Ontoegankelijk
Column
D.J. Bolt
02-07-11
Dat was me wat!
We hadden op een koude en gure zondag waarbij donkere wolken langs het van buien zwangere zwerk joegen, na de ochtenddienst een aantal jonge mensen uitgenodigd te komen koffiedrinken. En wat is er dan heerlijker om dat samen rond het vlammende open haardvuur te doen met 'wat lekkers' er bij? Sfeerlichtjes aan en muziek op de achtergrond, beregezellig!
Maar dan moet je wel naar binnen, de toegang tot het huis ontsluiten, om het deftig te zeggen. En daar zat precies het probleem. Die ellendige sleutel wilde niet in het slot!
Het had een simpele reden: door het voordeurglas zagen we aan de binnenkant een andere sleutel in het slot steken. En ja, twee sleutels in hetzelfde gat, dat is net zo problematisch als twee voeten in één sok …
Eruit duwen? Vergeet het maar. Andere deuren? Zelfde probleem. Oliedom!
Wat nu?
Ondertussen stonden onze gasten het kleumend aan te zien. De stemming daalde enigszins. Hoewel, de jongste van het stel vond het eigenlijk ook wel interessant: hoe zouden ze dit oplossen?
Er werd koortsachtig overlegd. Levensgevaarlijke klimpartijen naar dakramen overwogen maar even snel weer verworpen. Draai-kiep-ramen op hun geslotenheid beproefd. Lauw loene, ze wisten van geen duimbreed wijken. Hermetisch gesloten.
Ontoegankelijk!
Ja, zo kan het ook gesteld zijn met de toegang tot het hart van broeders. Ondoordringbaar. Ongenaakbaar. De spreukendichter had daar zoveel duizenden jaren geleden ook al weet van:
Een verongelijkte broeder is ontoegankelijker dan een sterke stad, en twistingen zijn als de grendel van een burcht. (Spr. 18:19)
Het is maar al te waar. Ieder die even om zich heen kijkt, kan het waarnemen. Broeders communiceren niet meer, lopen elkaar voorbij.Als verontruste ben je daar natuurlijk wat gevoeliger voor dan iemand die alle 'kerkvernieuwing' helemaal te gek vindt. Je voelt het echt: broeders en zusters die zich omdraaien, net even heel nodig hun neus een grote beurt moeten geven als jij in de buurt komt. Of toevallig juist ginter een ander kerklid in het oog vatten dat hoognodig direct moet worden gesproken. Meestal kan een groet er nog wel af maar het is soms puzzelen tussen goedemorgen of goedemiddag.
En zo gaat het niet alleen op 'micro-niveau', het verschijnsel valt ook op tussenkerkelijk waar te nemen. Kritiek, hoe goed gedoeld ook, kan wrevelige gevoelens tot torenhoogte tillen, een mens, een gemeente uitbouwen tot een solide vergrendeld kerkkasteel, een sterke stad. Onbeweeglijk, blocked. Is er nog communicatie, dan is het schieten geworden.
De deur was en bleef dus dicht. En de gasten namen langzamerhand de buitentemperatuur aan. Er zat niets anders op: geweld, hakken! Inbreken in eigen huis. Een ruit rammeien.
Maar welke? Nu was dat betrekkelijk gemakkelijk. Een van de dubbele ramen van mijn werkkamer op de begane grond was lek. Eenvoudig te zien aan wat condens dat zich soms tussen de glasplaten vormde. Dus dát raam.
Er stond er een spade buiten. Onder grote belangstelling werd er op het raam storm gelopen. Vergeefs… Alleen deuken!
Ongelooflijk ontoegankelijk.
Hoe nu?
Had de buurman misschien een glassnijder? Nee, had hij niet, wel een priem met een scherpe punt en een hamer. En ja, bij de derde slag ging het eerste glas en bij het vijfde het tweede aan diggelen. De stukken glas vlogen rond tot in alle hoeken van de werkkamer annex keuken. Maar met de handel van het openslaande raam werd nu een ruime toegang tot het optrekje verkregen.
Binnen!
Zoveel moeite geeft een achteloos vergeten huisdeursleuteltje. Een heel simpel verzuim dat vervelende en kostbare gevolgen heeft. Net als het probleem met die door nauwelijks niks verongelijkte broeder. Of die kerkelijke kwestie door een verkeerd gevallen opmerking of een onbesuisde uiting. Eigenlijk niet de moeite waard om veel woorden aan vuil te maken. Maar de toegang is versperd. Zelfs als elkaar nog ziet staan, bereik je elkaars hart niet meer. Onvermurwbaar als Farao's.
Soms kan het helpen om met geweld openingen te forceren. De ander niet los te laten 'tenzij hij je 'zegent'. Maar vaak gaat ook dát niet zonder schade en stapelen de brokstukken zich allengs op tot een sterke stad.
Eigenlijk is er maar één way out: 1Korinthiërs 13 je eigen maken. Dat haalt de sleutel uit het slot van je hart. Wacht daar niet te lang mee. Verschuil je niet achter "het moet tijd hebben". Of veel vromer, "de Geest moet het doen". Zeker, maar de key aan de binnenkant is wel onder eigen handbereik.
Het resultaat is hartenhelend. Want rond het haardvuur is het weer sámen genieten van de wederzijde warmte die de Geest in onverharde harten ontstak!