Ethiek

Ethiek

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Depolariseren - 1

 

D.J. Bolt

22-03-25

 

Heel vervelend! Vorige jaar deed een van onze elektrische vouwfietsjes het ineens niet meer. Afgemeerd in een haventje probeerde ik de oorzaak te vinden. Was de accu niet meer goed aangesloten misschien?
Ik haalde hem uit het fietsframe en verbond de accupolen voorzichtig aan de pinnen van een spanningsmetertje. Toen gebeurde het! Kortsluiting!

Een een felle flits, een knetterende knal!

De kunststofkop van de accu ontvlamde. Vurige plastic deeltjes vlogen in het rond en brandden gaatjes in m'n korte broek. In een reflects smeet ik het onheil op de steiger. Gelukkig ontplofte het niet, het vuur doofde uit na enige tijd. En ik krabde de kunstofpartikeltjes van m'n vel.  


We leerden een gevoelige les: je kunt niet voorzichtig genoeg omgaan met zo'n gepolariseerde krachtbron. Houd de plus en min polen bij elkaar vandaan want de spanning ertussen is niet te onderschatten. Ook al zie je niets met het blote oog, de erachter verborgen energie kan levensgevaarlijk en verwoestend zijn.

---

Dit voorval flitste door onze gedachten toen de generale synode Deventer van de NGK twee weken geleden besluiten nam over homorelaties. Met een enorm polariserend effect. We geven eerst een korte samenvatting van de belangrijkste inhoudelijke besluiten. Zie bijlage voor de volledige teksten.

 

Kern homobesluiten NGK

 

Zaterdag 8 maart jl. werden de volgende verstrekkende kernbesluiten genomen. We vermelden ze zonder de gronden, die zijn te vinden in genoemde bijlage. 

 

Besluit 2

  1. te aanvaarden dat we binnen de Nederlandse Gereformeerde Kerken, zoals ook binnen de brede kerkgemeenschap, nationaal en internationaal, niet éénstemmig zijn over de vraag of Gods Woord ruimte biedt voor het aangaan en onderhouden van een  homoseksuele relatie;
  2. de kerken op te roepen om in plaats van eenstemmigheid, te zoeken naar christelijke eensgezindheid, waarbij allen zich zowel gezamenlijk als persoonlijk in oprechte verantwoording naar de Heer een overtuiging vormen en zichzelf en de ander aan Gods oordeel toevertrouwen;
  3. God te blijven bidden om verheldering door zijn Geest, zodat wij mogen groeien in de kennis van zijn wil.

Besluit 3:

de kerkenraden op te roepen om gemeenteleden die in overeenstemming met besluit 2 een homoseksuele relatie aangaan, de deelname aan het avondmaal niet te ontzeggen.

 

Besluit 4:

het aan de kerken over te laten om in voorkomende situaties zorgvuldig af te wegen of zij iemand met een homoseksuele relatie kunnen roepen tot het ambt van predikant, ouderling of diaken.

 

Samengevat:

  1. De NGK aanvaarden blijvend de tegenpolige overtuigingen dat God homoseksueel samenleven goedkeurt alswel verbiedt.
  2. De kerken dienen homoseksueel samenlevenden niet af te houden van het Avondmaal, hun samenleven is geen zonde.
  3. Desgewenst kunnen homoseksueel samenlevenden tot elk ambt worden geroepen.

Maar ieder is het er over eens dat de Bijbel uitsluitend afwijzend over homoseksualiteit oordeelt. Wat is dan het dragende fundament waarop het hele pakket besluiten dat de aanvaarding van homoseksuele relaties regelt, rust? Dat is de idee dat de Bijbelschrijvers onze moderne homoseksuele relaties van 'liefde en trouw' nooit hebben gekend en dús zich er ook niet tegen hebben kunnen uitspreken of die verbieden. Onze vorm van homoseksualiteitbeleving is een heel nieuwe fenomeen waar we zélf over kunnen beslissen. Ja, homo's met een relaties mogen zich zelfs spiegelen aan het huwelijk van man en vrouw, zo beveelt deze synode aan (besluit 5, grond 1). Uit het oogpunt van barmhartigheid zijn homorelaties een 'variant' op huwelijksrelaties.

 

Maar, vragen wij ons af, gebeurt hier nu niet precies waar Paulus op meerdere plaatsen zo indringend voor heeft gewaarschuwd, namelijk, gehoor geven aan verzinsels?[1] Zo kan toch elk van God ingegeven Schriftwoord[2] creatief worden omzeild als het niet past in onze moderne seculiere cultuur? Terwijl Petrus heel duidelijk vermaant de Schrift niet eigenmachtige uit te leggen.[3] Bovendien, hoe valt het te bewijzen dat in de Oudheid onze 'unieke' homoseksuele relaties niet voorkwamen en dat Paulus in zijn 'onschuld' daar niet van af zal hebben geweten terwijl er voorbeelden van het tegendeel zijn[4]. De apostel die de hele antieke wereld en Romeinse grootmacht van toen heeft bereisd en eindeloze gesprekken heeft gevoerd met geleerden, filosofen en wetenschappers van die tijd…

 

Naar onze overtuiging zullen de gevolgen van deze besluiten nog sterker het gereformeerde karakter van de NGK aantasten dan die m.b.t. de vrouw-in-ambt. Ze zijn zo ingrijpend voor de zichtbare praktijk van het kerkelijk samenleven, meer nog dan dat het geval is door een vrouwelijke ambtsdrager.

 

De praktijk

 

Voortaan zullen de gemeenten te maken krijgen met directe gevolgen van de besluiten. Bijvoorbeeld

  • Openlijk homoseksueel en lesbisch samenleven in de gemeente.
  • 'Huwelijks'-bevestiging/inzegening van homoseksuele relaties.
  • Kinderen 'verkregen' via draagmoederschap of kunstmatige inseminatie en het dopen daarvan[5].
  • Meeroudergezinnen, bijvoorbeeld in geval van biseksualiteit.
  • Homoseksuele en lesbische ouderlingen, predikanten en diakenen.

Het gaat dan om gemeenten die de ruimte die de synodebesluiten bieden aanvaarden in hun kerkelijk leven. Daartegenover staan kerken die vasthouden aan de orthodoxe Schriftuurlijke lijn en de homoseksuele praxis afwijzen. 'Plus' tegen 'min' dus, met veel onderlinge spanning ten gevolge. Een spanning die natuurlijk ook binnen gemeenten waarin beide polen vertegenwoordigd zijn zich zal manifesteren.

 

Hoe moet dat worden opgelost? Verder praten bij een open Bijbel? Als we het goed begrijpen is het antwoord daarop nee. Niet zoeken naar 'eenstemmigheid' - éénheid rond de Schrift - maar maar 'eensgezindheid' (Besluit 2.2). Dat betekent: laat ieder voor zich maar ten volle overtuigd zijn van zijn gelijk en wees eensgezind in het wederzijds aanvaarden van elkaars mening. En laat het dan verder maar aan God over…

 

Wat een fundamentele grens wordt hier overschreden! Niet meer de Heilige Schrift is gezaghebbend en bepalend voor het handelen van de kerk en zijn leden maar persoonlijke overtuigingen ook al staan die diametraal tegenover elkaar. Gods geboden, wetten en ordeningen zijn niet doorslaggevend maar of er voor een mening een goed verhaal kan worden gehouden.
In een kerk met dit fundament gaat ook het kenmerk tucht ontbreken[6]. Immers haar dogma's zijn meningen, overtuigingen, hoezeer die ook haaks op elkaar staan. Als ze maar in 'oprechte verantwoording naar de Heer' zijn gevormd… 

 

Het kan niet anders dan dat tussen broeders en zusters op deze wijze een sterke polarisatie zal plaatsvinden. Die neemt de synode ook waar in de samenleving en wil deze in de kerk bestrijden, depolariseren door de liefde: 'In een gepolariseerde tijd is des te meer de Bijbelse opdracht van belang elkaar lief te hebben'. (Grond 1.5).  

Maar de vraag is natuurlijk wel hoe in de praktijk te voorkomen dat de (geestelijke) spanning tot kortsluiting leidt die ingrijpende gevolgen zal hebben. Hoe kan de spanning tussen de polen worden verlaagd?

Daar denkt men in de NGK wel een weg voor te hebben gevonden, zo ontdekten wij.  

 

Wordt vervolgd

 

Bijlage 1 – Besluitteksten

 

Besluiten SHR genomen op 8 maart 2025

 

Materiaal:

  1. rapport van de studiecommissie homoseksualiteit in de kerk (SHR): ‘Ruimte en richting’, december 2023;
  2. rapport van de synodecommissie voorbereiding besluitvorming SHR, januari 2025.

Besluit 1:

  1. te willen staan voor een heilige kerkgemeenschap, waarin ieder zich richt naar het Hoofd, Jezus Christus;
  2. de kerken op te roepen erop toe te zien dat elke gemeente veiligheid biedt aan alle mensen die hun redding bij Jezus Christus zoeken en dat allen elkaar in zijn naam liefhebben.

Gronden:

  1. In een eerder stadium heeft deze synode zich verootmoedigd over alle keren dat we in de omgang met onze homoseksuele broeders en zusters te snel hebben gesproken of in Gods naam hebben geoordeeld.
  2. De kerk is bij uitstek de plek waar kwetsbare mensen komen om bescherming te zoeken onder Gods vleugels zodat het kwaad hen niet zal bereiken (Psalm 91:4-10).
  3. De kerk kan alleen bestaan door te buigen voor Gods majesteit, en onze afhankelijkheid te beseffen van zijn barmhartigheid en genade (Exodus 33:18-19). De verwondering over die goedheid van God is de bedding voor al onze besluiten.
  4. Een veilige gemeente is een heilige gemeente. In Christus zijn wij dood voor de zonde, om te leven voor God. We stellen ons niet langer in dienst van zedeloosheid en onrecht om een wetteloos leven te leiden, maar in dienst van de gerechtigheid, om heilig te leven (Romeinen 6:11-19).
  5. Een heilige gemeente is een veilige gemeente. De christelijke gemeente is een thuis voor alle mensen die zich met hun zorgen, zonden en vragen tot Christus wenden. Zij worden er niet veroordeeld maar geholpen en getroost (2Korintiers 1:4). In een gepolariseerde tijd is des te meer de Bijbelse opdracht van belang elkaar lief te hebben.

Besluit 2:

  1. te aanvaarden dat we binnen de Nederlandse Gereformeerde Kerken, zoals ook binnen de brede kerkgemeenschap, nationaal en internationaal, niet éénstemmig zijn over de vraag of Gods Woord ruimte biedt voor het aangaan en onderhouden van een  homoseksuele relatie;
  2. de kerken op te roepen om in plaats van eenstemmigheid, te zoeken naar christelijke eensgezindheid, waarbij allen zich zowel gezamenlijk als persoonlijk in oprechte verantwoording naar de Heer een overtuiging vormen en zichzelf en de ander aan Gods oordeel toevertrouwen;
  3. God te blijven bidden om verheldering door zijn Geest, zodat wij mogen groeien in de kennis van zijn wil.

Gronden:

  1. Er is binnen de kerken overeenstemming over het aanvaarden van christenen met een homoseksuele oriëntatie als broeders en zusters in de Heer. De vragen komen wanneer zij aan deze oriëntatie invulling geven door een relatie aan te gaan.
  2. Het onderscheid dat God bij de schepping aanbracht tussen mannelijk en vrouwelijk laat daarbij naar de overtuiging van de een geen ruimte voor een seksuele relatie tussen mensen van hetzelfde geslacht. In deze opvatting is de scheppingsorde doorslaggevend, mede op basis van Romeinen 1. De ander wijst erop hoe Jezus telkens ‘barmhartigheid’ benadrukt als sleutel om Gods geboden te verstaan. Dit wordt ook wel de tegemoetkomendheid van God genoemd. In dit gebroken bestaan mag er daarom ruimte zijn, voor wie anders in de knel zou komen.Nog weer een ander wijst erop hoezeer variatie een wezenskenmerk is van Gods goede schepping. Vanuit dit perspectief kan een homoseksuele oriëntatie ook als een aanvulling en verrijking beschouwd worden.
    Al deze visies stemmen hierin overeen, dat zij zich willen baseren op Gods Woord en willen bijdragen aan een heilige en veilige kerkgemeenschap.
    Dat maant ons tot voorzichtigheid in ons eigen oordeel.
  3. Waar in de Bijbel gesproken wordt over seks tussen personen van hetzelfde geslacht is dat afkeurend (Genesis 19:5, Leviticus 18:22, Leviticus 20:13, Rechters 19:22-24, Romeinen 1:27, 1Korintiers 6:9 en 1Timoteus 1:10). In het brede tekstverband van deze Bijbelplaatsen gaat het steeds om gedrag dat zich van Hem losmaakt. Dat keurt Hij af, want Hij laat zich immers kennen als de God van liefde en trouw, die van mensen – naar zijn beeld geschapen – verwacht dat zij in hun relaties eveneens liefdevol en betrouwbaar zullen handelen (Genesis 2:18-24, Efeziërs 5:21-6:9).
  4. Geen van de Bijbelplaatsen als genoemd aan het begin van grond 3 spreekt echter specifiek over een homoseksuele oriëntatie of het in liefde aangaan van een duurzame relatie. Dat maakt ons terughoudend om ze daar zonder meer op toe te passen. We hebben daarom niet de vrijmoedigheid om op grond van deze teksten veroordelend te spreken over duurzame relaties tussen twee mannen of twee vrouwen die hiervoor kiezen vanwege hun homoseksuele geaardheid, die elkaar in liefde trouw willen zijn en zo ontucht willen vermijden; kortom die juist in hun relatie Christus willen volgen en God willen eren.
  5. De apostel Paulus relativeert in 1Korintiers 7 het belang van een eigen huwelijkspartner: Gods koninkrijk is immers dichtbij gekomen (vs.29, vergelijk de woorden van Jezus in Mattheus19:12). Die relativering geldt ook voor andere relaties dan die tussen man en vrouw. Tegelijk waarschuwt de apostel voor overmoedige keuzes op dit vlak. Het past bij de mens om te verlangen naar een levenspartner (Genesis 2:18). Enerzijds betekent dit dat het goed is wanneer een man of vrouw, ongeacht de eigen seksuele oriëntatie, zelf kiest voor een leven zonder partner; anderzijds dat het niet wijs zou zijn om iemand hiertoe te verplichten.
  6. Paulus leert ons in Romeinen 14 en 15 om te verdragen dat christenen nog steeds verschillende keuzes kunnen maken, ieder vanuit eigen overtuiging. Zolang iemand dat doet om daarmee Christus te eren, en bereid is om zich ten overstaan van Hem te verantwoorden, kunnen wij het oordeel over deze broeder of zuster overlaten aan de Heer en ons vooral erop toeleggen dat we door onze eigen opstelling de ander niet van God vervreemden (Romeinen 14:10-13, vergelijk 1Korintiers 8). Zo bewaren we de christelijke vrede en eensgezindheid (Romeinen 15:5,6).
  7. Ook voor deze synode geldt dat we in deze en andere besluiten geen grotere woorden kunnen spreken dan de Geest ons aanreikt. Voortgaand gebed en voortgaande bezinning blijven nodig.

Besluit 3:

de kerkenraden op te roepen om gemeenteleden die in overeenstemming met besluit 2 een homoseksuele relatie aangaan, de deelname aan het avondmaal niet te ontzeggen.

 

Gronden:

  1. Ieder die het geloof in Christus belijdt en onder belijdenis van dat geloof is gedoopt, behoort tot de christelijke gemeente en is welkom aan de tafel van de Heer.
  2. Het kerkelijk toezicht heeft niet als doel om een uniforme levensstijl af te dwingen maar om ieder te bewaren bij Christus als Heer (artikel D1.1 Kerkorde).
  3. Weliswaar geeft de kerkorde een kerkenraad de mogelijkheid om iemand het avondmaal te ontzeggen, maar dit kan alleen wanneer de betrokkene ondanks herhaalde waarschuwingen vasthoudt aan de zonde of weigert zich te verantwoorden (artikel D5.1 Kerkorde).

Besluit 4:

het aan de kerken over te laten om in voorkomende situaties zorgvuldig af te wegen of zij iemand met een homoseksuele relatie kunnen roepen tot het ambt van predikant, ouderling of diaken.

 

Gronden:

  1. Wanneer er geen reden is om iemand het avondmaal te ontzeggen, staat in beginsel ook de weg naar ambtsdienst open.
  2. Het ambt is echter een roeping, geen recht. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de gemeente om iemand wel of niet voor te dragen; het is de eigen verantwoordelijkheid van de kerkenraad om iemand wel of niet te benoemen.
  3. Paulus leert ons om bij aankomende ambtsdragers niet alleen na te gaan of zij onberispelijk zijn (1Timoteu s 3:2) en zich waardig gedragen (1Timoteu s 3:8), maar ook te letten op hun verleden, hun huidige levenssituatie en andere omstandigheden die bevorderen of juist verhinderen dat zij met vrucht kunnen werken in de gemeente en daarbuiten (1Timoteu s 3:6-7).
  4. Er is hier geen principieel verschil tussen de ambten van ouderling, diaken of predikant. Wel is er verschil in taken en bevoegdheden, waardoor de afweging anders kan uitpakken.

Besluit 5:

  1. de kerken op te roepen om in die gevallen waar een homoseksuele relatie door de kerkenraad in lijn met besluit 2 wordt aanvaard, deze relatie gepaste aandacht te geven in het midden van de gemeente;
  2. de kerken op te roepen om gemeenteleden die bewust ervoor kiezen om geen relatie aan te gaan, eveneens gepaste aandacht en steun te geven;
  3. de landelijke commissie liturgische ondersteuning opdracht te geven om, zo mogelijk in samenwerking met Kerkpunt, hiervoor materiaal te ontwikkelen en de kerken aan te reiken.

Gronden:

  1. God geeft ons het huwelijk als hechte verbinding tussen man en vrouw. Gemeenteleden die een homoseksuele relatie aangaan, mogen zich aan dat huwelijk spiegelen. Wanneer een kerkenraad ruimte geeft aan een homoseksuele relatie, is het van belang om betrokkenen blijvend te steunen, en daar ook de gemeente bij te betrekken. Dit kan bijvoorbeeld door de betrokken gemeenteleden aan de Heer op te dragen, en hen te stimuleren om elkaar lief te hebben en elkaar trouw te beloven.
  2. De keuze om juist af te zien van een relatie wordt in kwetsbaarheid genomen en verdient daarom, wanneer de betrokkene daar prijs op stelt, steun vanuit de gemeente en ambtelijke zorg.
  3. Landelijk ontwikkeld materiaal kan bijdragen aan de kwaliteit van de kerkelijke aandacht en ondersteuning.

Besluit 6:

het rapport ‘Ruimte en richting’ bij de kerken aan te bevelen als waardevol materiaal voor het voortgaande gesprek in de gemeente.

 

Gronden:

  1. Het rapport geeft zowel een uitvoerige bespreking van relevante Bijbelse gegevens als een helder overzicht van de manier waarop christenen deze Bijbelse gegevens hebben willen toepassen.
  2. De waarneming van de commissie SHR, dat wij met de kennis die wij op dit moment hebben geen eensluidend oordeel kunnen geven over de aanvaardbaarheid van relaties tussen mensen van gelijk geslacht, onderstreept de noodzaak en de urgentie om in het onderlinge gesprek in de gemeente elkaar te blijven zoeken en te vinden, ook als er verschillen van inzicht blijven bestaan.
  3. Het rapport biedt praktische handreikingen voor het gesprek in de gemeente.

Besluit 7:

de commissie SHR decharge te verlenen, onder dankzegging voor het door haar verrichte werk.

 

Besluit 8:

geen nieuwe studiecommissie over gendervraagstukken te benoemen.

 

Gronden:

  1. Hoewel de synode met de commissie SHR van mening is dat nadere studie naar gendervraagstukken van belang blijft, acht de synode het niet haar taak om over allerlei ethische onderwerpen zelf onderzoek te laten verrichten of uitspraken te doen.
  2. Het is primair aan de daarvoor beter toegeruste instanties op theologisch en medisch-ethisch terrein om vraagstukken op dit terrein te volgen en daarover te adviseren.
  3. Er ligt op dit moment geen concrete vraag die de instelling van een nieuwe commissie zou wettigen.

 

NOTEN

[1] 1Tim 1:4; 1Tim. 4:7; 2Tim.4:4; Titus 1:14.

[2] 2 Tim. 3:16.

[3] 2Petr. 1:20.

[4] Zie o.a. dr. Wolter Rose in Onderwegonline, sept. 2015, Een ander verhaal over homoseksuele relaties in de oudheid, click hier.

[5] In de NGK (samenwerkingsgemeente met CGK) heeft op dit punt zich al een precedent voorgedaan.  Op 10 april 2010 werd in de kerk van Emmeloord een kind van een lesbisch stel gedoopt. Het was verwerkt door kunstmatige inseminatie met donorzaad (ND 20 april 2010).

[6] NGB art. 29.