Ethiek

Ethiek

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Open brief aan ds. Niemeijer

D.J. Bolt
23-12-05


Geachte Ds. Niemeijer,

Zoals u weet heeft het geschil over de verhouding tussen het vierde gebod en de zondag en de consequenties daarvan voor de zondagsheiliging mijn grote belangstelling. Vooral omdat het een wezenlijk deel van mijn geloof en leven raakt. Want het gaat er immers over hoe wij het gebod van de onze hemelse Vader gehoorzamen in ons denken en doen. Daarbij komt dat de manier waarop wij met één gebod omgaan gevolgen heeft voor de hele wet van God (Jac. 2:10). Daarom luistert het zo nauw.

U kent ongetwijfeld mijn publicatie 'Zondag, een RUSTige dag, dat gaat over het deputatenrapport 'Zondag, een HEERlijke dag. Die is verschenen op de website www.gereformeerdblijven.nl. Mijn belangrijkste conclusies waren dat het deputatenrapport leerde:

- de zondagse rustdag is geen scheppingsinstelling;
- deze dag is niet gegrond op het vierde of een ander gebod; 
- is ook geen opdracht van Christus;
- deze rustdag  wordt niet voorgeschreven door de apostelen;
- en niet inhoudelijk onderwezen in het Nieuwe Testament; 
- er is geen werkverbod voor de zondagse rustdag,

Nu heeft de synode van Amersfoort-Centrum een "Handreiking" vastgesteld getiteld 'Zondag HEERlijke dag' en die in de aandacht van de kerken aanbevolen. U zult begrijpen dat ik buitengewoon benieuwd ben of de door de deputaten voorgestelde onderwijs in de leer nu in beknopte vorm is samengevat in deze handreiking, zoals aangekondigd in de GKV - Nieuwsbrief 2005-09. Óf dat, naar ik hoop, mijn conclusies achterhaald zijn.
 
Om dat voor mij helder te krijgen heb ik de nieuwe handreiking intensief bestudeerd. Daarbij koos ik, gezien de moeite die er in de kerken leefde en leeft, voor een bepaalde insteek namelijk om een antwoord te krijgen op de vraag of de Handreiking (ook) leert:

Het rusten van onze dagelijkse arbeid op onze zondagse rustdag is gegrond op het vierde gebod.

Die vraag kan ik niet direct beantwoorden. Soms denk ik: ja, het staat er tóch. Maar vervolgens ga ik bij nadere beschouwing weer twijfelen. Want op een aantal kardinale punten is de Handreiking voor mij niet helder en eenduidig. Daarom wil ik u graag een tweetal kernvragen stellen. Daarbij richt ik mij formeel tot u als benoemd 'gezicht' van onze kerken. Natuurlijk hoeft u die vragen niet persoonlijk te beantwoorden. Immers alle synodeleden hebben met de Handreiking ingestemd en mogen in staat worden geacht mij hiermee verder te helpen.
De vragen heb ik voor het gemak in onderstaande tekst van de Handreiking aangegeven in rood.
Ik zou het bijzonder op prijs stellen als u mij van dienst zou kunnen zijn.

Met vriendelijke broedergroet,

D.J. Bolt
djbolt@telekabel.nl


PS: Als u geen bezwaar hebt zal uw antwoord op de website www.eeninwaarheid.nl worden gepubliceerd.
  
VRAGEN OVER 'Zondag, HEERlijke dag. Een handreiking'

Hieronder vindt u de Handreiking Zondag, HEERlijke dag zoals die door de synode van Amersfoort-Centrum 2005 is vastgesteld. De Handreiking is ingesprongen weergegeven en mijn vragen voor het gemak in rood gekleurd. 

Aanleiding
Deze handreiking is opgesteld om twee redenen. De eerste is dat, zoals vaker in de geschiedenis na de Reformatie, er in de Gereformeerde Kerken in Nederland een geschil gerezen was over de verhouding tussen het vierde gebod en de zondag en over de consequenties daarvan voor de zondagsheiliging. De tweede reden vormt daar de actuele achtergrond van, namelijk het veranderde geestelijk klimaat in ons land tot een geseculariseerde en multireligieuze samenleving. De economische en maatschappelijke ontwikkelingen (internationalisering, globalisering en technologie) oefenen grote invloed uit op de nationale cultuur. De handreiking wil de kerken helpen de christelijke overtuiging te vernieuwen ten aanzien van het rusten op en het vieren van de zondag in het Nederland van de 21e eeuw.

Inleiding
Wij weten ons als Gereformeerde Kerken in Nederland te staan onder het gezag van het vierde gebod in het geheel van de Tien geboden en van het onderwijs van de heilige Schrift. Het is mede krachtens dit gebod dat wij de zondag vieren als de dag van de opstanding van onze Heer Jezus Christus.
Ons verlangen is steeds beter te begrijpen hoe de zondag ons in Hem geschonken is tot verlossing en tot heiliging van alle dagen van het leven.
 
De Aanleiding hierboven spreekt over rusten op en vieren van de zondag. Maar de Inleiding stelt dat het vieren op de zondag krachtens het vierde gebod is. Daar stem ik van harte mee in. Maar ik had verwacht dat hier ook zou zijn beleden dat het rústen op de zondag krachtens het vierde gebod gebeurt. Mijn concrete vraag is:
Moet ik uit het ontbreken van een referentie aan het rusten op de zondag hier, concluderen dat het Onderwijzend deel in dit licht moet worden gelezen, namelijk dat rusten van al ons dagelijks werk op de zondag niet krachtens het vierde gebod gebeurt? (1).

1. Onderwijzend deel

1. Van sabbat naar zondag
Zoals Israël door de eeuwen heen de sabbat vierde, zo heeft de christelijke kerk de zondag als dag van de Heer ontvangen.

Jezus Christus noemt zichzelf ?Heer, ook over de sabbat? (Mc. 2:28). Hij heeft de gehoorzaamheid aan God en het offer voor de zonden volbracht. Op de eerste dag van de week is Hij opgestaan uit de dood. Gods grote daden in de voltooiing van de schepping en in de bevrijding van het volk uit slavernij waren de motieven om de sabbat te vieren. In Christus brengt God de geschiedenis van zijn heil beslissend verder. Het motief om de zondag te vieren is nu bovendien Gods grote werk in de opwekking van de Zoon uit de doden.

In het Nieuwe Testament staat de eerste dag van de week in het licht van Christus? verschijningen aan zijn leerlingen (Joh. 20:19, 26). De eerste christelijke gemeente komt elke dag samen in de tempel en in de huizen (Hd. 2:46). De eerste dag van de week krijgt profiel in de samenkomst om het onderwijs van de apostelen te horen en het brood te breken (Hd. 20:7) en in het reserveren van de gaven (1 Kor. 16:2). Later wordt deze ?de dag van de Heer? genoemd (Opb. 1:10), de naam die de christelijke kerk in later tijd aan de zondag heeft gegeven. Daarom noemen we de zondag ook de HEERlijke dag.

2. De dag en de dagen van de Heer
In het Nieuwe Testament is de viering van de zondag niet met zoveel woorden aan het vierde gebod van Gods wet verbonden.
Elke dag en heel het leven wordt door Christus geheiligd. Wie een bepaalde dag als feestdag viert, doet dat om de Heer te eren (Rom. 14:6). De zondag was in de wereld van het Nieuwe Testament eerst een gewone werkdag. Deze kreeg al spoedig haar bijzondere kleur in de samenkomsten van Christus? gemeente in de morgen en tegen de avond.
Christus is de vervulling van de hele wet (Mt. 5:17) en neemt Gods geboden op in zijn onderwijs over het koninkrijk. Het grote gebod van de liefde en volmaaktheid geeft kracht aan het leven in navolging van de Meester. Het evangelie vertelt hoe Hij de sabbat naar het gebod onderhoudt en deelneemt aan de samenkomsten in de synagoge. In de gang van het evangelie verwacht je niet dat de viering van de zevende dag zou veranderen, totdat Jezus sterft en zijn lichaam op de sabbat in het graf rust. Het is de opstanding van Jezus Christus uit de dood die het nieuwe ten opzichte van het oude verbond duidelijk maakt.
Evenals de andere geboden, komt het vierde gebod in Christus naar ons toe. In zijn persoon en in de eenheid van de Schriften wil de kerk begrijpen wat het gedenken, heiligen en rusten op de dag van de HERE betekent. In de vrijheid van de Geest willen we recht doen aan het voorlopige, het blijvende en het nieuwe in de wil van God in het vierde van de Tien geboden.

3. Het voorlopige, blijvende en nieuwe
God wil zijn schepselen tot rust brengen en op adem laten komen (Ex. 23:12). Hij wil hen bevrijden uit de kramp van het werken onder de vloek. Het motief van de schepping (Gen. 2:2-3; Ex. 20:11) wordt versterkt door het motief van de bevrijding uit slavernij (Deut. 5:15). Mens, dier en land mogen delen in de rust die God te genieten geeft.

3.1
Het voorlopige in het vierde gebod zien we in de zevende dag, in de mogelijkheden van het beloofde land, in de claim van Gods wet op Israëls samenleving en in de regelgeving ten aanzien van de sabbat die de HERE aan zijn volk opdroeg.
Ook daarin heeft de wet Israël naar de Verlosser geleid. De Schrift noemt ook de sabbat als een schaduw van wat komt, terwijl Christus de werkelijkheid is (Kol. 2:17). Het ene beloofde land gaf voorlopige uitdrukking aan de rust. De christelijke kerk is in de wereld nu in vreemdelingschap. Niet altijd en niet overal ter wereld verkeren christenen in de positie de rustdag en zondag te doen samenvallen.

3.2
Er zijn ook blijvende aspecten aan het vierde gebod. We zien die eerst in de afwisseling van werken en rusten.
Vervolgens ook in de samenkomsten voor de HEER op de rustdag en de feestdagen. En zo in het loskomen van eigen prestatie om te leren leven uit de gulle hand van God. Al bij de voltooiing van de wereld horen we hoe God rustte van zijn scheppingswerk in zes dagen (Gen. 2:2-3; Ex. 20:11). De Here Jezus voegt eraan toe dat de sabbat gemaakt is voor de mens (Mc. 2:27). Dat laat Hij zelf horen in de verkondiging van het evangelie. Hij laat het ook zien in daden van genezing en bevrijding aan kinderen van Israël, ook op de sabbat. Die horen bij uitstek bij de rust die in Hem te vinden is en waartoe Hij Gods volk uitnodigt (Mt. 11:28-12:21).

Dit lijkt mij een cruciale paragraaf waarvan ik graag de reikwijdte beter zou willen begrijpen. Gesteld wordt dat Christus laat zien wat de 'de sabbat gemaakt voor de mens' betekent: verkondiging, genezing, bevrijding en geestelijke rust. Maar ik mis in deze opsomming 'gewone' rust, zeg maar het neerleggen van ons dagelijkse werk.
Mijn concrete vraag is: behoort 'het rusten van onze dagelijks werk op de eerste dag van de week' niet meer tot de blijvende aspecten van het vierde gebod (even afgezien van het natuurlijke ritme van het dagelijkse ritme van werken, eten, slapen) (2)?

3.3
Het nieuwe in Christus? opstanding maakt dat niet meer de zevende, maar de eerste dag van de week in het licht komt te staan. In Hem is de werkelijke rust te vinden (Mt. 11:28-30). Hij is onze sabbat. Het hele leven van zondaars wordt door Hem bevrijd van de last van zonde en schuld. Er straalt licht over alle dagen van de week en over alle volken van de wereld. De komst van zijn rijk zal ons bij de eeuwige sabbatsvrede brengen (Hebr. 4:9). Daarom bidden wij: ?Kom, Heer Jezus? (Opb. 22:20).  

4. Zondag, dag voor de kerk
Vanuit het nieuwe dat in Christus gekomen is kunnen ook de blijvende aspecten van het vierde gebod gestalte krijgen. Het gebod tot het rusten van eigen werk en inspanning vraagt om concretisering. Juist op zondag leren we rust te vinden in het volbrachte werk van onze Schepper en in het volbrachte lijden van onze Verlosser. Uitgaande van zijn opstanding krijgt de eerste dag van de week in de Schrift profiel.
De levende Heer verzamelt zijn gemeente op die dag om zich heen. Hij zendt haar vanuit die dag in het leven van alle dagen om het licht te laten schijnen.
De samenkomsten van de gemeente liggen in het verlengde van Israëls ?heilige samenkomsten? op de sabbat. We worden aangespoord de ?eigen bijeenkomsten niet te verzuimen?, en wel in het licht van het naderend oordeel van dé dag van de HEER (Hebr. 10:25). Het ?heden? van Gods stem die tot bekering roept, geldt elke dag dat het Woord klinkt (Hebr. 4:1-13). Zijn stem klinkt speciaal zovaak de heilige Schriften in de samenkomsten voorgelezen en verkondigd worden. Christus is de Heer van zijn kerk die Hij in één lichaam samenbrengt.
We willen recht doen aan het daadwerkelijke rusten en aan het gedenken van Gods werken. We doen dat wanneer we de zondag vieren en daarin de samenkomsten van de gemeente plaats geven.
Als christelijke kerk weten wij ons geroepen het geschenk van deze rustdag dankbaar te aanvaarden en optimaal tot Gods eer te gebruiken. Wanneer die ruimte ons ontnomen zou worden, blijft de zondag een teken van verlangen om de Heer in volle vrijheid te dienen.
Wij sporen elkaar aan die dag zoveel mogelijk vrij te houden van beroepsarbeid en activiteiten die ons afhouden van de eredienst voor de Here, van de ontmoeting als gemeente en van de rust die deze dag typeert. Het vierde gebod komt tot zijn recht wanneer Gods volk van de dag van de Heer geniet door afstand te nemen van de gewone bezigheden (Jes. 58:13).


5. De gemeente als Christus? lichaam
Het dubbele gebod van de liefde is de samenvatting van de wet en de rode draad van alle geboden (Mt. 22:27-40; Rom. 13:8-10). De liefde tot God als het hoogste gebod krijgt gestalte in de samenkomst van de gemeente met haar Heer. In de samenkomsten presenteert de gemeente zich aan Hem die haar Hoofd is.
De liefde tot de naaste komt tot uitdrukking in de wil om samen te komen als gemeente die het lichaam van Christus mag heten. Dit gebod spoort ons aan de samenkomsten niet te verzuimen, maar elkaar in dat opzicht aan te vuren (Hebr. 10:25). In het geheel van het lichaam kan geen deel gemist worden (1 Cor. 12:12-31). Het vieren van de zondag bindt de leden samen tot het ene lichaam, waarin wij in één Geest gedoopt zijn (1 Cor. 12:12-13).

6. Zondag en samenleving
De Gereformeerde Kerken in Nederland hebben de vrije zondag, zoals die onder Gods voorzienigheid in Europa tot ons is gekomen, steeds met dank aan God aanvaard. Het Nederlandse volk heeft echter in groten getale de weg van het geloof in God verlaten en waardeert de zondag vooral als vrije dag.
Nu op zondag door de wetgever meer ruimte wordt geboden om te werken en die dag daardoor als dag van de Heer minder beschermd wordt, willen wij publiek en eensgezind, met woord en daad, getuigen van Christus? evangelie. Dat houdt in:
6.1 wijzen op de Schepper van al wat leeft die het ritme van werken en rusten gegeven heeft aan mensen die naar zijn beeld geschapen zijn;
6.2 getuigen van de Verlosser die verloren mensen vrij maakt uit de macht van de zonde en ons in zijn gemeente samenbrengt;
6.3 prijzen van de Geest die beschadigde mensen wil vernieuwen naar het beeld van Christus en ons leidt naar de vernieuwing van hemel en aarde.
We willen de zondag tot eer van de levende Heer en als dag van de christelijke gemeente hooghouden.
Ook komen we op voor de handhaving van de zondag als dag van collectieve rust.
De God van Israël heeft van meet af aan ook het personeel, de buitenlander en de dieren in de rustdag betrokken (Ex. 20:10; Deut. 5:14). Ook verlangen wij ernaar de viering van de zondag zo vorm te geven, dat die een aantrekkelijk beeld vertoont van rust bij God en gemeenschap bij elkaar. Ons gebed is dat dit voorbeeld en getuigenis ook onze naaste tot Christus nodigt.
In het dagelijks werk, in onze vrije tijd en op de zondag willen we getuigen van Christus zijn door zelf rust te vinden in Hem. Zo willen wij, verenigd op de belijdenis van Zondag 38 van de Catechismus, in deze tijd en onze omstandigheden recht doen aan Gods bedoeling met het vierde gebod en de zondag.


2. Praktisch-ethisch deel

2.1 In een samenleving met mobiele telefoon, laptop, files, tv, internet en e-mail worden veel mensen opgejaagd. Werktijd en vrije tijd vervloeien, ondanks de korte arbeidsweek. Hoog tijd om opnieuw in de leer te gaan bij de Schepper die werk- en rusttijd maakte. Christus is Heer van vrijgekochte slaven én van de rustdag.

2.2 Leven en werken zijn nog altijd aan de vloek van de zondeval onderworpen (Gen. 3:15-19). Werken is, ook in een hoogontwikkelde economie en samenleving, voor velen zwoegen (Pr. 1:3). Onderwijs en opleiding leggen een grote druk op jonge en oudere mensen. Daarom is het zo heilzaam dat de Schepper in het ritme van de week een rustdag gegeven heeft (Gen. 2:2-3; Ex. 20:8-11; 23:12). Naar Gods voorbeeld en gebod mogen we tot rust komen, leren genieten en terugkijken op het gedane werk. Zo wordt God geëerd als degene die alle werk volbrengt. Niet aan onze prestatie, maar aan zijn zegen is alles gelegen.

2.3 Eerst komt het rusten (dat is: neerleggen van werk), daarna het vieren. God heeft zijn scheppend werk volmaakt en legde zo het fundament onder de sabbat. Jezus Christus heeft het werk van verlossing volbracht en legde zo het fundament onder de zondag. Hij schept tijd om tot rust te komen in zijn nabijheid. Zijn geboden, ook om te rusten, zijn niet zwaar (1 Joh. 5:3; Mat. 11:30). Zo leren we verlangen naar de volkomen rust (Heb. 4).

2.4 De HERE heeft de rust op zijn dag ook geboden om het personeel, de dieren en het land in de rust te laten delen. Die rust heeft ook betekenis voor het Nederlandse volk, de samenleving en economie. God heeft de herschepping (werkelijke ?re-creatie?) van zijn wereld op het oog. In woord en daad zal de kerk getuigen van de rust bij de Schepper, Verlosser en Vernieuwer van al wat leeft.

2.5 Door te rusten laten we zien dat we beseffen verlost te zijn van slavernij, ook van de eigen zonden, prestaties en de economische wetten. Door de zondag te vieren geven we uitdrukking aan de erkenning van Christus als Heer, ook over de rustdag (Mar. 2:28). Als Hij zegt ?Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen?, geldt dat des te meer op zondag (Mat. 6:34). Op de rustdag leren we genieten van zijn zorg, zoals Israël in de gave van het manna leerde.

2.6 Ook al kent het Oude Testament weinig directe voorschriften voor de vormgeving van de eredienst op de sabbat, toch krijgt het vieren profiel. Bijvoorbeeld in de aanwezigheid van de ?tent van de samenkomst? en de offers, in de ?heilige samenkomsten? van het volk en later in de synagoge. Jezus ging naar zijn gewoonte op sabbat naar de synagoge (Luc. 4:16). In het Nieuwe Testament verschijnt Christus na zijn opstanding aan leerlingen en vrouwen. Zij komen samen op de eerste dag van de week (Joh. 20; Hand. 20), die door de gemeente ?de dag van de Heer? genoemd wordt (Op. 1:10).

2.7 Christus roept ons tot zijn gemeente, die zijn lichaam is. De gemeente bestaat niet uit individuen, maar is het lichaam van Christus, door de kracht van de Geest samengesteld uit vele leden (lichaamsdelen). Wanneer de Verlosser ons tot zijn gemeente roept, is er geen plaats meer voor individualisme.

2.8 In de samenkomst presenteert de gemeente zich als het lichaam dat zich in Christus? dienst stelt. In de eredienst stelt zij zich als volk voor haar God om er ernst mee te maken tot Gods rust in te gaan (Heb. 4). Naar het voorbeeld van de oudchristelijke kerk hebben ook wij de tweede kerkdienst nodig om de zondag als een geheel en als gemeente te genieten. Als afwezigheid in de middag- (of avond)dienst toeneemt, moet de gemeente worden onderwezen en gemotiveerd om deel te nemen.

2.9 Het is nodig in het kerkelijk onderwijs de samenhang te leren van:
a. Gods gebod en gewillige naleving ervan,
b. de gemeente die samenkomt en zelf een levend lid daarvan zijn,
c. beroepskeuze en persoonlijke verantwoordelijkheid.
We hebben de verkondiging van het Woord en de gemeenschap der heiligen nodig om een christelijke stijl van leven te ontwikkelen.

2.10 Wanneer onder druk van economie en maatschappij zondagsarbeid toeneemt, is het nodig elkaar te bepalen bij de noodzaak te rusten van eigen inspanning en bij onze totale afhankelijkheid van Gods zegen. Werk dat in dienst van het evangelie (Mt. 12:4-5) en in het teken van barmhartigheid staat (Mt. 12:6-7) kan nodig zijn. Dit biedt ook kansen om aan de navolging van Christus gestalte te geven. Onder welke omstandigheden (beroeps-)arbeid noodzakelijk is zal overwogen worden in christelijke vrijheid. Zulke weging vindt plaats door te luisteren naar Gods Woord, met gebed om wijsheid en het vragen van raad. Jesaja 58:13 kan daarbij praktisch richting en houvast bieden.

2.11 Gevaar van regelmatige zondagsarbeid is dat je aan het ritme van zondagsrust ontwend raakt, dat je geen kracht vindt om zo mogelijk aan één eredienst deel te nemen en dat je jezelf van het gemeenteleven isoleert. Dan is een biddend leven extra nodig om toewijding aan de Heer van het leven en van zijn gemeente te ontvangen. Ook is het goed dat de gemeente om hen die beroepshalve moeten werken, heen gaat staan. Dit kan door gebed en persoonlijke aandacht voor elkaar. In het tijdstip van eredienst wordt zoveel mogelijk met hen rekening gehouden.

2.12 Zondagsarbeid die aanvaard wordt alleen om financieel gewin is verwerpelijk, zoals alle geldzucht (1 Tim. 6:9). Immers, ?niemand kan twee heren dienen. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon?, zegt Jezus, onze Heer (Mat. 6:24).

2.13 De wet van de HERE is richtsnoer van dankbaarheid voor de verlossing in Christus. Het vierde gebod helpt ons - in werken en rusten - de heiliging van heel ons leven te ontvangen. De Heilige Geest vervult de gemeente als een tempel. Daar ontvangen zondaars kracht om al de dagen van de week tot Gods eer te leven.

2.14 Christus bevrijdde de sabbat van menselijke wetten die een last op de rustdag legden. Het ontwikkelen van een patroon van zondagsheiliging vraagt creativiteit: om te ontdekken wat het goede, het welgevallige en volkomene voor God is (Rom. 12:2). Het vraagt om liefde om elkaar daarin tot een hand en een voet te zijn.

2.15 In het beoordelen van en spreken over elkaar is het goed een levensstijl van geduld en barmhartigheid te gebruiken. Niet de uiterlijke kenmerken van zondagsarbeid zijn richtinggevend. Het gaat om de motieven, waaronder de afwegingen van zondagsarbeid zijn gemaakt. Ook in dit kader zijn de woorden van de Here Jezus heilzaam: ?Als u had geweten wat bedoeld wordt met: ?Barmhartigheid wil ik, geen offers?, dan zou u geen onschuldige mensen hebben veroordeeld. Want de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat? (Mat. 12:7-8).

2.16 In de geloofsopvoeding is het van belang een persoonlijke en gedeelde levensstijl te ontwikkelen. Daarbij kunnen huisregels helpen om rust en vrede op de dag van de Heer te vinden. Huisregels zijn afspraken tussen volwassenen, waarin duidelijkheid geboden wordt over keuzes van levensstijl inzake het vieren van de zondag (bijv. inzake huiswerk, het gebruik van media, het soort recreatie). De ruimte die de Geest in onze harten wil maken, mag niet door onze drukte verdrongen worden. Tegelijk geeft God de rustdag om te genieten van vrije tijd en ontspanning. Huisregels zijn afspraken die aan de kinderen geleerd worden als persoonlijke vormgeving van zondagsrust. Zo kan de jongere generatie leren in verantwoordelijkheid tot vormgeving van de rust te komen.

2.17 Een aspect van zondagsviering is ook alle vertrouwen op onszelf en eigen werk af te leggen. Alleen Christus is bij machte ons te bevrijden van de slavernij van de vloek en van de macht van zonde. Bekering van dode werken is omkeer naar de levende God.

2.18 Een krachteloze en vreugdeloze zondagsviering hangt samen met kleingeloof dat haar kracht niet vindt in Christus als Heer. Daarentegen leidt een levend geloof in Christus, de levende, tot een bezielde en blijde viering van de dag van zijn opstanding.

2.19 Gerichtheid op het volbrachte werk van Christus en de vernieuwende kracht van de Geest betekent voor de rustdag: alles doen wat een feestelijke viering van de dag van de Heer dient en alles nalaten wat daaraan afbreuk doet.

2.20 De samenleving is vervreemd van de zondag als rustdag. De zondag als dag van de kerk speelt zich veelal binnen de grenzen van de gemeente en de huizen af. De gemeente van Jezus Christus zal wegen zoeken om contact te leggen met de naaste en hem of haar uit te nodigen iets van de werkelijke rust te proeven. Aan wie tot geloof in Christus komt en zich bij de gemeente voegt willen we uitleggen waarom die dag ons zoveel waard is en laten zien hoe we in vreugde de zondag vieren (vgl. 2.15).

Noot:
1. Niet te verwarren met het deputatenrapport dat dezelfde titel draagt.