Kantelen
D.J. Bolt
07-03-20
Er is een enorme druk om homoseksuele relaties te aanvaarden in de samenleving. Ook in de kerken zijn eeuwenlange overtuigingen en posities aan het schuiven of zijn al verlaten.
Hoe kan dat? Wat zijn de 'mechanismes' die hier werken?
We willen er iets van laten zien met een boek dat we de vorige EIW-editie al noemden[1]: Ik zal altijd van je blijven houden!, geschreven door Geja van Reenen. Zij wil ouders van lhbt'ers[2] helpen met achtergrondinformatie over het proces dat ze doormaken als hun kind 'uit de kast komt'[3].
En niet alleen hen, maar ook omstanders, ouderlingen en gemeenteleden daarover informeren 'zodat het gemakkelijker wordt met hen op te lopen'.
Een nobel streven. Maar wat betekent het? Als de schrijfster gelijk in het begin aangeeft dat ze niet 'de discussie wil opzoeken'? En dat we moeten oppassen met 'God wil het' of 'God wil het niet'? We proberen de lijn in haar boek te laten zien en waar die toe leidt.
Wat gebeurde er
De ouders Van Reenen hebben drie kinderen, twee dochters en een zoon. Mevrouw is lerares speciaal onderwijs.
Als een donderslag bij heldere hemel meldt de middelste zoon (24) dat hij zich al acht jaar homo weet. De moeder had tot dan er niets van gemerkt.
Het is voor haar een geweldige schok. Ze moet verwerken dat hij 'geen papa zal worden' en zij geen kleinkinderen zal hebben. En dat hij een vriend zou kunnen krijgen. Het zorgt voor heel veel angst, paniek en vragen. Is de opvoeding er misschien debet aan dat hij zo is?
Maar de vader en andere familieleden accepteren het feit van meet af aan.
Kerk
Gaandeweg wordt de situatie ook bekend in de kerkelijke omgeving van het gezin (een grote Protestantse kerk in Barneveld). Zullen de mensen het aanvaarden en wat wordt de positie van hun zoon in de gemeente? Want er is toch zoveel afwijzing, uitsluiting, negatie van lhbt'ers, ervaart Van Reenen.
De kerkenraad van hun gemeente gaat 'beleid maken' om de gemeente voor te bereiden op deze zaak. Maar dat komt in een stroomversnelling als Zoon[4] na enkele maanden een relatie krijgt met een 'leuke open jongen'. En daarmee vervolgens een 'geregistreerd partnerschap' aangaat. En dan ook officieel gevierd wordt met een door de ouders georganiseerd feestje.
De kerkenraad grijpt in. Zoon wordt van het Avondmaal gehouden en op non-actief gesteld wat betreft zijn activiteiten als zanger in het combo en leider van de kinderclub. Van Reenen ziet het aan met ongeloof, teleurstelling en verbijstering. Weg veiligheid, weg warme deken in de kerk, vindt ze. Is hij dan geen lid meer van het Lichaam, geen kind van God met zijn homoseksuele relatie?
Ze heeft ook grote moeite met de gemeente. Mensen zijn hard, liefdeloos, veroordelen met opgeheven vingertje, oordeelt ze. 'Mensen schijnen precies te weten hoe God denkt'. Ze voelt zich verscheurd, gekwetst. Terwijl zij alleen maar een arm om haar heen wil, een luisterend oor, begrip, liefde.
Kern van haar pijn is het gevoel van afwijzing van haar kind. En dat kerkleden haar negeren 'alsof ze niet belangrijk is'. Het wordt de moeilijkste periode van haar leven, zegt ze. Een tijdlang komt ze niet meer in de kerk.
Na verloop van tijd doet 'schoonzoon' belijdenis en het hele gezin met aanhang mag weer aan het Avondmaal. Ze gaan gezamenlijk als gezin om hun eenheid en steun aan het stel te demonstreren.
Wel blijft de leiding van de kinderclub voor Zoon taboe. Die is voorbehouden aan 'rolmodellen'. Het geeft toch weer het gevoel van niet volwaardig meetellen.
Kantelen
Van Reenen ervaart haar leven in deze tijd alsof ze in een 'rollercoaster' zit. In haar beschrijving ervan spatten emoties van haast elke bladzijde af. We zien een moeder die haar homoseksuele zoon door dik en dun volgt en niet kan verdragen dat mensen zich kritisch uitlaten over zijn relatie.
Door de gezinssituatie is haar denken over homoseksualiteit gekanteld. Een homoseksuele relatie 'in liefde en trouw' is toch gelijkwaardig aan een heteroseksuele verbintenis? Berusten in de geaardheid van Zoon ging al snel over in acceptatie. Sterker nog, ze wil dat hij homo blijft want anders 'zou hij niet meer zijn zoals hij nu is' (104).
Is de strijd nu over? Zeker niet. Want Zoon en Vriend hebben een missie, namelijk 'een weg banen voor andere lhbt'ers' in de kerk. 'Samen willen ze het taboe doorbreken en echt wat veranderen binnen de kerk. Daar zijn mijn man en ik erg trots op", zegt Van Reenen in een interview met de NOS.
En op de Gaypride in Amsterdam ging ze 'vrijblijvend' voorbijgangers knuffelen omdat God iedereen onvoorwaardelijk lief heeft, en om zo 'de liefde van God om hen heen te leggen'.
Bijbel
Maar de Bijbel is toch nergens positief, ja zelfs sterk afwijzend over homoseksuele relaties? En God heeft toch de mens geschapen als man en vrouw? Seksualiteit werd toch al in Genesis geordend in het huwelijk van man en vrouw? Verantwoordt Van Reenen haar zienswijze vanuit de Schrift?
Dat doet ze niet.
Ze volgt de lijn die we ook regelmatig bij andere (ethische) zaken tegenkomen:
- Ieder mag z'n eigen mening hebben, en die zijn gelijkwaardig.
- Geef elkaar daar ruimte voor, leg geen opinie op.
- Ieder mag zeggen wat hij wil, maar oordelen mag niet, geen opgeheven vingertjes.
- Nooit: 'Dit zegt de Bijbel', of (nog erger) 'God zegt'.
- Niemand heeft de waarheid in pacht, want God is groter dan wij denken.
- En, God houdt onvoorwaardelijk van je, zoals je bent.
Daarbij ervaart Van Reenen afwijzen van een homoseksuele relatie als afwijzen van de persoon zelf, van zijn wezen. Want een relatie kun je niet los zien van zijn identiteit, stelt ze (52).
Maar dan is kritiek op (homo)seksueel gedrag eigenlijk ook niet meer mogelijk, het zal onmiddellijk tot heftige, emotionele reacties leiden, zo blijkt ook uit veel beschrijvingen in dit boek. En die moeiten zijn niet aan God te wijten, 'het is niet God die het moeilijk maakt, maar zijn 'grondpersoneel' (107).
De benadering is zo herkenbaar in het huidige kerkelijke klimaat. Je kunt die haast één op één bijvoorbeeld bij de vrouw-in-ambt waarnemen.
Dwang
Degenen die op grond van de Bijbel tegen seksualiteitsbeleving buiten het huwelijk van man en vrouw zijn en daar ook de consequenties aan verbinden, komen steeds meer in een dwangpositie. Het gaat allang niet meer om gedogen van buitenhuwelijkse relaties maar om acceptatie, meer nog, om overtuiging. Allerlei seksuele relaties of het nu homo- lesbische, biseksuele of transgender relaties betreft, ze moeten als vanzelfsprekend aanvaard worden, 'tussen de oren' gaan zitten. Dát is de missie, het woord viel hierboven al. Daarvoor gebruikt de NOS graag dit boekje. En daar helpt een onkritisch interview in het Nederlands Dagblad aan mee.
De 'rollen' worden langzaam maar zeker omgekeerd. Kerken die vasthouden aan het Woord m.b.t. huwelijk en seksualiteit, komen in de verdrukking, zullen zich steeds meer moeten verdedigen tegen felle aanvallen en onverdraagzaamheid.
'Vasthouden aan het Woord', we willen in een volgende publicatie het woord geven aan iemand die zich op dit terrein wél diepgaand heeft verantwoord.
[2] Het staat voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender.
[3] De staande uitdrukking voor als iemand bekendmaakt zich (ook) aangetrokken voelt tot personen van hetzelfde geslacht.
[4] We duiden hem zo aan omdat men liever zijn naam niet wil hebben genoemd.