Europa onderwerpt zich aan de Islam
Prof. dr. C. Van Dam
09-03-19
Het Europese Hof voor de rechten van de mens (ECHR) heeft op 25 oktober 2018 in wezen uitgesproken dat kritiek oefenen op Mohammed, de stichter van de Islam, haat zaaien betekent en dat daarom zulke kritiek niet door de vrijheid van meningsuiting wordt beschermd. Met dit oordeel werd Europa feitelijk voorgeschreven zich aan de Islam te onderwerpen.
De zaak draaide om Elisabeth Sabaditsch-Wolff, een Oostenrijkse, die veroordeeld werd voor 'denigrerende religieuze geloofswaarheden' nadat zij colleges over de gevaren van de fundamentalistische Islam had gegeven. Een links georiënteerde journalist Soeren Kern was tussen het gehoor gezet en nam stiekem de colleges op. Hij merkte op dat
'… de beledigende speech een nonchalant commentaar door Sabaditsch Wolff was, namelijk dat Mohammed een pedofiel was, omdat hij zijn vrouw Aisha huwde toen ze nog maar 6 of 7 jaar oud was'.
Sabaditsch-Wolff’s eigen woorden waren: 'Een 56-jarige en een zesjarige? Hoe noemen we dat, als het niet pedofilie is?' De Moslim-traditie houdt het erop dat het huwelijk werd geconsumeerd toen ze negen jaar oud was. Het zou dus volgens de huidige Oostenrijkse wet onwettig zijn geweest. Haar 'commentaar was feitelijk correct, maar politiek gezien niet.' De journalist die de colleges opnam was ook degene die ervoor heeft gezorgd dat de zaak voor de rechtbank werd gebracht en zo is de zaak uiteindelijk bij de ECHR terechtgekomen.
Elisabeth Sabaditsch-Wolff ging in beroep tegen deze uitspraak vanwege eerdere uitspraken van Oostenrijkse gerechtshoven, die haar voor denigrerende geloofswaarheden hadden veroordeeld.
Zij wierp tegen dat haar recht op vrijheid van meningsuiting geweld was aangedaan, omdat wat zij had gezegd op feiten gebaseerde waardeoordelen waren geweest. En haar kritiek op de Islam vond plaats in de context van een objectieve en levendige discussie, die bijdroeg aan een publiek debat en was niet bedoeld om Mohammed te onteren. Het Europese hof was het er niet mee eens en de zeven rechters bevonden haar unaniem schuldig aan 'het denigreren van religieuze geloofswaarheden'.
De rechters hadden het gevoel dat het nodig was om de vrijheid van meningsuiting af te wegen tegen het recht van anderen om hun religieuze gevoelens beschermd te hebben en om zo de religieuze vrede te bewaren.
In een scherpzinnig artikel in World Magazine merkte Mindy Belz op dat het toepassen van dit besluit op de schietpartij bij Charlie Hebdo in 2015 in Parijs
'de autoriteiten zou dwingen de slachtoffers nog eerder te beschuldigen dan de Al-Qaida schutters. De bij de aanval gedode cartoonisten en redacteuren van het satirische weekblad zouden schuldig zijn geweest aan het veroorzaken van de aanval, omdat zij 'de gevoelens hadden gekwetst en ‘terechte verontwaardiging’ van de Islamitische gemeenschap van Parijs teweeg hadden gebracht'.
De recente ECHR uitspraak was duidelijk een capitulatie of onderwerping aan de Islam en haar Sharia-wetten. Dit mede doordat ook eerdere uitspraken van de ECHR weinig inlevingsvermogen voor Christelijke gevoelens lieten zien. Belz merkte op:
'toen een modeontwerper uit Litouwen advertenties plaatste met afbeeldingen van een Jezus zonder shirt, met tattoos en strakke jeans, zei de ECHR dat het mogelijk ‘moet zijn’ om kritiek te oefenen op religieuze gedachten, ‘zelfs als zulke kritiek door sommigen als kwetsend voor hun religieuze gevoelens kan worden ervaren’'.
Ook 'toen de feministische protestband Pussy Riot over de schreef ging en Moskou’s 'kathedraal van Christus de Heiland' overnam om een profaan lied op te zingen, zei de ECHR dat het recht van de band op vrijheid van expressie gaat boven ‘informatie of ideeën die shock veroorzaken of de rust verstoren’'.
Belz gaf aan hoe ironisch het was dat het Europese hof
'een norm leek aan te nemen die vergelijkbaar was met strenge blasfemiewetten in Islamitisch geleide landen, in dezelfde week waarin het Pakistaanse hooggerechtshof zulke wetten een dreun toebracht'.
Daarbij refereerde zij aan de welbekende zaak van Asia Bibi, een Christin, van wie de blasfemieveroordeling door het hooggerechtshof van Pakistan werd teniet gedaan en die op het ogenblik dat ik dit schrijf nog steeds wacht op een westers land dat haar asiel aanbiedt.
De ECHR onderwerping aan de Islam is een waarschuwing voor Canada. De trend om de wensen van de Islam te pamperen blijkt ook in ons land (Canada). Met de nog steeds onduidelijke gevolgen van de door het Parlement aangenomen Motie 103, die voorwendt Islamfobie te bestrijden, moeten we waakzaam zijn om onze vrijheid te behouden om Islamitische geloofswaarheden zo nodig te bestrijden.
Dr. Cornelis Van Dam is emeritus-professor Oude Testament aan het Canadian Reformed Theological Seminary in Hamilton, Ontario.
Posted 9-2-2019. Overgenomen via Defence of the Truth.
Vertaling: R. Sollie-Sleijster