Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Kerkelijke navigatie

 

D.J. Bolt

14-11-24

 

Wat is het tegenwoordig toch heerlijk makkelijk om een bestemming te vinden zonder de weg te weten! We toetsen het adres ervan in in onze 'tomtom', et voilà, rijden maar. Soms weten we nauwelijks waar we langs of doorrijden. Zorgeloos, het navigatiesysteem beslist voor ons en wijst de weg.
Nu is onzen tomtom misschien wat verouderd of beperkt. Want het heeft de eigenschap altijd de kortste weg te wijzen. Op zichzelf is dit natuurlijk aardig maar niet zelden voert dat door een ingewikkelde stratenpatroon terwijl even honderd meter verder 'omrijden' zoveel comfortabeler zou zijn geweest! Maar goed als we daarvoor dan even eigenwijs afwijken van de gewezen route is het systeem na enige tegenstribbelen toch bereid het alternatief als uitgangspunt te nemen.

 

We moesten hieraan denken bij het vinden van de 'dichtstbijzijnde kerk' voor nieuwe leden. Waar moet een nieuw lid zich bij aansluiten? Mag hij of zij dat zelf weten als er een keuzemogelijkheid is? Waarheen leidt hem 'de navigatie'?
In de GKv was er in het verleden per kerk een gebied afgesproken waar haar leden woonden en waar van potentiële leden verwacht werd zich bij die kerk aan te sluiten. Inmiddels, zo hebben we begrepen, is dit principe losgelaten en doet ieder wat goed is in eigen ogen. Met natuurlijk met vervelende gevolgen, bijvoorbeeld voor kleine gemeenten of gemeenten zonder predikant. 
 

Hoe is dit nu geregeld in de Gereformeerde Kerken? GS Kampen 2023 en de GS Dalfsen 2024 hebben op 16 maart 2024 'vastgelegd en zijn overeengekomen':

 

g. Bij het toelaten van nieuwe leden hanteren de kerkenraden het principe van aansluiten bij de dichtstbijzijnde kerk. [1]

 

Het is dus heel eenvoudig: landkaart en rolcentimeter erbij, afstand meten van woonplaats naar kerkgebouwen en de teerling is geworpen: díe gemeente is het dichtstbij. Dat is toch ook het makkelijkst voor kerk- en catechisatiebezoek.

Toch hebben we wel enige vragen.

Vragen

 

Allereerst, heel praktisch. Als gekozen moet worden dan hoeft de hemelsbrede afstand tussen woon- en kerkplaats helemaal niet de 'dichtstbijzijnde', de kortste te zijn. Bruggen, kanalen, eenrichtingswegen, al of niet beschikbare snelwegen kunnen maken dat 'die dichtstbijzijnde' kerk misschien wel (veel) verder weg is of moeilijker te bereiken is.
En, zou het 'principe van dichtstbijzijnde kerk' bedoeld zijn als de kortste weg dan opnieuw is dat niet geheel eenduidig. Want welke weg is dat: het fietspad (binnendoor) of de snelweg? In sommige streken loopt er zelfs een 'kerkpaadje' door de weilanden rechttoe rechtaan naar de kerk. Mag dat weggetje meedingen met de snelweg voor 'dichtstbijzijnd'?

Aardig is ook als de gemeente verhuist van de lokaliteit. Het zou zomaar kunnen gebeuren dat dan ineens de afstandsverhoudingen met genabuurde gemeenten anders komen te liggen. Is dit criterium wel wenselijk?

Nu zou het simpele weerwoord kunnen zijn: dit lossen we wel op in onderling overleg op de classis. Het gaat toch om een min of meer regionale aangelegenheid, daar komen we wel uit.


Maar ook daar zouden we enige vraagteken bij willen plaatsen. Opnieuw eerst een 'geografische'. Want bij het dichtstbijzijnd-principe spelen vast regelmatig meerdere classes een rol, dus niet alleen de kerken in één classis. Het is niet moeilijk voor te stellen dat een nieuw kerklid dicht bij een kerk in de ene classis en dichtbij een kerk in een andere classis. Het is zelfs niet ondenkbaar dat kerken in drie classis betrokken zijn.
Wat we willen aangeven is dat dit principe (soms) bovenplaatselijk overleg nodig maakt, zelfs mogelijk op een 'particulier synodaal' niveau.  

Ingewikkeld! Tijdrovend!

 

Bij het lid willen worden van de kerk, of niet, kunnen ook heel veel sentimenten meespelen. We noemen wat: de 'ligging' van de gemeente, samenstelling van de gemeente (jong en oud), met of zonder predikant, vriendenrelaties, geschiedenis, enzovoort. Het kan hoog oplopen en veel tijd vergen hierin 'afstand-elijk' een weg te vinden.
 

Eenvoud

 

Zou daarom het aloude principe van een kerkgebied niet verre de voorkeur verdienen? Het principe waarin de kerken samen eenmalig het gebied bepalen waaruit de gemeenteleden leden stammen en waaruit ook nieuwe leden worden verwelkomd? Het zou ook het grote belang dienen, zoals we hiervoor al aanstipten, dat kleine gemeenten niet worden leeggezogen en grote niet gaan lijden aan ledenobesitas.
 

Zo'n indeling van een groot deel van Nederland is natuurlijk niet eenvoudig, vraagt nogal wat overleg. En moet op de goede manier tot stand worden gebracht. Net zoals de indeling in classes waarin rekening werd gehouden met aantallen kerken, aantallen kerkleden en bevolkingsdichtheid in de regio's.

Het zal echt wel de nodige discussie geven. Maar het is eenmalig. Want daarna weet ieder onmiddellijk waar hij of zij aan toe is.
 

Zitten we dan opgesloten in een territorium waaruit nooit meer kan worden ontsnapt? Natuurlijk niet. Uit eigen vroegere ervaring weten we dat er bij uitzondering gemotiveerd van het principe kon worden afgeweken. Bijvoorbeeld bij een zaak van misbruik waarbij dader en slachtoffer liever niet in dezelfde gemeente lid wilden blijven om de voortdurend herinnering aan het verleden te vermijden. Maar alleen dus bij hoge uitzondering.
O.i. dient het de vrede in en gezondheid van de kerken.
 

Integratie

 

Dat brengt ons op een laatste punt.

De eenheid als broeders en zusters, en als kerken is nu een gegeven. Maar in de levenspraktijk moet het gestalte krijgen. In het verleden ervoeren we soms een sterk wij-zij gevoel. Dat moet overwonnen worden ook al zijn er nare dingen gebeurd. Het zal even wennen zijn om niet meer te denken in termen van 'hij van deze DGK' of 'zij van die GKN', nee wij behoren samen tot de Gereformeerde Kerken. Dat betekent ook dat we de termen DGK en GKN zo min mogelijk meer moeten gebruiken. Bijvoorbeeld, door waar (nog) twee gemeenten in dezelfde plaats zijn van de vroegere 'kleuren' deze niet meer met de oude kerkverbandennamen aanduiden maar  met de straatnaam waar vergaderd wordt (als ze al geen eigennaam hebben).

 

Leidend moet zijn wat we leren van Petrus:

 

'Ten slotte, wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk.'
 

Dan mogen we de zegen van de Heere verwachten op onze gezamenlijk volgen van de Heer van de Kerk, onze Heere Jezus Christus!  

 

NOOT

[1] Aangenomen besluit als vermeld in de BIJLAGE Fd. Voorbereiding vereniging DGK GKN in de Acta van de Generale Synode Kampen 2023.