Crisis ? – nieuwe werkelijkheid !
J. Peters
08-02-14
Het is eens goed kerkelijk nieuws dat de afgelopen dagen door het Nederlands Dagblad werd gepubliceerd te relateren aan het appèl op de GKv synode te Ede van 2014 dat door zo’n 1500 GKv-kerkleden werd ondertekend.[1] Verschillende artikelen in het ND waren m.i. voor de appellanten vernederend, kleinerend, onvolledig.
Als lid van de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) voel ik mij als voormalig lid van de GKv nog steeds nauw verbonden met de kerken waarin ik mocht opgroeien en wil broeders en zusters graag steunen die de zware strijd in deze kerken voeren.
Vernederend en kleinerend
Prof.dr. A.L.Th. De Bruijne schreef in het ND[2] dat hij voor vrouwelijke ambtsdragers is, maar vanwege de ‘zwakken’ in zijn kerkverband zal hij zijn best doen om invoering ervan te voorkomen.
Over zwakken en sterken in Paulus’ onderwijs vallen hele andere en veel positievere dingen ten gunste van de verontrusten te zeggen. Maar volgens De Bruijne kunnen de ‘zwakken’ de invoering ervan nog niet aan. Het klinkt barmhartig echter tegelijk profeteert hij:
‘Waarschijnlijk zal de vrouw in het ambt er vroeg of laat wel komen, zelfs in die kerkgemeenschappen waar de kwestie nu nog niet eens speelt. Maar tot de tijd rijp is, zijn er ook andere manieren om de plaats van vrouwen in de kerk meer te honoreren.’
Tot de tijd rijp is…. Procesmatig bezig zijn vergt geduld. Maar het is niet meer tegen te houden.
En dan het ingezonden stuk van emeritus predikant H. Folkers.[3] Onbeschroomd beweert hij dat het te kort door de bocht is wanneer het appèl de huidige positie van de GKv confronteert met de trouwe kerk, zoals omschreven in onze belijdenis. Waar maken de broeders zich druk om?
‘De stem van de goede Herder gaat tegenwoordig door de grenzen van alle instituties heen.’ () ‘Als kerken theologische studenten laten onderrichten door vrouwelijke doctores, waarom zouden zij dan moeten zwijgen in de samenkomst van de gemeente? Wat verbiedt Paulus nu eigenlijk?’ () ‘De problematiek van de kerkelijke tucht inzake leer en leven tenslotte wordt in het appel voornamelijk opgehangen aan de discussie over homofilie’, ‘Waarom worden andere vormen van ongezonde leefwijzen gedoogd en dus niet met de tucht bestraft?’
Hoe serieus moet je dit soort argumenten nemen als je de Schrift niet zelf laat spreken? Neem je je broeders en zusters eigenlijk wel serieus als je hen wegzet als levend in een eigen geestelijke en materiële comfortzone?
Het hart van het evangelie is niet in geding, volgens Folkers. De appèlbrief zou een bedreigende sfeer ademen. Zijn keuze is daarom anders: ‘Ik lijd liever aan mijn kerk en bid voor haar, dan haar achter mij te laten. Waar zou ik trouwens naar toe moeten gaan?
Maar hebben juist verontruste kerkleden niet al vele jaren vurig voor de kerken gebeden en in vele activiteiten geprobeerd de kerk bij haar Hoofd Christus te houden? Heeft ds. Folkers dan al die tijd dat niet opgemerkt en wordt hij nu pas wakker?
Ds. Folkers schrijft dat voor hem de geschiedenis aantoont dat afscheidingen geen garantie vormen voor het blijven staan in de waarheid. Dat zal waar zijn. Maar blijf je wel kerk van Christus als je kerkgrenzen niet acht omdat "de stem van de goede Herder de grenzen van alle instituties overstijgt"? Met zo’n visie hoef je je ook niet meer af te vragen waar je naartoe zou moeten gaan.
Halfslachtig
Er stond een korte interview in het ND met prof.dr. G. H. Visscher, rector van het Canadian Theological Reformed Seminary.[4] In dit interview wordt de indruk gewekt dat alleen de kwestie van de ‘vrouw in het ambt’ voor de Canadese zusterkerken een breekpunt zou zijn. Wil het ND met dit interview ons doen geloven dat dat alleen het punt is waar ernstige zorgen over zijn?
Ongetwijfeld was in Canada de oprechtheid van dr. K. van Bekkum niet in geding. Maar dat betekent toch niet dat er inhoudelijk niet de nodige bezwaren tegen zijn uitspraken aan de orde zijn geweest? De rapportages en de Vermaanbrief van de Canadese kerken spreken wat dat betreft duidelijke taal. Het gaat om de inhoud! Het vermaan van Canada (Australië en Zuid Afrika ook) sluiten nauw aan bij de Appèlbrief van de verontrusten.
Onthouden
In het ND We hebben niet het bericht kunnen vinden dat de kerkenraad van Urk aan de Generale Synode van de GKv te Ede 2014 stuurde. Daarin staat dat deze uitdrukkelijk niet instemt met het deputatenrapport Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie. Wel stond het het Reformatorisch Dagblad[5].
Nieuw antwoord in nieuwe werkelijkheid
Verontrusten spreken over een crisis in hun kerken. Terecht, want die is niet meer te ontkennen en openbaart zich op alle fronten van het kerkelijk leven. De kerken zullen moeten kiezen: volharden in de huidige koers en die met nieuwe besluiten bevestigen, of terugkeren naar orthodox gereformeerd leven. Die crisis blijkt de nieuwe werkelijkheid. Velen houden de adem in. Hoe gaat dit aflopen?
De kracht van de appèlbrief ligt niet in het getal, maar in het feit dat ze spreekt naar de Schrift en de belijdenis. Wie dat vasthoudt mag zich uitgeleid weten in de ruimte van Gods verbond. Hij mag weten dat God hem heeft gered, omdat Hij een welgevallen aan hem heeft gehad (Ps. 18: 20b).
Gods kerk kent muren. Muren die Gods Woord doet optrekken om zo het uitverkoren verbondsvolk te beschermen en veiligheid te bieden.
Ds. Folkers vroeg zich af: ‘Waar zou ik trouwens naar toe moeten?’
Het antwoord wordt gegeven en ontvangen wanneer Christus biddend wordt gevolgd.
Het is onze wens en bede, dat allen door God geleid zullen volharden in de huidige strijd en dat op Zijn tijd, de uitkomst zal mogen zijn een vereniging van allen die God liefhebben en het Lam willen volgen, waarheen Hij gaat.
Tot zijn eer en tot heil van onze naaste.
[1] http://www.gereformeerdekerkblijven.nl/wp/?page_id=1055
[2] ND, 14 december 2013
[3] ND, 25 januari 2014
[4] ND, 25 januari 2014
[5] Het Reformatorisch Dagblad berichtte daar op 7 januari 2014 wel over.