid
Voor de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken Ede 2014
Contacten met de Nederlands Gereformeerde Kerken
De GS van Harderwijk 2011 gaf de volgende opdracht:
de gesprekken met de Commissie voor Contact en Samenspreking van de NGK voort te zetten. Het gesprek dient zich vooral te richten op de zaak van de vrouw in het ambt en de wijze waarop in de plaatselijke kerken aan de binding aan de belijdenis vorm wordt gegeven.
Volgens de deputaten is er sinds de negentiger jaren heel veel voortgang geboekt in de besprekingen tussen GKv en NGK hierover. Zo werd in Balans (2006) geconstateerd dat "in beide kerken een onbekrompen en loyale binding aan de belijdenis verwacht mocht worden". Zelfs als in de NGK sommige kerken het Akkoord van Kerkelijk Samenleven (AKS) niet aanvaard hebben, binden ze nog wel aan de confessie.
De gesprekken hebben geresulteerd in de Notitie over de leer van de doop, de Heilige Geest en de kerk en het avondmaal, "die ervan getuigt dat de bereikte overstemming over de binding aan de belijdenis op de genoemde onderwerpen een vruchtbare grond vormt over de omgang met de concrete en voortgaande afwijking van de belijdenis en over de zaak van de vrouw in het ambt."
De vrijgemaakte synode van Harderwijk is dankbaar voor de Notitie over hermeneutische uitgangspunten en geeft opdracht de gesprekken voort te zetten, nu toegespitst op de zaak van de vrouw in het ambt en de wijze waarop in de NGK plaatselijk vorm wordt gegeven aan de binding aan de belijdenis. Het resultaat is het document Tweede Overeenstemming over hermeneutische uitgangspunten als vervolg op de eerdergenoemde Notitie[1].
Tweede overeenstemming over hermeneutische uitgangspunten
Nog in 2005 stelde de vrijgemaakte synode dat "de openstelling van de ambten van ouderling en predikant voor zusters door de LV 2004 ‘vormt een ernstige barrière voor het onderlinge contact’ met als grond dat het Schriftverstaan (hermeneutiek) in het Nederlands-gereformeerde rapport 'Vrouwelijke Ouderlingen en Predikanten?' onvoldoende aansluit bij de Schriftuitleg.
De volgende gesprekken over de vrouw in het ambt spitsen zich toe op drie "aandachtsvelden":
1. Elkaar vertrouwen in de omgang met de Schrift;
2. Exegese van concrete teksten;
3. De praktijk en omgang met verschillen.
Van het tweede punt is sinds 2008 niets meer terecht gekomen m.n. omdat de kwestie nu ook speelt in de GKv en men eerst de synode van Ede wil afwachten. Dat geldt min of meer ook van het derde punt, want ook daar zullen Edes synodebesluiten van invloed zijn.
Overeenstemming over hermeneutische uitgangspunten
De tweede overeenstemming is een vervolg op de ‘Overeenstemming over hermeneutische uitgangspunten’ uit 2010/2011. Daarin zijn uitgangspunten:
Betekenis van de tweede overeenstemming
De conclusie na verdere gesprekken over nog open punten is dat de wederzijdse deputaten van oordeel zijn "elkaar vertrouwen [te] kunnen schenken in onze omgang met de Schrift". Daardoor verandert het kader van de gesprekken over de exegese van concrete schriftgedeelten (2) en de praktijk van omgang met verschillen (3): de vrouw in het ambt is geen uitvloeisel van schriftkritiek meer.
Nu er overeenstemming is over de hermeneutiek is het niet meer nodig om over het Vrouwelijke Ouderlingen en Predikanten (VOP rapport) door te spreken, menen de deputaten: "We hebben elkaar gevonden in onze omgang met de schrift als Woord van God". Ook in de NGK is immers niet ieder het eens met het rapport. Het is legitiem tot verschillende conclusies te komen. Bovendien heeft de LV 2004 er zich niet in detail over uitgelaten. En de gemeenten hebben de vrijheid al of niet vrouwen tot de ambten toe te laten.
De deputaten willen niet omkijken maar vooruitzien. "Wat nu telt is hoe we naar de toekomst toe leerlingen van Christus willen zijn, trouw aan het evangelie en het onderwijs van de apostelen."
De nu bereikte overeenstemming kan als volgt worden samengevat.
1. Eenheid en diversiteit binnen de canon
De Bijbel is een veelkleurig geheel waarin een diversiteit aan stemmen niet pluraal maar harmonieus samenklinkt en waarin de drie-enige God ons duidelijk de weg wijst naar Hemzelf, naar onze redding in Christus, en door de Geest naar een nieuw leven tot zijn eer.
Wel zijn er in de NGK en GKv verschillen in het schriftverstaan. Dat geeft spanningen waaruit we onze kleinheid en onvermogen leren kennen. Maar er is een goede intentie om de eenheid van de canon te willen begrijpen.
Het VOP-rapport spreekt van twee lijnen in de Schrift. DKE gebruikt die termen niet maar "het blijft een gegeven dat deze verschillende aspecten in de Schrift er zijn", volgens hen.
De CCS (NGK Commissie Contact en Samenspreking) benadrukt de beperkingen van het rapport: het heeft geen wetenschappelijke pretentie, behandelt een beperkt aantal door de gemeenten aangeboden Schriftgegevens, behandelt in beperkte mate hermeneutiek en gaat uit van de gangbare ambtsvisie. Als je de opstellers persoonlijk kent leidt dat bovendien tot meer vertrouwen, volgens de CCS.
2. Vrijzinnigheid of gehoorzaamheid
Bijbel aanvaarden we als Woord van God dat we samen willen we gehoorzamen in trouw aan Jezus Christus. Gehoorzaamheid spreekt nooit vanzelf, zeker niet, nu die in onze tijd in NGK en GKv onder druk staat. Maar er is wel "de diepe intentie om gehoorzaam te zijn".
De GKv heeft kritische vragen over het VOP-rapport: is in de hermeneutiek niet te weinig aangesloten bij de schriftuitleg?, komt de Schrift wel voldoende aan het woord?, is er niet een wissel naar vrijzinnigheid omgezet?, domineert de cultuur niet over de Bijbel?
Echter de CCS verwijst hiervoor opnieuw naar de beperkte scope van het VOP-rapport zoals hierboven onder 1 aangegeven. Hermeneutiek mag geen middel zijn om Gods Woord naast ons neer te leggen.
DKE en CCS hebben elkaar gevonden in het gezamenlijk verlangen God gehoorzaam te zijn. Wel erkent DKE dat daarbij van mening kan worden verschild wat de Bijbel concreet vraagt, bijvoorbeeld in het geval van de vrouw in het ambt.
Maar daar is nog niet over gesproken.
Tenslotte
De deputaten zijn op grond hiervan overtuigd geraakt dat GKv en NGK elkaar vertrouwen kunnen schenken. Daartoe roepen ze beide kerken op om elkaar kerkbreed op dit punt vertrouwen te schenken en elkaar op te scherpen in de hermeneutische bezinning.
Over de binding aan de belijdenis was al overeenstemming in Balans uit 2006. In de NGK is dit daarna aan de orde gesteld geweest op de regionale vergaderingen en de plaatselijke kerken.
De DKE hebben in 2012 een enquête rondgestuurd aan alle GKv-kerken om informatie over de binding aan de belijdenis. In het algemeen is er een hartelijke maar wat formele binding, de inhoudelijke kennis laat bij gemeenteleden en ook bij ambtsdragers te wensen. Dat is ook zo in de NGK.
Van gesprekken naar samensprekingen
De deputaten constateren dat in beide kerken de Heilige Schrift als "Gods Woord wordt aanvaard" en "in veilige handen is", ook al komen zij bijvoorbeeld ten aanzien van de vraag of ook vrouwen ambtsdrager kunnen zijn, niet tot dezelfde conclusie.
Daarom stellen ze voor de gesprekken over confessie en hermeneutiek af te ronden en een nieuw stadium van samensprekingen m.h.o. kerkelijke eenheid in te gaan. Een punt daarbij kan dan zijn hoe om te gaan met verschillende praktijken rond vrouwelijke ambtsdragers.
Binnen het kader van de samensprekingen zou de synode op alle kerkelijke niveaus samenwerking moeten bevorderen, faciliteren en stimuleren.
Conceptvoorstellen voor de GS
Besluit 1:
met blijdschap kennis te nemen van de rapportage over de gesprekken met de Commissie voor Contact en Samenspreking van de NGK en de resultaten daarvan zoals die verwoord zijn in het rapport en met name in de notitie Tweede Overeenstemming.
Grond:
de rapportage geeft er blijk van, dat de gesprekken over de hermeneutiek en de binding aan de belijdenis een duidelijke eensgezindheid tonen, die o.a. zichtbaar wordt in de notitie Tweede Overeenstemming.
Besluit 2:
uit te spreken dat door de overeenstemming in de gesprekken over hermeneutiek de belemmering die er lag vanwege het besluit van de NGK om de ambten voor de zusters der gemeente open te stellen, is weggenomen.
Grond:
ondanks het verschil in praktische uitkomsten ten aanzien van de vrouw in het ambt, is gebleken dat we als kerken elkaar vertrouwen kunnen geven inzake de erkenning en aanvaarding van het gezag van de Heilige Schrift.
Besluit 3:
de contacten met de NGK voort te zetten en over te gaan van gesprekken naar
samensprekingen met het oog op kerkelijke eenheid.
Grond:
nu de belangrijkste belemmering is weggenomen, ligt de weg naar samensprekingen over daadwerkelijke kerkelijke eenheid open.
ND 28/10/13
Dr. B. Loonstra, theoloog en psycholoog, predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Gouda, schreef een column over een recent belangrijk besluit van de generale synode van zijn Kerken.
De synode besloot namelijk om "de kerkenraden de vrijheid te geven hun kansels open te stellen voor alle predikanten van de Protestantse Kerk (PKN) die zich in de uitoefening van hun ambt verbonden hebben aan de gereformeerde belijdenissen." Zo kan er op geestelijk niveau kennis met elkaar worden gemaakt en tot een vruchtbare samenwerking gekomen.
Al eerder heeft de CGK synode min of meer vergelijkbaar besluit genomen. In 2010 stelde de synode christelijke gereformeerde kansels open voor predikanten van de GKv en de HHK. Zelfs als er plaatselijk nog geen sprake was van zgn. nauwer kerkelijk samenleven mocht predikanten uitgewisseld worden. Maar het moest dus wel om erkende kerkverbanden gaan.
Maar nu wordt het interessant, volgens Loonstra. Want met het nieuwe besluit mogen van de synode ook predikanten voorgaan van een niet-erkende kerkgemeenschap, dus een die niet integraal voldoet aan het vereiste van een schriftuurlijk-confessionele, gereformeerde grondslag, i.c. de PKN. Om dat probleem te ondervangen bepaalde de synode dat het wel om predikanten moet gaan die "zich verbonden hebben aan de gereformeerde belijdenissen".
Maar Loonstra ziet al of niet onderkende consequenties.
In de CGK kunnen nu dus ook predikanten voorgaan die niet tot de Gereformeerde Bond behoren. Maar dat niet alleen, ook nederlands-gereformeerde predikanten komen hier op dezelfde conditie voor in aanmerking, deduceert hij. Zij zeggen immers ook zich te willen houden aan de gereformeerde belijdenis? Gelijke monniken, gelijke kappen!
Tot nu toe konden nederlands-gereformeerde predikanten alleen in zgn. samenwerkingsgemeenten de kansels beklimmen. Die conditie is dus vervallen.
Maar ja, landelijk groeit de afstand toch tussen NGK en CGK? Hoe kan dit dan weer worden gerijmd? En de NGK hebben toch ook vrouwen in alle ambten toegelaten? Mag een vrouwelijke predikant nu ook op een christelijke gereformeerde kansel? Je ziet Bewaar het Pand bij de gedachte alleen al roodgloeiend aanlopen.
Echter, zo betoogt Loonstra, PKN dominees worden nu toch ook toegelaten terwijl geen voorwaarden op het punt van de vrouw in het ambt worden gesteld. Nog sterker, er lopen heel wat CGK-dominees rond die niets hebben tegen vrouwelijke predikanten, integendeel. Zij worden daarom toch ook nooit veroordeeld?
Moet kunnen dus?
Wij zien zelf ook een soortgelijke kruisbestuiving ontstaan als de NGK gaan fuseren of federeren met de GKv. We hoeven in Ede dan helemaal niet meer over de vrouw in het ambt te spreken want ze worden als het ware met het paard van Troje binnengereden. Het is toch niet en nergens uit te leggen dat je heel principeel tegen vrouwelijke voorgangers bent en toch alles kerkelijk deelt?
Zo zie je de CGK schuiven.
Om predikanten uit een ander kerkverband op hun kansels toe te laten moest eerst plaatselijk een tijdrovende kerkelijke procedure van nauwer kerkelijk samenleven worden afgelopen.
Een aantal jaren later is het voldoende als een CGK-synode een kerkverband heeft erkend.
Nog weer later is ook die erkenning niet meer nodig en volstaat een verklaring van goed confessioneel gedrag van de dominee.
Waar is hier nog het christelijke gereformeerde beginsel? Kan iemand dat nog uitleggen?
Zou het niet kerkelijk veel waarachtiger zijn om gewoon maar aan te kloppen bij dr. Plaisier voor protestants onderdak en onze zaken voortaan te regelen op Nationale Synodes?
[1] Zie “Overeenstemming over hermeneutische uitgangspunten” in het
rapport van DKE aan de GS Harderwijk 2011. (http://www.gkv.nl/styleit/593/)