Samen kerk-zijn 1
D.J. Bolt
20-09-24
De redactie van het christelijke gereformeerde kerkblad De Wekker (2024-08) heeft ook opgemerkt dat DGK en GKN in één kerkverband samen verder gaan. Ds. D.J.T. Hoogenboom, sinds begin van dit jaar predikant van CGK Utrecht-West, wijdt er als lid van de redactie een artikel aan onder de kop Samen kerk-zijn. Het is interessant om te lezen hoe vanuit deze kerkelijke 'hoek' tegen de vereniging wordt aangekeken. En vooral ook, tot welke kerkelijke 'zelfreflectie' het daar leidt. Daar hebben we wat overwegingen en vragen bij.
We laten eerst het artikel in extenso volgen.
Overwegingen en vragen
Fijn dat er ook van deze zijde positieve aandacht is voor de vereniging van DGK en GKN. Het is goed om elkaar in het oog te houden in de huidige kerkelijk turbulente tijden. Dat betekent overigens niet dat we elkaar wederzijds alleen maar schouderklopjes moeten geven. Laten we elkaar zolang er een onschriftuurlijk gebrek aan kerkelijke eenheid is elkaar daarop kritisch durven bevragen en werken aan verandering. Dat beoogt het artikel van ds. Hoogenboom ook. We nemen de handschoen op.
We hebben een viertal (rode) noten in de tekst van het artikel gezet en geven hieronder daarop onze reactie.
1)
Is dit wel waar? Moeten we hier niet genuanceerder spreken? Want wat moet er gebeuren als de oproep tot bekering geen gehoor vindt? Komt er dan geen moment dat een breuk in de kerk onvermijdelijk is?
Ds. Hoogenboom haalt het handelen van profeten in het Oude Testament aan. Zij waarschuwden inderdaad onvermoeid tegen de afval van Heere. Maar toen daar geen bekering kwam ging het Tienstammenrijk in ballingschap en kwam nooit terug!
In Mat. 18:15-20 leert de Heere Jezus broeders die zondigen en zich na uitgebreide vermaning niet bekeren, te verwijderen uit de gemeente. En als Paulus het Evangelie verkondigde in de synagogen maar het werd niet aanvaard, dan stichtte hij een gemeente naast haar en verbrak de eenheid met de Oud-Testamentische synagogale kerk. Zo bijvoorbeeld in Korinthe, zie Hand. 18. In een latere brief aan deze gemeente schrijft Paulus: Doet degene die niet deugt uit het midden weg (1Kor.3:15).
Het is ook zo heel in lijn met de opdrachten in Deuteronomium, het boek van het verbond (b.v. 17:7; 19:19; 21:21).
Wat later in het artikel refereert ds. Hoogenboom aan 1892, het jaar van de Vereniging van Afgescheidenen en Dolerenden. Maar we hadden op deze plaats in zijn artikel daarvoor ook al graag wat aandacht gezien. Want toen gingen twee kerkengroepen samen – vergelijkbaar nu met DGK en GKN in het klein - en vormden de Gereformeerde Kerken in Nederland. Echter er scheidden zich toen enkele gemeenten af: de Christelijke Gereformeerde Kerken! Misschien is het goed om de redenen daarvan nog eens te memoriseren.
Er waren tegen de Vereniging onder leiding van de predikanten F.P.L.C. van Lingen en Js. Wisse Czn. bezwaarschriften ingekomen van 702 personen. Hun bezwaren waren[1]:
- de gemeenten zijn niet gehoord;
- de beginselen van afscheiding en doleantie zijn zozeer met elkaar in strijd, dat vereniging slechts kan leiden tot twisten eindeloze verwarring;
- het valt bezwaarlijk alle kerken der Doleantie voetstoots als zuivere Gereformeerde kerken te erkennen;
- de noodzakelijke liefde, als voorwaarde voor dit "huwelijk" ontbreekt;
- voorgangeren der dolerende kerken hebben dingen geleerd over Wedergeboorte en Doop, die wij niet als Gereformeerd kunnen erkennen.
De synode van de verenigde kerken heeft al deze bezwaren besproken en trachten te weerleggen, maar tevergeefs. De bezwaarden zetten hun actie voort en gingen als de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland afzonderlijk verder. Tot in 2024…
Onze vraag aan ds. Hoogenboom is nu: Had er toen eigenlijk door de CGK wel gebroken mogen worden met 'het volk van God'? Of waren die toen ontstane verenigde gereformeerde kerken niet (meer) 'volk van God'?
Echt, het gaat ons niet om kritiek-op-zich maar wel om helderheid te krijgen waar na zoveel jaren de CGK nu echt 'staan', ook t.a.v. haar ontstaan.
2)
Ds. Hoogenboom vraagt zich af hoe verder zal gaan tussen zijn kerken en DGK/GKN want GKN schijnt besloten te hebben de samensprekingen met CGK voort te zetten. En GKN oordeelt de situatie in de CGK als 'moeilijk', zo meldt hij.
Nu kennen we niemand die de toestand in de CGK als 'niet moeilijk' beoordeelt, allerminst niet door leden van deze kerken zelf. Er is 'gewoon' sprake van een crisis als nooit te voren, zo kunnen we horen.
En er moet inderdaad helderheid komen. Kort gezegd: gaan de CGK trouw verder op 'de aloude paden' overeenkomstig de 'beginselen van de Afscheiding' óf gaan mee met de lijn van de Nederlandse Gereformeerde Kerken inzake de omgang met het Woord van God? Zodat net als daar lesbische stellen hun 'huwelijk' kunnen laten bevestigen; vrouwen, evenals samenlevende homoseksuelen als ambtsdragers toegelaten worden tot de kansel en het pastoraat, om maar wat te noemen. En blijft ook de haast anarchistische houding t.a.v. genomen kerkelijke besluiten getolereerd?
Zolang als de CGK niet duidelijk koers kiezen voor gehoorzaamheid aan het Woord kan er wat ons betreft geen kerkelijke toenadering zijn, hoezeer we die ook graag zouden willen.
3)
We proberen de gedachtegang van ds. Hoogenboom te begrijpen.
GKN wil duidelijkheid want het is 'onduidelijk waar de CGK in de toekomst voor staat'. Kennelijk schiet dat de predikant in het verkeerde keelgat: 'de CGK zullen zich dus moeten bewijzen'. Maar als je dat vraagt dan ben je bezig de pluriformiteitsleer van Abraham Kuyper toe te passen, meent Hoogenboom. Kuyper zag immers overal ware kerken, maar van verschillende zuiverheid.
Nu, blijkbaar beoordeelt de GKN de CGK op deze wijze, volgens de predikant: weliswaar geen valse maar ware kerk, doch van onvoldoend zuiver niveau. En zo kijk je dus Kuyperiaans: een zuivere GKN en een minder zuivere CGK die daar eerst wat aan moet doen voordat er sprake van vereniging kan zijn.
Maar, en nu grijpt Hoogenboom wél terug op zijn eigen kerkelijke wortels: in 1892 was voor zijn voorvaderen Kuypers zuiverheidsleer een van de redenen om te breken met de broeders van verenigde Gereformeerde Kerken. Dus GKN…?
Echter ds. Hoogenboom vergist zich. Want het derde bezwaar van de christelijke gereformeerden tegen de Vereniging 1892 luidde:
- het valt bezwaarlijk alle kerken der Doleantie voetstoots als zuivere Gereformeerde kerken te erkennen;
Kortom, hier werd toen al door de christelijke gereformeerden de maatstaf van 'zuiverheid' aangelegd om afscheid van de broeders te nemen. Is het dan niet inconsequent in 2024 dit argument niet te mogen gebruiken?
Bovendien, de lange geschiedenis van samensprekingen tussen GKv en CGK heeft steeds weer laten zien hoezeer de CGK de 'zuiverheidsmaat' nam. We hoeven alleen maar de eindeloze besprekingen te noemen over 'de toeëigening des heils'. Zelfs toen dat geschilpunt uit de wereld was, blokkeerden de CGK een vereniging met hun vrijgemaakte broeders en zusters. Want zij werden nog steeds gewogen en te licht bevonden. Of beter, te zwaar want CGK kon vereniging met GKv 'niet dragen'.
Maar als ds. Hoogenboom toch meent dat hij en zijn kerken Kuypers pluriformiteitleer theologisch en praktisch verwerpen – en wees gerust, ook wij doen dat hartgrondig - wat is dan wel zijn 'visie' op kerk en kerkvergadering?
Dat proberen we te ontwaren uit het laatste deel van zijn artikel.
4)
'Als een kerk eerst voor de juiste dingen moet staan voordat je je ermee kunt verenigen, kan eenwording nog weleens lang duren', schrijft ds. Hoogenboom aan het slot van zijn artikel. Zijn kerk is geen zuivere kerk, belijdt hij, en hij weet niet hoe het in de toekomst (beter) zal worden. Máár, 'de CGK zijn kerk, omdat het Woord van Christus er wordt verkondigd', volgens de predikant. En uitdagend: is dat niet voldoende om op 5 oktober ook één met haar [CGK] te worden?
Nee.
De beide kerken DGK en GKN hebben elkaar erkend als ware kerken van Christus op grond van de kenmerken die de gereformeerde belijdenis in haar art. 27-29 aanreikt.
De kenmerken waaraan men de ware kerk kan kennen, zijn deze:
- dat de kerk de zuivere prediking van het evangelie onderhoudt;
- dat zij de zuivere bediening van de sacramenten onderhoudt, zoals Christus die heeft ingesteld;
- dat de kerkelijke tucht geoefend wordt om de zonden te bestraffen.
Kortom, dat men zich richt naar het zuivere Woord van God, alles wat daarmee in strijd is verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd.
Hieraan kan men met zekerheid de ware kerk kennen en niemand heeft het recht zich van haar af te scheiden.
Onze vraag aan ds. Hoogenboom is dus: bent u naar uw overtuiging ook zo'n kerk? Als u dat vindt, dan willen we graag met u verder praten over de keuzen die u volgens ons niet langer kunt en mag uitstellen m.b.t. het gezag van en de gehoorzaamheid aan het Woord van God. En ook t.a.v. de kerkelijke tucht.
Het gaat ons dus niet om zuiverheid á la Abraham Kuyper maar 'gewoon' om wat we als gereformeerden met hart en ziel belijden. En elkaar daarop aanspreken. Zodat we gehoor geven aan Paulus:
'Maar ik roep u ertoe op, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u allen eensgezind bent in uw spreken, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat u hecht aaneengesmeed bent, één van denken en één van gevoelen.' 1Kor.:1,10
Het is ons intens verlangen dat gereformeerden in ons land en daarbuiten op deze Schriftuurlijke basis en daarop alléén, elkaar (h)erkennen en elkaar in de armen sluiten voor een gezamenlijk katholiek kerkelijk leven!
Maar het lijkt er op, als we ons niet vergissen, dat ds. Hoogenboom een andere richting inslaat. We vonden een artikel van hem met de kop:
“Laten we in de CGK leren om goed ruzie te maken”
Huh?
Wordt vervolgd