Ethiek

Plaatselijke kerken

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Dalfsen - en het Vierde Gebod (1)

D.J. Bolt
20-03-10


Zoals bekend is een deel van kerkenraad en gemeente daar in doleantie gegaan. De redenen zijn verantwoord in een uitvoerig schrijven.
Echter het deel van de kerkenraad dat niet met de doleantie meeging verdedigt met veel vuur de ratificatie van alle(!) synodebesluiten. Een onderdeel daarvan is de synodebesluiten over het vierde gebod en de zondagsrust. In het Kerkblad van 5 maart j.l. probeert de Dalfser predikant ds. J.W. van der Jagt de beschuldiging van dwaling op dit punt te ontzenuwen. Het is goed om eens nauwkeurig te kijken met welke argumenten hij dat doet en op welke manier.

De bezwaren van de dolerenden1

De dolerende ambtsdragers van de gereformeerde kerk van Dalfsen hebben t.a.v. het vierde gebod verklaard:

"Wij nemen afstand van en verwerpen de besluiten die de synodes van Leusden 1999, Zuidhorn 2002 en Amersfoort-Centrum 2005 en Zwolle-Zuid 2008 genomen hebben inzake het vierde gebod, over de zondag als rustdag.
De GS van Amersfoort-C heeft, nadat vanuit de kerken veel bezwaren waren binnengekomen inzake uitspraken in dezen van haar voorgangers, besloten een ?Handreiking? uit te geven onder de titel ?Zondag, heerlijke dag?. Deze ?Handreiking? biedt in veel opzichten een goed getuigenis over de doorwerking van het vierde gebod. De Handreiking heeft echter slechts een vrijblijvend karakter en heeft niet de status van een kerkelijke uitspraak. Bovendien spreekt de synodale handreiking bewust niet over de rustdag als een instelling die al bij de schepping door God gegeven is. Daarmee wordt tekort gedaan aan het feit dat op grond van Gen. 2:2,3 en uit Exod. 20:8-11 de rustdag als een instelling vanaf de schepping gezien en geheiligd dient te worden.
Het besluit van de GS van Leusden dat de opvatting ?dat de zondag als rustdag niet gebaseerd is op een goddelijk gebod? niet te veroordelen is, is niet uit het midden van de kerken weggenomen. De GS van Amersfoort-C heeft geen halt toegeroepen aan de geest van dwaling die de kracht van Gods geboden ondermijnt en de schriftuurlijke prediking en oefening van opzicht en tucht ontkracht. De GS van Zwolle-Zuid heeft alle revisieverzoeken aangaande het vierde gebod afgewezen of voor kennisgeving aangenomen. Daarmee is heel ons kerkverband er verantwoordelijk voor dat afbreuk wordt gedaan aan het universele karakter van het rustaspect van het vierde gebod."

Reactie van ds. Van der Jagt

Onder de titel Sabbat en Zondag probeert ds. Van der Jagt de beschuldiging van dwaling te weerleggen. Eerder gebeurde dat in drie gemeentevergaderingen maar in het kerkblad wordt dat nog eens overgedaan met de nodige aanvullingen.
We zullen het artikel op de voet volgen en het de noodzakelijke kritiek geven. Na een inleiding en samenvatting van de bezwaren vervolgt de predikant:

Ds. Van der Jagt
Ik zou het me heel makkelijk kunnen maken. Er is over het 4de gebod en de zondag een rapport geschreven voor de synode van Amersfoort. Dat rapport is in de handel gebracht onder de titel 'Zondag, heerlijke dag.' In dat boek wordt uitvoerig ingegaan op wat de bijbel zegt over de rustdag. Hoe de broeders en zusters in het verleden met de rustdag omgingen. Welke besluiten de kerken erover genomen hebben. Hoe het zit met de uitspraak van de synode van Leusden waar bezwaar tegen gemaakt wordt. Ik zou heel eenvoudig naar dat boek kunnen verwijzen. Alle bezwaren die nu worden aangevoerd worden daarin uitvoerig besproken en weerlegd. Wie het nodige schriftbewijs wil zien vindt hier alles wat hij nodig heeft. De kerken hebben zich bepaald niet van de bezwaren afgemaakt! Van dat boek maak ik gebruik. Wie meer wil weten verwijs ik naar dat boek.

Bolt
Hier gaat het gelijk grondig mis. Want ds. Van der Jagt gaat nu koeien en paarden vergelijken. Uitspraken van de synoden vergelijkt hij met de inhoud van een deputatenrapport, de zgn. Handreiking. Maar dat kan niet, dat heeft geen bewijskracht, hoe mooi het kaftje ook is dat er in de boekhandel omheen is gedaan. Want een deputatenrapport is een verhaal dat een besluit van een synode voorbereidt. De synode kan dat geheel of gedeeltelijk wel of niet overnemen. Maar het rapport zelf heeft geen enkele rechtskracht, daarvoor moet je bij de uitspraken van een synode terecht. Het zou niet best zijn als de kerken alles voor hun rekening zouden moeten nemen wat deputaten naar voren brengen ?
Er bestaat ook geen uitspraak van een synode dat voortaan de kerken zich moeten conformeren aan de Handreiking, of dat deze mede een basis vormt voor de leer van de kerk. Je kunt in preken, artikelen en boeken rustig visies verkondigen die haaks staan op zijn inhoud zonder dat iemand daar kerkelijk om veroordeeld kan worden! De Handreiking wordt ook alleen maar "in de aandacht aanbevolen aan de kerken". In de bespreking geven de deputaten aan dat de status van het document een discussiestuk is en het is "niet ongeoorloofd er mee te van mening te verschillen". En als de deputaten voorstellen om "kritiek en aanvullingen te mogen verwerken in een herziene editie van hun rapport", wil de synode dat niet, want dan zou er "een soort synodale ijking komen".
Dat is heel anders met synodale uitspraken en besluiten. Die dienen voor 'vast en bondig' gehouden te worden. Die worden 'geratificeerd' (bevestigd) en zijn dan definitief van kracht in de kerk en behoren te worden gehoorzaamd.

Eigenlijk zouden we nu dus al kunnen stoppen. Want de 'bewijzen' die ds. Van der Jagt aanvoert zijn bij voorbaat krachteloos. Het is daarom volkomen terecht dat de dolerende broeders2 zeggen: "De Handreiking heeft echter slechts een vrijblijvend karakter en heeft niet de status van een kerkelijke uitspraak." We komen daar verderop nog op terug.

Echter we maken het ons nu, evenals ds. Van der Jagt, even "niet gemakkelijk" en gaan toch in op zijn argumenten die hij aan de Handreiking meent te mogen ontlenen. Dat levert nog verrassende resultaten op!

Ds. Van der Jagt
Het eerste bezwaar is dus dat de kerken geen gebod meer zouden zien om op zondag te rusten van het werk. De Handreiking die de synode van Amersfoort gaf laat zien dat dit eenvoudig niet waar is. Ik laat dat zien aan de hand van een paar citaten waar ik wat commentaar bij geef. Ik druk steeds even schuin af waar het in een citaat om gaat.

Bolt
We hebben alle openbare synodediscussies bijgewoond over deze zaak en hebben dus ook gezien hoe precies deze Handreiking tot op de millimeter is vastgesteld. Dat betekent dat we haar ook zeer nauwkeurig mogen wegen tot op punten en komma's!
We geven steeds door welk citaat ds. Van der Jagt selecteerde, met zijn commentaar, en vervolgens voegen daar steeds onze kritiek bij.
Daarbij houden we steeds de kernvraag voor ogen:

Leert de GKv nog steeds dat het rusten (niet-werken) op onze rustdag (de zondag) gebaseerd is op het vierde gebod, of niet!

Want daar ging het de dolerende broeders om.

Citaat 1
'Wij weten ons als Gereformeerde Kerken in Nederland te staan onder het gezag van het vierde gebod in het geheel van de Tien geboden en van het onderwijs van de heilige Schrift. Het is mede krachtens dit gebod dat wij de zondag vieren als de dag van de opstanding van onze Heer Jezus Christus.'

Commentaar
Hier wordt met zoveel woorden erkend dat de tien geboden, inclusief het vierde gebod voor ons van kracht zijn. Daarmee is elke bewering dat het 4de gebod niet meer zou gelden weerlegd.

Kritiek
Dit citaat en commentaar zijn een slag in de lucht. Want de dolerenden beweren ook helemaal niet dat de synoden zouden besloten hebben dat het vierde gebod niet meer geldig is. Zij zeggen:
"Van het vierde gebod (over de sabbatsrust) mag geleerd worden dat dit in de nieuw-testamentische tijd geen gebod van de Here is".
Precies: die sabbatsrust daar gaat het om. Over de zondag als rustdag.
Dus: zelfs als de Handreiking ter zake was, weerlegt dit citaat niets.

Citaat 2
'Zoals Israël door de eeuwen heen de sabbat vierde, zo heeft de christelijke kerk de zondag als dag van de Heer ontvangen.'

Commentaar
De nieuwtestamentische rustdag wordt erkend als een gave van Christus.

Kritiek
Voor degenen die niet zo thuis zijn in het theologische jargon dat door de synoden werd gebezigd, is het goed op te merken dat het steeds gaat over twee aspecten van het vierde gebod: vieren ('gedenken') en rusten ('geen werk doen'). Dat eerste wordt m.n. gerealiseerd in de erediensten, het tweede in het laten liggen van het dagelijkse werk. Over het eerste is nauwelijks verschil van inzicht: natuurlijk gebiedt het vierde gebod om 'naar de kerk te gaan'. Maar het tweede, het rusten van je dagelijkse werk is dat nog steeds een gebod van de Here? Dáár gaat het om.
Uit oppervlakkige lezing van Citaat 2 zou je misschien concluderen: Zoals Israël de sabbat(rustdag) kreeg hebben wij de zondag(rustdag) ontvangen. Maar dat staat er niet. Het gaat alleen over het éne aspect van de sabbat: het vieren.
Dus: zelfs als de Handreiking ter zake was, weerlegt dit citaat niets.

Citaat 3
'In het Nieuwe Testament is de viering van de zondag niet met zoveel woorden aan het vierde gebod van Gods wet verbonden.'

Commentaar
Dit kan iedereen gewoon constateren. In het Nieuwe Testament vind je geen gebod over de zondag als rustdag. We hebben de zondag dus niet te danken aan een gebod dat opdraagt om die dag te houden en om die te houden als rustdag.

Kritiek
Inderdaad, 'niet met zoveel woorden'. Er staat in het Nieuwe Testament niet iets letterlijks als: 'de zondag is de rustdag'. Maar wat concludeert Ds. Van der Jagt vervolgens? Dús, zegt hij, is onze zondag niet te danken aan een gebod en er is ook geen gebod om die zondag als rustdag te houden.
Verrassend! Dat is nu juist precies het bezwaar van de dolerende broeders: onze rustdag (de zondag) zouden we niet te danken hebben aan een gebod (ook niet het vierde)!
Dus: dit citaat met het commentaar bevestigt juist de bezwaren!

Overigens is hier wel iets vreemds aan de hand. Eerder zei ds. Van der Jagt dat het vierde gebod nog steeds van kracht was. Ook dus in onze nieuwtestamentische tijd. Maar hoe kan dan hier plompverloren gesteld worden dat we geen gebod meer hebben voor onze zondagse rustdag? Dat gaat wel even wat te snel! Maar we zullen dat nog zien.
Trouwens, het Nieuwe Testament zegt wel degelijk heel veel over onze rustdag.3
Vergelijk alleen maar wat prof.dr. J. van Bruggen schrijft in Het kompas van het christendom:

"Het is [dan] ook ten onrechte dat de zondag in steeds mindere mate als rustdag wordt geëerbiedigd en dat de 24-uurs-economie soms gemakkelijk wordt aanvaard. Deze dag behoudt ook nog steeds haar verwijzingsfunctie naar de komende rust die overblijft voor het volk van God. Hebreeën 4, 9 verhindert ons het rustaspect van de wekelijkse dag voor eredienst als achterhaald en oudtestamentisch te verwaarlozen. Het vierde gebod over de rust is, openbarings-historisch, wel tijdbepaald, maar niet tijdgebonden."
(pag. 74)

Citaat 4
'Evenals de andere geboden, komt het vierde gebod in Christus naar ons toe. In zijn persoon en in de eenheid van de Schriften wil de kerk begrijpen wat het gedenken, heiligen en rusten op de dag van de HERE betekent.'

Commentaar
Al is er in het nieuwe testament geen gebod om de rustdag te houden dat betekent niet dat het 4de gebod niet meer zou gelden! In Christus geldt dat gebod ook voor ons.

Kritiek
Nu wordt het spannend: als er in het Nieuwe Testament geen gebod om de rusten is én het vierde gebod geldt nog steeds, wat betekent rusten (niet-werken) in dat gebod dan nog voor ons?
Let op: nu gaat dat gebod vergeestelijkt worden: je moet de betekenis van het vierde gebod verbinden aan het werk van Christus. En ja, dat is zeker waar, en geen bezwaarde of dolerende broeder heeft dat ooit al die jaren ook maar ergens ontkend! Maar hier wordt het concrete punt verdoezeld: rusten van je dagelijks werk is dat (ook) naar het vierde gebod, ja of neen?
Dus: zelfs als de Handreiking ter zake was, weerlegt dit citaat niets.

Citaat 5
'Vanuit het nieuwe dat in Christus gekomen is (d.w.z. zijn opstanding) kunnen ook de blijvende aspecten van het vierde gebod gestalte krijgen. Het gebod tot het rusten van eigen werk en inspanning vraagt om concretisering.'

Commentaar
In het 4de gebod zijn aspecten die voorbij gaan (b.v. de viering op de 7de dag; de gedetailleerde regelgeving uit het oude verbond). Er zijn ook blijvende aspecten. Die moeten ingevuld worden vanuit het nieuwe leven van de opstanding. Onder die blijvende aspecten valt 'het gebod tot het rusten van eigen werk en inspanning.'

Kritiek
Het gaat om concretisering van "blijvende aspecten". Nu moeten we even héél goed opletten. Want waarom moeten die "blijvende aspecten gestalte krijgen", waarom moeten ze worden "geconcretiseerd"? In-zes-dagen-zult-u-al-uw-werk-doen-en-op-de-zevende-rusten is toch concreet genoeg? Nee, dat vinden de theologen en synoden niet! Dat concrete gebod van werken/rusten moet symbolisch worden opgevat en van een nieuwe inhoud voorzien. Je zou kunnen zeggen: geherconcretiseerd voor nieuwtestamentische gelovigen.
Hier gaat principieel de wissel om!
Ds. Van der Jagt vult dat in zijn Commentaar alvast in: Blijvend is: 'het gebod tot het rusten van eigen werk en inspanning.' Echter hier legt hij de Handreiking iets in de mond wat deze beslist niet zo gezegd wil hebben. En ook niet zegt: de aanhalingstekens suggereren wel dat dit in de Handreiking staat, maar deze zin komt er helemaal niet in voor?! Ds. van der Jagt smokkelt hier iets in, dat er niet in staat.
Wat in de Handreiking wél onmiddellijk na Citaat 5 staat, is: Juist op zondag leren we rust te vinden in het volbrachte werk van onze Schepper en in het volbrachte lijden van onze Verlosser. Dat is zeker waar, geen bezwaarde die hier iets vanaf wil doen. Maar die "concretisering" is kennelijk een vergeestelijking van de rust: rusten-in-Christus! Het gaat niet meer om 'rusten-van-je-dagelijks-werk-op-zondag'!
Dus: zelfs als de Handreiking al terzake was, weerlegt dit citaat niets.

Citaat 6
'We willen recht doen aan het daadwerkelijke rusten en aan het gedenken van Gods werken. We doen dat wanneer we de zondag vieren en daarin de samenkomsten van de gemeente plaats geven. '

Commentaar
Twee zaken moeten tot hun recht komen: het daadwerkelijk rusten en het gedenken. Die twee zaken komen in de volgende zin terug als: 'de zondag vieren' en 'de samenkomsten een plaats geven. Bij het vieren hoort dus: rusten van je werk.

Kritiek
Alweer, Ds. Van der Jagt concludeert hier weer iets dat de Handreiking juist niet zegt. Was het maar waar!
Het eerdere Citaat 5 zegt: rusten-op-de-rustdag wordt geconcretiseerd als rusten-in-Christus. Als we nu dus de zondag vieren dan valt het mooi samen: vieren doen we in kerkdiensten en daarin komt de rust die we in Christus hebben aan de orde. Kortom, het vierde gebod krijgt zijn nieuw-testamentische invulling in 'het naar de kerk, naar Christus gaan die zegt: Ik zal u rust geven4)'. En daar niet alleen natuurlijk. Als Ds. Van der Jagt dan zegt: "bij het vieren hoort dus: rusten van je werk" is dat misleidend. Want het gaat in het Citaat niet over het neerleggen van het dagelijkse werk maar over het 'rusten van je boze werken alle dagen van je leven', zie de oude tekst van Zondag 38 HC.
Dus: zelfs als de Handreiking al terzake was, weerlegt dit citaat niets

Citaat 7
'Wij sporen elkaar aan die dag zoveel mogelijk vrij te houden van beroepsarbeid en activiteiten die ons afhouden van de eredienst voor de Here, van de ontmoeting als gemeente en van de rust die deze dag typeert. Het vierde gebod komt tot zijn recht wanneer Gods volk van de dag van de Heer geniet door afstand te nemen van de gewone bezigheden (Jes. 58:13).'

Commentaar
Het houden van de zondag als rustdag wordt hier heel concreet aangegeven als: zoveel mogelijk vrij van beroepsarbeid; ruimte maken voor de kerkdiensten. Opvallend is dat hier verwezen wordt naar Jes. 58, waar het gaat over de oudtestamentische sabbat en de kritiek van de Here op het niet-onderhouden van het gebod om te rusten van het dagelijks werk. Die verwijzing laat ook zien dat het oudtestamentisch gebod om te rusten voor de kerk van het nieuwe testament niet achterhaald is.

Kritiek
Lijkt het er op dat hier toch eindelijk het concrete niet-werken-op-zondag in beeld komt? Helaas, nee.
Het begint al gelijk met: "Wij sporen elkaar aan?". Dat is op zich een goede zaak uiteraard. Maar wat de dolerende broeders en zusters geloven is: De Here eist van ons in het vierde gebod dat?(HC zondag 38). Dat is even iets anders. Een dáár gaat het nu precies de hele tijd om. We kunnen elkaar eindeloos tot veel mooie dingen aansporen maar het blijft altijd fundamenteel verschillend van "Zo spreekt de Here, zo wil Hij het". Dat laatste geeft altijd de doorslag.

Maar is het dan toch niet wáár wat ds. Van der Jagt zegt over de aanhaling uit Jesaja:"Die verwijzing laat ook zien dat het oudtestamentisch gebod om te rusten voor de kerk van het nieuwe testament niet achterhaald is."
Nee, dat het oudtestamentisch gebod om te rusten is niet achterhaald, daar zijn we het allemaal5 over eens. Máár, het punt is wát die rust precies betekent: alléén vergeestelijkt tot rusten-in-Christus, zoals de synoden (en de Handreiking) willen, óf: rusten-in-Christus én ook het rusten-van-het-dagelijkse-werk als concreet teken van die rust die er in Hem al is en die in volmaaktheid nog zal komen.

Daarbij komt dat we ons ook af moeten vragen wat de Handreiking met die vermelding van Jes. 58:136 precies bedoelt. Om welke onderdelen van deze aanhaling gaat het? Toch is dat, denken wij, niet moeilijk te vinden. Het punt van vergelijking is "genieten" met "verlustiging" in de Bijbeltekst. Dáár gaat het de handreikingschrijvers om. Net zo als Israël mocht genieten van zijn rustdag als het geen zaken deed op de Sabbat mogen wij genieten van de zondag als we rust vinden in Christus.
Dus: zelfs als de Handreiking al terzake was, weerlegt dit citaat niets.

Citaat 8
'Eerst komt het rusten (dat is: neerleggen van werk), daarna het vieren. '

Commentaar
Ook hier: het rusten van je werk.

Kritiek
Het is misschien goed om even de volledige paragraaf te citeren waar ds. Van der Jagt deze woorden uitlichtte:

Eerst komt het rusten (neerleggen van werk), daarna het vieren. God heeft zijn scheppend werk volmaakt en legde zo het fundament onder de sabbat. Jezus Christus heeft het werk van verlossing volbracht en legde zo het fundament onder de zondag. Hij schept tijd om tot rust te komen in zijn nabijheid. Zijn geboden, ook om te rusten, zijn niet zwaar (1 Joh. 5:3; Mat. 11:30). Zo leren we verlangen naar de volkomen rust (Heb. 4).

"Rusten van je (dagelijkse) werk", suggereert ds. Van der Jagt. Maar laten we maar eens analyseren wat er precies staat:

(Oude Testament)
Eerst komt het rusten van God (neerleggen van scheppingswerk), daarna het vieren: God zag alles wat hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed7, en legde zo het fundament onder Israëls sabbat.
(Nieuwe Testament)
Jezus Christus heeft het werk van verlossing volbracht en legde zo het fundament onder de zondag. Hij schept tijd om tot rust te komen in zijn nabijheid. Zijn geboden, ook om te rusten - "Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven" - zijn niet zwaar (zie aangehaalde verzen in Mat. 11!).
Zo leren we verlangen naar de volkomen rust (Heb. 4).

Kortom, we hebben het hier (opnieuw) over het geestelijk rusten, rusten-in-Christus, en níet over het niet-werken op onze rustdag naar het vierde gebod.
Dus: zelfs als de Handreiking al terzake was, weerlegt dit citaat niets.

Citaat 9
Tenslotte kan hier gewezen worden op de bespreking van de uitspraak van de synode van Leusden in het rapport 'Zondag, heerlijke dag.' De conclusie ? kan eenduidig zijn: in de Gereformeerde Kerken geldt de zondag als rustdag.' (p. 147). En op p. 151: de synoden van Leusden en Zuidhorn hebben uitspraken gedaan 'die voldoende onderbouwen dat de Gereformeerde Kerken ervan overtuigd zijn dat de Here zondagsrust wil, c.q. het nalaten van (nodeloze) arbeid op de zondag, ook in de 21 ste eeuw).

Commentaar
Deze aanhalingen spreken voor zich.

Kritiek
Ja, als je er oppervlakkig naar kijkt. Ds. Van der Jagt selecteert slechts een paar onderdelen uit de Conclusies aan het eind van de Handreiking. Maar laten we ze allemaal maar eens bezien8. Onze commentaar is er schuingedrukt tussengezet. 

  1. De zondagsrust ligt minimaal verankerd in een kerkelijke uitspraak waaraan ieder kerklid gebonden is, krachtens zijn lidmaatschap van de kerk;
    In gewone lekentaal: rusten op zondag moet van de kerk. Dat is het minste wat je er van kunt zeggen. Maar je hoeft daar niets aan toe te voegen, bijvoorbeeld dat het naar Gods vierde gebod is. Mag wel, maar is jouw keuze.
  2. Er moet op onze zondag ruimte zijn voor de beide kerkdiensten, krachtens een gebod van de HEER;
    Ruimte voor wee kerkdiensten naar een(!) gebod. Een "gebod van de HEER": niet vierde gebod maar gebod van Christus: "Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven" is bedoeld.
  3. Gods Geest leidde de kerken tot de erkenning van de zondag als rustdag naar het voorbeeld van Israëls sabbat;
    De kerken besloten(!) de zondag als rustdag te bestemmen. Gods Geest was daarbij werkzaam. Dat verschilt natuurlijk niet van andere besluiten van de kerk. Maar geen eis van het vierde gebod wordt hier verwoord.
  4. Het is een voor de HEER verantwoorde beslissing van de kerk voortaan de zondag als rustdag te beschouwen, naar het voorbeeld van Israëls sabbat;
    Hier nog een keer duidelijk aangegeven: onze (rust)dag is een "beslissing van de kerk", een kerkdag.
  5. In de Gereformeerde Kerken geldt de zondag in het Nieuwe Testament als rustdag;
    In onze nieuwtestamentische tijd houden we nog steeds vast aan ónze keuze voor de zondag.
  6. De zondag is niet alleen de dag van de kerkdiensten, maar ook de dag om zich te verlustigen in de daden van de Here (naar het voorbeeld van Israëls sabbat, Jes. 58:13);
    Zie de Kritiek bij Citaat/Commentaar 7.
  7. Het is goed te verdedigen de zondag te zien is als de dag waarop, als in het Oude testament de sabbat, een werkverbod geldt;
    De verdedigers van deze eeuwenoude leer in de gereformeerde kerken (b.v. de Dalfser dolerenden) krijgen een compliment: hun visie kun je (ook) goed verdedigen. Alleen, die anderen hebben ook hun punt (onze rustdag is een menselijke instelling). En het recht die in de kerken uit te dragen...
  8. Het is van belang ook in de 21ste eeuw de waarde van trouw zijn aan het vierde gebod te verdedigen;
    Niemand onder de verontrusten heeft daar moeite mee. Maar de kernvraag is: wat verdedigen we nu precies?
  9. De zondag dient ook in de 21ste eeuw als een volledige rustdag gewaardeerd en gevierd worden.
    De vraag blijft: op basis van een menselijke/kerkelijke beslissing óf gebaseerd op Gods vierde gebod. De synoden heeft besloten: naar uw keuze.

 

Dus: zelfs als de Handreiking al terzake was, weerlegt dit Citaat niets.

Ds. Van der Jagt
Uit deze citaten blijkt dat de Gereformeerde Kerken zich willen houden aan het 4de gebod, inclusief de opdracht om te rusten van het dagelijks werk.

De beschuldiging dat het gebod om te rusten niet meer van kracht zou zijn is niet terecht. Wel wordt erkend dat er in het nieuwe testament geen expliciet gebod van de Here is om de zondag als rustdag te houden. Maar op grond van het geheel van Gods Woord is de kerk tot de overtuiging gekomen dat de zondag als rustdag gehouden moet worden.

Bolt
Het spijt ons, maar zoals overduidelijk uit het bovenstaande kan blijken, spreekt Ds. Van der Jagt niet de waarheid. De formuleringen van de Handreiking zijn op het punt van 'rusten' een meesterlijk staaltje van versluierend spreken. Voor- en tegenstanders kunnen bij weinig meer dan oppervlakkige lezing hun overtuiging er bevestigd vinden. Maar het is kerkelijk bedrog!

Wordt vervolgd

 

 

NOTEN
____________________________________________________________

1 Zie Een breuk en zijn oorzaak, rubriek Kerkverband.
2 We spreken steeds gemakshalve van 'broeders' maar daarin zijn uiteraard ook 'zusters' in begrepen.
3 Mar. 2:27; Mar. 16:1; Mat. 5:18; Mat. 12:1-14; Mat. 28:1; Joh. 20:19; Hand. 20:7; Hebr. 4; 1Kor.16:1,2; Luk. 24:1; Openb. 1:10;
4 Mat 11:28-30.
5 Even afgezien van mogelijk toch een stroming die van mening is dat de Tien Geboden hun geldigheid geheel hebben verloren. Een representant daarvan is ds. W. Wierenga.
6 Jesaja 58:13: Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des HEREN van gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan,
dan zult gij u verlustigen in de HERE en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen genieten het erfdeel van uw vader Jakob, want de mond des HEREN heeft het gesproken.
7 Gen.1:30.
8 We kopiëren de conclusies uit het oorspronkelijke deputatenrapport Vierde Gebod en Zondag, pag. 95/96.