Printen

Missionaire kerk

 

N. van Dijk
22-02-14

 

In een artikel in het Nederlands Dagblad schrijft Henk de Roest (hoogleraar praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit) over de kerk die tot de kern komt in de afgelopen jaren. De kerk is minder een ‘binnenvetter’ geworden die de buitenwacht weinig tot niets te zeggen heeft. Ontkerkelijking en relevantieverlies stimuleren het gesprek over wat kenmerkend is voor een geloofsgemeenschap. Talloze nieuwe missionaire activiteiten zijn de afgelopen tien jaar ontstaan. In sommige nieuwe kerkvormen keert de kerk volgens De Roest terug tot haar oorsprong, door trouw te zijn aan kwetsbare en beschadigde mensen om daar hun lasten te verlichten. “Zonder een gebouw of kerkenraad kan een nieuwe geloofsgemeenschap ontstaan, een living met twaalf mensen kan soms meer kerk zijn dan een kerk, waarin er dertien verzuchten dat ze het werk niet aankunnen”. De tijd van het onderstrepen van laagdrempeligheid lijkt voorbij. Het is opvallend dat “de Bijbel in vele nieuwe kerkvormen op een verrassende manier opnieuw opengaat, als bron van bevrijdende ontmoetingen met God, met Jezus. Bijbelklassen, lekenpreken, spirituele café’s  met Bijbelteksten, cantatediensten, Allerzielenvespers, musicals en introductiecursussen brengen mensen voor het eerst of opnieuw in aanraking met de God die zich in de Bijbel laat kennen”.

 

In het decembernummer van ‘Nader Bekeken’ schrijft ds. H. Drost over het missionair gemeente-zijn. Het valt hem op dat het erg belangrijk wordt gevonden als kerken te werken aan een positief imago en daar past het spreken over het laatste oordeel eigenlijk maar slecht bij. Drost signaleert een denken vanuit de wereld naar de kerk toe. Wat er in de kerk gebeurt wordt beoordeeld naar wereldse maatstaven. “Veel laagdrempelige diensten die mikken op het leuke, zijn een regelrechte ramp voor de kerk geworden omdat ze uitstralen dat het in de kerk om leukigheid en niet om het Woord draait”. Door meer nadruk te leggen op de muziek dan op de woordverkondiging zou het zomaar kunnen dat de gemeente van binnenuit wordt uitgehold. Veel missionaire pogingen hebben er toe geleid dat de kerk zich steeds meer ging aanpassen aan de wereld, en weinig nieuwe bekeerlingen liet zien. De boodschap moet niet alleen vaak leuk gebracht worden, maar ze moet “vooral ook zelf ‘leuk’ zijn. Het moet allemaal wat meer ‘light’ en wat minder over het donker buiten Christus”. Drost waarschuwt voor het aanpassen van de kerk aan het werelds denkklimaat, het moet juist daar tegenin gaan: “U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is”(Rom. 12: 2).

 

Bij het missionair zijn van de kerk hoort dat er serieus op de vragen van de wereld wordt ingegaan. “Dan wordt er steeds meer naar de Bijbel gegrepen en komt er steeds meer honger naar goede, diepgaande en actuele preken, het liefst twee keer per zondag, zodat je weer bijgetankt wordt om als christen in deze wereld te leven. Wanneer Gods Woord echt aan het woord komt, zul je merken dat er ook vragen aan de orde komen die de wereld helemaal niet stelt, maar God wel – aan ons!”

 

Volgens Drost is de tegenstelling niet: missionair of behoudzuchtig en naar binnen gekeerd, maar “de tegenstelling is: een gemeente van Christus die weet wat ze gelooft en daaruit leeft, of een gemeente waarin de levende Christus en de kennis van de Schriften steeds meer aan het verdwijnen zijn”.

 

In zijn artikel benadrukt de predikant het ‘tegendraadse’ van de Bijbelse boodschap, hij citeert Handelingen 17: 30, waar Paulus spreekt met de Atheners over hun afgodendienst: ‘God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensen zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan’.

 

“Wanneer mensen die denken vanuit de wereld, met de missionaire gemeente aan de gang gaan, dan mag je je hart vasthouden. Maar als we willen denken vanuit Gods Woord en Gods kerk over de wereld, leren we hoe het Woord de kerk missionair maakt”.