Ethiek

Uit de kerken

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

‘Hij in mij en ik in Hem’

 

Ds. M.A. Sneep

21-10-23

 

Je identiteit zonder Christus

Ik wil beginnen met een vraag: Wie ben jij? Misschien heb jij jezelf die vraag ook wel eens gesteld, bewust of onbewust. Wie ben ik eigenlijk? Misschien zijn er wel, ook vandaag, die daar op een of andere manier mee worstelen. Wat maakt jou tot de persoon die je bent?

 

Ik denk, wanneer wij deze vraag aan verschillende mensen in de samenleving zouden stellen, dat wij heel uiteenlopende antwoorden zullen horen. Sommige mensen beantwoorden deze vraag in relatie tot andere mensen. Ik ben de vriendin van. Of de zoon of de dochter van. Anderen baseren hun identiteit op het land of de provincie waar ze geboren zijn of waar zij wonen. Ik ben een Nederlander, een Turk, een Groninger of een Fries.  We zouden het antwoord op de vraag wie ben ik ook kunnen baseren op ons karakter. Ik ben introvert of extravert. Of, ik ben grappig, of, ik ben evenwichtig. Weer anderen zullen bij de vraag wie ben ik als eerste denken aan hun geaardheid of hun geslacht.  Of aan de baan of schoolopleiding die ze doen. De hobby die ze hebben. Ik ben student, ik ben verpleegkundige. Er zijn er ook die hun identiteit ontlenen aan wat zij bereikt of niet bereikt hebben in het leven. Ik ben een succesvolle influencer, of, ik ben niet zo populair.

 

Wie ben jij?

Wat kwam er bij jou als eerste naar boven toen ik je zojuist deze vraag stelde?

Maar of je nu je identiteit ontleent aan relaties, prestaties of wat dan ook, het probleem met al deze dingen is dat ze nooit echt tot volle bevrediging zullen leiden.

Tim Keller heeft hierover ergens geschreven:

 

'To have an identity is to have something sustained that is true of you in every setting. Otherwise there would be no ‘you’.'

 

Het probleem is, wanneer wij onze identiteit in relaties, prestaties of andere dingen zoeken, dat al deze dingen aan verandering onderhevig zijn. En dat betekent dat als ik mijn identiteit daarop baseer die ook mee verandert.
Dat is bijvoorbeeld ook het probleem wanneer wij onze gender baseren op hoe wij ons voelen. Je identiteit wordt 'vloeibaar'. Morgen ben je misschien niet meer wie je vandaag nog denkt te zijn.
Stel je voor dat je je identiteit ontleent aan je schoolprestaties/succes en het lukt je om wat voor reden dan ook niet om zo succesvol te zijn als je wel zou willen. Het kan zomaar leiden tot gevoelens van teleurstelling, onzekerheid, of verwarring over wie je nu eigenlijk bent.

 

Je identiteit in Christus

Voor een christen is dat anders. Een christen vindt zijn identiteit niet in zichzelf. Of in externe dingen die kunnen veranderen. Maar in Christus. In Hem Die onveranderlijk is. En Die daarom in alle omstandigheden Dezelfde is. Hij is onze identiteit. In Hem ligt onze identiteit onder alle omstandigheden vast. Daarom luidt de referaattitel: ik in Hem en Hij in mij. Er is een eenheid. Een voor het oog onzichtbare, maar wel een werkelijke eenheid met Christus. De gelovige zegt daarom: Ik ben met Christus gekruisigd; en ik leef, maar niet meer ik, maar Christus leeft in mij (Gal. 2:20).

 

Allereerst is belangrijk te weten wat deze eenheid met Christus is. Lees Joh. 15. De Heere Jezus gebruikt daar het beeld van de wijnstok en de ranken om daarmee de verhouding aan te geven tussen Zichzelf en de gelovigen: 'Wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht'. Hoe kan dat? Het komt omdat de ranken gevoed worden met de sappen afkomstig uit de wijnstok. Ranken en sappen komen voort uit dezelfde wortel. Thomas Boston gebruikt in zijn bekende boek ‘de viervoudige staat’ hiervoor als tegenbeeld de klimop. Een klimop hecht zich aan een iets anders en windt zich eromheen, maar hij is er niet één mee, want hij groeit nog uit zijn eigen wortel. Echter zo is het bij een christen niet: die wel Jezus aanklampt maar ondertussen toch nog zijn eigen wortel heeft, dus zijn identiteit in zichzelf of in iets anders buiten Christus zoekt. Een christen is als een rank die in Christus geworteld is. En daarom zijn identiteit in Christus heeft. 

 

Hoe?

Hoe kom ik aan deze identiteit? En hoe ziet deze er uit?

Je wordt er niet mee geboren. Het is ook niet iets wat je kunt of hoeft te verdienen. Nee, jouw identiteit in Christus ontvang je. Hoe dan? Door het geloof! De zondaar grijpt Christus aan door het geloof, nadat en doordat hij vast gegrepen is door Christus. Het is de Heilige Geest die het geloof in het hart werkt waardoor een zondaar met Christus verenigd wordt. Dat is een eenheid die persoonlijk, echt, levend en onverbrekelijk is. Een diepe, geestelijke eenheid. De gelovige wordt één van Geest met Christus.

Deze eenheid brengt aarde en hemel samen. Christus in de hemel en de christen op aarde en toch samen één. Johannes schrijft in het vierde hoofdstuk van zijn eerste brief:

 

'Hieraan weten wij dat wij in Hem blijven en Hij in ons, doordat Hij ons van Zijn Geest gegeven heeft.' (1 Joh. 4: 13)

 

Deze eenheid gaat zó ver. Dat de Geest van Christus niet alleen in de gelovige werkt, maar er ook woont. Efeze 3: '… opdat Christus door het geloof in uw harte wone'. Christus is het eigendom van de gelovige en de gelovige is het eigendom van Christus.

 

Betekent dit nu dat gelovigen allemaal dezelfde soort mensen zijn? Nee, wij zijn allemaal verschillend. Ook na de vereniging met Christus hebben en houden wij allemaal onze eigen interesses, hobby’s, humor, onze eigen persoonlijkheid. Het is niet zo dat wij ineens allemaal van dezelfde muzieksoort houden. Wel is het zo dat we vanuit onze identiteit in Christus bepaalde muziek afwijzen of juist waarderen.

Het is ook niet zo dat je als christen niet meer succesvol zou mogen zijn in wat je doet. Het probleem is niet dat je succesvol bent in wat je doet, het probleem is wanneer succesvol-zijn zou bepalen of je je gewaardeerd weet of niet.

Wij weten niet hoe ons leven loopt. Of hoe de omstandigheden morgen zullen zijn. Ook het leven van een christen kent hoogtepunten en dieptepunten. Successen en teleurstellingen. Daarin verschillen wij niet met ongelovigen. Maar er is een gróót verschil. Want als ik mijn identiteit in Christus vindt dan verandert die niet, ongeacht hoe ik mij voel, ongeacht wat ik gepresteerd of bereikt heb. Ik ben en blijf in Hem en Hij in Mij. Die band is onverbrekelijk. Ik heb in Hem een nieuwe identiteit gekregen die te allen tijde blijft.

 

Wat houdt deze identiteit dan in?

Het gaat niet alleen om wat ik door het geloof in Christus ontvang, zoals de vergeving van zonden, de gerechtigheid en de heiligheid van Christus, het eeuwige leven. Maar het is vooral om wie ik in Christus ben. Namelijk een geliefd kind van God. Want, 'u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus' (Gal. 3: 26). Daarvoor is de eniggeboren Zoon van God naar deze wereld gekomen om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen. Door het geloof in Christus wordt Gods belofte van aanneming tot kinderen, in ons leven vervuld. Daar ligt niets anders dan Gods eeuwige liefde aan ten grondslag, zonder enige prestatie van hun kant. Gelovigen worden om Christus wil, door de Heilige Geest toegevoegd aan de goddelijke familie waarvan God de Vader is en Christus onze oudste Broer.

 

'Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd' (1 Joh. 3: 1).

 

Voorrechten

Ik wil drie belangrijke voorrechten van deze adoptie noemen:

 

1. Identiteit

Adoptie geeft aan de gelovige een nieuwe identiteit. Je krijgt een nieuwe naam en een nieuw adres. Eerst 'kind van de toorn' (Ef. 2: 3), maar nu om Christus' wil door het geloof een kind van God. En daarmee heeft de gelovige ook een nieuwe woonplaats gekregen. De gelovige staat niet meer ingeschreven in het register van de wereld, maar in het burgerlijk register van de hemel. Er komt ook een zekere afstand tussen de gelovigen en de wereld. Johannes schrijft over Gods kinderen: '… de wereld kent ons niet, omdat zij Hem niet kent'.

 

2. Relatie
De relatie Vader-kind is een liefdevolle relatie. Gods kind mag zich vertrouwd en veilig weten bij God. Gods kinderen noemen de almachtige God dan ook hun Vader. Hun Abba. 'Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader' (Rom.8:15).

 

3. Erfenis.

'Als wij kinderen zijn dan zijn wij ook erfgenamen', schrijft Paulus in Rom. 8. 'Erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus'; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met hem verheerlijkt worden'. Gods kinderen zullen eens met Christus voor eeuwig regeren over Gods nieuwe schepping.

 

De aanneming tot Gods kind leert ons dat wij in Christus horen bij een liefhebbende familie met God als onze Vader. En die band is onverbrekelijk. Ik in Hem en Hij in mij. Een onverbrekelijke band. Niet omdat de gelovige Christus vast heeft gegrepen en nooit meer loslaat. Maar omdat Christus de gelovige heeft vastgegrepen en nooit meer loslaat. Dezelfde Thomas Boston schrijft in dat kader: 'Als het kind alleen zijn moeder zou vast houden dan zou het tenslotte moe kunnen worden en loslaten en vallen. Maar als de moeder haar armen om het kind heeft geslagen, dan is er geen gevaar dat het zal vallen, al houdt het kind haar niet het vast'.

Dus welke zondige onderbrekingen er ook voor kunnen komen in de oefening van het geloof, toch blijft de vereniging zéker uit kracht van de onophoudelijke inwoning van de Geest: Ik in Hem, en Hij in Mij.

 

Wonder

Wie ben ik. Wie ben jij?

Ik hoop dat jouw antwoord op deze vraag is:

'Ik ben een christen of een christin. Ik ben in Hem, en Hij in Mij. En daarom ligt mijn identiteit vast in de onveranderlijke Christus. Als een wijnrank in de wijnstok, ingepland. Om dan voor Hem vruchten te dragen.

Ik ben Gods geliefd kind.
In alle omstandigheden.'

 

Misschien ben je nog niet zo ver. Dan wil ik je vanmiddag Hem aanprijzen, Die de wijnstok is: Jezus. Je hoeft om Hem aan te nemen als je Verlosser niets gepresteerd of bereikt te hebben. Je mag komen zoals je bent. Als een verloren zondaar. Om bij Hem je zonden te belijden en die te leggen op Hem die alles heeft volbracht. En Hij zal je brengen bij de Vader en de Vader zal zeggen: Mijn geliefd kind, welkom Thuis!

 

O wonder van genade!

Hij in mij in ik in Hem.

 

 

Lezing Jongerendag GKN-DGK 7 oktober 2023 te 't Harde.