Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Eenheid (2)

 

N. van Dijk
30-11-13

 

Bij het lezen van het magazine ‘Dordt’ (uitgave van de Stichting Nationale Synode) valt op het verlangen van de vrijgemaakt gereformeerden naar een grote kerk waarin alle christelijke stromingen samenkomen. Uit een onderzoek, gehouden in samenwerking met RD, ND, CIP.nl en de EO, zou blijken dat 58 procent van de vrijgemaakten hoopt op zo’n kerk van rooms-katholieken, protestanten, lutheranen, anglicanen en orthodoxen. Ze volgen daarmee de Nederlands Gereformeerden (61 procent) op de voet. “Vrijgemaakten en Nederlands Gereformeerden hopen van de grootste afgescheiden kerkgenootschappen het vurigst op eenheid”, zo begint het artikel ‘Eén wereldwijde kerk? De vrijgemaakten zijn voor’.

 

Op de volgende pagina van het magazine staat een ‘brief’ aan de deelnemers van de Nationale Synode, geschreven door Willem Schoonen (hoofdredacteur van het Dagblad Trouw). Hij noemt daarin de ingrijpende veranderingen die het dagblad de afgelopen vier decennia heeft ondergaan. Met de secularisatie en ontzuiling is de omgeving en daarmee ook de formule en inhoud van de krant veranderd. Waar destijds de pagina ‘Kerk’ was, is daar nu ‘Religie & Filosofie’, in de Verdieping. “Terwijl minder mensen zich verbonden voelen met het instituut, is de belangstelling voor de grote vragen gebleven”.  Van de nieuwe lezers van Trouw zegt een meerderheid gelovig te zijn, en van die meerderheid noemt een groot deel zich christelijk. Dan vervolgt hij zijn brief:

“Maar goed, we hebben gemakkelijk praten, we zijn maar een krant, die hoeft niet recht te zijn in de leer, die hoeft geen absolute waarheid te verkondigen. Een krant die een heel duidelijke identiteit moet hebben, maar die zich ook moet schikken naar de behoeften van zijn lezers. Zou de kerk dat niet ook moeten doen? Hoe charmant de symboliek van Dordrecht en de Grote Kerk ook is, het is de verkeerde plek voor uw Nationale Synode. Want de associatie met die vermaarde synode van vier eeuwen geleden is precies wat we in deze tijd niet moeten hebben; de associatie met een synode die overeenkwam wat dé waarheid was, en naar welke regels gelovigen zich te schikken hadden. Wat we nu nodig hebben, is oog voor de vragen, behoeften en verlangens van gelovigen. Oog voor de verbondenheid die zij voelen met hun naasten, hun hoop op een betere, rechtvaardiger wereld, hun vertrouwen in de toekomst”.

 

In kranten en kerkelijke pers werd in oktober veel geschreven over het onderwerp ‘kerkelijke eenheid’. Peter Bergwerf gaf in het ND een niet al te vriendelijk getoonzet verslag van de avond op 31 oktober, georganiseerd door DGK van Zwolle en Dalfsen, waarin verontruste vrijgemaakten voorlichting kregen over de zorgelijke ontwikkelingen binnen de GKV. Zonder inhoudelijk op de zorgen van de afgescheiden predikanten in te gaan doet Bergwerf verslag van de vergadering,

 

“de tragiek in de kerkzaal is bijna tastbaar. Deze mensen voelen zich diep miskend. Maar hebben ze dat niet primair aan zichzelf te danken? Het is voor hen alles of niets. Alleen zij hebben gelijk. Maar breek je dan bij voorbaat niet elk gesprek op? Er is één woord dat vanavond nauwelijks viel: liefde”.

 

Maar dat begreep de journalist wel, liefde is een bijna verdacht woord, het zou staan voor ‘vrede, vrede, geen gevaar’. Bij DGK zou het woord liefde slechts gebruikt worden in relatie met ‘de waarheid’, Maar “de waarheid in Bijbelse zin is geen stelsel leerstellige waarheden, maar De Waarheid is een Persoon die aanbeden en nagevolgd wil worden”.  En aan deze volle waarheid ontbrak het volgens Bergwerf op deze avond.

 

Maar op de volgende pagina van het ND zegt Ad de Bruijne zich in toenemende mate ongemakkelijk te voelen bij alle eenheidsdrift, hij bespeurt daarin een gebrekkige visie op kerkelijke verdeeldheid. Hij grijpt terug naar de visie van Abraham Kuyper, en ziet wel wat in zijn pluriformiteitsleer. In een reactie op de Nationale Synode pleit hij ervoor juist niet de elementen van de veelkleurigheid te offeren:

 

“Laten charismatici hun spontane afhankelijkheid van de Geest niet relativeren. En rooms-katholieken moeten het pausschap als symbool voor wereldwijde eenheid niet cadeau doen. Zo moeten hervormden hun oriëntatie op de traditie niet verliezen en evangelischen hun moed om te experimenteren niet afleggen. Ook gereformeerden moeten geen waardevolle aspecten uit hun belijdenis wegstrepen om wat vlotter met anderen door één kerkdeur te kunnen. Laten we in een maximaal open relatie met ‘mede-kerken’ juist beheren wat God ons heeft toevertrouwd”. 

 

De Bruijne ziet in een gescheurde kerk iets van Christus’ gebroken lichaam.

En zo wordt er heel wat afgeschreven over wel of geen kerkelijke eenheid, waarbij verschillenden vinden dat kerkelijke eenheid niet kan zonder op diverse terreinen iets van ‘de waarheid’ los te moeten laten.

 

Een heel andere toon is waar te nemen bij kerken die zich los hebben gemaakt van grotere verbanden, zoals de Hersteld Hervormde Kerk, die niet mee kon gaan met de leervrijheid van de PKN. En ook de kerken die zich afscheidden van de Gereformeerde Kerken, vrijgemaakt, omdat zij gereformeerd wilden blijven. In deze kerken zoekt men ook de eenheid, maar dan niet ten koste van de leer. Men wil vasthouden aan de absolute betrouwbaarheid van Gods Woord, zoals samengevat in de belijdenisgeschriften.

In een artikel van dr. P de Vries (HHK) over kerkelijke eenheid schrijft hij over wat bepalend is voor ware eenheid, hij schrijft:

 

“Welke christenen behoren bijbels gezien bijeen? Ik denk aan hen die onvoorwaardelijk het gezag van de Schrift belijden en die hun geloof zonder reserve in de gereformeerde belijdenis verwoord weten. De gereformeerde belijdenis is uiteindelijk niets anders dan een nadere ontvouwing van de apostolische geloofsbelijdenis. Kern ervan is dat de Bijbel de enige bron en norm van ons geloof is en van onze levenswandel. Aansluitend bij de Apostolische Geloofsbelijdenis wordt de Drie-enige God als God van volkomen zaligheid beleden. Er wordt betuigd dat Jezus Christus God was en bleef en mens is geworden. We lezen over het bloed van Christus dat de hitte van Gods toorn wegnam. Daardoor werd ook de duivel verslagen. Rechtvaardig voor God zijn wij alleen op grond van wat Christus deed en niet door wat wij hebben gedaan. Dat blijft zo tot onze dood toe. De gereformeerde belijdenis leert ons dat het laatste houvast van een christen tot zijn laatste snik niet ligt in wat hij voor Christus deed en doet, maar in wat Christus voor hem heeft gedaan. De Dordtse Leerregels geven een nadere ontvouwing van de leer van de verkiezing en van het werk van de Heilige Geest, zoals daarover in de Heidelbergse Catechismus en Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt gesproken. God loopt niet achter de feiten aan, maar werkt alle din­gen naar de raad van Zijn wil. Zijn liefde voor al de Zijnen is een liefde zonder begin en daarom zonder einde. Hier op aarde ziet een christen, zo wordt in het laatste artikel van de Nederlandse Geloofsbelijdenis beleden, met brandend verlangen uit naar de jongste dag.

De drie gereformeerde belijdenisgeschriften die de Kerk van de Reformatie in Nederland heeft, worden samen wel de Drie Formulieren van Enigheid genoemd. Dat wil zeggen: het zijn drie korte geschriften waarin het ene ware geloof wordt verwoord”.

 

Ook in het blad ‘Weerklank’ (gereformeerd maandblad, uitgegeven door de GKN) wordt aandacht gegeven aan de kerkelijke eenheid. In een artikel pleit ds. Hoogendoorn (predikant GKN) voor een eenheid in gehoorzaamheid aan Gods Woord: ”De geloofsleer van Gods eigen gezaghebbend Woord en de manier van leven naar die leer. Dát verenigt mensen in de kerk van onze Here Jezus. Als we dat evangelie belijden, en elkaar aan die belijdenis houden, dan kan zo’n confessie samenbindend werken. Tot een hechte eenheid in Christus. Door gehoorzaamheid aan het Woord laat men zich dan als levende stenen gebruiken voor de bouw van het geestelijk huis van Christus’ kerk (1 Petrus 1: 22 – 2: 5)”.

En ook vanuit DGK klinkt de oproep tot eenheid rondom Schrift en belijdenis. Zo noemde ds. de Marie in een toespraak (bij de vereniging van de gereformeerde kerk (dolerend) te Dalfsen met DGK) het gebod van de Here Christus die de zijnen verenigd wil hebben op de ware grondslag van Schrift, belijdenis en kerkorde. Hij wil optimistisch de toekomst tegemoet zien. Hij roept op door te gaan met bidden voor en werken aan de her- en vereniging van alle oprechte gelovigen, die bij elkaar horen op hetzelfde fundament. In een dankwoord van ds. Heres op diezelfde dag benadrukt deze  dat vanaf het begin gestreefd is naar eenheid met allen, die willen bouwen op hetzelfde fundament dat de HERE Zelf gelegd heeft.

Ds. Heres benadrukt dat waar de bediening van de verzoening is, waar de rechte verkondiging van het Woord is, de HERE zijn zegen kwijt wil. Daar is de echte gemeenschap der heiligen. Hij eindigt zijn slotwoord met de hartelijke wens en bede

 

“dat van de vereniging die zich vandaag voltrekt een goed getuigenis mag uitgaan. Dat het een bemoedigend signaal mag zijn voor verontruste broeders in de GKv. En laten wij de roeping van Christus blijven zien om te streven naar eenheid van allen die op hetzelfde fundament mogen staan en naar waarheid de HERE willen dienen”.

 

Dr. P. de Vries beëindigt zijn serie artikelen over eenheid met de bede

 

“dat de Kerk van Nederland weerkeert naar en vasthoudt aan de waar­heden in de gereformeerde belijdenisgeschriften beleden. Wat wij hier in Nederland en wereldwijd nodig hebben, is een krachtig getuigenis over de heiligheid van God, de verlorenheid van de mens, de redding door Christus’ bloed en de vernieuwing door de Heilige Geest. Een getuigenis dat verbonden is met een leven naar Gods geboden, een leven in de navolging van Christus zoals de Bijbel daarover schrijft. Daarover wil de Heere Zijn zegen gebieden. Wat een zegen is het als vanuit deze eenheid in waarheid en godzaligheid, meer kerkelijke eenheid ontstaat. Laat ons gebed persoonlijk en kerkelijk zijn: ‘Zegen anderen, maar ook mij.’ Zeker is dat wij grote dingen van God mogen verwachten. Hij is machtig niet alleen elders in de wereld, maar ook in Nederland in de eenentwintigste eeuw wonderen te doen.

Nooit kunnen we in het geloof teveel verwachten”.