Printen

Hamilton en Hermeneutiek (9) – Soteriologisch begrijpen

 

R. Sollie-Sleijster

10-05-14

 

Niet ieder gewoon gereformeerd mens zal het dagelijks over soteriologie hebben of zelfs weten wat het betekent. In het begrip zit het woord sootèr verwerkt dat in het Grieks redder betekent. Soteriologie is dus de leer van de redding of verlossingsleer en is een onderdeel van het vakgebied van de systematische theologie, dogmatiek zeiden we vroeger.

 

Dr. J.M. Burger hield in Ancaster een toespraak onder de titel A soteriological Perspective on our Understanding, dat vertaald kan worden als Ons verstaan in soteriologisch perspectief. Het raakt de manier waarop we de Bijbel lezen, dus, daar komt het weer, het raakt de hermeneutiek. Kort gezegd: het begrijpen van de Bijbel kan alleen maar in het licht van de redding door Christus. Daar heeft dr. Burger duidelijk ideeën over. Maar zoals Spreuken leert: De eerste spreker heeft altijd gelijk maar dan komt de volgende en rekent hem na. En dat doet prof. A. Strange van het Mid-America Reformed Seminary, Dyer (IN).

 

Nog een paar moeilijke woorden die in de toespraken voorkomen: etymologie, epistemologie en coherentisme.
Etymologie is een deelgebied van de taalkunde dat de herkomst van woorden bestudeert. Het probeert een historische verklaring te vinden voor de manier waarop de vorm van het woord tot stand is gekomen, woordherkomst kort gezegd.

Epistemologie of kennisleer is een tak van de filosofie die de aard, oorsprong, voorwaarden voor en reikwijdte van kennis en het weten onderzoekt. Belangrijke vragen zijn: wat is kennis?, wat kan ik weten?, hoe krijg ik kennis? Kortom, hoe weet ik wat ik weet en wil weten.

Coherentisme komt uit de wetenschapsfilosofie en stelt dat  een bewering wetenschappelijke waar als er een zekere systematische samenhang (coherentie) met andere  oordelen bestaat. Dus als deze klopt met eerdere uitspraken van de wetenschapper zelf, andere wetenschappers, geldende meningen en accurate metingen. Dus waarheid is waarvan we samen vinden dat het waar is.

 

Nu moet het begrijpen van de lezingen wel lukken.

 


 

Ons verstaan in soteriologisch perspectief

 

Zaterdagmorgen 18 januari 2014

 

Toespraak dr. J.M. Burger

 

Ons hermeneutisch begrijpen heeft reflectie op ons deelhebben aan Christus nodig. In Hem vinden wij alle schatten van wijsheid en kennis en de vernieuwing van ons begrijpen.

Ik omschrijf eerst een paar bezwaren waar Nederlandse Calvinisten mee worden geconfronteerd om de invloed van het moderne fundamentalisme te laten zien (I).

Vervolgens stel ik voor om ons delen in Christus als ons hermeneutische uitgangspunt te nemen (II). Dit laatste thema wil ik dan  in vier stappen ontwikkelen:

 

A. de dynamiek van zonde en redding

B. nadruk op wat ons in Christus is gegeven

C. het belang van vorming

D. het verlangen naar een vernieuwd begrijpen.

 

I.

 

Nederlandse Neo-Calvinisten lopen  twee gevaren:

 

1. Het domino-effect. Wanneer mensen beginnen te twijfelen, raken ze steeds meer geloofsstukken kwijt en tenslotte verliezen ze zelfs hun geloof.

2. Doorgaande afscheidingen binnen de gereformeerde kerken. Een voornamelijk rationele focus op de waarheid leidt tot conflicten, het verlies van de christelijke gemeenschap, nieuwe scheidingen en onmacht om met (christelijke) verschillen om te gaan.

 

1. Het lijkt alsof mensen uit de bevindelijke kerken (Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Bond binnen de PKN) minder last hebben van deze gevaren. Zij hebben minder last van afscheidingen en zijn ook minder kwetsbaar voor het domino-effect. De voorouders van deze mensen mochten Abraham Kuyper niet, omdat hij te veel door de moderniteit zou zijn beïnvloed. De anti-moderne Kuyper vonden zij niettemin toch modern.

 

Eén van de karakteristieken van moderniteit is een focus op etymologie en op absolute zekerheid. Dit is bekend geworden als fundamentalisme.

Niet dat Neo-Calvinisten nu zonder meer fundamentalisten zijn, maar Kuyper richt zich wel op kennis. Hij gebruikt formele argumenten bij de verdediging van het gezag van de Schrift.

De inhoud van het evangelie van Jezus Christus zelf speelt geen rol in Kuypers argumentatie.

Christus is het fundament, de hoeksteen. Echter hoe meer op kennis gericht, hoe meer Jezus Christus wordt vergeten als ons enige fundament. Daarom is het eerste probleem van fundamentalisme de gerichtheid op epistemologische vragen, waarbij de standaard antwoorden een formeel karakter dragen en redding, de geloofsgemeenschap en het evangelie van Jezus Christus worden vergeten.

 

2. Dit gaat samen met het tweede gevaar: een kwetsbaarheid voor afscheiding voortkomend

uit Cartesiaanse angst: als absolute zekerheid ontbreekt, blijft ons niets over. Relativisme en subjectivisme dreigen.

Het verschil tussen bevindelijkheid en fundamentalisme (even kort door de bocht geformuleerd) komt hierop neer: De 'bevindelijken' hebben minder last van het domino-effect en ook van zich herhalende afscheidingen. De gemeenschap met de Heilige Geest bewaart bij de eenheid van de Geest door een vredesband. Daarom moeten we ons bewust zijn van de gevaren van het fundamentalisme en sporen ervan wegdoen. Eenheid met Christus moeten we versterken en de hermeneutische implicaties daarvan serieuzer  nemen.

 

Hier heb ik nog een extra reden voor. Nederland was een verzuilde maatschappij. Nu deze steeds pluraler wordt heeft dit een destabiliserend effect op iedereen, ook op christenen. We moeten daarom nadenken over morele, geestelijke en hermeneutische vorming binnen een geloofsgemeenschap waar geloof, liefde en hoop worden gevoed. We moeten in Christus zijn.

 

II.

 

A. De dynamiek van zonde en redding.

Zonde is de achtergrond van waaruit we het deelhebben aan Christus moeten bekijken. Vanuit een fundamentalistische instabiliteit worden wij door trots en angst gegijzeld. Egoïsme verblindt ons voor de waarheid. We misleiden ons eigen kennen en begrijpen, waardoor we conflicten krijgen,  en wanbegrip, verkeerde interpretaties, valse beoordelingen, leugens en misleidende veronderstellingen ontstaan.

Maar Jezus Christus geeft ons een nieuwe, gerechtvaardigde identiteit in een herstelde relatie met God. Zo worden wij vernieuwd in Christus en opgenomen in het proces van heiliging en transformatie. Bekering en heiliging hebben ook hermeneutische implicaties.

 

Onze beste werken blijven onvolmaakt en bevuild door de zonde. We hebben allen onze blinde vlekken en leven gedeeltelijk met misvormde inzichten. Daarom hebben we elkaar nodig in het lichaam van Christus. We moeten blijven zoeken naar een volledig begrijpen van Gods waarheid.

 

B. Wat ons in Christus is gegeven.

Vanuit onszelf zijn wij zonder hoop en zonder God in deze wereld, maar in Christus delen we in Zijn identiteit, in Zijn verwantschap met God. Zo worden we deel van Gods verhaal als lid van Gods eschatologische volk. In Christus lezen we de Schrift en leren dat op de goede manier te doen. Hij moet ons verstand openen. We moeten begrijpen dat Hij de vervulling van de Schriften is. Hij is het beloofde zaad van Abraham, de vervulling van de wet, de zoon van David, degene die het Nieuwe Verbond van kracht maakt. Hij is onze Redder, niet de Bijbelboeken. Hij maakt ons tot een nieuwe schepping. Hij geeft ons deel aan Zichzelf, terwijl de Heilige Geest in onze harten woont en ons in alle waarheid leidt. We worden niet gerechtvaardigd door ons lezen van de Schriften of door onze hermeneutiek, maar door geloof in Jezus Christus. Dat gaat voorop.

Ik denk dat we dat in Nederland opnieuw moeten ontdekken.

Herkent U dat ook in uw eigen context?

 

We zijn zondaren en maken allen fouten, zelfs bij het lezen van de Schriften. Om met verschil van mening te kunnen omgaan, hebben we allereerst Gods werk nodig om ons één met Hem te maken. Dat is geen pleidooi voor relativisme, maar we worden niet één door ons werk of onze pogingen om de Bijbel goed te verstaan, maar door geloof in Christus Jezus.

Zonder bewust en nadrukkelijk ons uitgangspunt in Hem te nemen en dit in de praktijk vorm te geven, zullen onze kerken in Nederland uiteen vallen zo dat er niets van over blijft.

 

C. Actief een bepaalde vorming beëindigen.

Niet alleen doordat we in een seculiere en plurale context leven, maar ook omdat we als zondaren geheiligd moeten worden, hebben we morele, hermeneutische en geestelijke transformatie nodig.

We moeten ons bekeren van onze afgoden en eigengemaakte beelden van God en van ons misverstaan van de Schrift. In deze overgang leren we nieuwe denkwijzen, krijgen we een goed geweten, vinden we een juiste uitleg en vertellen we ware verhalen.

De nieuwe werkelijkheid van Gods Koninkrijk breekt door.

Zo kunnen we ook de Schrift leren lezen in het licht van Christus' overwinning. Hij vernieuwt onze houding, we krijgen de houding van Christus en Hij is in ons. Wat letters van een Bijbelboek nooit kunnen doen, kan Christus door zijn Woord en Geest doen.

Niettemin blijven de Schrift en de kerkgemeenschap belangrijk. Schrift en kerk hebben elkaar nodig. Maar ook de andere sola's blijven nodig: de sola gratia en de sola fide. Ook de solus Christus, als het hart en de inhoud van de andere sola's.

Christus is alleen het Woord van God en in Hem ontvangen we genade en geloven we.

Luisteren naar de Schrift en deelnemen aan alles binnen de kerk zal ons verstaan van de Schriften verdiepen. Doen we dit werkelijk in onze gemeenschappen zodatwe  steeds meer naar Christus' gelijkenis en naar het beeld van God worden hervormd?

 

D. Het verlangen naar een nieuw begrijpen.

We lezen de Schriften om een christelijk wereldbeeld, zelfbeeld en Godsbeeld te krijgen.

De neo-calvinistische traditie kent  een zekere vernieuwing van ons verstaan. Maar we verlangen niet slechts naar een verstaan van de Schrift, maar naar een nieuw verstaan van God, van onszelf en van de ons omringende wereld.
En redding is niet identiek met nieuw begrip. Die zal eenmaal publieke werkelijkheid worden bij Christus' wederkomst.

 

Het heil heeft wel hermeneutische implicaties. Om deze helder te krijgen moeten we onderscheid maken tussen de wereld achter de tekst, de wereld van de tekst en de wereld voor de tekst.

Doordat we de verhalen over de daden van God in het verleden kennen, ontdekken we Zijn werk vandaag ook. Zo bidden we om vernieuwing van onze huidige wereld. Door Gods daden vanuit de Bijbel en de wereld achter de tekst van de bijbel goed te leren kennen, worden Gods daden in onze wereld vandaag steeds meer conform Gods doel en tot Zijn glorie.

 

Zo ontstaan nieuwe perspectieven hoewel die niet alles zullen veranderen. Wij ontmoeten ook anderen met hún perspectieven. Soms zijn we het met elkaar eens en soms niet. Soms leren we van hen en samen delen we dezelfde werkelijkheid. Vanuit ieder perspectief kunnen we ware kennis leren, al moeten we wel leren onderscheiden tussen wat waar is en wat niet in het licht van Jezus Christus en Gods Woord.

Dat zijn onze nieuwe kleren, is onze nieuwe houding, met nieuwe geloofsregels, een nieuwe richting van ons leven, kennen met een nieuw hart, tot Christus komt. Dan zullen we ten volle kennen, zoals wij ook zelf gekend zijn.

 

Repliek  prof. A. Strange (MARS)

 

Sinds de Verlichting is de mens ervan bezeten om kennis te verkrijgen. Epistemologie, hoe weten we wat we weten? Via Plato, Aristoteles, Hume en opvolgers komen we steeds verder op de weg naar het autonome zoeken naar waarheid. Zo ver kan ik met u meegaan in mijn inleidende opmerkingen.

Het zoeken naar waarheid kenmerkt het Modernisme. Maar toen al dit zoeken faalde, keerde de mens zich tegen het modernisme en gaf zich over aan scepticisme en de epistemologie van de perspectieven. Op dit punt heb ik dan ook waardering voor dr. Burgers kritiek op het modernisme.

 

Ik denk evenwel niet dat de oplossing van het probleem ligt in het omarmen van een soort christelijk postmodernisme, een coherentisme dat  tracht weg te duiken voor de waarheidsvraag. Wij behoeven bij het afwijzen van Hegel ons niet te laten verlichten door filosofen als Rorty, Derrida en dergelijke.

Hun manier  om fundamentele, autonome kennis te vergaren is een oplossing waarin christenen niet mee kunnen gaan, omdat die  niet met God en zijn Openbaring begint, maar met bijvoorbeeld de gemeente en haar geloof.

Belijdenissen hebben alleen steun als zij overeenkomen met Gods Woord, het Sola Scriptura van de Reformatie. Dat is terug naar de basis en dan bedoelen we geen basis als in Rome met zijn claim van de kerk als onfeilbare uitlegster. De plaats waar onfeilbaarheid wordt gevonden is niet de kerk, maar het Woord dat de kerk beleden heeft en waar de Reformatie uit voortkwam. Dat relativeert op de juiste wijze het verband tussen Schrift en confessie.

 

Kuyper had nog niet het voordeel de  latere kritieken van het neo-calvinisme en postmodernisme op het modernisme te kennen. Hij verwierp wel het empirisch supranaturalisme van de Verlichting en de Franse revolutie.

Maar sommigen van Kuypers opvolgers hebben een vreemder kritiek naar voren gebracht, waarmee zij zijn gemis aan neutraliteit, zijn cirkelredenering, verbondsapologie e.d. bekritiseerden, die zijn krachtige zicht op de waarheid, ontwikkeld vanuit bijbelse epistemologie en overtuiging, als onbetrouwbaar bestempelden. Echter het modernisme aanvallen en vervolgens voor het postmodernisme kiezen is als het kind met het badwater weggooien.

 

Wat we behoeven en ook hebben in het beste van het neo-calvinisme, is in beginsel al bij Kuyper aanwezig en is sindsdien verder uitgewerkt. Het is een krachtig verstaan dat Christus niet alleen maar de soterische Heer is maar ook de epistemologische Heer. Zoals we dat zien in 1 Kor. 2.

Een heilsbenadering is nodig, maar niet één die tegenover de waarheid wordt gezet, maar één die ons naar de waarheid brengt. Waarom krijgt dit een rationele klank en wordt de definitie van de menselijke autonomie daaraan gehecht? In de Schrift krijgt het deze definitie niet.

Het modernisme definieert bijvoorbeeld de waarheid als een propositie terwijl het postmodernisme de waarheid als iets persoonlijks beschouwt.

Beide definities moeten we kritisch beschouwen, omdat ze ons voor een vals dilemma plaatsen, namelijk door te beweren dat de waarheid het één óf het ander is. Maar de Schrift laat ons zien dat de waarheid zowel het één als het ander is: Ik ben de weg en de waarheid en het leven (Joh.14:6). Tegelijk voorziet het Woord van God ons van de waarheid over Hem die de waarheid is. Zie ook Joh.17:17: Heilig hen in Uw waarheid. Uw Woord is de waarheid.

 

Als de claim is dat de waarheid in het licht van het heil moet worden verstaan - dat is de implicatie van ons soteriologisch gezichtspunt - en dat de waarheid op die manier verstaan, zijn focus versmalt, dan klopt dat niet met   wat Paulus zegt in1 Kor.2:2: Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en Dien gekruisigd. Een besluit met een zeer geconcentreerde boodschap, een zeer smalle focus. Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest,1 Kor.2:10. De focus van Paulus is een lens, Christus, waardoor hij alles ziet. De geestelijke mens beoordeelt álle dingen (vers 15). Alle dingen, alles omvattend. Dit 'alle dingen' is niet beperkt tot het religieuze, alsof al het andere, het seculiere bij Paulus buiten beeld zou vallen.

Daarentegen wil wereldse ratio kennis verwerven zonder Christus. En die zal niet rusten voor zij alles beheerst. De laatste 200 jaren hebben het duidelijk gemaakt: in toenemende mate is het geloof in Christus gemarginaliseerd en als irrelevant terzijde geschoven.

Echter het perspectief van Christus centraal hebben we nodig om alle waarheid te verstaan.

 

Alles wat ik hier gezegd heb, is geen product van een autonoom fundamentalisme vanuit een zogenaamd neutrale Cartesiaanse zoektocht naar zekerheid, maar het betekent een open hart te hebben dat het Woord door de Geest ontvangt. Die Geest van Christus, het levende Woord, zoals we dat verstaan is gebaseerd op het geschreven Woord, en het bevat veel zekerheid. De Geest van Christus leidt niet naar scepticisme, maar naar een gezegende zekerheid in en door de Heilige Geest.

 

Repliek dr. Burger

 

Het is goed dat we de kritiek op het modernisme en ook het pleidooi voor een fundamentele benadering vanuit het heil delen.

 

Ik verdedig niet het coherentisme. Dat  leidt tot ketterij, omdat we gewoon zondaren zijn. Ons begrijpen van Gods waarheid is vaak niet zo samenhangend als we wel zouden wensen. Daarom combineer ik graag mijn persoonlijke studie van de bijbel met systematische theologie. We hebben met de werkelijkheid te maken, dus die proberen we te begrijpen bij onze zoektocht naar de waarheid..

Ik wil hiervoor niet beginnen bij een gemeente of bij het geloof maar bij Jezus Christus zoals u dat verklaarde vanuit 1 Korinthe 2.

Wel wilde ik benadrukken dat reflectie over de waarheid weinig waarde heeft als in de kerken de mensen niet de Geest van Christus hebben, en dat je graag zou willen dat ze Die meer zouden hebben dan nu het geval is.

Dan is het belangrijk om te vragen: Hoe ontvangen we de Geest van Christus en hoe wordt de Geest van Christus in ons vorm gegeven?

 

Wordt vervolgd