Ethiek

Synodeverslagen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Urmen en Wurmen - Synode-impressie 20/2 Hermeneutiek BIJLAGEN

D.J. Bolt
09-10-08

Generale Synode zaterdag 27 september 2008

Drie onderwerpen kwamen aan de orde:

- Appèl Spakenburg
- Rapporten van deputaten appèlzaken
- Hermeneutiek

Aan het eerste onderwerp is aandacht gegeven in Synode-impressie 20/1 en impliciet daarin ook aan het tweede v.w.b. het appelrecht. We geven hier wat commentaar op de behandeling van het laatste onderwerp. Dit onderwerp was al eerder aan de orde geweest op de synode, zie Synode Zwolle-Zuid - Verslag 15. Maar het kon om des tijds wille toen niet worden afgerond. Zie voor een eerste indruk van deze bespreking Onrustig is mijn hart - Synode-impressie 15.

Hermeneutiek

Hermeneutiek gaat over de regels hoe de Heilige Schrift moet worden uitgelegd. Een bekende regel is bijvoorbeeld dat je om te begrijpen wat de Schrift bedoelt Schrift-met-Schrift moet vergelijken. Uitgangspunt is ook dat de Schrift zichzelf nooit tegenspreekt. En dat doorslaggevend is wat de Schrift zelf leert en niet wat uit buitenbijbelse bronnen kan worden opgediept.
Een heel belangrijk onderwerp dus want het bepaalt hoe wij de Bijbel 'zien'. Wat de Schrift ons gebiedt, of niet voorschrijft.
Actueel voorbeeld is de betekenis van Genesis 1. Is dat geschiedenis of een verhaal van Mozes? Hoe kan dat worden uitgemaakt? En vrouwelijke ambtsdragers: Paulus verbiedt uitdrukkelijk het gezaghebbend spreken van zusters in de gemeente. Maar er zijn mensen die zeggen dat dat geldt voor de tijd van toen. Voor vandaag heeft dat Bijbelse woord geen gezag meer. Mede op die basis is bijvoorbeeld de vrouwelijke predikant in de NGK ingevoerd. Dat heeft alles te maken met wat wordt genoemd het Schriftgezag.

Zo zijn er vragen gerezen bij de publicaties van prof. dr. A.L.Th. de Bruijne in o.a. het boek Woord op Schrift. Ook op www.gereformeerdblijven.nl en deze site is daar uitgebreid aandacht aan geschonken. De vragen zijn niet afdoende door prof. De Bruijne beantwoord. En daarom zijn er verschillende bezwaarschriften tegen zijn opvattingen ingediend, ook bij de synode Zwolle-Zuid.

Een van de predikanten die de opvattingen van prof. De Bruijne nauwkeurig heeft bestudeerd is ds. M. Nap. Helaas is deze predikant eind juli van dit jaar overleden.
Ds. Nap heeft veel over de hermeneutische opvatting van De Bruijne nagedacht. Maar hij bleef vragen houden. Tenslotte heeft hij aan het begin van dit jaar aan de Zwolse synode een uitgebreid studierapport (zie voor een impressie daarvan Bijlage 1) gezonden vergezeld van een verzoek aan haar.
Dat verzoek behelsde de theologische universiteit te gaan vragen "nader licht" over deze zaken te laten schijnen. Hij motiveerde dit met:

Volgens mij vragen de kerken ook om goed onderwijs op dit aangelegen punt van het gezag van Gods Woord.

Je zou zeggen: Prachtig, doen!
Maar het was urmen en wurmen op de synode. Niet minder dan twee voorstellen van de commissie Utrecht (zie Bijlage 2 voor het tweede voorstel) en een tegenvoorstel (Bijlage 3) sneuvelden in een lange twee-ronden-bespreking voordat een tweede tegenvoorstel (Bijlage 4) pas werd aangenomen.
Waarom toch?
We konden niet aan de indruk ontkomen dat het alles te maken had met het feit dat ds. Nap in zijn studie uitgebreid de kritische publicaties van www.gereformeerdblijven.nl en één in waarheid daarbij had betrokken. Op de vragen die daarin aan het adres van m.n. prof. De Bruijne gericht zijn had ds. Nap niet voor zichzelf afdoende antwoorden kunnen vinden of deze kunnen weerleggen. Dat maakte "zijn hart onrustig" omdat het over zeer fundamentele dingen gaat van ons Schriftgeloof.

Nu begrijpen we de spagaat waarin de synode zat. Immers zij had al eerder bezwaarschriften tegen prof. De Bruijne inhoudelijk-onbeoordeeld van tafel geveegd. En nu werd haar door ds. Nap op een heel vriendelijke maar indringende manier gevraagd om toch inhoudelijk aandacht te geven aan de kritiek of het onbegrip dat er leeft en daar het kerkvolk verder over voor te lichten. Als je als 'baas van de TU' een inhoudelijke toetsing weigert dan komt het wel wat vreemd over als je die vervolgens wel aan het instituut waar de hoogleraar werkt opdraagt.

De commissie Utrecht had na de eerdere discussie een nieuwe conceptbesluit gemaakt (zie Synode Zwolle-Zuid - Verslag 20, Bijlage 4).
Het kwam er op neer dat de synode "met dankbaarheid" kennis had genomen van de documenten en van de wens van ds. Nap om nader onderwijs en verdere instructie, maar geen opdracht aan de TU wilde geven over "nader licht", want de TU ziet dit al als zijn taak!
Maar verschillende synodeleden vond dit wel wat vreemd. Zoveel positieve woorden wijden aan iemands verzoek en dan als puntje bij paaltje komt zeggen: nee, toch maar niet. Met dankbaarheid kennisnemen?, zei ds. Van der Laan, daar meen ik niks van. En hij diende daarom een tegenvoorstel in om de brief alsnog onontvankelijk te verklaren.
Formeel had Van der Laan daar overigens wel een punt natuurlijk. Want ds. Nap zelf had al geschreven dat hij geen tijd had gevonden om zijn brief in de kerkelijke weg aan de orde te stellen.
Maar de synode was inmiddels in de tweede ronde van bespreking en dan is het wel een wat laat moment om dan alsnog het onderwerp van bespreking onontvankelijk te verklaren.

Hoe moest het verder? Een tegenvoorstel van ds. Van der Jagt redde de situatie (zie Synode Zwolle-Zuid - Verslag 20, Bijlage 6) namelijk:

De brief ter hand te stellen van de theologische universiteit met het verzoek om, indien mogelijk, te voldoen aan het verzoek om voorlichting.

En daarmee ging de synode met bijna algemene stemmen accoord.

Ik heb lang naar deze zin zitten kijken. Vooral naar dat tussenzinnetje "indien mogelijk". Moeten we hier nu blij van worden?
Waar is hier een gezaghebbende synode gebleven, of beter gezegd waar zijn de gezamenlijke kerken gebleven die een nadere verklaring behoren te vragen als de leringen van docenten aan de School ernstige bedenkingen oproepen? De synode wekt de indruk haast bang te zijn om de TU ergens mee te confronteren. Lijkt de synode hier niet wat op een hondje dat plaatsvervangend zachtjes woeft en zich vervolgens uit de poten maakt?

We hebben er geen goed gevoel aan overgehouden. Er leeft onrust in de kerken over wat er aan de TU gebeurt, dat is ook met zoveel woorden diverse keren in de synodevergadering aan de orde geweest. Verschillende afgevaardigden hebben meermalen verzucht och dat er zich nog eens een gelegenheid voor mocht doen om inhoudelijk over de beschuldigingen van Schriftkritiek door te spreken, al was het alleen maar om het blazoen van hoogleraren en anderen te zuiveren.
Helaas kwam de synode niet verder dan een indien mogelijk.
Het gezag van een synode onwaardig.

Ter vergelijking

Hoe anders is het verlopen met de verlegenheid van een kerkenraad te Barneveld die niet in staat was vragen t.a.v. het Nederlands Gereformeerde rapport Vrouwelijke Ouderlingen en Predikanten (VOP) op "eenvoudige wijze te voorzien van bijbelse antwoorden".
Nu, díe verlegenheid heeft de synode breed aandacht willen geven. Zelfs met het passeren van de fundamentele kerkordelijke regel dat een (nieuwe) zaak eerst een inhoudelijk antwoord moeten ontvangen van een mindere vergadering.
En zo is voor deze zaak een groots project opgezet met een gloednieuw veerenveertigst(!) deputaatschap dat over drie sporen de vragen van Barneveld naar een antwoord gaat vervoeren.
Op een van die sporen zou een betaalde opdracht van de synode aan de theologische universiteit moeten rijden?!
Het kan dus toch wél, zo'n opdracht.
Maar meet de synode eigenlijk niet met twee maten?

Die opdracht om M/V in de kerk door de TU te laten bestuderen kost de kerken 60.000 euro zo bleek uit het financiële plaatje dat op de synode werd gepresenteerd. Ongeveer een jaarsalaris van een hoogleraar. Voor iets dat mogelijk "iets bruikbaars" oplevert voor de vrouwen in kerk of ambt zoals gesteld werd door een deputaat M/V.
Nu bleek bij de bespreking van de synodale begrotingen dat er geld tekort is als men tenminste de opbrengsten door de kerken niet drastisch zou verhogen. Maar voor dat laatste is men beducht want verschillende gemeenten hebben al aangegeven dat het plafond van de kerkelijke bijdragen bereikt is.
Het aardige nu is dat het deputaatschap Financiën & Beheer voorstelde om deze 60.000 euro te schrappen. En met veel gemurmureer van sommige synodeleden besloot de synode daartoe! Deze locomotief is dus al gederailleerd voordat hij vertrokken is!

Misschien mogen we buiten-synodiair aan de TU vragen om de vrijgekomen tijd zo mogelijk onbezoldigd te besteden aan het verzoek van ds. Nap?
Dat zou werkelijk een waardig postuum eerbewijs zijn.

 

BIJLAGEN

1 - Hermeneutiek - "Onrustig is mijn hart"

Ds. M. Nap, die eind juli 2008 overleed, schreef midden februari van dit jaar een uitgebreide brief aan de generale synode van Zwolle-Zuid met een indringend verzoek.
Aan de brief was een studieverslag gevoegd waarin ds. Nap breed ingaat op de problemen die er zijn met m.n. t.a.v. de publicaties van prof. dr. A.L.Th. de Bruijne. Ds. Nap overweegt daarbij ook uitgebreid de analyse die een van onze redacteuren, br. A. Capellen, maakte van de opvattingen van deze Kamper docent.
De behandeling vond plaats op deze vrijdag onder de titel "Hermeneutiek".

De brief was vergezeld van een adhesiebetuiging van de GKv te Leerdam waarvan ds. Nap emeritus-predikant was. We citeren daaruit:

"De kerkenraad van de GKv te Leerdam betuigt adhesie middels dit schrijven en wil in het bijzonder het rapport van ds. M. Nap emeritus predikant van onze gemeente nu wonend aan de Pr. Cristinalaan 9 te 3832 CM Leusden onder uw aandacht brengen en bevelen de stellingen ten zeerste bij u aan. Opdat het de kerken en de TU te Kampen in leer en leven door het onderricht van uit het onfeilbare Woord van God en het u allen welga.
Wij dringen er bij u op aan en vertrouwen aan u toe, om dit bericht en het rapport de juiste aandacht te geven zodat het dienstbaar is aan de kerken en Zijn Verbondskinderen in Nederland en wereldwijd."

Om de bespreking op de synode te kunnen volgen geven we eerst de brief van ds. Nap weer. Een impressie van het bijbehorende studieverslag is te vinden als de Bijlage bij dit verslag

Brief

Met de gebruikelijk aanhef en ondertekening en schreef ds. Nap op 15 februari 2008 de volgende brief aan de synode met copieën aan dr. De Bruijne, drs. Capellen en deputaten-curatoren TU Kampen.

"Weleerwaarde en eerwaarde heren en broeders,

In dit schrijven verzoek ik u vast te stellen dat er in de kerken de behoefte leeft aan onderwijs betreffende de huidige uitleg en toepassing van de Heilige Schrift onder ons.
Mijn verzoek aan u is, om in overweging te nemen de Theologische Universiteit Kampen te verzoeken nader licht over actuele hermeneutische vragen te laten schijnen.
In mijn toelichting verwijs ik naar een studierapport voor de kerk van Leerdam. Dit rapport is gericht aan de kerkenraad en het heeft daarom ook die couleur locale, maar onderdelen kunnen dienen ter toelichting.

In de hieronder gegeven toelichting verwijs ik in het bijzonder naar de kritiek op publicaties van van dr. A.L.Th de Bruijne, docent aan de TU Kampen.
Aanvaardt u van mij, dat ik (destijds) van het positieve oordeel van het bestuur van de universiteit over zijn publicaties met dankbaarheid heb kennisgenomen. Juist in vervolg daarop kom ik tot mijn verzoek om nader onderwijs.
Dus één en ander houdt niet in dat ik mij niet gediend zou weten door de arbeid van broeder De Bruijne. Ik moest wel constateren dat ik de gevonden kritiek op uitspraken van De Bruijne niet steeds kon weerleggen. Terwijl het toch betreft onrust over het actuele gezag van de Heilige Schrift zoals die voor ons ligt en over het gebruik van het Woord van God.

De kerken zouden mijns inziens gediend zijn met informatie van meerdere disciplines binnen de universiteit. Mogelijk zou een dergelijke studie ook ten goede kunnen komen aan de verhouding met de Christelijke Gereformeerde Kerken.
In de toelichting en in het rapport wordt verwezen naar meerdere sites. Ik heb de vorm waarin broeders en zusters de publiciteit zoeken, voor lief genomen. Ik laat hun woorden voor hun eigen rekening.
Maar de onrust die gewekt is, vraagt mijns inziens om deskundige instructie.

Toelichting

1. Over de kritiek algemeen

Naar mijn mening hebben velen de kritiek van dr. De Bruijne op de stellingen van dr. Loonstra (vooral in de bijdragen in Woord op schrift) begroet. De kritiek die De Bruijne zelf ontmoette is destijds besproken en beschreven. Toch meen ik, dat de vragen die toen aan de orde zijn gesteld, bepaald niet ?uitgediscussieerd? zijn. Integendeel. Bezwaren en ernstige kritiek blijven circuleren. Bijvoorbeeld, een oordeel als van dr. Wilschut (2003): ?Voor mijn besef treedt er in De Bruijne?s hermeneutische benadering van de omgang met de Schrift in de ethiek een oncontroleerbare subjectivering op?.
Op de site komt de kritiek in 2006 weer fel opzetten. Aan de school der kerken zou onverbloemd schriftkritiek worden beoefend, aldus de site. Concreet komt de kritiek hierop naar dat er onzekerheid gezaaid wordt op het gebied van het verstaan van de Schrift in zaken als schepping, zondeval, het spreken van de Schrift over echtscheiding. Ook dat een uitgangspunt van de gereformeerde exegese: ?dat de Schrift voor zichzelf hoort te spreken?, volgens een site,onder druk komt te staan.
Het lijkt alsof het Schriftgezag in geding is. Ik distantieer me van die broeders en zusters die zich van ons hebben afgescheiden, van wie de woordvoerders zeggen dat onze kerken ?het spoor van de waarheid verlaten?.
Ik verwijs verder naar de bijlage, p. 6-9, hoofdstuk 2.

2. Over de kritiek in het bijzonder

In het bijzonder heb ik me beziggehouden met de artikelen van br. Capellen op de site
. Zelfs de lezing van de samenvattingen (bijlage, pp. 19-27,hoofdstuk 4.1.) vraagt geduld.

Ik moest concluderen dat ik de hiernavolgende kritiek van Capellen op De Bruijne niet of onvoldoende kon weerleggen:

2.1. Dat De Bruijne zou stellen ?dat een bijbelauteur ( bijv.volgens mij,in de beschrijving van de zondeval) mogelijkerwijs bewust gebruikgemaakt heeft van een metafoor, maar dat wij dat niet opmerken en de tekst dus ten onrechte letterlijk opvatten?.

2.2. Dat De Bruijne zich feitelijk zou verwijderen van de uitspraken van Assen 1926 en Arnhem 1981, omdat die zijns inziens te weinig oog zouden hebben gehad voor het metaforisch taalgebruik en dat er vooral een ?kennistheoretisch verschil van benadering een rol speelde?, dat niets afdeed van het gereformeerd zijn van Oosterhoff.

2.3. Dat De Bruijne (ten onrechte) buitenbijbelse gegevens zou gebruiken om de betekenis van de Schrift soms niet letterlijk, maar symbolisch op te vatten. De Bruijne zou zich opstellen naast Geelkerken (die werkte met ?het oosterse licht?) als hij spreekt over ?de situationele en historische context waarin een bijbelverhaal tot stand is gekomen?.

2.4. Ik kon Capellen ook niet afdoende weerleggen, als de kritiek stelt dat De Bruijne de ?wetsethiek? en de ?navolgingsethiek? dreigt te contrasteren. Daarnaast kon ik niet goed uit de voeten met de stelling van De Bruijne: ?dat het leven door de Geest binnen de christelijke gemeente de hermeneutische sleutel moet worden bij onze omgang met de Bijbel?.

Ik zou meer punten kunnen noemen, maar ik meen dat deze items voldoende zijn om na te denken over ?meer licht? uit Kampen.

Indien u een andere typering dan ?onderwijs? en ?nader licht? beter acht, akkoord.
De tijd ontbrak om de kerkelijke weg te gaan met deze brief.

Ik hoop dat u gepaste aandacht aan mijn brief kunt schenken.

In Christus verbonden,

M.Nap."


2 - Voorstel Commissie Utrecht (met aangepaste grond 2)

Materiaal:

  1. schrijven van ds. M. Nap te leusden, d.d. 15 februari 2008, waarin hij vraagt om nader onderwijs en instructie vanuit de TU te Kampen op het gebied van de gereformeerde hermeneutiek;
  2. schrijven van de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Leerdam, d.d. 16 februari 2008, waarin hij adhesie betuigt aan het schrijven van ds. Nap.

Besluit:

  1. met dankbaarheid kennis te nemen van deze brieven;
  2. in te stemmen met de wens om nader onderwijs en instructie op het gebied van de hermeneutiek;
  3. geen opdracht te geven aan de Theologische Universiteit Kampen om nader licht over actuele hermeneutische vragen te laten schijnen.
Gronden:
  1. de wijze waarop ds. Nap zijn zorgen kenbaar maakte, heeft de synode op positieve wijze getroffen;
  2. in het licht van de discussies over hermeneutiek is de wens om nader onderwijs en instructie gerechtvaardigd;
  3.  
  4. een uitdrukkelijke opdracht hoeft niet gegeven te worden, omdat de Theologische Universiteit het als zijn taak ziet, aandacht te geven aan de hermeneutische vragen en nader onderwijs te geven betreffende de uitleg en toepassing van de Heilige Schrift.

3 - Tegenvoorstel Van der Laan 

Besluit:

Aan het verzoek van de kerkenraad te Leerdam niet te voldoen.

Gronden:

  1. nu de schrijver van de door de kerkenraad te leerdam gesteunde brief is overleden mag deze kerkenraad als erfgenaam van het verzoek worden aangesproken;
  2. de Theologische Universiteit ziet het reeds als haar taak, aandacht te geven aan de hermeneutische vragen en nader onderwijs te geven betreffende de uitleg en toepassing van de Heilige Schrift.
4 - Tegenvoorstel Van der Jagt  

Besluit:



Gronden:

  1. ds. Nap en de kerk te Leerdam geven stem aan een breder in de kerken levende behoefte aan voorlichting over de hermeneutische bezinning;
  2. de generale synode is niet de het orgaan om deze voorlichting te geven, maar de theologische universiteit als de instelling waar deze bezinning plaats heeft;
  3. de gevraagde voorlichting bevordert dat de wetenschappelijke bezinning en de kerkelijke gedachtevorming op elkaar betrokken blijven.