Ethiek

In de pers

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Weerwoord aan dr. H.J.C.C.J. Wilschut (1)


D.J. Bolt
30-11-13


Geachte ds. Wilschut,


Wij waarderen het dat u uitgebreid hebt willen reageren (www.hjccjwilschut.nl Blog, Reactie 2) op onze inderdaad uitvoerige Open Brief. Het geeft meer inzicht in uw beweegredenen voor uw verlaten van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en uw voorgenomen lidmaatschap van de Protestantse Kerk in Nederland.
Opnieuw hebben we onszelf de vraag gesteld of het zinvol is verder op deze zaak in te gaan. We hadden veel vragen en u gaf veel antwoorden. Moeten we dan maar niet aanvaarden, beter, zullen we maar niet berusten in deze kwestie?
Toch zijn er redenen waarom we in een weerwoord publiek hierover verder willen nadenken. In de eerste plaats, we begrijpen veel van uw moeiten in de GKv. Tegelijk blijven er ook na uw beantwoording nogal wat vragen over. We zien inconsequenties die we graag verklaard willen zien.
In de tweede plaats heeft uw vertrek bepaald een voorbeeldfunctie. Weliswaar wilt u niet dat broeders en zusters u volgen op uw pad naar de PKN - u roept daartoe ook bewust niet op - maar als uw overwegingen en handelen werkelijk verantwoord mogen heten dan zullen velen in een vergelijkbare positie gemakkelijk dezelfde beslissing nemen, vermoeden wij. Een voorbeeld kan dat al onderstrepen. Op zijn website lijkt de vrijgemaakte ds. J.M. Haak van Rotterdam-Delfshaven eensgeestes met u te zijn:

"De Heer laat zoveel kerken en christelijke gemeenschappen voelen dat eigenheid – ook al is die goed/bijbels – niet langer heilzaam is omdat zijn kudde één is."

En nadat hij u Gods zegen heeft toegebeden, vervolgt hij:

Verder hoop ik dat we binnen afzienbare tijd als collega’s kunnen dienen in dezelfde federatie van kerken/hetzelfde kerkverband.

Ja, zo gaat het. En was er in Barneveld al niet een uitgebreide samenspreking tussen de vrijgemaakte en protestantse kerkenraden[1]?

We hebben nog een reden. Want de meest brandende vraag is of uw principiële nieuwe visie op de kerk gereformeerd mag heten naar hetgeen we belijden in onze gereformeerde confessies. We hebben als gereformeerden ongeveer 180 jaar lang een andere 'visie' op de kerk en kerkelijke situatie gehad dan die u nu lijkt te hebben verworven. Ook wij willen ons daarmee confronteren. Dat valt niet mee, u hebt daar zoals u zelf opbiecht ongeveer vijf à zes jaar over gedaan, wij moeten het verwerken in luttele weken.

Voldoende redenen dus om toch wat ons betreft de gedachtewisseling nog voort te zetten, te meer omdat u nog steeds lid van de GKv bent en in dat opzicht een 'volle' broeder. Zó willen we u aanspreken op uw kerkelijk handelen. Bovendien kunnen we tegelijk nog een paar vragen aan óns adres beantwoorden.

We vinden het overigens wel lastig om uw beweegredenen voor vertrek goed te taxeren. Want er is sprake van een aantal onderscheiden zaken die ook weer onderling verband houden en in elkaar grijpen. Naast allerlei kerkelijke ontwikkelingen spelen immers ook zaken van gezondheid en onvermogen een rol. Wie zal dan van buitenaf op de juiste wijze goed kunnen onderscheiden en naar waarde schatten? Toch doen we een eerlijke poging op basis van het materiaal dat u zelf aandraagt. Mochten we daarin ontsporen dan horen we het graag van u.


De situatie in de GKv

 

We delen in belangrijke mate uw taxatie van de situatie in de vrijgemaakte kerken. Dat hoeft hier niet breed te worden uitgemeten. Een heel aantal jaren hebben we steeds weer gewezen op een toenemende afval. Waar u nogal eens vergoelijkend of afwachtend reageerde, meenden wij doorvretend (post)modernisme te kunnen aanwijzen. Denk aan de strijd rond het vierde en zevende gebod, de toegang van niet-gereformeerden tot het Heilige Avondmaal waarin u afstand van ons nam. En zo is er wel meer te noemen.
Het lijkt niet overdreven om te stellen dat de vrijgemaakte kerken in een stroomversnelling zijn gekomen. U noemt ook een aantal zaken: de vrouw in het ambt, de eenwording met de NGK, deelname Nationale Synode, de nieuwe kerkorde. Daar kunnen we alweer een recent item aan toevoegen: een nieuw ondertekeningsformulier dat meer ruimte biedt voor afwijking van de Schrift en de belijdenis. En dan zijn we ongetwijfeld nog het een en ander vergeten.
Maar van de laatstgenoemde zaken geldt dat daartoe nog niet door de kerken is besloten. De synode van Ede zal als vergadering van de gezamenlijke kerken erover moeten handelen. Dan pas wordt de teerling geworpen. Of misschien, zoals we in de vrijgemaakte kerken de laatste jaren niet zelden hebben zien gebeuren, zaken worden doorgeschoven en de kool en de geit gespaard.
Het blijft voor ons een moeilijk te verteren punt dat u niet heeft willen afwachten of de kerken inderdaad de koers van de afgelopen jaren doorzetten en vastleggen in besluiten, òf dat er werkelijk bekering komt, terugkeer naar de Schrift. In elk geval daar concrete signalen van afgeeft. In uw gemeentevoorlichting te Dalfsen stelde u, nadat u een heel aantal bezwaren tegen komende besluiten o.a. met betrekking tot vrouwelijke ambtsdragers, had geformuleerd:

"Erg gelukkig ben ik met heel deze besluitvorming niet. En  tegelijk: concrete resultaten zijn er nog niet. Ik zou zeggen: Afwachten maar!"   

Uw handelen lijkt daar bepaald niet mee in lijn en ontmoet nogal onbegrip onder verontrusten in de GKv.

 

De situatie in Smilde

 

Maar, zo begrijpen we uit uw reactie, u kon niet anders. Er was in Smilde geen mogelijkheid meer om vruchtbaar te functioneren[2]. De gemeente zou in het ontstane klimaat niet meer kunnen floreren, schrijft u in uw Verantwoording.

We vinden dit een lastig punt. Want wij kennen de situatie in Smilde maar heel beperkt en moeten voornamelijk afgaan op wat u daarover schrijft. Hoe zouden wij dan moeten oordelen? Als er een onwerkbare situatie is ontstaan dan moet er toch wat gebeuren en is het 'logisch' om de biezen te pakken?
Toch menen we dat met achtneming van een zekere terughoudendheid hier wel vragen zijn te stellen. Want 'Smilde' is niet slechts een kerkelijk incident op het Drentse platteland maar heeft een veel wijdere scope. Verkassen naar een andere gemeente in het vrijgemaakte kerkverband is geen oplossing, stelt u. Je loopt tegen soortgelijke spanningen op als in Smilde. "Het heeft weinig zin om van de regen in de drup te komen". Kortom, de ontstane situatie in Smilde is een symptoom van een geheel verziekt kerkverband waar geen orthodox-gereformeerde predikant meer onbelemmerd kan functioneren. Dan lijkt uw stap heel logisch en zelfs fideel, zoals u het zelf beoordeelt: "Je helpt ze [de gemeente, djb] meer door weg te gaan dan te blijven".

Maar mag je dan als predikant, als voorganger vertrekken en de gemeente achterlaten? We hebben hier moeite mee en willen dat graag proberen toe te lichten.

Tegenstand

Uit uw beschrijving van de situatie in Smilde begrijpen we dat er een behoorlijke minderheid in de gemeente was die kritiek had op uw gereformeerde prediking en een andere koers wilde. Daar kunnen we ons iets bij voorstellen. Orthodox-gereformeerd preken en handelen ontmoet in de vrijgemaakte kerken steeds meer weerstand en kritiek. Maar hoe lastig dat ook is, een Dienaar van het Woord zal daar toch niet voor mogen wijken? Het is zelfs eigen aan Gods Woord dat het tegenstand en zelfs vijandschap oproept[3]. In deze tijd van doorgaande secularisatie is het toch alleszins nodig om weerstand te blijven bieden tegen afval van de Here? Zelfs als een aanzienlijke meerderheid (dat is dus niet zo in Smilde) zich zou verzetten. Trouw aan de roeping van uw Zender vraagt dat toch? Hoe hebben profeten en apostelen zich altijd teweer moeten stellen tegen meerderheden in Israël die zich afkeerden van de ware dienst aan God. Ze hebben gezucht en geklaagd, zijn vernederd en mishandeld. Maar in Gods kracht gingen zij voort ook al zagen ze veelal geen 'resultaat' van hun profetisch zwoegen en kwamen ze soms letterlijk in de put terecht. Onze belijdenis stelt het radicaal zo: niet afscheiden van de ware kerk "zelfs al zouden de overheden en wetten van de vorsten zich daartegen verzetten en al zou er de dood of lijfstraf op staan"! Dat is wat!

Strijd

U stelt dat het gevaar groot is dat het steeds meer om 'de persoon van de dominee' zal gaan en dat 'uw zaak gelijkgesteld wordt met de zaak van de Heere'. Ja, dan is het foute boel. Als we gaan strijden voor eigen zaakjes moeten we er maar gauw mee ophouden. Maar dat is er toch niet aan de hand in Smilde? U vecht toch niet voor uzelf? Uw klacht is toch dat er in Smilde, ja eigenlijk in heel de GKv geen (wijk)plaats is voor een gereformeerde predikant, die gereformeerd preekt en handelt? Dán is het zaak in Gods naam de strijd vol te houden, lijkt ons.

We willen de moeite bepaald niet onderschatten die dat met zich mee brengt. Er wordt in onze kerken heel wat afgepraat over onderlinge liefde. Omvangrijke 'gemeenteprojecten' worden er aangewijd[4]. En wat progressief is en afwijkt van Schrift en belijdenis wordt vaak met 'liefde' omarmd en welwillend tegemoet getreden. Toon en klimaat veranderen niet zelden in vrieskou als je gewoon gereformeerd wilt zijn en blijven. Je belandt in een kerkelijke isoleercel. We spreken uit ervaring.

En toch, de strijd moet blijven. Tot de jongste dag. We kunnen, ook al willen we het ook nog zo graag, ons er niet aan onttrekken als we trouw willen blijven.

 

Mini-afscheiding

U maakt nogal bezwaar tegen onze typering van uw vertrek naar de PKN als een mini-afscheiding. U ziet een groot verschil met een kerkelijke afscheiding, zoals u die noemt. Nu moeten we niet gaan twisten over woorden. Maar het punt is dat u  principiële verschillen ziet. U wijdt daar veel aandacht aan. Uw overgang naar de PKN ziet u 'slechts' als "een persoonlijke stap in een persoonlijke situatie". Er is geen sprake van dat de GKv een valse kerk zou zijn geworden. Er is veel mis in de GKv maar er is nog geen sprake van vervolging en dus niet van een valse kerk. Dáárom vertrekt u níet. Het gaat alléén om uw particuliere persoonlijke situatie. U zou het vertrek zelfs niet verantwoorden als u niet iets had gepubliceerd de laatste jaren.

Eerlijk gezegd, kunnen we dit niet volgen. Want als u als gereformeerde predikant geen plaats meer hebt in Smilde, ja dat vroeg of laat zelfs overal  het geval  in het kerkverband  zal zijn, dan is dat toch zeer ernstig en overstijgt dat uw persoon en situatie? Betekent dat dan eigenlijk niet dat er ook voor andere gereformeerde predikanten en vooraanstaanden nog nauwelijks een (wijk)plaats is? Zou je dan niet moeten zeggen dat er, hoe subtiel misschien ook, sprake is van vervolging van hen die de Here trouw naar zijn Woord willen dienen? Vervolging bestaat toch niet alleen als het fysiek door brandstapels en galgen onmogelijk wordt gemaakt te leven naar Gods wil? O.i. kom je dan ook tot een andere confessionele typering van de kerkgemeenschap die je zo noodgedwongen moest verlaten.
 
Als werkelijk de situatie is in de GKv dan verwachten wij ook dat opgeroepen wordt tot wederkeer, met alle consequenties van dien. We laten maar even in het midden op welke wijze zo'n oproep zou moeten plaatsvinden. Maar in elk geval niet door de gemeente(n) als toevertrouwde kudde van Christus aan z'n lot over te laten. Want zij zijn nu wel overgeleverd aan die "aanzienlijke minderheid" die het gereformeerde leven daar in Smilde kennelijk onmogelijk maakt.

 

Kerkverband

In dit kader vragen we ons ook af wat de rol van het kerkverband is of is geweest, die van de kerkenraad voorop. We nemen aan dat een gereformeerde kerkenraad voluit achter zijn gereformeerde predikant staat. Hem beschermt tegen ongerechtvaardigde kritiek, hem ondersteunt als hij onder de last van ongerechtvaardigde oppositie in de gemeente dreigt te bezwijken. Ook eventueel het middel van de tucht niet schuwt. Zijn predikant corrigeert als daar aanleiding toe is. En als het helemaal moeilijk wordt kan het kerkverband ingeschakeld worden, visitatoren om raad gevraagd, de synodale deputaten Probleembehandeling ingeschakeld, die adviseren en hulp bieden in probleemsituaties tussen een predikant enerzijds en zijn kerkenraad en/of de gemeente anderzijds.

We lezen daar niets over in Verantwoording en Reacties. Wel zou de kerkenraad ingestemd hebben met uw conclusie dat "een onwerkbare situatie" was ontstaan. Maar dat betekent natuurlijk niet dat hij ook instemt met uw vertrek naar de PKN, naar we aannemen. Dat zou ook wel heel raar zijn geweest. We kunnen ons eerder voorstellen dat de kerkenraad u in deze situatie had moeten schorsen op basis van art. 79/80 KO. U verlaat immers op eigen initiatief de kerk waar u door Christus bent geroepen en vertrekt naar een kerk die niet voldoet aan hetgeen we belijden in onze confessies en waar we geen zusterkerkrelatie mee hebben. Met dit voornemen kunt u naar onze mening geen predikant meer in onze kerken zijn[5].
 
We hebben hierbij niet vergeten dat u meermalen in uw documenten aangeeft dat uw vertrek ook te maken heeft met uw gezondheid. Dat maakt dat de weging van het afscheid van Smilde ook een component van begrip mag bevatten. Het is de tragiek van de vrijgemaakte kerken dat bekwame gereformeerde predikanten zó vastlopen en dat zij tot zulke stappen komen. Daarom hopen we dat ergens op de agenda van de komende synode een plaatsje is voor zelfonderzoek en beproeving die leidt tot inkeer en bekering zodat we weer samen in blijdschap de kerkelijke weg kunnen vervolgen. Anders vrezen we dat uw voorspelling van een uittocht uit of afscheiding van de GKv meer dan bewaarheid wordt.
Maar met bestemming PKN?

 

Wordt vervolgd


Noten


[1] Men spreekt van "ontluikende contacten" tussen GKv en PKN/Hervormde Kerk. Al anderhalf jaar zíjn er samensprekingen op kerkenraadsniveau. Er wordt een grote mate van herkenning in geloof en ook in zaken waar beide kerken tegenaan lopen geconstateerd. Er is een "doorgaande hervorming" nodig.

[2] Terecht merkt u op dat u níet hebt gezegd dat u in Smilde niet meer kon floreren, u kunt er niet meer functioneren. Het eerste slaat op de gemeente. Onze excuses.

[3] Mat. 24:9 ev., Mar.13:9 ev. Het aangrijpende hier is dat zelfs "een broeder zijn broeder zal overleveren ten dode en een vader zijn kind en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen." We hebben misschien nog heel wat te verwachten.

[4] Voorbeeld: Het project Gods liefde geef je door, zoals dat in gemeenten van Drachten dit jaar werd uitgevoerd.

[5] In Reactie (2) stelt u dat u uw 'radicaal als dienaar van het Woord' behoudt en als zodanig overgaat naar de PKN. Maar o.i. bepaalt een predikant dat niet zelf maar de kerkgemeenschap die u de bevoegdheid heeft gegeven als dienaar van het Woord in haar midden te functioneren. Die gemeenschap kan die bevoegdheid ook weer ontnemen. Ook het neerleggen van ambtelijke taken zou pas kunnen als de kerkenraad een verzoek daartoe honoreert.