Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

De gnostische wereld van John Walton 3

Thomas Purifoy Jr.

12-01-19

 

Slotgedachten

 

Het gevolg van dr. Waltons gnostische wereldvisie is de langzame ontmanteling van de historische grondslag waarop het Christendom is gebaseerd. Hoewel hij gelooft, dat hij een oplossing voor het debat over de oorsprong geeft door de Bijbelse tekst los te maken van de werkelijke geschiedenis, valt hij in de valkuil van misvattingen, die de gnostiek van de eerste eeuw hebben omringd.

Toch is dr. Walton professor aan één van de meest gerespecteerde protestantse hogescholen ter wereld. Zo’n positie geeft hem opmerkelijke geloofwaardigheid om zijn “nieuwe analyse van de betekenis van Genesis” te verspreiden onder christenen overal ter wereld. Als gevolg daarvan zullen sommigen door zijn methodes worden overgehaald zijn moderne vorm van gnostiek te aanvaarden.

Dat is inderdaad zorgwekkend.

 

Een naschrift over filosofische invloeden

 

Eén van mijn aannames inzake creatieve denkers is dat zij hun eigen vragen door hun werk proberen te beantwoorden. Je komt het tegen bij romanschrijvers en filmmakers, evenals bij filosofen en theologen. Ik denk dat iets soortgelijks bij dr. Walton het geval is. Hij is zeker een briljante man en een buitengewoon creatieve denker. Hij heeft een unieke verklarende structuur ontwikkeld om een bijzonder probleem op te lossen, een probleem dat hij steeds weer opnieuw in zijn boeken naar voren brengt: het “waargenomen oorsprongsconflict tussen de Bijbel en de wetenschap…” (11)

Het doel van zijn werk lijkt te zijn om dat moeilijke probleem op te lossen.

 

Het is een oud probleem. De historicus, winnaar van de Pulitzerprijs voor de wetenschap, Edward Larson opent zijn serie lezingen The Theory of Evolution: History of a Controversy (de theorie van evolutie: Geschiedenis van een strijdpunt) met op te merken, dat tot aan het begin van de 19de eeuw Genesis 1 zo werd geïnterpreteerd dat God alle dieren en mensen naar hun soort in maar een paar dagen heeft geschapen. Dit staat tegenover het standpunt dat alle dieren en mensen geleidelijk, gedurende miljoenen jaren, door natuurlijke selectie en door gemeenschappelijke afstamming werden gevormd. Dit is de essentie van de controverse.

 

Het kernprobleem voor Christenen is geweest hoe een religie die duidelijk gebaseerd is op historische gebeurtenissen (de kruisiging en opstanding, het geven van de Wet, de zondvloed, Adam) te verzoenen met een evolutionaire geschiedenis van de wereld.

Om het maar kort door de bocht te zeggen: hoe kun je evolutie bevestigen en tegelijk het christelijk geloof vasthouden?

Dit is het probleem dat dr. Walton onder ogen ziet. Hoewel zijn basisoplossing is het functionele van het materiële (als hierboven omschreven) te scheiden, biedt hij een intrigerend filosofisch beredeneerde uiteenzetting om dat te doen in “Proposition 13” (voorstel 13) van The Lost World of Genesis One. Hij verklaart: “Het verschil tussen oorsprongsverslagen in wetenschap en Schrift is metafysisch van aard.” (12)

Dit is een ontdekkende verklaring. Bij het voorstellen hiervan leent hij een onderscheiding van de moderne vrijzinnige filosofie die een wezenlijk verschil ziet tussen het “fysische” en het “metafysische”. Hij plaatst daarom wetenschap en eigentijdse verslagen over de oorsprong in een fysisch rijk, terwijl Gods handelen en oude oorsprongsverslagen in het metafysische worden geplaatst.

 

Volgens dr. Walton kun je de werkelijkheid zien als een “taart met lagen. In deze visie zou het rijk van het wetenschappelijk onderzoek zich in de onderste laag bevinden… In tegenstelling hiermee zien we in de bovenlaag het werk van God.” (13). Hij zegt dat “gezien vanuit de huidige definitie kan wetenschap de bovenste laag niet onderzoeken”, die “het rijk van de theologie betreft, of meer in het algemeen, metafysica en dat is geen stof voor de empirische wetenschap… Genesis is een verslag uit de bovenste laag en is niet geïnteresseerd in het doorgeven van de mechanismes…” (14).

Door de twee oorsprongsverslagen in twee verschillende lagen van de werkelijkheid te plaatsen, verwijdert hij het conflict. Daarom kan hij zeggen dat het door hem wordt “waargenomen”, het is niet een werkelijk conflict, omdat elke laag een verschillende, van elkaar onafhankelijke laag van de werkelijkheid beschrijft.

 

Dit lijkt de filosofische invloed achter de gnostiek van dr. Walton te zijn. Hij neemt deze moderne filosofische onderscheiding en, al dan niet bewust, projecteert hij die terug op de wereldvisie van de ouden.

 

Bij het lezen van “Proposition 13” bleef ik het gevoel houden alsof ik deze benadering om de wereld te structureren al eerder had gezien en dat er een bekend probleem mee was. Pas nadat een vriend, beter geschoold in filosofie, zijn gelijkenis met neo-Kantiaanse ideeën opmerkte, viel het op z’n plaats: dr. Walton maakte gebruik van de vrijzinnige filosofie van Kant om de wereld in twee wezenlijk verschillende rijken te scheiden, die hoe dan ook geen verbinding met elkaar hadden.

 

Francis Schaeffer zag dit soort verdeling als het grondprobleem van het moderne denken. Hij volgde de weg terug naar de bron van het oude neo-Platonisme en gebruikte soortgelijke taal om de scheiding te beschrijven: door de wereld in een ‘boven-verhaal’ en een ‘beneden-verhaal’ te verdelen, verwijder je Gods daden uit de werkelijke wereld. Theologie en geloof vinden plaats in het boven-verhaal, terwijl wetenschap en werkelijkheid in het beneden-verhaal plaatsvinden.

Maar als dit klopt, hoe raken die twee lagen elkaar dan? Dat is het nieuwe dilemma. Schaeffer ontkende natuurlijk dat deze scheiding echt was; dr. Walton heeft het evenwel tot de hoeksteen van zijn methodologie gemaakt.

Ten gevolge daarvan doet hij veel moeite om te zeggen dat fysische mechanismen “door het Woord van God werden verordend”, maar toch geeft hij nooit aan hoe de goddelijke wereld van de metafysische theologie zich nu werkelijk met de echte wereld van de fysische wetenschap verbindt. Waar verbinden Gods daden nu echt met evolutie? Hoe werkt een metafysische God in een fysische wereld? Hoe kunnen we echt weten wat Hij heeft gedaan, indien we alleen maar menselijke interpretaties van gebeurtenissen uit het verleden hebben?

Dr. Waltons acceptatie van een moderne filosofische onderscheiding om het ene probleem op te lossen eindigt met het scheppen van talloze andere problemen.

 

Het is interessant dat dr. Walton dit filosofische onderscheid te hulp roept om dezelfde soort redenen als Immanuel Kant dat deed: beiden probeerden een stevige grond voor wetenschappelijke kennis neer te zetten. Terwijl Kant echter niet in God geloofde, doet dr. Walton dat zeker wel. Toch heeft hij een filosofisch mes aangenomen, dat door Kant is geslepen en dat gevaarlijk is voor Christenen om te gebruiken. Het probleem gaat terug op hun zicht op ‘wetenschap’ en ‘kennis’.

Waarin zowel Kant als dr. Walton zich vergissen, is dat wetenschap op de één of andere manier epistemologisch definitief is [epistemologie is de leer betreffende het wezen, de methoden en de grenzen van de menselijke kennis, red. EIW]. Het is niet toevallig dat scientia het Latijnse woord voor kennis (knowledge) is. (Net als gnosis het Griekse is.) Wat wetenschap als absolute zekerheid lijkt aan te bieden, is dat het iets probeert te begrijpen wat in feite epistemologisch definitief is: Gods schepping. Maar wetenschap is door de mens gemaakt en is daarom onderworpen aan alle menselijk feilen en natuurlijke beperkingen.

 

Dit was wat Thomas Kuhn zich realiseerde: als je de geschiedenis van de wetenschap bestudeert, realiseer je je dat de wetenschappelijke ideeën van de mens niet epistemologisch zeker zijn. ‘Wetenschap’ is een lappendeken van stukjes en lagen die door de tijd heen langzaam worden vervangen door nieuwe, waar mannen en vrouwen ‘kaarten’ van een hoogst complexe wereld proberen te maken.

Het proces van het in kaart brengen van de fysische wereld vereist metafysische bekwaamheden zoals rationeel denken, wiskunde, taal, analyseren, enz. Maar hoe raken deze intellectuele kaarten de echte wereld?

Niet-christenen hebben geen werkelijke verklaring. Je hoeft alleen maar Eugene Wigners “The Unreasonable Effectiveness of Mathematics in the Natural Sciences” te lezen om je ervan bewust te worden dat het probleem onopgelost blijft; de meeste wetenschappers zien er maar aan voorbij en gaan terug naar het bedrijven van gewone wetenschap.

De oplossing wordt alleen gevonden in de christelijke wereldvisie. Maar als je die aanvaardt, betekent dat de verwerping van de neo-Kantiaanse visie op de werkelijkheid. Het betekent ook de verwerping van dr. Waltons verdeling in fysisch en metafysisch, zoals hij die definieert.

In plaats daarvan, als je accepteert wat de Bijbel openbaart over de wereld, verklaart dat waarom mensen nuttige wetenschappelijke kaarten kunnen maken (zo beperkt en feilbaar als ze zijn) en waarom we metterdaad ware dingen uit het verleden kunnen kennen.

 

We zien de oplossing in de geschriften van een oude man, die de gevaren van de gnostiek voor de kerk zag. Zoals alleen iemand die door de Heilige Geest wordt geleid, kon doen, liet hij zien hoe Gods goddelijke metafysische daad tot de fysische schepping van Genesis 1 leidde en hoe de God-man Jezus Christus met beide wezenlijk was verbonden:

 

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond… en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid.” (Joh. 1:1-3, 14).

 

In plaats van een absolute scheiding is er een dynamisch verband tussen God en Zijn schepping. God is zowel transcendent als immanent en Zijn daden kunnen in de echte wereld gekend worden.

Hoewel een groot mysterie, is Christus de oplossing voor dit alles, zoals de geloofsbelijdenis van Chalcedon zegt: Hij is “in twee naturen, onvermengd, onveranderd, ongedeeld, ongescheiden.”

 

De reden dat wiskunde werkt, of dat we wetenschap kunnen bedrijven, of dat we taal kunnen gebruiken, of dat we het verleden kunnen kennen, is omdat een metafysische/fysische God een metafysische/fysische wereld heeft gemaakt met een metafysische/fysische mens erin om erover te regeren en daardoor heeft Hij verzekerd dat alles volmaakt met elkaar verbonden was. Het metafysische en het fysische zijn verschillend, maar verbonden. Zoals de apostel Johannes opmerkt is er een werkelijke, historische wisselwerking tussen die twee, die door God in het begin werd ontworpen en die tot de dag van vandaag doorgaat.

Maar toen de mens zondigde, heeft hij deze verwantschap vertroebeld. We zien het toen Adam en Eva dachten dat zij hun lichamen konden bedekken om hun geestelijke schaamte te verbergen. Als gevolg daarvan begon de mens de fysische wereld zelf te aanbidden, op de één of andere manier dacht hij dat hij die kon gebruiken om het metafysische te beheersen. Jesaja drijft de spot met deze wereldvisie en laat zien hoe die altijd tot een leugen leidt. (Jesaja 44:9-20).

 

Om het probleem op te lossen is God in de wereld gekomen en werd Zelf Mens. Dit liet voor alle eeuwigheid de essentiële verbinding zien tussen de twee rijken, evenals Zijn uiteindelijke beheersing van de hele geschiedenis en het recht van Hem alleen om te worden aanbeden.

 

God heeft er toen voor gezorgd dat Zijn daden opgeschreven zouden worden voor ieder om ze nauwkeurig te kennen. Dit is wat Johannes ons aan het slot van zijn evangelie vertelt:

 

Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.” (Joh. 20:30-31).

 

Taal is wat God altijd gebruikt om Zijn metafysische/fysische interactie te openbaren om echte mensen in de ruimte - tijd wereld te redden. Dit is de reden waarom ieder die de Bijbel als één geheel ziet ook moet aanvaarden dat Genesis een nauwkeurige weergave van Gods daden in de tijd is. Of het nu gaat om het scheppen van alles in zes normale dagen, het vormen van Adam en Eva als de eerste biologische mensen, of de zondvloed over de hele wereld, Hij heeft altijd accurate taal gebruikt om Zijn daden vast te leggen, zodat wij Hem konden kennen.

Dit is ware kennis.

 

En dus, al respecteer ik de talenten en creativiteit van dr. Walton, zijn voorgestelde oplossing voor de vraag naar de oorsprongen leidt alleen maar tot een serie ernstiger problemen. Zijn filosofische benadering is een gevaarlijke manier om naar de wereld te kijken.

 

NOTEN

  1. The Lost World of Genesis One, 113.
  2. Ibid.
  3. Ibid., 114.
  4. Ibid., 114, 115.
  5.  

 

Door Thomas Purifoy Jr., producer, schrijver en regisseur van “Is Genesis History?”

 

Vertaling: R. Sollie-Sleijster