Ethiek

Uit de kerken

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Landelijk Dag (5/2)

 

D.J. Bolt
15-12-12

 

In de komende vervolgartikelen willen we graag wat nader ingaan op de Verklaring die op de Landelijke Dag (LD) is gepresenteerd en op de gevoerde discussie. Daarbij hebben we ook wel wat vragen. Maar zoals prof. Douma in zijn toespraak zei, moeten we ook de eigen broederschap durven aanspreken als we menen dat daar goede redenen voor zijn. Dat is op de LD zelf ook ruimschoots door de initiatiefnemers gedaan. Bovendien vragen de broeders ook zélf om commentaar. Alle reden dus om verder met elkaar in gesprek te gaan. Daarbij gaat het wat ons betreft nu om hoofdzaken.
Ook willen proberen een aantal suggesties te doen voor verdere samenwerking.

Liefde

 

De verklaring begint met een verklaring van liefde voor de gereformeerde kerken vrijgemaakt. Wij delen die. Wij voelen een sterke band met deze kerken waarin we zoveel van de Here hebben ontvangen. We hebben ook altijd geloofd dat de plaatselijke kerken waar we lid van waren deel uitmaken van Christus' wereldwijde algemene katholieke kerk. Christus' kerk zoals we die belijden in onze confessies. Ondanks allerlei moeiten en zonden in het kerkelijk leven waren haar kenmerken als echte kerk waarneembaar. Centraal stond daarin de verkondiging van en gehoorzaamheid aan Christus én zijn Woord. Dat bepaalde haar status, haar identiteit, haar wezenlijk kerk-zijn.
Daarom riepen we altijd en iedereen vrijmoedig op om het leven in deze kerken met ons te delen. Daar had immers het Woord onbetwist gezag en werd geweerd en bestreden alles dat daar tegenin ging of er mee in strijd was.
Maar de twijfel wordt steeds sterker of dat nog wel het geval is. De overtuiging groeit dat dát in het algemeen niet meer van haar gezegd kan worden. Dat doet pijn. Erg veel pijn omdat het haar betreft die je liefhebt.

 

Het is opmerkelijk dat gelijk in eerste paragraaf van de Verklaring positie wordt ingenomen t.a.v. de opdoemende vraag of wij niet geroepen worden om ons af te scheiden van deze kerkgemeenschap. De Verklaring bindt op het hart ondanks allerlei gerechtvaardigde kritiek "de kerk niet de rug toe te keren". Deze stellingneming wordt later nog weer herhaald. Het lijkt voor de samenstellers volstrekt helder dat afscheiding nog (lang?) niet aan de orde is. 'Blijven waar je bent' is het parool ook al is er veel kritiek en moet er strijd worden gevoerd in de GKv, kerken in verval zoals ze worden getypeerd.

 

Strijd en vreugde

 

De auteurs van de verklaring roepen op mét hen deze strijd aan te gaan. Een strijd die absoluut noodzakelijk is want "zonder strijd is er geen ingang in het Koninkrijk van God". Terecht wordt daarbij verwezen naar het oude Israël. Hoe graag ieder ook vrede en rust wil (wat hebben we die genoten in tientallen jaren vrijgemaakte kerkleven!) deze situatie is niet normaal in een christenleven. Christen zijn in zowel het persoonlijk-, kerkelijk- als maatschappelijk leven vraagt altijd om het voeren van 'de goede strijd'. Die dat niet wil, deserteert. De strijd om bij het Woord te blijven is gevoerd in Afscheiding, Doleantie, Vrijmaking en in de kritieke zestiger jaren. De broeders noemen ze (de eerste drie) in één adem en we stemmen er dankbaar mee in.
Verlieten de reformatoren daarmee Christus' kerk? Ons antwoord daarop is altijd geweest: nee, juist door hun afscheiden bleven ze zijn Lichaam, zijn Kerk. Daarom is het de steeds weerkerende kernvraag die beantwoord moet worden: waar vergadert Christus zijn kerk nú?

De Verklaring wil vervolgens onmiddellijk een mogelijk misverstand de kop indrukken, namelijk alsof met de waardering van genoemde reformaties de vrijgemaakte kerken als de enige ware kerk moeten worden gekwalificeerd. Want er is ook nog "anders-gereformeerd". Pluriformiteit is gezond, stelt het manifest. Gereformeerd geloof kan anders worden beleefd. En ook als we met wat zich als christelijk aandient niet kerkelijk kunnen verenigen dan moet dat wel een bron van vreugde voor ons zijn. We hebben als vrijgemaakten last gehad van "kerkisme", zo stelt de Verklaring en daar moeten we vanaf. De grens is pas bereikt bij "anti-gereformeerd".

 

Kern

 

Wij voelen ons bij deze insteek van de Verklaring ongemakkelijk. Wat is de strekking van deze paragraaf? We erkennen dat er een zekere pluriformiteit in de kerk mag zijn. We hoeven niet allemaal gelijk te denken en te handelen. Maar we hebben wel duidelijke afspraken als kerkenbond over de grenzen van ons samen kerkzijn: de gereformeerde belijdenis. Het lijkt ons dan ook niet verstandig om op voorhand te gaan spreken over 'bandbreedte', over 'pluriformiteit'. Dat vraagt toch om misverstanden en ongelukken zoals de (recente) kerkgeschiedenis maar al te vaak heeft bewezen?
Het doet eerlijk gezegd ook pijn dat in dit verband 'vrijgemaakt kerkisme' (weer) vóór op het toneel wordt gezet. Dat is nu net een verwijt dat tegenstanders maar al te vaak en graag tegen onze kerken hebben gebruikt. Maar zij die het onderwijs van Schilder, Kamphuis, Trimp en Francke ter harte hebben genomen weten dat het verwijt onterecht is[1]. Juist deze voorgangers hadden oog voor de oecumenische breedheid van Christus' kerk. Echter tegelijk namen zij hetgeen we belijden over Zijn kerk wel serieus. Ze staken de hand uit naar hen die ook gereformeerd wilden zijn maar bevroegen hen wel over hun claim op die 'status'.


Het is goed dat in de Verklaring gelijk de kerk aan de orde komt. Het is meer dan noodzakelijk daar weer eens diepgaand met elkaar over door te praten. Wat is de kerk? Is het niet zo dat in onze tijd bij de massa van het kerkvolk en ook bij veel predikanten (en niet alleen in onze kerken![2]) er een heel andere 'kerkbegrip' dan we belijden in onze confessies in de harten heeft postgevat? Een aantal symptomen:

  • De Reformatie van 26 oktober jl. was een coproductie met de Nederlands Gereformeerde Opbouw. Het thema luidde "Kerk zijn tussen muren en mensen. De titelpagina vermeldt dat aan de orde zullen komen: Wat geloof je van de kerk, Tien uitdagingen voor dertigers in de kerk, Naar de kerk – een goede gewoonte en De kerk waar ik van droom. Daar gaat het over in de bijna 90(!) pagina's. Je zou toch mogen verwachten dat 'ergens' in dit driedubbeldikke nummer van voormensen in GKv en NGK ook de gereformeerde belijdenis over de kerk aan de orde komt?
    Ik heb het niet kunnen vinden. Ja, toch nog: de Nederlands Gereformeerde emeritus-predikant B. Wielenga (Zuid-Afrika!) laat de kerk 'van bovenaf' zien door de belijdenis van Zondag 21 voor het voetlicht te halen. Dat is alles uit het belijden van de kerk. Geen enkele referentie aan de zes artikelen in de NGB over Christus' kerk …[3]
     
  • De Nationale Synode moet een manifestatie van eenheid zijn voor het front van het Nederlandse volk: "Kijk, dit is waar wij christenen samen voor staan"[4]! Niet meer een grote verdeeldheid maar een nieuwe eenheid waarbij men elkaar de hand reikt over kerkmuren heen. Samen in de naam van Jezus. Niet praten over wat scheidt maar wat bindt, zegt de doelstelling.
    Maar de basis is (ver)smal(d). Zelfs de Apostolische Geloofsbelijdenis was te breed voor dit gezelschap. In de multi-interpretabele gemeenschappelijke groeibelijdenis moeten gelovigen van vrijzinnig tot gereformeerd zich kunnen vinden. Daarom zijn essentiële delen van de algemene en gereformeerde geloofsbelijdenissen weggelaten[5].
    Toch stemden de synoden van de GKv in met de handelwijze van onze betrokken deputaten hierin en gaven het groene licht voor medewerking aan een volgende Nationale Synode/protestants platform in 2013. In de stuurgroep zitten broederlijk naast elkaar vertegenwoordigers van de PKN, Gereformeerde Gemeenten, Remonstrantse Broederschap, CGK, Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeente en de GKv, in de persoon van prof.dr. B. Kamphuis (TUK).

  • Steeds meer vindt interkerkelijke samenwerking en evangelisatie in een of andere vorm plaats waarin ook gereformeerd vrijgemaakten participeren. En dan gaat het niet alleen om samenwerking met Christelijke Gereformeerden maar ook om Nederlands Gereformeerden, Protestanten en zelfs Rooms Katholieke. Regelmatig worden bijvoorbeeld door de Raad van Kerken waarin inmiddels in verschillende plaatsen ook vrijgemaakte vertegenwoordigers zitten, activiteiten georganiseerd over kerkgrenzen heen. Bijvoorbeeld in Leusden[6].

  • In diverse kerken als GKv Assen-Peelo, GKv Amsterdam-ZuidWest en Drachten-ZuidWest wordt open Avondmaal gepraktiseerd. Ongeacht kerkelijke afkomst kan er aan de avondmaalstafel worden aangeschoven. Soms is zelfs wordt zelfs niet eens gevraagd naar kerkelijke afkomst of inhoud van het persoonlijk geloof.

  • In missionaire dochterkerken is onderschrijven van de gereformeerde belijdenis niet een voorwaarde[7]. Integendeel, delen van de belijdenis als de kinderdoop worden als optioneel gezien. En dat overigens niet alleen in missiegemeenschappen[8].

  • Overgangen van de GKv naar andere geloofsgemeenschappen wordt verdrietig gevonden. 'Wij hebben hen niet kunnen vasthouden', klinkt het dan steevast van de kansel. Niet zelden mogen deze kerkverlaters in het plaatselijke kerkblad uitgebreid toelichten waarom de gemeente is ingeruild voor de gemeenschap elders. Kort geleden deelde een kerkenraad in Assen mee dat twaalf leden van de gemeente waren overgegaan naar een Vrije Baptistengemeente. De dominee bad of ze zich daar maar spoedig thuis mochten voelen …

  • Ds. J. Kuiper schreef onder meer  n.a.v. een bespreking van een nieuw boek van A. Kamsteeg:
    "De vrijgemaakte kerken zijn sterk veranderd, vergeleken met vijftig jaar geleden. Voor een deel is dat een proces geweest dat gewoon gebeurde. Waarover ook niemand verantwoording heeft gegeven. Het geloof rond de ware kerk is nagenoeg verdampt bijvoorbeeld, maar een nieuwe kijk op de kerk moet nog komen. In de praktijk betekent dat een terugvallen op de oude ideeën over de pluriforme kerk en de ene onzichtbare kerk die boven alles zweeft.[9]

  • In een brief van de kerkenraad van Drachten-ZuidWest antwoordde deze op bezwaren tegen openstelling van het Avondmaal voor niet-gereformeerden onder meer:
    "… U vult telkens als het in de Schrift en in de belijdenis over de kerk gaat, 'de GKv' in. Dat doen wij niet (meer). Wij vinden dat we, hoe aantrekkelijk een duidelijke grens ook moge zijn en moeilijk het voor ons ook is om een (nieuwe) reële, eerlijke manier van omgang met (andere) christenen uit te vogelen, de complexe werkelijkheid onder ogen moeten zien van kerken die meer of minder zuiver zijn, en met gelovigen die meer of minder gebreken, dwalingen en zwakheden hebben -net zoals wijzelf, en die werkelijkheid ook tot gelding laten komen in onze kerkelijke praktijk."[10]

Is het een wonder dat broeders en zusters al of niet bewust gaan geloven in de onzichtbare kerk. Een pluriforme algemene kerk waarin ieder zijn specialiteit à la maison heeft, ieder een stukje van de waarheid. Van evangelisch tot rooms, van gereformeerd tot vrijzinnig. En waar de "eenheid in verscheidenheid" (doelstelling Nationale Synode!) schittert als de veelkleurige wijsheid van God. Is het niet hoog tijd dat we weer over Christus' kerk gaan spreken en denken zoals we dat samen belijden?

 

In zijn beantwoording van vragen refereerde het forum ook aan de betekenis van de kerk en zijn (vind)plaats:

 

En dat wij ook door mensen als Schilder en zo niet altijd gezien hebben dat er ook een andere kerk, een allesomvattende kerk is, voor mijn part genoemd onzichtbare kerk, want die zien we zomaar niet. Maar we zien overal de kerk opduiken. Dus ik ben blij dat die verandering er gekomen is.

We laten nu even rusten of prof. Schilder hier wel helemaal recht wordt gedaan[11] [12]. Maar we zouden wel graag de vraag willen stellen of hier niet veel te onbeschermd wordt gesproken. Want is het niet juist het probleem van onze tijd dat het kerkbesef bij velen geheel uitgesleten is zoals kan blijken uit bovenstaande waarnemingen? Van hoog tot laag kun je mensen horen zeggen dat kerkmuren moeten worden geslecht want 'wat is ons verbindt is meer dan ons scheidt'. Je kunt het zelfs horen van een gereformeerde hoogleraar over Rome en Reformatie[13]. Het is een slogan geworden om allerlei confessionele verschillen voor lief te nemen.

Wat is de Kerk van Christus? En waar is zij te vinden? Naar mijn overtuiging moeten we toch weer beginnen 'gewoon' onze belijdenis serieus nemen. En niet een oplossing zoeken voor de moeite en de zonde van de kerkelijke verdeeldheid door te vluchten in een onzichtbare kerk. Dat is onconfessioneel en lost ook het probleem van oneenheid niet op.
Daarom zou ik graag willen dat de Verklaring zou beginnen met een vrijmoedige belijdenis over Christus' kerk zoals we daarvan geloven in onze confessies. Laat die weer horen, werk die uit in eigentijdse termen. Laat zo de broeders en zusters de kracht van dat belijden voelen.
Dan gaat het er vervolgens niet om snel een etiket te plakken op deze en gene kerkgemeenschap, deze waar, die vals. Maar wel om de eigen gemeenschap langs de 'lat' van dat wat we zélf belijden te leggen. Die moed moeten we hebben. Anders vervallen we tot hypocrisie: wel 'royaal[14] gereformeerd' maar ondertussen geven we in de praktijk daar nauwelijks inhoud aan. Vergelijk het gebeuren rond Stroom.

 

Nog een opmerking. De Verklaring ziet de grens van pluriformiteit bereikt als anders-gereformeerd  anti-gereformeerd is gaan betekenen, zo zagen we. Ik kan dit wel begrijpen. Als het gaat om de beleving van ons gereformeerde geloof zullen we elkaar daarin niet in dezelfde houding dwingen. Als iemand graag tijdens het gebed zijn handen opheft, voorstander is van doop door onderdompeling, graag het votum zingt en meer verantwoorde liederen wil, actief vrouwenstemrecht legaal acht, dan zullen we dat niet veroordelen.
Maar gaat het hierom? En zegt de tegenstelling hoe krachtig die ook lijkt, niet veel te weinig en kan er niet heel gemakkelijk mee aan de haal worden gegaan?
Terecht illustreert de Verklaring met de situatie rond Stroom. Het is inderdaad onbegrijpelijk dat van de zijde van de TUK luid het stempel 'gereformeerd' op deze groep wordt gezet. Maar o.i. helpt het niet te spelen met een term als anders gereformeerd. Waarom zeggen we niet 'heel simpel' dat gereformeerd is diegene die met mond en hart het geloof belijdt zoals de kerk dat heeft samengevat in haar belijdenissen? Waarvan wij geloven dat ze de Schrift "in alle delen" naspreken? Dat is toch voldoende en niet voor misverstanden vatbaar?  
Vanuit dat geloof zoeken we ook graag de eenheid met ieder die datzelfde geloof heeft ontvangen. We kunnen in aanraking komen met kerken en mensen die niet 'onze' belijdenissen en haar verwoording kennen. Maar als er eenheid mag worden gevonden in Christus dan zullen we elkaar ook vinden in hetgeen we met mond en hart belijden.

Kortom, laten we beginnen met de belijdenis van Christus' kerk als we een beroep doen op onze broeders en zusters in de gereformeerde kerken vrijgemaakt.

 
Wordt vervolgd



[1] Was het níet prof. W. van 't Spijker die ooit gezegd héeft dat met alles wat je van de vrijgemaakten kunt zeggen, zij nemen wel de leer van kerk zoals die door gereformeerde kerken beleden wordt serieus. Mij ontbreekt de tijd om de vindplaats daarvan op te zoeken. Wellicht weet iemand van onze lezers die. We houden ons aanbevolen.

[2] N.a.v. het 100-jarig bestaan van de Pinkstergemeenten overpeinst ds. Tj. de Jong te Staphorst ook vroegere kerkscheuringen. Het "kan wel eens goed zijn dat we als hervormden onze schuld erkennen", zegt hij, "ook ten aanzien van afscheiding en doleantie". "Daarmee is de verantwoordelijkheid van de andere zijde niet weggenomen, maar daar gaat het me nu niet om". Er wordt wel veel gepraat over "kerkschuld" maar "verstaan we het voor God als schuld?". De predikant waarschuwt voor kerkisme, nl. als we "de grenzen van ons eigen kerkgenootschap laten samenvallen met de grenzen van de onzichtbare Kerk". Maar de predikant wil geen toenadering en eenheid zoeken met alle kerken en groepen. Het is moeilijk iedereen te beoordelen, "nochtans blijft staan: er zijn grenzen". Het perspectief is: "Gods kerk heeft eeuwige toekomst. Zij zal door doleren heengaan naar jubileren". Maar "dan gaat het niet om deze of gene beweging, niet om dit of dat kerkgenootschap" (cursief djb). (Kerkblad Hersteld Hervormde Kerk 05/10/07)

[3] Zie ook Wat geloof je van de kerk?, in de rubriek In de pers.

[4] Aldus de website van de Nationale Synode, www.nationalesynode.nl.

[5] In het Kerkblad van de HHK (26/11/10) bespreekt ds. L. W Ch. Ruijgrok het Credo van de Nationale Synode. Hij constateert met prof.dr. J. van Bruggen dat er fundamentele gebreken kleven aan dat Credo. O.a. mist de almacht van God, de maagdelijke geboorte van Jezus Christus, zijn goddelijke natuur, zijn hemelvaart, etc. Het heeft niet geholpen dat de stuurgroep waarin o.a. christelijke gereformeerde en vrijgemaakte hoogleraren in zitten, daarop is gewezen. Er is niets veranderd.

Ds. Ruijgrok oordeelt: "Het is een droeve zaak dat het Credo op de hierboven genoemde fundamentele waarheden zo vaag is dat ook modalisten en arianen zich erin kunnen vinden. Maar dat betekent wel dat er een eenheid wordt gesug­gereerd die er niet is. Hoe kunnen mensen die in de leer van God, in de belijdenis van Christus, in de leer van de Heilige Geest enzovoort tot in het wezen van de zaak met elkaar verschillen nu een gezamenlijk getuigenis afgeven? Dat is een eenheid voorwenden die er niet is. De vraag is: Zijn we dan eerlijk zowel ten opzichte van onze Zender, als ten opzichte van het Nederlandse volk? Juist omdat het hart van het christelijke geloof op het spel staat, dient ons getuigenis 'ondubbelzinnig en onbekrompen' (Groen van Prinsterer) te zijn. Voor geen enkel misverstand vatbaar. En dat in gehoorzaamheid aan Hem Die sprak: 'Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik aan de waarheid getuigenis geven zou' (Joh. 18:37)." De HHK heeft daarom niet deelgenomen aan de Nationale Synode. Het Credo is niet in lijn met het belijden van de Vroege Kerk en evenmin in lijn met wat de Kerk van de Reformatie heeft beleden, niet in lijn met het getuigenis van de Heilige Schrift. "In plaats van de wacht te betrekken bij het hart van het christelijke geloof en daarvan getuigenis af te leggen, zet het juist de deur open voor 'allerlei wind van leer' (Ef. 4:14)."

[6] GKv Leusden participeert al verscheidene jaren in de plaatselijke Raad van Kerken. De oecumene in Leusden heeft een traditie om met Pinksteren een openluchtbijeenkomst te houden bij het centrale winkelcentrum. Met Pinksteren 2011 is de GKV Leusden ook praktisch gaan meedoen aan deze traditie. De vrijgemaakte predikant ds. Ruud de Boer is naast een Rooms-katholiek en een vrouwelijke predikante één van de voorgangers. Meerdere foto’s van deze publieke samenkomst maken duidelijk dat er volop ruimte is voor liturgisch dansen, meditatief dansen, of om het in het Engels te zeggen: sacred ance. (site PKN Leusden 02/12)

[7] Zie de artikelen over Stroom in de rubriek Kerkverband.

[8] Zie b.v. het handelen van GKV Groningen-Oost t.a.v. hen die de kinderdoop weigeren.

[9] GKv Kerkbode Noorden 13/04/12.

[10] In een brief van GKv Drachten-ZuidWest en Nijenga. Zie voor de volledige correspondentie de artikelen Drachten – en het Heilig Avondmaal (1, 2, 3) in het archief van de rubriek Plaatselijke kerken.

[11] Een citaat uit het fundamentele boek Kerk in aanbouw van prof.dr. C. Trimp, dat je in vele handen zou wensen:
"De belijdenis van de katholiciteit van de kerk behoort elke kerkganger ertoe te dringen zijn kerkgang als de (heilzame) kerkgang voor alle burgers te beschouwen. Zo niet, dan is hij in principe een sektariër. Zo iemand is tevreden wanneer hij slechts zijn lievelingsdenkbeelden te horen krijgt in het taaltje dat hem lief en het zaaltje dat hem vertrouwd is. Tegen al deze vormen van degeneratie van het kerkbesef heeft Schilder geprotesteerd. Dat hem dat niet in dank werd afgenomen, bewijst temeer de noodzaak van zijn protest. Schilder een 'kerkist'? Die idee wordt terstond belachelijk, wanneer men de moeite neemt een half uur Schilder te lezen in zijn kritiek (naar binnen en naar buiten) op alle kerkelijke zelfgenoegzaamheid, die men voor Christus' ogen zou durven demonstreren (pag. 87)".

[12] Zie ook Wat geloof je van de kerk?, in de rubriek In de pers.

[13] ND 03-05-08: "Ook Trente is symbool van reformatie" kopte prof. dr. G. Harinck hoogleraar aan de vrijgemaakte universiteit zijn maandelijkse bijdrage aan het ND. Volgens de hoogleraar verschoven op het Tweede Vaticaans Concilie twee accenten: Er kwam meer aandacht voor een historische-theologische benadering, dus de context van de vervloekingen van de leer van de Reformatie, en er kwam meer oog voor het feit dat er op het concilie ook stemmen hadden geklonken die de breuk tussen Rome en de Reformatie hadden willen vermijden. En zo spreken historici tegenwoordig over "reformaties in meervoud: die van Augsburg, die van Trente, die van Dordrecht, enz. Trente bood een nieuwe manier van kerk-zijn en "is dus ook een symbool van reformatie". "En niet zozeer confessionele tegenstellingen vragen nu de aandacht - de verschillen mogen groot zijn, er is meer dat rooms-katholieken en protestanten verbindt dan scheidt."

[14] Opmerking tussendoor. Pas altijd extra op als het woord royaal wordt gebezigd. Meestal wordt er dan ruimte geclaimd voor standpunten en beweringen die dat níet verdienen. Het woord doet een aansprekend appèl: wie wil er nou níet royaal, ruimhartig zíjn. En als de gebruiker er ook nog in slaagt het andere standpunt het odium van bekrompenheid te geven, is het standpunt helemaal op een koninklijke voetstuk geheven.