Ethiek

Synodeverslagen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

GS Meppel Verslag 02 – 710 Kerkorde

 

D.J. Bolt

18-03-17

 

We hopen de komende tijd verschillende zittingen van de generale synode Meppel van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt bij te wonen en daarvan op de inmiddels bekende wijze verslag te doen. Naast de puur zakelijke weergave van de besprekingen bieden we de lezers impressies waarin we wat commentaar zullen geven op zaken die ons zijn opgevallen. Tenslotte hopen we korte samenvattingen te geven van berichten uit andere bronnen zodat de lezers van ons magazine zo breed mogelijk worden geïnformeerd.

 

Kortheidshalve - en dus niet omdat zij onbelangrijk zouden zijn - laten we de opening en sluiting van de vergaderingen uit onze verslagen weg, tenzij er een bijzondere reden is deze wel weer te geven.

 

Voor degenen die het hebben gemist, het moderamen van de synode bestaat uit:

 

Dr. M. H. Oosterhuis preses, emeritus predikant GKv Kampen-Zuid.

Ds. K. Harmannij eerste scriba, predikant GKv Eindhoven-Best.

Dr. W. F. Wisselink tweede scriba, predikant GKv Almelo.

Br. H. H. Bouma assessor, ouderling GKv Goes.

 

De griffie bestaat uit griffier br. P. Jonkman en notulist br. H. Stoit, samen met het

secretariaat: zr. L. Postma-Douma en zr. P. Buit-Te Rietstap

 

De vergaderingen worden gehouden in het conferentiecentrum Mennorode te Elspeet.

 

 

De vergaderzaal van de generale synode. Deputaat prof. dr. M. te Velde staat op het spreekgestoelte.

 


 

Kerkorde

 

We woonden de synodezitting van zaterdag 11 maart 2017 bij. Het onderwerp was Kerkorde. Aanwezig waren de deputaten Kerkorde

 

Ds. K. Harmannij Best
Ds. P. Niemeijer Rijnsburg
Mr. dr. P.T. Pel Hattem
Mr. J. Storm Den Haag (Scheveningen)
Prof. dr. M. te Velde Hasselt

 

Deputaten kerkorde  - Ds. P. Niemeijer, voorzitter

 

Voor een aantal Generale Regelingen (GR) is er goed overleg geweest met relevante instanties. Wij zijn dankbaar voor de manier waarop dat is verlopen.

Verder maakten we handreikingen en modellen ter informatie. Ze hoeven niet door de Generale Synode (GS) vastgesteld te worden. De kerken kunnen er in eigen verantwoordelijkheid gebruik van maken.

 

Er ligt een voorstel voor kerkrechtadvisering. Daar is breed overleg over geweest en door ons een eigen lijn getrokken.

 

Wat de wijziging van artikel F72 betreft, de synode moet beslissen of het een tekstuele of inhoudelijke wijziging is.

 

Over de besluitvoorstellen: besluit 1a is alvast een voorstel van het moderamen.

In het aanvullend rapport moet het budget niet 6000 maar 4500 euro/jaar zijn.

 

BESPREKING Generale Regelingen

 

[Zie voor (laatste) concept besluittekst Bijlage.]

 

Ds. Balk

De predikant wordt op een hoog geestelijk niveau neergezet: zij helpen en dienen de kerken, zijn dus geen werknemer van het bedrijf gkv.nl. Maar wordt dat wel in de kerken (uit)gedragen? Sluit het aan op wat er leeft, en blijft dat leven?

 

Ds. Kramer

Ik heb enorm veel waardering voor het werk van de deputaten.

 

Deputaten willen prio's (predikanten in opleiding) examineren in de classis waartoe de kerk behoort die aan de kandidaat het attest heeft afgegeven voor zijn eerste inschrijving aan de Theologische Universiteit. Maar is het niet beter het toelatingsexamen te doen in de classis waar de prio aan het werk gaat, hij werkt immers ook vaak daar in de classiskerken? Als hij na een aantal jaren zich beroepbaar wil stellen dan zou dat ook in die classis moeten voor de continuïteit.

 

Vanuit Zwolle wordt gesignaleerd dat er kan spanning ontstaan als een kerkenraad verzoekt om losmaking en deputaten B&B geven een ander advies. Is dat opgelost?

Vinden deputaten een studie naar schorsing 'voor onbepaalde tijd' nodig en zinvol?

 

Ds. Dijkema

Twee teksten t.a.v. prio's in GR Predikantszaken D14 sporen nog niet helemaal. In overleg met de TU komt er nog een aangepaste tekst.

 

Ds. Vreugdenhil

Alle waardering voor het werk.

 

Wat voor rechten en plichten vloeien voort uit 'beschikbaar houden voor een uit te brengen beroep' (GR Predikantszaken C6.2)? Kan er in overleg met de KR ook tot een ander besluit worden gekomen?

 

Schorsing is naar zijn aard tijdelijk. Wat kan er mogelijk gebeuren als een schorsing wordt opgeheven?

 

Als een predikant overkomt uit een ander kerkverband, b.v. PKN, blijft hij dan in zijn ambt, dat immers voor het leven is, of wordt hij opnieuw tot het ambt geroepen? Het punt is hier de aanvaarding van attestaties en ambtsdragers uit andere kerken. En vervolgens ook de vraag of door hen zonder meer de sacramenten mogen worden bediend. Dat kan inmiddels wel met CGK-predikanten maar geldt hetzelfde voor b.v. PKN-predikanten?

 

Als een genabuurde kerk geen toestemming verleent voor non-actiefstelling, kan de classis om vervangende toestemming worden gevraagd (KO F71.6). Maar voor een schorsing is wel direct beroep op de PS mogelijk (GR Predikantszaken G5.6). Waarom dit verschil?

 

Br. Feenstra

Het is een zeer gedegen rapport.

 

Beroep voor bepaalde tijd. Is daarvoor ruimte bij uitzondering?

Stel de volgende casus: een predikant doet een missionair project voor 3 jaar, 60% van zijn tijd. Hij zoekt daarbij aanvullend werk voor 40% werk in een gemeente voor de looptijd van het project. Zou dit niet een mooie uitzondering op de regel zijn?

 

Deputaten – Br. P.T. Pel

 

Het ambt is bijzonder: want er is een roeping door God zelf. Bewustwording hiervan in de kerken zal de vrede in de kerken dienen. Daar kunnen de predikanten aan bijdragen door hun doen.

 

P.T. Pel

Voor de eenduidigheid van het systeem is het beter prio's te examineren in de classis van de kerk waar de student voor het begin van zijn studie domicilie had. Besef dat zijn functie niet alleen van plaatselijke betekenis is. Met het BSO handelen we op dezelfde wijze. Verder ontlast de huidige regeling de classis Kampen.

 

Een 'schorsing voor onbepaalde tijd' kunnen we niet zomaar invoeren als nieuw tuchtmiddel. Ook heeft de behoefte eraan ons nooit bereikt.

 

PEP en prio in GR Predikantszaken D14. De tekst van het CvB in Kampen is gedetailleerder maar dat is volgens ons niet nodig hier, regel het niet te dicht. Dus zo laten staan.

 

'Beschikbaar houden' (GR Predikantszaken C6.2) heeft een nuttig en nodig statement karakter. Het biedt een handvat voor mobiliteit. Maar het is nu niet het moment dit verder te regelen want de materie is nogal weerbarstig.
Het hangt ook samen met aanstellingen voor bepaalde tijd. De 'voorkant' is makkelijk te regelen maar de 'achterkant' kan grote moeite geven: wat moet er gebeuren als de tijd om is? Er is nu geen voorziening voor levensonderhoud geregeld. Bovendien ontbreekt voldoende solidariteit. Er wás een wachttijdregeling maar die is door de VSE afgeschaft.

 

Een schorsing is voor bepaalde tijd (GR Predikantszaken G5). Zij wordt opgeheven als de redengeving voorbij is, dus door berouw, bekering, verzoening. Maar het betekent geen automatische voortzetting van de verbintenis. Het kan tot een losmaking komen om alles wat er gebeurd is. En als ook elders voortzetting niet mogelijk is, volgt ontheffing uit het ambt.
 

Wij hebben geen behoefte aan een uitspraak over de ambtspositie van predikant in een andere kerkgemeenschap (GR Predikantszaken C5) en zouden die ook ontraden. De predikant wordt nu lid bij ons. Er wordt een traject met hem afgesproken.

 

Als de genabuurde kerk niet mee wil werken aan een non-actiefstelling kan de classis als verlengd bestuur toestemming verlenen. Bij een schorsing is dat de PS. Het verschil komt door het gewicht van de zaak: non-actiefstelling is een (ingrijpende) ordemaatregel terwijl een schorsing een tuchtmaatregel is.

De kerkenraad (GR Predikantszaken G5.10) heeft bij een schorsing de kerken te informeren, niet de classis, want de zaak heeft de classis nog niet bereikt.

 

Waarom zou er in de casus van br. Feenstra na afloop van het missionaire project ook automatisch een einde aan het predikantschap moeten komen? Hij blijft immers als predikant voor 40% verbonden aan een gemeente?

 

Deputaten – Prof. Te Velde

 

'Schorsing voor onbepaalde tijd' blijft een moeilijke zaak. Want kan in de praktijk een predikant wel 'gewoon' verder? Voelt hij nog steeds een inwendig roeping? Ook moet er ook niet sprake van een uitwendige roeping zijn? En is alles wat er speelde uitgewerkt?  

 

De artikelen GR Predikantszaken C5.13-22 dekken heel veel situaties. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten relaties met kerken: binnen- en buitenlandelijk, zusterkerk of corresponderend, etc. Onderscheid zou alleen maar discussies oproepen die wij niet willen.

Als een behoudende predikant uit een liberale kerk zich meldt en wij hem alleen zouden aanvaarden als lid, geeft dat blijk van collegialistisch denken. Net als wij een predikant in een andere kerkverband niet als zodanig zouden willen benoemen. Er is erkenning van een soort basisambt.

 

Welkom

 

Br. A. de Boer (NGK)

Dr. J.H.F. Schaeffer (TUK)

Dr. H. Geertsema (Praktijkcentrum)

Ds. K. Muller (NGK, later)

 

komen de vergadering bijwonen en worden welkom geheten.

 

AMENDEMENTEN

 

Er worden geen amendementen ingediend.
 

Deputaten – Ds. Niemeijer

 

De zaak van de classis Zwolle 27.01.16 is door de tijd ingehaald.

[zie materiaal 3 in Concept voorstellen, bijlage]

 

Deputaten – Br. Pel

 

Over GR Predikantszaken G2.5 non-actief stelling: 'Indien de naburige kerkenraad  toestemming voor non-actiefstelling onthoudt kan de kerkenraad de classis om vervangende toestemming vragen.' Daaraan wordt toegevoegd dat als die toestemming er niet komt dat er dan een beroepsmogelijkheid is op de PS.

 

Als een genabuurde kerkenraad toestemming voor een schorsing onthoudt (GR Predikantszaken G5.6) kan vervangende toestemming van de classis worden gevraagd. Bepalingen lopen dan wél synchroon met non-actief stelling.

 

In de tekst 'overkomst predikanten' (GR Predikantszaken C3) moeten de verwoordingen 'betrokkene' en 'predikant' nog even bekeken.

 

Ds. Waterval

Laten we onderzoeken of het niet grote voordelen voor mobiliteit heeft, predikanten aan de classis te verbinden. Het geeft veel flexibiliteit en ook versterking van elkaars gaven.

In Pro Ministerio heeft Koos Geerds daar, gezien de praktijk, ook voor gepleit.

 

Br. Heij

De predikant is ambtsdrager voor het leven, maar daar is moeite mee. Is de argumentatie ervoor wel sterk? Vergelijk het met het ambt van ouderling dat niet voor het leven is. De Heere kan toch voor ander werk roepen? Denk ook aan de 'MV en ambt' discussie.

 

Br. Van den Berg

Zouden we toch niet de mogelijkheid van schorsing voor onbepaalde tijd moeten invoeren?

 

Zou een classis niet predikanten kunnen beroepen? Denk aan het vijf kerkenoverleg te Assen. Het zou kleine kerken met minder dan 200 zielen ook kunnen helpen.

 

Deputaten – Br. Pel

 

Een predikant wordt altijd verbonden aan de plaatselijke kerk. Dit kan niet anders worden geregeld in het kader van GR Predikantszaken.
Predikanten zijn in beginsel ambtsdragers voor leven, zie KO B14.1. Zij zijn daardoor ook onafhankelijk(er). Allerlei regelingen houden hier verband mee.

 

Schorsing voor onbepaalde tijd vraagt een discussie op KO niveau. Hiervoor is nu geen officiële opdracht.

 

Deputaten – Ds. Harmannij

 

Een predikant kan wel verbonden zijn aan meerdere kerken die samenwerken (KO B15.1). Maar hoe meer kerken het betreft hoe meer problemen er kunnen zijn. Bijvoorbeeld: van wie is de predikant precies? De verbintenis naar de classis verschuiven verzwakt de positie van de predikant. Wel kan de classis helpen met financieren.

 

BESPREKING Kerkrechtelijke advisering (besluit 8.h)

 

Br. Poutsma

Dit is een mooi stukje werk. Maar wat wordt in besluit 8/G1.2 bedoeld met 'deel te nemen aan multidisciplinair overleg over predikantszaken en de praktijk van het kerkelijk leven in de gemeenten'?

 

Deputaten Praktijkcentrum (PC) willen een centraal loket en vragen daarvoor een budget. Wat is uw visie, met name m.b.t. het kerkrecht?

 

Deputaten – Br. Pel

 

Overleg over kerkrechtelijk advieswerk leidde tot de behoefte van meer uniformering.

Kennisoverdracht is van groot belang alsook advieswerk en beantwoording van vragen.
Dat gebeurt al door Kampen en het PC. Het PC wil er (meer) bij betrokken worden.

Het gaat ook om mobiliteit, kerkordelijk- en kerkrechtelijke structuren. Daarvoor wordt een platform gewenst.

Besluit 8.G2 ziet ook op overleg met het PC als het gaat over predikantszaken. Daar is wederzijds behoefte aan. Er zijn al meerdere loketten: SKW, Predikanten Vereniging, PC, Deputaten Kerkrecht. De vraag naar een centraal loket is daaraan gekoppeld.

Maar er moet geen monopolisering plaatsvinden. Bovendien hebben deputaten Kerkrecht straks meer ruimte voor kerkelijke advieswerk. Wij hebben geen behoefte aan een loket bij alleen het PC.

 

Praktijkcentrum - Dr. H. Geertsema

 

Monopolisering is beslist niet bedoeling. Advisering is van grootste belang, vergelijk het met de zorg: 0-de lijn: apotheek, 1-ste lijn: huisarts, 2-de lijn: ziekenhuis. De laatste k.o.m. deputaten KO. De centrale loketfunctie is 0-de en een beetje 1-ste lijn.

 

Kennis van kerkrecht gaat ontbreken bij het middenkader van ouderlingen en diakenen. Men begrijpt het belang niet meer en kan het kerkrecht niet toepassen. Vraagt zich af, wat we moeten met een kerkverband? Plaatselijke regelingen zijn toch voldoende? Kennis verdwijnt ook door snelle wisselingen van ambtsdragers.

 

PC kan een 0-de-lijns-loket inrichten dat vragen beantwoordt als: Waar vind ik dit, hoe is dat geregeld. Daar kan ook gewerkt worden aan bewustwording dat je maar niet zomaar van alles kunt doen in de gemeente. En dat er iets geregeld moet worden.

 

Men is terughoudend geworden t.a.v. het kerkverband. Er zijn predikanten die aangeven niet naar de classis te gaan want 'dan hoor je er niets meer van' of 'krijg je de verkeerde antwoorden'. Men is beducht B&B erbij halen want 'het kerkverband is lastig en gevaarlijk'.

 

Maar de zaken moeten wel goed geregeld worden in een kerkgemeenschap. Je kunt gebruik maken van de deskundigheid en wijsheid die in het kerkverband bestaat. We zouden elkaars positieve kracht moeten willen versterken ter bevordering van het gemeenschapsleven. Wellicht zou eens per 1 of 2 jaar elke ambtsdrager kunnen worden toegerust. Daar moet een budget voor zijn.

 

Theologische Universiteit Kampen – Dr. Schaeffer

 

Het Sociaal en Cultureel Planbureau bepleit duurzaamheid en solidariteit. Dat geldt ook voor kerken en hun kerkverband. Toerusting van lokale gemeenschappen is nodig. Het kerkverband kan veiligheid bieden en trouw aan de Heere bevorderen. Daar moet actief aan gewerkt worden in tijd van de-institutionalisering en krimp.

 

Deputaten – Br. Pel

 

Knowhow op peil houden is belangrijk. We willen geen monopolisering, daarover zijn we het eens. Wij gaan ook niet over het budget van het PC. Wij hebben alleen gesignaleerd dat er meerdere wegen zijn voor de beantwoording van kerkrechtelijke kernvragen.

 

BESPREKING Generale Regelingen  (vervolg)

 

Br. Van der Eijk

Moet een Kerkelijk Werker (KW) per se een HBO beroepsopleiding hebben genoten (GR Preekbevoegdheid art. 1.c)? Vergelijk de zinsnede 'of op vergelijkbare wijze de noodzakelijke competenties heeft verworven'.

 

Br. Poutsma

Waarom mag een KW wel preken maar niet de sacramenten bedienen (GR Preekbevoegdheid art. 2.3)? Gods Woord en de sacramenten horen immers bij elkaar? Is de huidige beperking een rooms overblijfsel van hoog-kerkelijk, sacraal en klerikaal denken?

 

De kerken hebben 'als regel' een tweede kerkdienst volgens de KO. Daarom moet in GR Kerkdienst art. 2.3 'een tweede kerkdienst' staan i.p.v. 'de tweede kerkdienst'.

De volgorde in GR Kerkdiensten art. 4.1.2 moet worden omgedraaid: eerst het Liedboek als primaire bundel en dan de aanvulling van het gereformeerd kerkboek.

 

GR Kerkdiensten art. 5.2 De toestemming van de kerkenraad om formulieren te veranderen moet niet per geval maar op beleidsmatig niveau worden verleend.

 

Waarom moet er voor het Avondmaal een technische verbinding tussen huis en kerk zijn (GR Kerkdiensten art. 7.1) bestaan? Is er een relatie met (rooms) denken over het sacrament? Het Avondmaal kan toch in kleinere kring ook bemoedigend zijn? Er zijn al gemeenten in onze kerken waar in kleine kring het Avondmaal wordt gevierd zonder ambtsdragers. Daar is sprake van bemoediging in basale vorm, vergelijkbaar met de eerste gemeenten. Maar dat is bij ons verdwenen. Het is niet de bedoeling het Avondmaal los te maken van ambtelijke woordbediening maar de laatste moet wel breder worden gezien.

 

De GR Geheimhouding gaat uit van ambtsdragers/ambten en allen die hen assisteren.

Echter het basispastoraat in de kerken krijgt steeds meer accent. Daar moet rekening mee worden gehouden in de geheimhoudingsplicht.

 

Ds. Dreschler

Prio's hebben een goede plek in de GKv en de NGK. In de praktijk is het een goede voorbereiding op het predikantschap. Maar waarom mogen zij geen sacramenten bedienen? Dat zou er goed bij passen.

 

Ds. Van Loon

De KW heeft geen ambt (GR Preekbevoegdheid art 3). Maar is toch niet te spreken van een bijzondere bediening, een daarvoor in dienst te zijn gesteld, en die ook ingezegend zou moeten worden? De relatie tussen ambtsdrager en KW is in discussie.

In Dalfsen doet de KW zeer goed werk. Hij heeft preekbevoegdheid maar mag geen sacramentele handelingen verrichten. En ook niet openbare belijdenis afnemen noch trouwdiensten leiden. Ik zou ervoor pleiten tussen de uitersten iets te regelen.

 

Sluit GR Kerkdiensten art. 6.2b evangelische broeders en zusters van het Avondmaal uit?

 

Ds. Waterval

Ik zoekt ruimte voor bijstelling van de toelating tot het Avondmaal want nu worden 'geloofsdopers' uitgesloten, en dat kan niet. Toegang wordt verleend na gesprek maar dat gáát niet altijd. Dit punt moet niet centraal worden geregeld. In de NGK is er ook geen GR op dit punt. Laten we dus naar elkaar toe kruipen.

 

Ds. Koster

GR Kerkelijke werkers art. 10 geeft de mogelijkheid een KW in een niet-kerkelijke instelling aan te stellen. Welke financiële risico's zijn er? Wat is het belang om daar een KW te hebben die verbonden is aan een gemeente?

 

Ds. Vreugdenhil

Is het niet waardevol bij de opsomming van liturgische onderdelen (GR Kerkdiensten art. 2.1) aan te geven wat de liturgische betekenis is?

Wat is de werking van deze GR? Helderheid is waardevol maar deze GR is niet bindend.

 

Ds. Wisselink

De GR Kerkdiensten vat het noodzakelijke samen wat over 'gasten over Avondmaal' is besloten door GS Harderwijk 2011. DKE noemen het een 'handreiking' Heilige Avondmaal aan NGK en CGK. Maar waarom zou dit niet voor elke kerk gelden?

 

Ds. Roth

De toelichting stelt dat voorwaarde voor toelating gasten aan het Avondmaal niet hun belijdenis van het geloof is, maar hun toelating in eigen gemeente tot het Avondmaal. Hoe is de relatie dan met onze gevraagde instemming met de leer in OT en NT?
In andere kerken gaan soms kinderen aan Avondmaal zonder gebonden te zijn aan geloofsbelijdenis. Mogen die meekomende kinderen dus ook bij ons aan het Avondmaal?

 

[LUNCH]

 

Deputaten – Br. Storm

 

Minimale voorwaarde voor een KW is hoger onderwijs. Het hoeft niet HBO te zijn. KW's kunnen dus ook wetenschappelijk geschoold zijn. Kerkelijke werkers hebben wel een bijzondere bediening maar vanuit de KO gezien is hun functie niet geregeld als een ambt.

 

Van de KWs die pastoraal werk doen in niet-kerkelijke instanties als verzorgingshuizen, wordt soms gevraagd dat ze een kerkelijke binding hebben. Dat is in deze GR gefaciliteerd. Dit is ook van belang zolang als we wel vrouwelijke KW's hebben maar geen vrouwelijke predikanten in de GKv.

De instelling betaalt de KW.

 

Verder zullen we kleine tekstuele wijzigingen in de tekst meenemen.

 

Deputaten – Ds. Harmannij

 

In de belijdenis wordt alleen gezegd dat de dienaar de sacramenten bedient. De mooie gereformeerde opvatting is dat in wezen Christus de sacramenten bedient. Het Avondmaal is niet alleen gedachtenismaaltijd maar ook bezegeling. Christus is gastheer. Op dat niveau moet het worden gehouden. Daarom hangen we bevoegdheden niet aan personen zoals de roomsen doen. De dienaar h

K, Harmannij

andelt namens Christus die ook de dienaars zelf als gaven heeft gegeven. Achter de ambtsdragers is steeds Christus te zien.

 

De huidige praktijk kán anders. Over het bevestigen van ambtsdragers en huwelijken, het afnemen van geloofsbelijdenis door anderen dan predikanten, kun je nadenken. Daarvoor is een studieopdracht nodig want het leeft wel in de kerken.
 


Kunnen de sacramenten 'aan de basis' worden bediend? Dat is mooi, maar het mag niet iets worden van jou persóónlijk. Het gaat om de verzegeling door de hand van Christus, het gaat om zijn lichaam. Wel moeten we nadenken hoe we dat in deze tijd vorm geven. De koppeling van Woord en sacrament moet daarbij consistent worden gehandhaafd. We kunnen zo ver gaan redeneren dat uiteindelijk iedereen alles mag doen 'volgens het ambt aller gelovigen'. Tot dusver lagen de bevoegdheden bij de predikanten waarbij voor preken een uitzondering werd gemaakt. Maar het wordt nu steeds ingewikkelder. Daarom moet er een heldere regeling komen. Laten we vandaag niet aan de bestaande regelingen knoeien maar een opdracht aan de deputaten geven voor een studie op dit punt.

 

Aan 'gasten aan het Avondmaal' hebben synoden vele uren besteed. Het resultaat moeten we zo lang mogelijk met elkaar vasthouden. Vergelijk het toetsen van Liedboekliederen dat in 2014 is overgelaten aan de kerkenraden. We binden niet meer aan orden van dienst. Wat blijft er zo over?

Een kader voor kerkdiensten is waardevol, niet om te binden maar om elkaar vast te houden. Dingen die we samen belangrijk vinden. De Tien Woorden bijvoorbeeld waarmee we ons verbinden aan de kerk van alle eeuwen. Dat is niet een formaliteit die wel kan ontbreken. Het moet niet zo zijn dat we inslapen bij het diensthuis en weer wakker worden bij de os en de ezel.

 

Over gasten aan het Avondmaal is in 2005 een besluit genomen hoewel het wel wat omstreden was. Want hoe is de toegang te controleren door de kerkenraad? Om welke geloofseenheid gaat het, en hoe ervaar je die?, werd in 2008 gevraagd.
Het gaat niet om de juiste belijdenisboekjes op zak te hebben, of om jouw evangelie. Evangelischen worden niet als categorie afgewezen. Gasten blijven gasten, zonder récht op het Avondmaal. Daarom is toegang verlenen maatwerk van kerkenraad en gemeente.

Respecteer de besluiten van 2005 en 2008. Instemmen met de leer van het OT en NT mag toch worden gevraagd als de kerk ergens voor stáát? Als iemand die aanvaardt kan hij worden toegelaten. En ook als zijn leven er niet mee in strijd is, voor zover wij weten. Dus geen antecedentenonderzoek. Huichelaars oordeelt God. Maar ook niet 'wat niet weet wat niet deert'. Zonder krampachtigheid persoonlijk uitnodigen, dat is waardevol.

Dan zijn de woorden 'ontvangen' en 'toelaten' geen concurrerende termen.

 

Als regel zijn er twee kerkdiensten. Dat moet royaal worden aanvaard. Dus blijven spreken van 'de' tweede kerkdienst.
Verder is er in Ede niet besloten wat nummer 1 is: gereformeerd kerkboek of het liedboek. We noemen als eerste ons eigen kerkboek met zijn waardevolle eigen berijming van de Psalmen, de formulieren en de kerkorde. We delen het liedboek met andere kerken. Het kerkboek is daar een aanvulling op maar dat is geen reden het liedboek als eerste te noemen.

 

Toestemming tot wijzigen van liturgische formulieren is inderdaad op beleidsniveau van de kerkenraad die aanwijzingen kan geven. De kerkenraad is verantwoordelijk. Voorkom dat de predikant een autoriteit in zichzelf wordt.

 

De handreiking Heilig Avondmaal is input geweest op het DOE-overleg zonder dat geëist werd deze over te nemen. Het stuk kan dienen in samenwerkingsgemeenten.

 

Sacramentsbediening door prio's is een onderdeel van de voorgestelde studieopdracht.

 

Kinderen aan het Avondmaal? Ook hier geen algemene regel maar is in voorkomende gevallen maatwerk op zijn plaats. Niet altijd kan, bijvoorbeeld bij asielzoekers, gevraagd worden dat eerst belijdenis (door ouderen en/of kinderen) wordt gedaan voordat hun toegang tot het Avondmaal wordt gegeven.

 

Deputaten – Ds. Niemeijer

 

In 2008 is er t.a.v. de toegang tot het Avondmaal gesproken over belijdenis doen van de leer van het OT en NT. Ook Paulus heeft het steeds over de leer. Dan gaan we niet millimeteren want de leer is breder dan de samenvatting in de Apostolische Geloofsbelijdenis. Dus ook bij maatwerk moet de leer van de Schrift worden aanvaard.

 

In het Avondmaal zijn alle drie de ambten actief en zichtbaar: de predikant bedient, de ouderling nodigt en houdt toezicht, de diaken

P. Niemeijer

verzorgt de tafel.

Wij stellen voor aan onze opdracht toe te voegen:

GR Kerkdiensten art. 1.4 en elders gestelde beperkingen nader te verantwoorden dan wel de synode voor te stellen daarin wijzigingen aan te brengen.

Dat houdt alle opties open.

 

De overheid geeft de kerken de ruimte geheimhouding te regelen (GR Geheimhouding). Het geldt voor ambtsdragers en ieder die een vertrouwensrelatie heeft m.b.t. geloofszaken. Als kerken garanderen we dat mensen die pastoraal werken in de kerk en over vertrouwelijke informatie beschikken, deze ook vertrouwelijkheid behandelen.

 

AMENDEMENTEN

 

Amendement Heij

 

GR Kerkdiensten art. 6 lid 1 en 2 samenvoegen. Toevoegen:

'In bijzondere gevallen kan de kerkenraad hiervan afwijken'.

 

Amendement Kramer

 

GR Kerkdiensten art. 2: Het onderdeel 'de Tien Woorden of de Apostolische Geloofsbelijdenis of de Geloofsbelijdenis van Nicea' schrappen.

 

Amendement Van Loon

 

Aan GR Preekbevoegdheid art. 2 een vierde lid toevoegen:

Kerkelijk Werkers mogen ook alle niet-sacramentele handelingen verrichten.

 

Amendement Waterval

Over de toelating van gasten aan het Avondmaal beslist de kerkenraad.

 

Toelichting indieners amendementen

 

Ds. Waterval

Het Avondmaal heeft voor alles te maken met Jezus Christus en niet specifiek met de lokale viering in de GKv. Allen die Hem in geloof toebehoren zijn welkom aan zijn tafel. Geloof zoals we dat belijden in de Apostolische Geloofsbelijdenis, de leer van de Schrift. Het gaat hierbij om de eigen verantwoordelijkheid van de kerkenraad en die van de gast. De beslissing is aan de gast, het is een zaak tussen hem en Christus. Verder moeten we niet gaan.

 

Ds. Kramer

De Tien Woorden zijn heel belangrijk en moeten we ze blijven gebruiken. Maar de Bijbel geeft hier zelf geen voorschrift voor de eredienst voor. Daarom gaat het te ver om dit vast te leggen. Leg alleen vast wat de Schriftuurlijke onderbouwing is.

 

Ds. Van Loon

Zowel predikanten als kerkelijk werkers hebben een erkende plaats in de kerken, zijn personen met een bediening. Als we nu niet veranderen blijven wrevel en onbegrip, en duurt het weer minstens drie jaar voordat het wordt gelost. Dus nu bespreken en een knoop doorhakken.

 

Br. Heij

GR Kerkdiensten art. 6 lid 1 wordt impliciet herhaald in lid 2. De onderdelen a-c zijn niet zinnig. Immers, gasten worden uitgenodigd, niet 'ze kunnen worden toegelaten'. We moeten kerkenraden niet vastprikken.  

 

BESPREKING Generale Regelingen Besluitvorming

 

Ds. Basoski

Ik snap het amendement niet van Van Loon. Laten we de rust te nemen om er over na te denken. Ik zie ook de toevoegde waarde niet van amendement Waterval, de kerken hebben er al afspraken over gemaakt.

 

Ds. Dreschler

Zijn we bezig heel snel dingen te veranderen. Maar een stukje uniformiteit in de kerken is toch wel gewenst. Laten we liever wachten op de uitkomst van de studie.

 

Ds. Balk

Ik steun amendement Waterval. Tucht gaat over leden, niet over gasten.


De Tien Woorden moeten we niet zomaar weggooien maar een vaste aparte plaats laten houden. Niet omdat dat expliciet in de Bijbel wordt geboden, zo gaan we ook niet met andere zaken om. Binnen de Bijbel is er reliëf. Zo zijn de Tien Woord rechtstreeks door God gesproken vanaf de berg. Dat is van belang.

 

Ds. Vreugdenhil

Wat doe je liturgisch met elkaar, daar gaat het om. Tien Woorden moeten we wel noemen. Laten we 'met name' toevoegen, dus 'met name de Tien Woorden'.

 

Voor de gang naar het Avondmaal zijn kerkenraad en gast beiden verantwoordelijkheid. Vroeger lag het accent op de kerkenraad, met briefjes en handtekeningen. Terecht is er meer zicht op de verantwoordelijkheid van de gast gekomen. Maar we moeten nu niet  doorschieten naar de andere kant maar beide recht blijven doen zoals in huidige tekst.

 

Deputaten – Ds. Harmannij

 

Wij vinden het mooi en royaal om in GR Kerkdiensten art. 6.1 NGK en CGK expliciet te vermelden.
In bijzondere gevallen kan van de regel worden afgeweken. Maar dan moet wel expliciet worden aangegeven om welke gevallen het gaat.

 

Schulderkentenis, genadeverkondiging, vergeving zijn elementen die overal in de eredienst verweven zijn. We raken iets kwijt als we de Tien Woorden weglaten.

 

Als we nu kerkelijk werkers meer bevoegdheden geven wordt de onrust alleen maar groter. Afgestudeerden bijvoorbeeld gaan dan ook vragen om meer mogelijkheden.

 

Voor de toegang tot het Avondmaal doen we geen diepgaand antecedentenonderzoek. Maar dat betekent niet dat de verantwoordelijkheid van de kerkenraad helemaal weg is.
Wij willen ware kerk zijn: tucht oefenen en sacramenten bedienen naar de Schrift. Om deze identiteit te bewaren ontvangen we zó onze gasten. Zo verwelkomen we bijvoorbeeld de dochter van iemand die evangelisch is geworden. En dan is het mooi dat zij zegt: Ik voel me thuis bij jullie in de kerk en hartelijk welkom.

 

Deputaten – Ds. Niemeijer

 

Gasten aan het Avondmaal is geregeld in 2005. Bezwaren tegen de regeling zijn in 2008 en 2011 afgewezen. Van die koers afwijken wordt nu niet gevraagd vanuit de kerken.
In de huidige regeling wordt de kerken vrijheid gelaten maar met het amendement worden de kerk gebonden en voor het blok gezet.

 

Reactie amendement indieners

 

Ds. Waterval

We hebben het recht iets te vinden van de GR. Het gaat niet om uniformiteit maar om hoe het Avondmaal bedoeld is. De verantwoordelijkheid van de kerkenraad betekent niet 'doe maar wat je wilt'. Het gaat om het doel van het Avondmaal. Daarvoor is niet per se een toelatingsgesprek nodig. Dat doet af aan de uitnodiging van Jezus Christus zelf. Zijn woorden zijn helder genoeg. Het gaat er om geen barrière voor de kleinen in het geloof op te werpen. Wat is onze manoeuvreerruimte hier?

 

Preses

In zijn algemeenheid kunnen we niet zomaar dingen die afgesproken zijn overrulen.

 

Ds. Kramer

Moeten de Tien Woorden een vaste plek hebben? Ze zijn zeker van waarde maar tegelijk mis ik nieuwtestamentisch geboden zoals in de Bergrede. Bovendien het Onze Vader leggen we liturgisch ook niet vast. Dat moeten we ook niet doen want dat werkt toch niet. Vergelijk de Psalmen, die moesten een belangrijke plek houden, maar de praktijk is steeds minder psalmen in de dienst. Regels stellen helpt hier niet voor. En deputaten zeggen wel dat we andere dingen kunnen doen, maar het staat er niet. Dat is niet handig te hanteren.

 

Ds. Van Loon

Het is een breed probleem dat verschillende keren aandacht had in classis Zwolle. Er zijn al kerkelijk werkers die een predikant of een huwelijk hebben bevestigd.

De deputaten willen 'ergens een grens trekken'. Inderdaad is de bediening van kerkelijk werker en predikant ongelijksoortig. Maar in de eigen gemeente moeten de kerkelijke handelingen kunnen worden verricht door diegene die door de kerkenraad is gevraagd.
Met die studieopdracht zijn we weer minstens drie jaar verder, met mogelijk weer dezelfde situatie.

 

Br. Heij

Het zinsdeel in GR Kerkdiensten art. 6 '… wanneer de KR zich ervan overtuigd heeft e.v.' moet worden geschrapt. Nieuwe gasten moeten weten dat ze zonder meer uitgenodigd en welkom zijn het Avondmaal mee te vieren.
In bijzondere gevallen beslist de kerkenraad. Bijvoorbeeld,  een asielzoeker die graag het Avondmaal wil vieren maar nog niet gedoopt kon worden, kan tot bemoediging en versterking het toch meevieren. 

 

STEMMING
 

[Van elke stemming worden drie kentallen gegeven: aantal onthoudingen, stemmen tegen, stemmen voor, resp.]

 

Amendement Waterval: 002209, verworpen

Amendement Heij: 002011, verworpen

Amendement Kramer: 001912, verworpen

Amendement Van Loon: 001912, verworpen

 

Besluit 2: Unaniem aangenomen

Besluit 3: Unaniem aangenomen (nog kleine tekstcorrectie)

Besluit 4: Unaniem aangenomen (punt b: Er zijn nog geen nieuwe regelingen. Er ligt een concept)

 

Besluit 5: Unaniem aangenomen

 

Kerkorde wijziging - Besluit 6

 

Deputaten – ds. Niemeijer
 

Er is een GR Wijziging van de KO. Tot puur tekstuele wijzigingen kan in één synode sessie worden besloten, gaat het om inhoudelijke zaken dan zijn er twee lezingen nodig en neemt de volgende synode een definitief besluit.

Volgens ons als deputaten gaat het bij deze wijziging alleen om een verduidelijking van wat we al vonden en bedoelden. Het is dus een tekstuele wijziging en hoeft niet op de volgende synode terug te komen. Dus dat is de voorvraag.

 

BESPREKING – Informatieve ronde

 

Preses

 

Is er iemand die vindt dat het hier om een inhoudelijke wijziging zou gaan?

 

Ds. Vreugdenhil
We moeten dit zorgvuldig overwegen. Als er uit de kerken revisie wordt gevraagd kunnen we híer niet besluiten dat ze niet inhoudelijk zijn terwijl de gemeenten dat wél vinden. Als de revisie-vragende kerken zelf met de 'toelichtende' nieuwe tekst tevreden zijn dan kan een wijziging als tekstueel worden beschouwd.

 

Br. Van der Tol

Ik sluit me aan bij Vreugdenhil. Het gaat om revitalisering van art 31 DKO. Wat nu geboden wordt lijkt een schijnreparatie. In Nader Bekeken staan uitgebreide artikelen in het in kader van een inhoudelijke wijziging zoals Bolt dat ook heeft aangegeven.
 

Preses

 

Het is een wijziging maar is die inhoudelijk?

 

Br. Van der Tol

Zo wordt het wel getypeerd. Zie de reactie van br. Bolt: het heeft met de inhoud te maken.

 

Preses

 

Daar willen we de deputaten nog over horen.

 

Deputaten – Br. Pel

 

Drie kerkenraden hebben aangekondigd revisieverzoeken te overwegen: Zuidwolde (GR), Ten Boer en Capelle aan den IJssel-Noord. Er is gesproken met deze kerkenraden over deze tekst. Maar ze hebben geen revisie aangeboden. Twee kerkenraad hebben bedankt voor de oplossing, de derde heeft niet meer gereageerd.

 

Schijnreparatie?, inhoudelijke wijziging? Nee, zie het rapport. Destijds is al aangegeven hoe om te gaan met kerkenraden die vinden dat besluiten van een meerdere vergadering tegen Gods Woord ingaan. Men miste iets wat er in het oude art. 31 ook al niet stond, hoe je moest handelen hangende een revisieverzoek.
We moeten nu ruimhartig zijn, nu vragen wegnemen die er ook door het buitenland zijn gesteld. Daarom verduidelijking en bevestiging in woorden van wat wij er al eerder van vonden.

 

Preses

 

Vinden we dit ook en kunnen we het besluit aanvaarden? Eén tegenstem?

 

Br. Van der Tol

Ik wil bespreking en een tegenvoorstel indienen.

 

TEGENVOORSTEL

 

Br. Van der Tol

Ik wil mijn verhaal maar houden omdat ik denk dat het nodig is.

Het recht van het individuele kerklid moeten we niet beperken. We waren blij dat er door deputaten actie ondernomen werd om art. 31 meer recht te doen maar ik betwijfel of ze daarin geslaagd zijn. De wijziging van art. F72.4 en 5 is meer een schijnreparatie.

Het oude art. 31 DKO is ontstaan als vrucht van de Reformatie in de 16de eeuw, tegen de rooms hiërarchie van Middeleeuwen. De Reformatie heeft steeds aangegeven dat de individuele unieke gelovige er toe doet. De Heilige Geest is op alle gelovigen uitgestort. Uiteraard is hun handelen ook onderworpen aan Gods Woord.

 

Met de afsluiting van de weg om in hoger beroep te gaan bij de meerdere vergaderingen wordt in zekere zin de gelovige monddood

J.J. van der Tol

gemaakt als zijn kerkenraad niet in zijn bezwaar meegaat. Terwijl de Schrift laat juist zien dat een enkel persoon met wijsheid redding kan betekenen.

In onze kring wordt geklaagd over betrokkenheid bij het kerkverband. Maar dat wordt alleen maar erger door het afschaffen van beroepsmogelijkheden. Daarmee lijkt ex cathedra gesproken te kunnen gaan worden. De gevolgen waren te zien bij het (niet) ontvankelijk zijn en niet behandelen van de bezwaren van rond 1600 kerkleden bij de vorige synode.

 

Ik besef heel goed dat van de revisieweg misbruik gemaakt kan worden. Het zou juist van wijsheid getuigen op dit punt ruimhartig te zijn en zaken bespreekbaar te maken. Zo gaat het ook in de burgerlijke samenleving, bijvoorbeeld met zijn nationale ombudsman.

Met het afsluiten in F81.3 van beroep en revisie door kerkleden, verstomt profetie. Dat is niet volgens het canonieke recht naar Joël en Handelingen. En laten we toch niet zeggen dat het recht op revisie alleen maar lastig is.

 

Ik dien daarom een tegenvoorstel in:

De voorgestelde wijziging F72.5 vervalt, de oude tekst van F72 wordt gehandhaafd. En art. F81.3 KO dient voor kerkleden te worden uitgebreid met revisierecht voor besluiten van meerdere vergaderingen.

 

Preses


Wordt dit tegenvoorstel gesteund? [Niemand steunt].

Maar ik wil toch deputaten gelegenheid geven tot een reactie.

 

Deputaten – Br. Pel

 

De wijziging van F72 raakt de vraag of bij bezwaar de kerkenraad een besluit moet uitvoeren, en hoe gedraag je je hangende de revisie. Het gaat niet om de omvang van wie allemaal revisie mogen indienen.

Br. Van der Tol raakt het revisierecht in KO art. F81.2 en 3. Maar die materie is niet aan de orde. Dat heeft uitgebreid de aandacht gehad op de GS Zwolle-Zuid en is daar beperkt. Dus het tegenvoorstel slaat niet op de onderhanden materie want niemand heeft tegen F81 een revisieverzoek ingebracht.

 

Deputaten – Ds. Niemeijer

 

Het gaat in het wijzigingsvoorstel om een ander punt. Onduidelijk was wat er moet gebeuren als een kerkenraad op grond van Gods Woord bezwaar heeft tegen een besluit van een meerdere vergadering. De KO zegt eigenlijk al voldoende in A1 en A2 op dit punt. Hier wordt het nog eens uitdrukkelijk vastgelegd.

De kerkenraad kan zo'n besluit niet uitvoeren, dat is dus duidelijk. Maar daarmee ben je er niet. Want wat heeft dit voor gevolgen voor het functioneren van het kerkverband? Dan moet je in bijkomende zin, maatregelen nemen, adviezen of aanwijzingen wat er dan wél moet gebeuren.
 

Voorbeeld is Uithuizermeeden waar destijds het dopen van geadopteerde kinderen tegen Gods Woord werd geacht. Hoe los je dat probleem op? Dan ga je naar de classis. Want het gaat om verleende rechten aan gemeenteleden. De classis kan dan advies en aanwijzingen geven. 


Sinds de Vrijmaking is dit steeds een moeilijk punt geweest: wel naar art. 31 niet-uitvoeren maar de consequenties ervan niet onder ogen gezien. Bijvoorbeeld, ds. Goossens ging na opheffing van afzetting naar Soemba, maar de synode zei daarna dat hij het recht daartoe niet had. Vergelijk ook de zaak van ds. Van der Ziel. Als een kerkenraad een besluit niet kan uitvoeren heb je de zaak nog niet opgelost.

 

Preses

Handhaaft u het tegenvoorstel?

 

Br. Van der Tol
Er wordt in kader van art. 31 over het deputatenwijzigingsvoorstel wél inhoudelijk geschreven.
De beslissing dat kerkleden geen revisie kunnen vragen van besluiten van meerdere vergaderingen past ook helemaal niet bij deze tijd van burgerparticipatie. Het voelt aan als 'terug in je hok'. Terwijl mensen die moeite en bezwaren hebben alle ruimte moet worden gegeven. Wees open en eerlijk.

Maar u hebt wel gelijk dat het tegenvoorstel nu niet op z'n plaats is. Daarom trek ik het in.
 

Deputaten – Ds. Niemeijer

 

Het gaat nu dus slechts om een tekstuele wijziging.

 

STEMMING

 

Besluit 6: Unaniem aangenomen

Besluit 7: Unaniem aangenomen

 

Ds. Van Loon

Ik wil zekerheid dat mijn punten m.b.t. kerkelijk werkers worden meegenomen in  het studievoorstel deputaten. Suggestie: betrek ook de vereniging van KW hierbij.

 

Deputaten – Ds. Niemeijer

 

Ja, uw punten worden meegenomen.

 

Besluit 8: Unaniem aangenomen

6000 wordt 4500 euro/jaar.

 

Besluit 9: Unaniem aangenomen

Besluit 1a: Unaniem aangenomen

Besluit 1: Unaniem aangenomen

 

Preses

We zijn diep onder de indruk van en dankbaar voor al het verrichte werk. Er spreekt veel vertrouwen uit dat we met algemene stemmen de besluiten hebben aangenomen. We zijn rijk met zulke capabele broeders die als deskundigen mooie resultaten bereikten. We zijn de Heer diep dankbaar.
[Applaus]

 

Naast de drie deputaten ds. Harmannij, br. Pel en prof. Te Velde treedt ook br. Olde treedt af. Dank ook aan u. [applaus] Graag zien we voordrachten voor de vacatures tegemoet.

 

RONDVRAAG

 

Br. Van den Berg

De eerstvolgende vergadering gaat over kerkelijke eenheid. Ik zou willen aanbevelen bijlage 5 het DKE-rapport nog eens goed te lezen.

 

Preses

De Landelijke Vergadering van de NGK heeft voorstellen voor de GTU unaniem aanvaard.

[applaus]

 


 

Bijlage

 

Concept voorstellen

Uitgereikte versie van 11 maart 2017

 

Materiaal:

  1. rapport deputaten kerkorde (07-11-2016);
  2. aanvullend rapport deputaten kerkorde (11-02-2017);
  3. classis Zwolle (27-09-2016); vraagt om verheldering van de bevoegdheid van deputaten bemiddeling en begeleiding om bij losmaking naar art. B19 KO aan te sturen op ontheffing naar art. B20 KO ;
  4. GK Amersfoort-C (16-01-2017); stelt voor de generale regeling kerkdiensten art. 1, lid 4 zodanig te wijzigen dat ook ouderlingen of preekbevoegden de sacramenten kunnen bedienen en kerkelijke handelingen kunnen verrichten;
  5. classis Kampen (29-09-2016);vraagt GR preekbevoegdheid aan te passen om classis Kampen te ontlasten.

Besluit 1:

deputaten kerkorde te dechargeren.

 

Besluit 1a:

  1. de verzoeken van de classis Kampen en de classis Zwolle te honoreren in de generale regeling predikantszaken;
  2. deputaten opdracht te geven het voorstel van de GK Amersfoort-C te bestuderen en daarover advies uit te brengen aan de volgende synode.

Besluit 2:

vast te stellen de volgende op grond van de kerkorde 2014 vereiste en daarop gegronde generale regelingen:

  1. predikantszaken (KO art. B8)
  2. kerkelijk werkers (KO art. B31.3)
  3. preekbevoegdheid (KO art. B32.2)
  4. kerkdiensten (KO art. C37.2)
  5. kerklidmaatschap (KO art. C43.2)
  6. geheimhouding (KO art. C49.3).

Besluit 3:

de generale regeling voor de particuliere synode (ingevolge artikel E66 KO) als volgt te wijzigen:

 

Artikel 1 Ressorten

  1. De particuliere synode Noord wordt gevormd door de classes Appingedam, Assen,, Drachten, Groningen, Grootegast, Leeuwarden, Stadskanaal en Warffum.
  2. De particuliere synode Oost wordt gevormd door de classes Enschede-Zutphen, Hardenberg, Hoogeveen, Kampen, Ommen en Zwolle.
  3. De particuliere synode Zuid wordt gevormd door de classes Arnhem, Dordrecht.Gorinchem, Hoogvliet, Noord Brabant.Limburg, Rotterdam en Zeeland.
  4. De particuliere synode West wordt gevormd door de classes Alkmaar.Haarlem, Amersfoort, Amsterdam.Leiden, Harderwijk, Hattem, Hilversum, Midden Holland en Utrecht.

Gronden:

  1. de classis Buitenpost is opgeheven en de kerken binnen die classis zijn verdeeld over de classes Drachten en Leeuwarden;
  2. De classes Enschede en Zutphen zijn samengevoegd;
  3. De classes Axel en Middelburg zijn samengevoegd in de classis Zeeland.

Besluit 4:

inzake de inwerkingtreding van de generale regelingen en het overgangsrecht

  1. te bepalen dat de onder besluit 2 genoemde generale regelingen in werking zullen treden op 1 juli 2017;
  2. vervallen te verklaren per 1 juli 2017 alle door de generale synode van Ede 2014-2015 (Acta artikel 13, besluit 4, onder a, tweede deel, en bijlage 3-5) onder het overgangsrecht gebrachte regelingen en besluiten, behoudens:
  • de Regeling krijgsmachtpredikant (artikel B10.2 van de kerkorde; GS 2005, art. 102, besluit 5; GS 2011, art. 62, besluit 3, 4);
  • de Regeling pastorale zorg aan doven en slechthorenden (artikel B10.2 van de kerkorde; GS 1993, art. 42, besluit 2, 3, 4, 7, 8; GS 1996, art. 55, besluit 3; GS 1999, art. 69, besluit 4; GS 2011, art. 60, besluit 2, 3);
  1. te bepalen met het oog op de generale regeling voor predikantszaken dat een voor 1 juli 2017 ingediend verzoek of lopende procedure, voor zover deze in strijd komt met de onder besluit 2 vastgestelde generale regeling, wordt afgehandeld overeenkomstig de voor 1 juli 2017 geldende generale regelingen, tenzij partijen in gezamenlijkheid anders overeenkomen;
  2. te bepalen met het oog op de generale regeling voor predikantszaken dat een voor 1 juli 2017 genomen besluit, dat in strijd komt met de onder besluit 2 vastgestelde generale regeling, blijft gehandhaafd;
  3. te bepalen met het oog op de generale regeling voor kerkelijk werkers dat op een voor 1 juli 2017 vastgestelde benoeming en.of gesloten arbeidsovereenkomst de onder besluit 2 vastgestelde generale regeling van toepassing is;
  4. te bepalen met het oog op de generale regeling preekbevoegdheid dat een voor 1 juli 2017 verleende preekbevoegdheid, die in strijd komt met de onder besluit 2 vastgestelde generale regeling, blijft gehandhaafd tot de eerstvolgende verlenging op grond van artikel 6 van die generale regeling.

Besluit 5:

kennis te nemen van: de handreiking en modelregeling voor de behandeling van bezwaren (bij KO art. F73) en de handreiking statelijk verschoningsrecht (bij KO art. C49.3);

 

Besluit 6:

Wijziging kerkorde

langs de in de generale regeling voor wijziging van de kerkorde voorgeschreven weg als nieuw artikel F72.4 en als gewijzigd artikel F72.5 KO vast te stellen:
 

F72.4

Als een kerkenraad van oordeel is dat een besluit van de generale synode in strijd is met het Woord van God of de kerkorde en hij om die reden dat besluit niet kan uitvoeren, is hij gehouden tot het instellen van revisie volgens art. F81, met kennisgeving aan de classis. Met het oog op de gemeente kan de classis in de tussentijd adviezen of aanwijzingen geven.
 

F72.5

De uitvoering van een besluit kan niet van iemand, ambtsdrager of gemeentelid, worden verlangd, als dit hem persoonlijk in zijn geweten in strijd brengt met het Woord van God. De betrokkene dient bereid te zijn zich te verantwoorden volgens art. F73, F76 en F77.

 

Besluit 7:

Wijziging Generale regeling voor de rechtspraak in predikantszaken

artikel 5 van de generale regeling voor de rechtspraak in predikantszaken als volgt te wijzigen:

 

Artikel 5 Aanvang van de procedure

  1. De procedure vangt aan door indiening van een beroepschrift binnen zes weken na verzending van het besluit van de kerkenraad bij de secretaris van de commissie door de predikant of diens gemachtigde.
  2. Indiening kan geschieden zowel per post als per email. De commissie kan van de indiener verlangen dat hij, gelet op de omvang van het ingediende dossier, zijn beroepschrift schriftelijk per post en in een aan te geven veelvoud zal toezenden.
  3. Het beroepschrift dient ten minste de volgende elementen te bevatten:
  1. de naam en het adres van de indiener; wanneer de predikant een gemachtigde heeft ingeschakeld, wordt tevens diens naam en adres vermeld;
  2. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt;
  3. de gronden van het beroep, met een toelichting daarop;
  4. een omschrijving van de uitspraak die indiener van de commissie vraagt.
  1. Bij indiening wordt een afschrift van het besluit van de kerkenraad door de indiener meegezonden.
  2. De indiener stuurt de kerkenraad gelijktijdig een kopie van het beroepschrift met bijlagen en maakt daarvan melding bij de secretaris.
  3. Indien een beroepschrift niet voldoet aan de gestelde vereisten, stelt de commissie indiener in de gelegenheid dit te herstellen binnen een door de commissie te bepalen termijn.
  4. De secretaris bevestigt schriftelijk of per e-mail de ontvangst van het beroepschrift. Hij doet tevens ten spoedigste na ontvangst mededeling aan de voorzitter, onder vermelding van de naam en de adresgegevens van de betrokken partijen en een korte beschrijving van de aard van het geschil en de vordering.
  5. Iedere partij kan voor de commissie in persoon verschijnen of zich doen vertegenwoordigen door een advocaat dan wel door een daartoe speciaal schriftelijk gemachtigde. Iedere partij kan zich door personen van haar keuze doen bijstaan.
  6. Indien een partij zich door een advocaat of gemachtigde doet vertegenwoordigen of bijstaan, stelt zij zo spoedig mogelijk de commissie en de wederpartij hiervan schriftelijk in kennis. Indien het beroepschrift of het korte antwoord is uitgegaan van een gemachtigde, wordt deze kennisgeving geacht te zijn gedaan.
  7. Ingeval een partij zich in de procedure laat vertegenwoordigen, zenden partijen en de secretaris alle op de procedure betrekking hebbende stukken in ieder geval aan de vertegenwoordigende advocaat of gemachtigde.
  8. De voorzitter stelt binnen drie weken na ontvangst van het beroepschrift een besliscommissie samen en informeert over de samenstelling daarvan alle commissieleden. De besliscommissie handelt in een concrete zaak als de commissie.
  9. De besliscommissie mag niet in meerderheid uit predikanten bestaan. Zij die direct of indirect betrokken zijn of zijn geweest dan wel enig ander belang hebben in het aanhangige geschil, kunnen geen deel uitmaken van de besliscommissie.
  10. Commissieleden die niet zijn opgenomen in de besliscommissie, onthouden zich gedurende de loop van de procedure van uitspraken over de concrete zaak.
  11. Zodra de besliscommissie is samengesteld worden partijen door de secretaris geïnformeerd over de samenstelling daarvan.
  12. Indien indiener of de wederpartij van mening zijn dat er omstandigheden zijn om aan te nemen dat een lid van de besliscommissie in onvoldoende mate onpartijdig staat ten opzichte van de te behandelen zaak, deelt hij dat binnen twee weken mee aan de voorzitter van de commissie.
  13. Wraking van een commissielid of van de voorzitter is ook mogelijk tijdens de behandeling van het geschil, indien er sprake is van een partijdige opstelling dan wel de schijn van partijdigheid wordt gewekt. Zolang niet is beslist op het wrakingsverzoek wordt de behandeling van de zaak opgeschort totdat over de wraking is beslist.
  14. Voor de behandeling van een wrakingsverzoek stelt de voorzitter een wrakingscommissie samen van drie niet bij het geschil betrokken commissieleden. Deze beslist of de gewraakte persoon deel uit kan blijven maken van de besliscommissie.

Besluit 8:

nieuwe deputaten te noemen ‘deputaten kerkrecht’ en hen op te dragen:

  1. de door de laatste generale synode genomen besluiten waar nodig te integreren in de generale regelingen;
  2. als adres te fungeren voor het melden van eventuele knelpunten bij de toepassing van de kerkorde in de praktijk;
  3. de kerken desgevraagd te dienen met voorlichting over de kerkorde;
  4. de generale synode desgewenst te dienen met adviezen op het gebied van kerkrecht en kerkorde;
  5. de verantwoordelijkheid te dragen voor de publicatie en het (inhoudelijk) beheer van de kerkorde, de generale regelingen en besluiten én de modellen en handreikingen op de website van de kerken, www.gkv.nl;
  6. met betrekking tot kerkrechtelijke deskundigheidsbevordering:
  1. zorg te dragen voor handhaving en overdracht van de vereiste kerkrechtelijke kennis binnen het deputaatschap en de kring van actieve kerkrechtelijke deskundigen;
  2. bij te dragen aan initiatieven om samen met de TU of andere instanties of personen de kerkrechtelijke kennis en toepassing daarvan in de kerken te vergroten;
  1. met betrekking tot multidisciplinaire bezinning:
  1. in te gaan op verzoeken om kerkrechtelijke inbreng van de kant van deputaatschappen en kerkelijke instanties;
  2. deel te nemen aan multidisciplinair overleg over predikantszaken en de praktijk van het kerkelijk leven in de gemeenten;
  1. met betrekking tot kerkrechtelijke advisering:
  1. kerkrechtelijke vragen met een in hoofdzaak informatief en generiek karakter die van de kant van kerken, kerkelijke vergaderingen, kerkelijke functionarissen en instanties en kerkleden binnenkomen te beantwoorden dan wel deze door te geleiden naar de daarvoor beschikbare instanties en.of deskundigen;
  2. bij kerkrechtelijke vragen die op enige wijze verbonden zijn aan een kerkelijk geschil de vragenstellers door te verwijzen naar de daarvoor bestaande kerkelijke instanties en professionele adviseurs.

Besluit 9:

deputaten kerkrecht voor de periode 2018-2020 een budget toe te kennen van € 6000 per jaar (in totaal € 18.000).