Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Regeren of adviseren

 

D.J. Bolt

04-05-24

 

Een van de zaken die de komende tijd weer in de belangstelling zal staan is 'de medewerking van de gemeente aan de verkiezing van ambtsdragers'. Immers in sommige GKN-gemeenten wordt de gemeente daarvoor ingeschakeld. Gemeente, d.w.z. broeders én zusters. Hoe zit dat?

We willen er enkele opmerkingen over maken.

 

Gereformeerde kerken kennen over het algemeen de volgende procedure om te voorzien in vacatures in leiding van de gemeenten. De volgende stappen worden doorlopen (voor het gemak gaat het om 1 vacature):

  1. De kerkenraad vraagt de gemeente om namen op te geven van geschikt geachte broeders voor het ouderlingen- of diakenambt.
  2. De gemeente dient namen in van broeders.
  3. De kerkenraad stelt een zgn. 'groslijst' samen met daarop de namen die door de gemeenten zijn aangeleverd en vult deze eventueel aan met broeders die naar zijn oordeel ook aanmerking komen maar niet genoemd werden.
  4. De kerkenraad selecteert twee kandidaten voor de vacature ('dubbeltal').[1]
  5. De gemeente krijgt de gelegenheid d.m.v. een schriftelijke stemming die kandidaat aan te wijzen die zij het meest geschikt acht voor het ambt.[2]
  6. De kerkenraad benoemt de broeder die de meeste stemmen op zich heeft verenigd. 
  7. De gemeente wordt in de gelegenheid gesteld bezwaren tegen de benoeming indienen.
  8. De kerkenraad beslist of eventueel ingekomen bezwaren gegrond zijn en geeft daar gevolg aan door al dan niet de benoeming te handhaven of te procedure opnieuw (gedeeltelijk) te herstarten.
  9. In een kerkdienst wordt de benoemde broeder bevestigd in het ambt.

Deze procedure, wel geduid als aristocratisch-democratisch[3], wordt voor zover wij weten in alle DGK en GKN gemeenten toegepast met uitzondering van stap 5, boven in rood aangegeven. Het verschil zit hierin wie er mogen stemmen: broeders én zusters of alleen broeders. Laten we eens kijken welke argumenten we tegenkomen voor het een of het ander en of zij steekhouden.

 

Maar vooraf met alle nadruk: het gaat dus niet om verkiezing van zusters in de ambten. Daar zijn wij in al onze kerken het roerend over eens: dát is niet naar de Schrift. De invoering van vrouw-in-ambt met de onderliggende veranderde omgang met de Schrift is ook niet zelden een reden geweest onze kerkleden zich van de GKv af te scheiden.

Het gaat dus nu met name over stap 5 in de verkiezing van broeders in kerkelijke ambten.

 

Kernvraag

 

De vraag is of naast broeders óók zusters deel mogen hebben aan de vijfde stap in ambtsdragerverkiezingen. Waar alles om draait is de kernvraag: Wat is het karakter van deze stemming in de verkiezingsprocedure?

A - is het uitoefenen van regeermacht?

B - is het voorkeur aangeven?

 

Wij bekennen maar gelijk kleur. Het is naar onze stellige overtuiging B.

De gemeenteleden krijgen de gelegenheid op basis van hun inzicht in de gaven van en ervaring met de kandidaten hun voorkeur aan te geven. En als de stemming niets meer en niets minder is dan dát, komt het ook de zusters van de gemeente toe hun 'voorkeur- of adviesstem' uit te brengen.

 

We gaan er nog even verder op door. Eigenlijk is het heel merkwaardig dat dat niet gewone praktijk is. Want onze kerkorde (KO) bepaalt immers in artikel 20:

 

'… De kerkenraad zal de gemeente laten kiezen uit een dubbel getal en vervolgens de gekozenen benoemen…  

'

'De gemeente', dat zijn alle broeders én zusters![4]

Evenzo spreekt ons bevestigingsformulier, eerste vraag:

 

'Bent u ervan overtuigd, dat God zelf u door zijn gemeente tot deze dienst heeft geroepen?'

 

Weer 'gemeente', en niet 'broeders'.
Het betekent formeel dat een kerk in de verkiezingsprocedure de gemeente, dus broeders én zusters kan vragen om aan te geven welke kandidaten naar hun beider oordeel de voorkeur hebben de ambten te vervullen. Broeders van wie een goed getuigenis uitgaat, vol van de Heilige Geest en van wijsheid zijn, vergelijk Hand. 6.

 

Regeermacht

 

Een tegenwerping is dat het stemmen van stap 5 een daad van regeren is, deftig: 'uitoefenen van de regeermacht'. Immers met mijn stem bepaal ik wat de kerkenraad moet doen, de kerkenraad is aan mijn keuze onderworpen, zo wordt gesteld.

Men onderscheidt daarbij dan graag bijzondere regeermacht, die alleen ambtsdrager toekomt en algemene regeermacht die de gemeente zou hebben[5].

We hebben een aantal bedenkingen tegen deze visie.

 

Allereerst, we kunnen op geen enkele wijze deze verschillende 'regeermachten' in de Schrift vinden of daaruit afleiden. Dat maakt het argument natuurlijk erg zwak. Maar ook als dit onderscheid niet wordt gemaakt blijft toch soms gesproken worden van regeermacht door die stemming. De redenering is dan als volgt:

  • In de stemming geeft de kerkenraad de leiding in de ambtsdragerverkiezing op dit punt uithanden en draagt die over aan de gemeente.
  • De gemeente als gezaghebbend bepaalt wie verkozen zijn.
  • De kerkenraad is daaraan onderworpen en heeft daaraan te gehoorzamen.

En dus, zo wordt geargumenteerd, de gemeenteleden oefenden in de stemming eventjes (collectief!) regeermacht uit. En aangezien die zusters niet toekomt mogen zij dus niet deelnemen aan de stemming.

 

De fundamentele denkfout in deze redenering zit daarin dat de kerkenraad zijn regeermacht uit handen geeft, overdraagt. Want ook de stemming gebeurt volledig onder zijn gezag. De kerkenraad heeft bepaald dat zó de stemming zal gebeuren en het is zijn wil dat gemeenteleden zich uitspreken. Op voorhand legt de kerkenraad zichzelf vast op de uitslag t.a.v. de kandidaten omdat zij door hemzelf zijn voorgesteld. Heel die gedachte aan 'regeermacht in de stemming' is vreemd. Als het werkelijk een valide gedachte zou zijn leidt die tot onacceptabele gevolgen. Enkele voorbeelden.

 

Eerst een heel simpele. Als vader zijn kinderen vraagt wat hij op de 'lekkere boterham' moet doen, pindakaas of hagelslag, dan draagt hij daarmee op geen enkele wijze zijn gezaghebbend ouderschap eventjes over aan zijn kinderen. Ook niet omdat hij (uiteraard) hun wens voor heerlijk broodbeleg honoreert.

Maar een serieuzer zaak. De Heere vraagt te kiezen in het leven, zo bijvoorbeeld Israël in de tijd van Jozua:  

 

'… kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont…' Joz. 24:15.

 

Of de Heere Jezus Die oproept te kiezen tussen twee poorten en twee wegen

 

'Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.' Mat. 7:13,14.

 

Kiezen! En de Heere verbindt daar onlosmakelijke gevolgen aan. Maar (ook) hier is geen enkele sprake van 'regeermacht' door de mens die kiest. Maar misschien zijn deze voorbeelden wel al veel te zwaar voor de eenvoudige stemming in een verkiezingsprocedure…

 

Approbatie

 

Er zit ook nog een vreemde inconsequentie in het buitensluiten van zusters in procedure stap 5. Want zij mogen wél hun stem inbrengen als het gaat om de samenstelling van de groslijst (stap 2). En wat nog veel meer betekenis heeft, is hun aandeel in de approbatie, de goedkeuring van de benoemingen door de kerkenraad. Het is ook de zusters toegestaan tegen kerkenraadbenoemingen bezwaren in te brengen (stap 7). Als die 'gegrond' zijn dat moet de kerkenraad deze honoreren. Is dat geen vorm van dat vermeende 'regeermacht' uitoefenen …? Zelfs heel direct van een individuele zuster naar de kerkenraad?! Dit ook nog in tegenstelling tot de verkiezing stap 5 waarbij de kiezer wel broeder Jan kan stemmen maar misschien wel broeder Piet door de kerkenraad wordt benoemd, gezien de uitslag van de stemming!

 

Vrede

 

Onze conclusie is dus: zusters kunnen 'gewoon' meestemmen om hun advies ter zake van de kandidaten aan de kerkenraad kenbaar te maken. Het heeft niets te maken met onbijbels naar zich toetrekken van regeermacht.
Het zou goed zijn om daar na de vereniging van DGK en GKN nog eens rustig met elkaar over door te praten. En zolang dat nog niet is gebeurd de huidige situatie te handhaven.

Om de vrede te dienen.

 

NOTEN


[1] Variaties zijn mogelijk. Zo kunnen bij meerdere vacatures een niet-dubbelgetal worden gekandideerd. Bijvoorbeeld bij twee vacatures drie kandidaten. Ook komt het voor dat de kerkenraad beslist dat geen dubbelgetal kan worden geformeerd en dus er evenveel kandidaten worden aangewezen als er vacatures zijn. Nog meerdere varianten zijn mogelijk maar die laten we rusten. 
Opmerkenswaard is ook nog dat de kerkorde van de Canadian Reformed Churches niets zegt over dubbeltallen maar wel andere bepalingen kent, en veelal verwijst naar 'local regulations, plaatselijke regelingen (Book of Praise 2014, Church Order, article 24).

[2] Mocht iemand menen dat alle kandidaten ongeschikt zijn dan is er uiteraard de mogelijkheid zich te onthouden van stemming of blanco te stemmen.

[3] Joh. Jansen, Korte verklaring van de kerkenordening, 1976, p98.

[4] Een flauw tegenargument zou zijn dat kinderen toch ook niet mogen stemmen. Nee, maar dat mogen ze ook niet als broeders alleen verkiezen. Daar zijn we het over eens, het gaat om belijdende leden die niet onder tucht staan.

[5] Joh. Jansen, Korte verklaring van de kerkenordening, 1976, p99. Generale Synode Arnhem 1930, art. 200.