

CGK, quo vadis? - 7
D.J. Bolt
07-06-25
De Generale Synode Rijnsburg 2024 vergaderde deze week voor het laatst en nam verstrekkende besluiten. De vergaderingen op 3 en 4 juni werden weer uitzonden via internet, we hebben de besprekingen intensief meebeleefd.
Hoe verder? Dat was opnieuw de kernvraag waar deze synode voor stond. Bij elkaar blijven als CGK, als daadwerkelijk gereformeerde kerken, of niet. Al eerder waren mogelijke antwoorden daarop afgewezen: het Interim Model, waarbij afzonderlijke classes gevormd zouden worden met gemeenten die zich niet aan kerkelijke besluiten houden. En ook de A/B variant, waarbij de CGK zou worden opgedeeld in twee afzonderlijke verbanden. In één van de verbanden zouden dan Schrift, belijdenis en kerkorde de basis vormen maar in het andere verband afwijkingen worden getolereerd. De verbanden droegen geen verantwoordelijkheid voor elkaars besluiten. Wel zouden ze moeten samenwerken voor specifieke gemeenschappelijke taken zoals de TUA.
Maar ook dat 'model' kreeg onvoldoende draagvlak in de synode.
Teneinde raad deed het moderamen op 28 maart jl. het volgende voorstel dat door de synode werd overgenomen:
De synode besluit:
De synode van Nunspeet-Rijnsburg 2024-2025 conditioneel te sluiten.
Het moderamen krijgt het mandaat de synode opnieuw bijeen te roepen in juni 2025 wanneer aan beide of één van de volgende condities is voldaan.
- wanneer blijkt – na overleg met adviseurs – dat er dossiers zijn waarop besluiten onontkoombaar nodig zijn;
- wanneer kerken in groten getale aangeven terug te zullen keren binnen de bedding van de genomen synodale besluiten die vast en bondig zijn, wanneer zij eerst daarvan zijn afgeweken.
Wanneer aan deze condities niet wordt voldaan de synode bijeen te roepen op 3 juni 2025 om zonder inhoudelijke bespreking de synode te sluiten.
Het moderamen stuurde een brief naar gemeenten en kerkenraden (29 maart 2025, Bijlage 1), en nog een nadere uitleg aan de kerkenraden (3 april 2025, Bijlage 2).
Zo kon iedereen weten hoe ernstig de situatie was en de Heere bidden om hulp. En zich bezinnen, tot inkeer komen waar nodig.
Echter het moderamen moet tot zijn diepe verdriet rapporteren (zie voor het volledig rapport Bijlage 3):
'… Helaas moeten we concluderen dat er van een breed terugkeren ‘binnen de bedding van de genomen synodale besluiten die vast en bondig zijn’ door kerken die ‘eerst daarvan zijn afgeweken’ geen sprake is. In de reacties die het moderamen na 28 maart en na het versturen van een tweetal brieven aan de kerken heeft ontvangen, is alleen sprake van kerken die expliciet aangeven niet terug te komen op eerdere divergerende besluiten.
Tevens bereiken het moderamen signalen van kerken die sinds de bewuste vergadering in maart juist stappen zetten die een verder afwijken van de synodale besluiten realiseren. We kunnen daarom alleen maar met verdriet vaststellen dat aan conditie b. niet is voldaan… '
Nu is het voortijdige einde van de synode onafwendbaar geworden. Het moderamen stelt voor:
'De synode besluit:
- akkoord te gaan met het behandelen van de agendapunten die het moderamen heeft aangemerkt als ‘dossiers waarop besluiten onontkoombaar nodig zijn’;
- akkoord te gaan met de door het moderamen voorgestelde wijze van decharge verlenen aan deputaatschappen en commissies ten aanzien van (die delen van) de rapporten die niet behandeld zijn;
- akkoord te gaan met de door het moderamen voorgestelde wijze van beantwoorden van instructies, revisieverzoeken en appels die niet behandeld zijn;
- de vergadering te sluiten in de erkenning dat de synode naar art. 30 K.O. niet aan haar opdracht heeft kunnen voldoen en daarom haar verantwoordelijkheid teruggeeft aan de plaatselijke kerken;
- het moderamen mandaat te geven om na afsluiting van de synode als deputaten vertegenwoordiging waar nodig te handelen met behulp van mensen die kunnen adviseren met juridische, financiële en proceskundige expertise.'
Er worden nog verschillende pogingen gedaan aan dit besluit te ontkomen. Het verst strekkend is een voorstel om opnieuw de A/B variant in stemming te geven want misschien zou er in de donkere schaduw van het moderamenvoorstel nu wél een draagvlak van 80% van de stemmen kunnen worden bereikt. Maar een principieel verworpen voorstel pragmatisch weer in stemming geven (met alle precedent werking...) lijkt de vergadering uiteindelijk niet goed. En zo wordt tenslotte het moderamenvoorstel met enige kleine amendementen aanvaard: de synode wijst geen nieuwe samenroepende kerk aan, geeft haar verantwoordelijkheid terug aan de kerken. En houdt op te bestaan.
Hoe verder?
Hiermee is natuurlijk nog niet het eindantwoord op deze vraag gegeven. Want als nu de plaatselijke kerken weer 'aan zet' zijn, wat moet er dan gebeuren?
We hoorden al van twee initiatieven.
CGK Dordrecht-Zuid wijst op eigen initiatief CGK Hoogeveen aan als roepende kerk. Dat was ook het oorspronkelijke voorstel van het synode moderamen. De Dordtse kerkenraad vraagt hiervoor steun van de kerken.
O.i. lijkt dit van weinig inzicht te getuigen in de ontstane kerkelijke situatie.
CGK Rijnsburg, de vroegere samenroepende kerk voor de net beëindigde synode, deed een oproep aan alle christelijke gereformeerde kerken 'om elkaar vast te houden op de aloude grondslag'. De kerk nodigt 'gelijkgezinde kerken' uit voor een bijeenkomst.
We geven iets weer uit een gesprek met de Rijnsburgse kerkenraadsleden ds. L. den Butter en br. J. Hoogendoorn (ND 07-06-25).
Waar gaat het hun om?
‘We voelen ons verantwoordelijk om elkaar vast te houden, met iedereen die op dezelfde grondslag christelijk-gereformeerd wil zijn. Dat is de motivatie van de plaatselijke CGK-gemeente om een bijeenkomst te organiseren op 27 juni. Daarbij zijn alleen kerken welkom die zich herkennen in de volgens de kerkenraad ‘aloude’ vierslag: Schrift, belijdenis, kerkorde en synodebesluiten.'
We willen christelijk-gereformeerd blijven, dus met dit initiatief willen we niet een voortzetting of iets nieuws beginnen’,
Maar, is een vraag, leidt dit initiatief niet tot een scheuring en chaos? Antwoord:
'Als de oproep tot een scheuring zal leiden, is dat niet het resultaat van de oproep, maar van een jarenlange ontwikkeling. Dan zal aan het licht komen wat al tientallen jaren in ons kerkverband gaande is. De schifting is er al, in de praktijk. In woord en daad. ()
Het is niet zo dat wij door dit initiatief nu chaos veroorzaken. We proberen juist in de chaos die er is elkaar vast te houden. Ook als we dit niet zouden doen, zou er een probleem liggen in deze plaatselijke gemeenten. Dat is de ernst van de situatie.
Onze oproep zal niet meer chaos veroorzaken, het zal in iedere gemeente wel de vraag oproepen: hoe verhouden wij ons tot de situatie?
Ook als betrokken buitenstaander zijn we blij met dit initiatief. Het geeft precies aan waar het in de kern om gaat: voor 'vast en bondig houden' van gezamenlijk genomen besluiten, en daarmee gehoorzamen aan het Woord. Het is nu aan de kerken, aan iedere broeder en zuster in deze kerken, zich daarop te bezinnen.
Tenslotte
Zoals gezegd, we hebben haast met rooie oren de synodebesprekingen gevolgd. En waren diep onder de indruk van de wijze waarop de broeders in toch diepgaande verschillen van inzicht met elkaar omgingen. Met veel respect hebben we gezien hoe de preses ds. P.D.J. Buijs de vergaderingen leidde met wijsheid, vriendelijkheid en geduld, terwijl het om zaken ging die ieders hart zo raakten. Er viel (bijna) geen onvertogen woord.
Het enige wat we zouden willen opmerken gaat over de schuldvraag. De synode merkt daarover op in de brief aan kerkenraden en gemeenten (Bijlage 1):
'We voelen ons beschaamd en schuldig tegenover de Heere, maar ook tegenover u, ouderen én jongeren. Wat gaat er ook een slecht getuigenis van ons uit naar de wereld om ons heen die toch al bloedt uit zoveel wonden. Met diep verdriet en verslagenheid schrijven wij u dit.'
Hoe waar dit ook mag zijn als algemene schuldbelijdenis, de kern van de hele problematiek ligt toch daarin dat kerkenraden en gemeenten gebroken hebben met hun beloften als verwoord in artikel 31 KO. Willens en wetens gedaan hebben 'wat goed was in eigen ogen'. Waarbij het beslist niet gaat om triviale zaken, integendeel.
Tot slot misschien nog een wat lichtere noot. In onze gereformeerd vrijgemaakte tijd heetten onze kerken 'De Gereformeerde Kerken onderhoudende art. 31 KO'. Haar leden werden niet zelden aangeduid en aangesproken als 'Artikeltjes'. Wel, tijdens de CGK synodevergadering waanden we ons soms weer in deze vrijgemaakte sfeer van art. 31, van 'vast en bondig houden'. Zoals we dat bijvoorbeeld moesten doen in de kerkstrijd van de zestiger jaren rond 'Sterven en dan?'.
Al met al gaf het een (extra) gevoel van herkenning!
We blijven bidden voor deze kerken en roepen daartoe ook op. Want de strijd moet nog worden voortgezet. We hopen oprecht dat deze kerken weer eensgezind samen 'het aloude pad' mogen terugvinden. Geleid door de Geest wiens uitstorting we deze dagen in het bijzonder gedenken!
Bijlage 1 – Brief aan kerkenraden en gemeenten
preses, ds. P.D.J. Buijs, predikant@cgknunspeet.nl
assessor I, ds. A. van der Zwan, avdzwan@kliksafe.nl
assessor II, ds. W.J. van Gent, predikant@cgkalphen.nl
scriba I, ds. J. Oosterbroek, drontseds@gmail.com
scriba II, ds. A.D. Fokkema, a.d.fokkema@gmail.com
gs2024cgk@gmail.com
Aan: de kerkenraden en gemeenten van de christelijke gereformeerde kerken
Nunspeet, 29 maart 2025
Betreft: situatie kerkverband
Broeders en zusters, jongeren (desgewenst: gemeente),
Het is heel ongebruikelijk dat het moderamen van de generale synode van ons kerkverband zich middels een brief tot u richt.
Maar we voelen ons daartoe opnieuw gedrongen, nu de derde zittingsweek van de generale synode op een verdrietige manier is afgesloten.
Zoals u bekend kan zijn, is er binnen de kerken grote verdeeldheid, onder andere over de vraag of zusters in de ambten bevestigd mogen worden en over de vraag hoe we in Bijbels licht moeten omgaan met homoseksuele relaties. De synode heeft op deze punten een- en andermaal uitspraken gedaan, die door een deel van de kerken niet worden gedragen. Een ander deel kan niet accepteren dat er een praktijk is ontstaan die in strijd is met de synodale bepalingen. Aan beide kanten blijkt er sprake te zijn van gewetensnood.
In de achterliggende maanden en ook in de afgelopen week is op allerlei manieren geprobeerd een begaanbare weg te vinden om als kerkverband in zijn geheel verder te kunnen. Er zijn plannen besproken die beoogden in mindere of meerdere mate afstand te creëren en tegelijk elkaar in essentie vast te houden. Deze plannen zijn gestrand.
De synode staat nu met lege handen. Als moderamen vrezen we voor de gevolgen die dit gaat hebben.
We voelen ons beschaamd en schuldig tegenover de Heere, maar ook tegenover u, ouderen én jongeren. Wat gaat er ook een slecht getuigenis van ons uit naar de wereld om ons heen die toch al bloedt uit zoveel wonden. Met diep verdriet en verslagenheid schrijven wij u dit.
En nu? We schreven: we staan met lege handen, schuldige handen ook. Laten we ons als gemeenten en ieder persoonlijk verootmoedigen voor de Heere.
Maar laten we het ook nu van Hem verwachten, ook als wij de toekomst niet kunnen overzien. Laten we onze lege, schuldige handen vouwen.
Velen van u en jullie hebben in de achterliggende tijd meegebeden – we hebben het op allerlei manieren gemerkt. Blijft u dat alstublieft doen in de komende tijd.
In de toonzetting van Daniël 9: ‘Heere, bij ons staat de schaamte op het gezicht (…) omdat wij tegen U gezondigd hebben. (…) Nu dan, onze God, luister naar het gebed van Uw dienaar en naar zijn smeekbeden. Doe, omwille van de Heere, Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat10 verwoest is. Neig Uw oor, mijn God, en hoor! Open Uw ogen om onze verwoestingen en de stad te zien waarover Uw Naam is uitgeroepen, want wij werpen onze smeekbeden niet voor U neer op grond van onze gerechtigheden, maar op grond van Uw grote barmhartigheid. Heere, luister, Heere, vergeef. Heere, sla er acht op en doe het, wacht niet langer – omwille van Uzelf, mijn God. Over Uw stad en over Uw volk is immers Uw Naam uitgeroepen.’
Zo mogen we bidden, pleitend op het volbrachte werk van onze Heere Jezus Christus, Wiens lijden en sterven voor een schuldige kerk wij in deze weken gedenken. Onder de lamp van dat Evangelie wensen wij u een gezegende zondag toe.
Met hartelijke broedergroet,
het moderamen van de synode
Bijlage 2 – Brief aan kerkenraden
preses, ds. P.D.J. Buijs, predikant@cgknunspeet.nl
assessor I, ds. A. van der Zwan, avdzwan@kliksafe.nl
assessor II, ds. W.J. van Gent, predikant@cgkalphen.nl
scriba I, ds. J., Oosterbroek, drontseds@gmail.com
scriba II, ds. A.D., Fokkema, a.d.fokkema@gmail.com
gs2024cgk@gmail.com
Aan: de kerkenraden van de christelijke gereformeerde kerken
Nunspeet, 3 april 2025
Betreft: verdere uitleg m.b.t. situatie kerkverband
Eerwaarde en weleerwaarde broeders,
Aan het slot van de derde zittingsweek ontving u van het moderamen een brief met een korte duiding van de situatie waarin ons kerkverband terecht is gekomen. In die brief werden bewust de gemeenteleden rechtstreeks aangesproken, zodat de brief geschikt zou zijn om in de gemeente voorgelezen te worden. Naast die eerste brief sturen we u als kerkenraden nu een tweede, uitgebreidere brief waarin we met wat meer woorden u willen vertellen wat de synode precies besloten heeft en wat dit voor ons kerkverband betekent.
Toen in juni de generale synode werd geopend, gebeurde dat in een situatie waarin de spanning in de kerken hoog was opgelopen. Waar eerdere synoden ten aanzien van de bevestiging van zusters in de ambten en omgang met homoseksualiteit en homoseksuele relaties duidelijke uitspraken hebben gedaan, blijkt een deel van de kerken deze uitspraken niet langer te kunnen en willen dragen. Voor een ander deel van de kerken is het onbestaanbaar dat synodale besluiten, genomen rond een open Bijbel, niet langer worden gehoorzaamd. Daarmee is de verdeeldheid in de kerken heel groot geworden. Verschillende classes zijn door deze oorzaak zelfs vastgelopen. Vanaf de opening heeft deze interne verdeeldheid en de daarbij horende spanning een prominente plaats op de tafel van de generale synode gekregen. Er is biddend gezocht naar een weg om als kerken toch gezamenlijk verder te kunnen. Omdat tijdens de tweede zittingsweek in januari dit jaar het zogenaamde ‘interimmodel’ niet het benodigde draagvlak bleek te hebben en de commissie Toekomst Kerkverband haar opdracht teruggaf, heeft het moderamen tijdens de derde zittingsweek van eind maart een ultieme poging ondernomen om een weg te vinden die uit de impasse leidt. De bedoeling was om te komen tot een herschikking van de kerken in twee afdelingen, vanuit het principe: ‘afstand waar nodig, samenwerking waar mogelijk’. In dit model zouden we wederzijds geen verantwoordelijkheid meer dragen voor elkaars beslissingen, maar nog wel een aantal dingen samen kunnen blijven doen. Denk aan het werk in diverse deputaatschappen. Deze denkrichting had vervolgens door een commissie, samengesteld met leden uit de breedte van de kerken, uitgewerkt moeten worden.
Donderdag 27 maart werd duidelijk dat dit plan niet het benodigde draagvlak van 80% heeft. Die 80% was gesteld, omdat het moderamen en later ook de synode van mening was dat voor een dergelijk ingrijpend besluit een breed draagvlak aanwezig moet zijn; anders zou het bij voorbaat geen kans van slagen hebben binnen de kerken zélf. Nu dit percentage niet gehaald werd, bleek daarmee deze ultieme poging om een weg te vinden uit de impasse te stranden.
Dat vervult ons als moderamen met verdriet, schaamte en zorg. In alle eerlijkheid hebben we met de vergadering gedeeld dat we nu geen begaanbare weg meer zien. Het moderamen meent oprecht dat, voor zover wij het op dit moment kunnen overzien, dit de laatste mogelijkheid was om een ongecontroleerde breuk te voorkomen. In andere modellen zien wij die niet. Een deel van de kerken geeft aan de verantwoordelijkheid voor afwijkende besluiten van kerkenraden niet meer te kunnen dragen. De woorden 'niet meer te kunnen dragen' hebben een vergaande impact die we niet moeten onderschatten.
Op vrijdag 28 maart kwam de synode opnieuw samen om te bespreken hoe het nu verder moet met de agenda. Daarbij lag de vraag op tafel: kan de synode wel verder vergaderen nu het niet lukt een perspectief te vinden voor de toekomst van onze kerken? In de bespreking werd duidelijk dat dit vrijwel onmogelijk is. Aan het slot van die bespreking heeft de synode het volgende besloten:
- de synode van Nunspeet-Rijnsburg 2024-2025 conditioneel te sluiten;
-
het moderamen krijgt het mandaat de synode opnieuw bijeen te roepen in juni 2025 wanneer aan beide of één van de volgende condities is voldaan:
a. wanneer blijkt – na overleg met adviseurs – dat er dossiers zijn waarvoor besluiten onontkoombaar nodig zijn;
b. wanneer kerken in groten getale aangeven terug te zullen keren binnen de bedding van de genomen synodale besluiten die vast en bondig zijn, wanneer zij eerst daarvan zijn afgeweken. - wanneer aan deze condities niet wordt voldaan de synode bijeen te roepen op 3 juni 2025 om zonder inhoudelijke bespreking de synode te sluiten.
Bij dit besluit geven we u graag nog een stukje toelichting. U leest hier dat besloten is de synode ‘conditioneel’ te sluiten. Dat betekent: alleen onder bepaalde condities (voorwaarden) wordt er nog verder vergaderd. De eerste voorwaarde is dat er in de komende twee maanden kan blijken dat er dossiers zijn waarop ‘besluiten onontkoombaar zijn’. De eerstgenoemde conditie bepaalt dus dat alleen zulke hoogst noodzakelijke onderwerpen nog behandeld zullen worden. Dat dit besluit genomen moest worden, is een aangrijpende en verdrietige realiteit. Dit betekent immers dat aan de indieners van revisieverzoeken en instructies die nog niet behandeld zijn de boodschap gestuurd moet worden dat de synode niet bij machte was hun verzoeken te behandelen. Datzelfde geldt ook van de deputaatschappen waarvan het rapport niet (helemaal) behandeld is. We lopen als kerken dus bestuurlijk vast. Dat is hoogst ernstig!
Door middel van de tweede voorwaarde die in dit besluit staat genoemd, wordt op een duidelijke wijze de weg gewezen hoe úít deze crisis te komen. Deze weg komt overeen met wat de vorige synode ook al had neergelegd in het rapport ‘Zoek eerst het Koninkrijk’. Als kerken in groten getale aangeven terug te zullen keren binnen de bedding van de genomen synodale besluiten opent zich een nieuw perspectief. Alleen dan zal de synode haar werk kunnen hervatten en met zegen leiding kunnen geven aan de kerken. Het Bijbelse gebod tot eenheid kan immers nooit worden losgemaakt van de noodzaak om in de waarheid te wandelen. De Heere Jezus bad in Johannes 17 niet alleen om de eenheid van de Zijnen, maar ook dat ze geheiligd zouden zijn in Gods waarheid, waarbij Hij de woorden uitspreekt: 'Uw Woord is de waarheid.' Het gaat dus om een eenheid in de waarheid. Door deze tweede conditie uitdrukkelijk te noemen doet de synode een dringende oproep aan de kerken. In het licht van de ernst van de huidige situatie leggen we deze oproep met nadruk bij u neer.
Overigens zij hier voor de duidelijkheid vermeld dat besluit 3 zó verstaan moet worden: ‘Een inhoudelijke voortzetting volgt alleen als aan beide, of aan één van beide voorwaarden is voldaan.’ (zie besluit 2). D.V. 3 juni zal de synode opnieuw samenkomen. Of er dan nog inhoudelijk vergaderd zal worden hangt dus af van de bovenstaande condities. Laten de komende twee maanden voor ons allen een periode van veel gebed en verootmoediging zijn. De Heere zij ons genadig.
Met hartelijke broedergroet,
het moderamen van de synode
Bijlage 3 - Rapport 6 van het moderamen
9.00/22
Op de laatste dag van de veelbewogen zittingsweek in maart besloot de synode als volgt:
- De synode van Nunspeet-Rijnsburg 2024-2025 conditioneel te sluiten;
-
Het moderamen het mandaat te geven de synode opnieuw bijeen te roepen in juni 20255 wanneer aan beide of één van de volgende condities is voldaan:
- wanneer blijkt – na overleg met adviseurs – dat er dossiers zijn waarop besluiten onontkoombaar nodig zijn;
- wanneer kerken in groten getale aangeven terug te zullen keren binnen de bedding van de genomen synodale besluiten die vast en bondig zijn, wanneer zij eerst daarvan zijn afgeweken;
- Wanneer aan deze condities niet wordt voldaan, de synode bijeen te roepen op 3 juni 2025 om zonder inhoudelijke bespreking de synode te sluiten.
Door middel van een tweetal brieven heeft het moderamen de plaatselijke kerken hierover geïnformeerd (zie daarvoor bijlage 1 en 2 van dit rapport). Vervolgens heeft het moderamen15 zich, in lijn met dit besluit, voorbereid op de zittingsdag(en) in juni en voor deze zittingsdag(en) ook een agenda opgesteld. Een belangrijke factor bij deze voorbereidingen was het antwoord op de vraag of aan de condities die in het besluit genoemd staan in de tussenliggende tijd is voldaan.
Door middel van dit rapport informeren we over dit proces en blikken we met u vooruit op juni. Het rapport loopt uit op een aantal concrete voorstellen.
Verantwoording conditie b.
Van de beide condities die in bovenstaand besluit genoemd worden, zal eerst duidelijk moeten worden of aan conditie b. is voldaan. Als aan conditie b. is voldaan hoeft er over conditie a. immers niet eens meer gesproken te worden. Helaas moeten we concluderen dat er van een breed terugkeren ‘binnen de bedding van de genomen synodale besluiten die vast en bondig zijn’ door kerken die ‘eerst daarvan zijn afgeweken’ geen sprake is. In de reacties die het moderamen na 28 maart en na het versturen van een tweetal brieven aan de kerken heeft ontvangen, is alleen sprake van kerken die expliciet aangeven niet terug te komen op eerdere divergerende besluiten.
Tevens bereiken het moderamen signalen van kerken die sinds de bewuste vergadering in maart juist stappen zetten die een verder afwijken van de synodale besluiten realiseren. We kunnen daarom alleen maar met verdriet vaststellen dat aan conditie b. niet is voldaan.
Verantwoording conditie a.
Om vast te stellen of er zaken zijn die aan conditie a. voldoen heeft het moderamen alle deputaatschappen en commissies waarvan het rapport nog niet (volledig) behandeld is, aangeschreven met de vraag voor welke zaken huns inziens besluitvorming onontkoombaar nodig is. Wat de deputaatschappen naar aanleiding van dit verzoek hebben aangereikt, is door het moderamen zorgvuldig gewogen. Daarbij heeft het moderamen vanuit dezelfde invalshoek ook zelf de rapporten, instructies, revisieverzoeken en appels die nog niet behandeld zijn bekeken. In dit proces bleek er wat betreft het moderamen een aantal zaken te zijn dat voor behandeling op D.V. 3 juni in aanmerking komt, omdat besluitvorming daarover inderdaad onontkoombaar nodig is. De zaken die dat betreft, lichten wij hierbij toe:
- Rapport 9.02-04 (studiefonds): in de eerste zittingsweek heeft de synode de stukken besproken van deputaten studie- en stimuleringsfonds. Door deputaten is voorgesteld en door de synode is besloten om gedurende de synodeperiode een voorstel te doen om de condities binnen de regeling te verbeteren. Dat heeft geleid tot het opstellen van een nieuwe regeling. Deze regeling zal nog definitief gemaakt moeten worden. Het moderamen was voornemens deze regeling ter behandeling aan de synode voor te leggen. Op de agenda die u eerder is toegestuurd is, staat deze regeling daarom ook vermeld. Helaas blijkt de nieuwe regeling zodanig veel haken en ogen te hebben dat behandeling daarvan toch niet haalbaar is;
-
Rapport 9.05 (evangelisatie): het meeste van dit rapport is behandeld en besloten, zoals te lezen is op pagina’s 44-45 van dit rapport. Enkele dingen staan nog open, namelijk de punten die nog besproken en besloten hadden moeten worden bij het rapport ‘Kerk in zendingssituatie’ en ‘Steunpunt Plaatselijke Kerken.’ Nu dat ingevolge het genomen besluit op 28 maart jl. niet meer in de rede ligt, stelt het moderamen u voor de handelingen van deputaten goed te keuren voor zover die behandeld zijn, voor het overige decharge te verlenen (wat verstaan moet worden onder ‘decharge verlenen’ wordt hieronder toegelicht) en de deputaten de opdrachten mee te geven zoals die verwoord zijn op blz. 44. Deputaten hebben zelf aangegeven dat wat zij noemen ‘revisieverzoek evangelist’ (maar wat niet als revisieverzoek, maar in de andere vorm behandeld zal worden) aangehouden kan worden tot een volgende synode, evenals het rapport ‘kerk in zendingssituatie’ en de instructie met betrekking tot art. 21 K.O.;
-
Rapport 9.16 (kerkorde en kerkrecht): deputaten geven aan dat het noodzakelijk is de paragraaf over de regeling met betrekking tot het overleg geschilbehandeling (paragraaf 9.2.1 met het besluitvoorstel in paragraaf 11.5.2) te behandelen omdat anders de interkerkelijke samenwerking op het gebied van geschilbehandeling stagneert. Hierin gaat het moderamen mee. We stellen dus voor deze paragraaf te behandelen. Verder stellen we u voor de handelingen van deputaten goed te keuren voor zover die behandeld zijn en voor het overige decharge te verlenen;
-
Rapport 9.18 (eenheid): deputaten eenheid hebben ons erop gewezen dat er met het oog op een samenwerkingsverband tussen de Gereformeerde Bondsgemeente van Baarn en de CGK ter plaatse noodzakelijk een besluit genomen moet worden. Het moderamen ziet de urgentie hiervan en zal daarom op een later moment tijdens de vergadering een voorstel doen deputaten vertegenwoordiging het mandaat te geven ten aanzien van Baarn een uitzonderingsbesluit te nemen. Verder stellen we u voor deputaten decharge te verlenen;
-
Rapport 9.21 (financiële zaken): op financieel vlak zal noodzakelijk het een en ander geregeld moeten worden. Commissie 6 heeft daarom rapport 13 aangeleverd waarin de nodige zaken worden besproken. Het moderamen stelt voor dit rapport te behandelen;
-
Rapport 9.23 (archieven): de voorstellen van dit deputaatschap raken direct de voortgang van hun werk. Daarbij is in overleg met deputaten en het Dienstenbureau wel afgesproken dat besluitvoorstel 2 uit de genoemde voorstellen wordt gehaald. We stellen u voor de resterende voorstellen tot besluit te behandelen;
- Benoemingen.
Alle andere rapporten, instructies, revisieverzoeken en appels zullen door deze synode dus niet meer behandeld worden.
Wat betreft het werk van deputaatschappen en commissies blijven, naast wat hierboven genoemd is, (delen van) de volgende rapporten onbehandeld:
- 9.25 DVAP
- 9.29 commissie heroriëntatie kerkverband
- 9.32 taakgroep herindeling classes
- 9.33 studiecommissie huwelijk en echtscheiding
- 9.35 commissie uitwerking ambtsvisie
- 9.37 studiecommissie hermeneutiek
- 9.38 kerk in zendingssituatie
Daar waar bij de behandeling van rapporten normaal gesproken tot goedkeuring van de handelingen besloten zou worden, stellen wij voor nu te spreken van ‘decharge verlenen’ voor die (delen van) rapporten die niet behandeld zijn. De term ‘decharge verlenen’ verdient daarbij uiteraard wel enige toelichting. Wij verstaan daaronder ‘ontheffen van verantwoordelijkheid’. Dat is uitdrukkelijk niet hetzelfde als ‘goedkeuring verlenen’. Dat laatste kan immers niet, want daarvoor moet een rapport eerst behandeld zijn. Verder krijgen de betreffende deputaatschappen de opdrachten van de vorige synode opnieuw mee. Het rapport voor de huidige synode kan dan
door een nieuw samengesteld deputaatschap (bestaande uit herbenoemde en nieuwbenoemde leden) eventueel opnieuw (en waarschijnlijk met aanvullingen) worden ingediend bij een volgende synode.
Het moderamen stelt voor op alle niet behandelde revisieverzoeken, appels en instructies als volgt te reageren:
‘Vanwege het ontbreken van een breed gedragen perspectief voor de toekomst van onze kerken is deze synode niet in staat u van een adequaat antwoord te voorzien. Wij stellen u in de gelegenheid uw revisieverzoek opnieuw in te dienen bij een volgende synode.
Dit betreft de volgende revisieverzoeken, appels en instructies:
-
revisieverzoeken Raad van Kerken, Nationale Synode, Eenheid, DOE, Samenwerkingsgemeenten, M. Visscher (bediening sacramenten), geregistreerd partnerschap, overdoop;
- punt ad art. 2 K.O. van dep. KOKR, punten ad art. 4 en 16 K.O. van dep. KOKR (oorspronkelijk ingediend als revisieverzoek);
-
appels classis Apeldoorn (11.63), Urk-Eben-Haëzer (11.79) en Urk-Maranatha (11.88);
- instructie 8.01 classis Zwolle, 8.02 (kind en Avondmaal), 8.03 (genderdysforie), 8.09/10 (eenparigheid van stemmen), 8.13 (ondersteuning missionaire initiatieven).
3 juni en daarna
Op grond van wat hierboven genoemd staat heeft het moderamen voor de zittingsdag(en) in juni een agenda opgesteld. Naar de gedachte van het moderamen moet het mogelijk zijn de noodzakelijk te behandelen punten in één dag te bespreken, al hebben we u voor de zekerheid gevraagd ook woensdag 4 juni vrij te houden. Na de behandeling van deze agenda zal de synode gesloten worden. Het gegeven dat dit gebeurt terwijl er nog zoveel zaken niet behandeld zijn, laat pijnlijk zien hoe moeilijk de situatie in ons kerkverband is geworden. Een verdere bespreking van welk agendapunt dan ook blijkt onmogelijk nu enerzijds de synode geen weg heeft kunnen wijzen ten aanzien van de toekomst van het kerkverband en de omgang met kerken die afwijken van de synodale besluiten, en anderzijds de kerken die dit betreft, ondanks het appel45 dat na het besluit van 28 maart jl. de kerken is ingegaan, niet terugkeren binnen de bedding van de synodale besluiten die vast en bondig zijn. Deze moeilijke situatie doet onontkoombaar de vraag rijzen: functioneert artikel 31 K.O. nog wel als de praktijk iets anders laat zien? En wanneer dat ter discussie staat, hoe kan de synode dan nog in lijn met artikel 30 K.O. (‘te behandelen wat in de mindere niet kon worden afgedaan, of wat behoort tot de kerken van de meerdere vergadering in het algemeen’) leiding geven aan het kerkverband? Ons rest als synode daarom geen andere keus dan in lijn met het besluit van 28 maart jl. de synode te sluiten en de verantwoordelijkheid terug te geven aan de plaatselijke kerken.
In een normale situatie wordt voorafgaand aan de sluiting van de synode een kerk aangewezen om de volgende synode samen te roepen. Als moderamen hadden we eerder in dit synodejaar de gemeente van Hoogeveen op het oog. Maar inmiddels staan we voor de vraag: kan er onder de bijzondere omstandigheden waarin wij nu verkeren wel een roepende kerk voor de volgende synode worden aangewezen? Nu de synode sluit terwijl ze haar eigen agenda niet heeft kunnen afwerken is er immers sprake van een buitengewone situatie. Kan de synode als zij is vastgelopen wel ‘gewoon’ een roepende kerk aanwijzen alsof er ‘gewoon’ een nieuwe synode zou kunnen komen? Betekent het teruggeven van de verantwoordelijkheid aan de plaatselijke kerken niet dat die plaatselijke kerken nu op dit punt aan zet zijn? Als moderamen ervaren we bij deze vragen grote verlegenheid. Onze gedachten hierover zijn ook niet eensluidend. Het leek ons daarom wijs op dit punt geen besluitvoorstel te doen, maar de vraag met betrekking tot het al dan niet aanwijzen van een roepende kerk aan u als vergadering voor te leggen.
Omdat wij niet kunnen voorzien wat er gebeurt na de sluiting van de vergadering, vraagt het moderamen van u mandaat om als deputaten vertegenwoordiging waar nodig is te handelen met behulp van mensen die ons kunnen adviseren met juridische, financiële en proceskundige expertise. Bij alle onzekerheid over het verdere verloop van de gebeurtenissen na de sluiting van de synode is en blijft ons hartelijke gebed dat de Heere zich over onze kerken zal ontfermen.
Besluitvoorstellen
Het bovenstaande brengt het moderamen tot de volgende besluitvoorstellen.
De synode besluit:
- akkoord te gaan met het behandelen van de agendapunten die het moderamen heeft aangemerkt als ‘dossiers waarop besluiten onontkoombaar nodig zijn’;
- akkoord te gaan met de door het moderamen voorgestelde wijze van decharge verlenen aan deputaatschappen en commissies ten aanzien van (die delen van) de rapporten die niet behandeld zijn;
- akkoord te gaan met de door het moderamen voorgestelde wijze van beantwoorden van instructies, revisieverzoeken en appels die niet behandeld zijn;
- de vergadering te sluiten in de erkenning dat de synode naar art. 30 K.O. niet aan haar opdracht heeft kunnen voldoen en daarom haar verantwoordelijkheid teruggeeft aan de plaatselijke kerken;
- het moderamen mandaat te geven om na afsluiting van de synode als deputaten vertegenwoordiging waar nodig te handelen met behulp van mensen die kunnen adviseren met juridische, financiële en proceskundige expertise.
Namens het moderamen,
A.D. Fokkema scriba II