RUSTdag, rust zacht? (2)
D.J. Bolt30-03-07
De vorige keer hebben we gezien hoe de Synopsis spreekt over de Sabbath. De Sabbath is afgeschaft, zegt de Synopsis. Nergens in het Nieuwe Testament wordt op enige manier aangegeven dat hij nog door christenen moet worden onderhouden!
Nu wordt het spannend. Wat wat betekent dit over onze Zondag en zijn onderhouding? Wat blijft erover van het vierde gebod als je eigenlijk niet meer kunt zeggen: Gedenkt de Sabbathdag dat gij die heiligt? Wat betekent die zin nog als Sabbathdag geen betekenis meer heeft voor ons?
We gaan de Synopsis weer op de voet volgen en geven die samenvattend en hertalend in hedendaags Nederlands weer.
OVER DE SABBATH EN DE DAG DES HEREN II
Hoofdstuk XXI (Stellingen 46-61)
Antonius Thysius
Hertaald en samengevat, djb.
Het vierde gebod is niet afgeschaft
Dat de Sabbath is afgeschaft betekent niet, dat het vierde gebod geheel is vervallen. Want het is ook op een bepaalde manier moreel. Er zit iets algemeens en iets bijzonders in. Algemeen is datgene wat, vergelijkbaar met andere morele geboden, ingeschapen is in de natuur.
Het gebod vraagt
1. dat, hoewel men heel zijn leven godvruchtig leven moet, er toch van het drukke leven met zijn dagelijkse werk, een zekere tijd afgezonderd wordt. En dat deze speciaal voor de verering van God, de publieke bediening van het Woord en de heilige ceremoniën bestemd moet worden tot voeding van de godsvrucht;
2. dat er een vaste dag moet zijn die God heeft vastgesteld, of waarvan Hij omwille van de orde en de betamelijkheid de vaststelling aan de vrijheid van de Kerk heeft overgelaten, en tot onderhouding waarvan de hele kerk verplicht wordt[1];
3. een geschikte, steeds terugkerende dag waarop de verering van God vereist is. Die regelmaat is nodig omdat mensen zwak zijn. God heeft voor de Joden vanaf de schepping daarvoor de zevende dag genomen. 'Zeven' is het getal der volkomenheid dat ook in de hele natuur en bij andere volken waargenomen is; de Apostelen hebben de dag des Heren in hetzelfde ritme verordend.
4. dat er een goede reden[2] moet zijn om hem in te stellen. De dag moet publiek gewijd worden aan het gedenken van de algemene en bijzondere werken en weldaden van God;
5. dat deze dag door gebruik en waarneming heilig is en geheiligd wordt;
6. dat de hele dag aan plichten van godsvrucht en liefde besteed wordt en dus de ziel zich aan andere zorgen onttrekt. Wel zó dat met menselijke zwakheid en direct noodzakelijk werk rekening wordt gehouden;
7. dat er niet voortdurend zonder reden werk gedaan blijft worden dat de heiligheid van deze dag verhindert;
8. ten slotte, dat de plichten van menselijkheid en liefde jegens ondergeschikten, ook jegens dieren, hierop vervuld worden. Dat vloeit ook zo duidelijk uit de wet der natuur voort, zoals blijkt uit het feit dat er overal volken zijn met vastgestelde vrije dagen voor het gehele volk die gewijd zijn aan het verrichten van heilige dingen.
Het bijzondere van het Vierde Gebod
Het bijzondere van het vierde gebod is de goddelijke instelling van de zevende dag van de schepping af: de Sabbath zoals aan de Joden bevolen. Juist door dit bijzondere wordt de algemene betekenis van het gebod verklaard en de rust streng bevolen.
Het geldt voor alle geboden van de decaloog dat ze op de Joden in het bijzonder worden toegepast. Zo spreekt de aanhef van de Wet over "uitleiden uit Egypte" en later, na een nieuwe weldaad aan het volk, "uit het land van het Noorden" [3]. Iets soortgelijks geldt voor de belofte bij het vijfde gebod: Opdat gij lang leeft in het land, dat de Heer uw God u geven zal. Dat land is Kanaän en wordt aan Israël beloofd. Hier is 'land' weer een bijzonder aspect.
Dus: het bijzondere impliceert dat er een algemene betekenis is. Dat algemene blijft onaangetast en is onveranderlijk terwijl het bijzondere vervalt. Wel moet, als het gebod in een nieuwe situatie wordt verordend het bijzondere (van die nieuwe situatie) weer worden verwoord.
De Apostelen en de Sabbath
De Joodse Sabbath en de overige wet der geboden die uit inzettingen bestaan, zijn door het vlees van Christus en zijn kruis vervallen[4]. De gelovigen zijn van de dienst daaraan bevrijd[5]. Toch hebben de Apostelen in hun omgang met de Joden, in christelijk vrijheid de Sabbathdag en andere dingen van de Wet nog een tijd lang onderhouden. Ze wilden geen ergernis wekken en de verstandhouding goed houden. Maar ze hielden hem niet op Joodse wijze en werkten zo aan opheffing ervan. Dat kreeg zijn beslag toen bleek dat sommige Joodse broeders het houden van de Sabbath 'zaligmakend' achtten.
Zo zijn de Apostelen om de christelijke vrijheid te bevestigen op andere tijden de samenkomst gaan houden. Zij hebben daarvoor, in plaats van de dag van de Sabbath, de dag van Christus' opstanding gekozen. Zijn herscheppingswerk was een nieuwe weldaad aan Gods volk. Deze dag valt op de achtste vanaf het begin van de schepping, oftewel is de eerste van de week waarop Christus zich de Levende heeft betoond. Daarom noemde men hem dag des Heren en zelfs de dag des Heren[6]. Niet alleen omdat daarop de Heer is opgestaan en zich levend heeft vertoond maar ook omdat de dag voor de opstanding zelf, ja in alles voor de Heer, ja door de Heer geheiligd en aan Hem gewijd is[7]. De Oude Kerk heeft hem voortdurend onderhouden.
Déze dag, door de Apostelen ingesteld, is zo van goddelijke autoriteit. Het voortdurend getuigenis, de praktijk en het gebruik van de Kerk in zijn beginperiode maakt dit geloofwaardig. Later getuigen daar nog de wetten van de Romeinse keizers van.
De dag niet in zichzelf heilig
De eerste dag is niet op zichzelf iets heiligs, b.v. een mysterie of symbool, of een middel van vroomheid als de dag van de Sabbath. Maar hij is in christelijke vrijheid door de Apostelen in hun wijsheid bepaald en verordend om de leer, de orde en de organisatie[8], en bestemd om vroomheid en heiligheid te dienen. De onderlinge gelijkheid der dagen[9] is hiermee niet in strijd.
Daarom moet hij ook niet waargenomenworden op de manier zoals Israël de Sabbath hield. Dus niet op zichzelf en absoluut door vrij zijn en rust, die in de plaats komt van godsvrucht. Maar hij moet waargenomen worden in christelijke vrijheid opdat wij temeer publiek en ook privé ongehinderd vrij zijn voor de goddelijke eredienst. Daarom is niet zo'n strenge en preciese onderhouding nodig, zoals het Jodendom daaraan bijgelovig verbond. De dag moet ingetogen[10] en eerbiedig worden onderhouden en gevierd, in een rust die voor het eren van God vereist en nodig is.
Publieke Viering
Toen Christenen nog samen met Joden de Sabbath vierden werd deze vieringen gekenmerkt door gewone plichten van godsvrucht, liefde. En de publieke en plechtige bijeenkomst met daarin het lezen der Heilige Schriften, de prediking en het gebed[11]. Daarna werden in de publieke samenkomst op de Dag des Heren de leer der Apostelen, de gemeenschap der armen, de bediening van het Avondmaal des Heren en plechtige en publieke gebeden gebruikelijk. Hieruit bestaat vrijwel de hele verering van God[12].
Persoonlijke viering
Ook privé moet deze dag met heilige oefeningen van de godsvrucht doorgebracht worden. Bijvoorbeeld door in vreugde bezig te zijn met thuis lezen en overdenken van de Heilige Schrift, samen spreken over de heilige dingen, liefdedaden, enz.
Ook wordt niet alle lichamelijke ontspanning verboden. Dat was immers ook een doel van de Sabbath. Maar deze mag de goddelijke verering niet verhinderen en moet gepast en zonder ergernis gebeuren.
Verwerping van de joodse Sabbath
Christenen verwerpen dus die eerste en Joodse Sabbath. Ook een Dag des Heren die op dezelfde wijze als de Sabbath wordt gevierd[13].
Verstoring en verwereldlijking van de dag des Heren
Christenen verwerpen alle verstoring van de Dag des Heren onder voorwendsel van de christelijke vrijheid[14]. Ook verwerpen wij de stelling dat de Sabbath op de Dag des Heren overgebracht en daarin veranderd is, en dat die zo heiliger is, in ordening, betekenis en uitwerking, gelijk[15]. Ook wordt de Dag des Heren in ernstige mate ontwijd als die gebruikt wordt voor niet-noodzakelijke en ongeeigende handelingen. En verder wordt hij geschonden door b.v. toneel(spelen), onmatigheid, weelde en alle soort van misdaden, die zwakken onherstelbare ergernis geven en een grote schande zijn voor de christennaam.
De overige feesten
Kerkfeest, Pasen en Pinksteren mogen worden gevierd. Maar zij zijn niet van dezelfde waarde als de Dag des Heren. Als ze als menselijke instellingen worden geschouwd en de dagen niet als goddelijk en of bijgelovig worden vereerd, de christelijke vrijheid niet in gedrang komt, de kerk door een te groot aantal niet te zeer wordt belast dan kunnen ze nuttig worden gebruikt[16].
Tot zover de hertaling van de Synopsis.
HOOFDPUNTEN VAN DE LEER OVER DE DAG DES HEREN
Ik probeer weer een aantal hoofdpunten te formuleren, nu uit het onderwijs van Synopsis over de Dag des Heren.
1. Het vierde gebod is niet afgeschaft. Al het ceremoniële erin is vervallen. Daarom moet de Joodse Sabbath niet meer worden gevierd.
2. Het gebod vraagt om een vaste dag in hetzelfde ritme dat God bij de schepping voor de Sabbath heeft gekozen.
3. De hele dag moet worden besteed aan het eren van God, de bediening van het Woord en de sacrament, en aan versterking van godsvruchtig leven. Gods werk en weldaden moeten worden herdacht. Verder zijn alleen noodzakelijk werk en barmhartigheidwerk toegestaan. Ook is ontspanning geoorloofd, zij het met mate.
4. Deze dag is óf door God gekozen óf in vrijheid door de kerk vastgesteld. Hij moet in elk geval door de hele kerk verplicht worden onderhouden.
5. De apostelen hebben de eerste dag van de week als de Dag des Heren ingesteld. Daarom is deze dag van goddelijke autoriteit.
6. De Oude Kerk heeft nog kort de dag van de Sabbath gebruikt maar daarna steeds de Dag des Heren onderhouden.
7. De dag is niet heilig in zichzelf, maar moet eerbiedig en onderhouden worden, in een rust die voor het eren van God nodig is.
8. Het eren van God vindt plaats in de publieke samenkomst. Tevens in het persoonlijk leven door het overdenken van de Heilige Schrift, samen spreken over heilige dingen, liefdedaden etc. Alle verstoring hiervan moet worden vermeden.
9. Andere feesten als Kerstfeest, Pasen en Pinksteren kunnen nuttig zijn maar deze dagen zijn niet van dezelfde waarde als de Dag des Heren.
In het volgende artikel wil ik laten zien hoe ds. Wierenga de De Reformatie-lezers over de Synopsis heeft voorgelicht en of dat spoort met wat ik als hoofdpunten meen te kunnen afleiden uit deze zeventiende eeuwse dogmatiek over de Sabbath en de Dag des Heren.
De intrigerende vraag is:
Kan ds. Wierenga's twee-meningen-leer werkelijk rekenen op de steun van Antonius Thysius?
Wordt vervolgd
[1] In de zin zoals Van Dijk die vertaalde is wat weggevallen. De correcte precieze vertaling is: ?Ja, dat er een vaste dag is/zij/moet zijn, die God òf heeft vastgesteld, òf heeft overgelaten aan de vrijheid van de kerk om (er) de orde en betamelijkheid (van) vast te stellen, tot welks onderhouding de kerk in haar geheel wordt verplicht.? Met dank aan latinisten.
[2] "redelijke oorzaak" in het origineel, djb.
[3] Jer.16, 14. Je ziet de toespitsing op de Joden heel duidelijk in de tekst van het vierde gebod: Gij zult gedenken dat gij een dienstknecht geweest zijt in Egypteland, en de Heer uw God heeft u vandaar uitgeleid met een sterke hand en een uitgestrekte arm, etc.
[4] Ef. 2, Col. 2.
[5]Gal. 5.
[6] Openb. 1:10.
[7] Volgens Augustinus verklaring in Apost. serm 15.
[8] Oorspronkelijk: 'staatsinrichting'.
[9] Rom. 14,5, Gal. 4, 10, Col. 2, 16.
[10] "gematigd" in het origineel, djb.
[11] Hand. hfdst.13, 15,16,17 en 18.
[12] Hand. 2,42; Hand. 20,7, 1 Cor. 16.
[13] Zoals de Ebionieten, Euseb. Lib. 3. c. 21.
[14] De Anabaptisten doen.
[15] Zoals sommige Scholastieken en Pauselijken.
[16] Gelijk ook het Purimfeest door Mordechai, Est. 9, 19 en dat van de Vernieuwing door Macchabaeus 1Macc. 4, 59 ingesteld en onderhouden is, naar wij lezen Joh. 10, 22.