Vastberaden nee 12
D.J. Bolt
31-03-18
In de vorige aflevering Vastberaden nee 11 van bijna een jaar geleden (15-04-17), deed ik een klemmend beroep op de predikanten van GKN en m.n. op ds. J.R. Visser, om haast te maken met de gesprekken over kerkelijke eenheid tussen DGK en GKN.
Maar nu is er een brief van GKN-zijde (dd. 08-03-18, voortaan de BRIEF) verstuurd aan de DGK kerken. En weer, evenals met de brief van maart 2016, beëindigen de GKN-kerken eenzijdig de gesprekken met DGK en stellen ultimatums.
De BRIEF maakt allerlei vertrouwelijke informatie uit de samensprekingen tussen DGK en GKN publiek. Ook ons publicatiewerk kreeg er blijkbaar aandacht. We willen daarom aan dit schrijven, door de GKN-synode goedgekeurd met slechts 1 stem tegen, nader bezien.
De BRIEF wordt hieronder cursief en in rood weergegeven. Citaten uit andere bronnen zijn ingesprongen en worden eveneens cursief getoond.
De nummering van de BRIEF-onderdelen is van ons.
De BRIEF
1 – Aan: deputaten ACOBB DGK
Geachte broeders,
Het drietal gesprekken dat we inmiddels met elkaar gevoerd hebben, kon gehouden worden na een aanvankelijke afwijzing.
Voor de duidelijkheid: afwijzing door GKN.
2 - U weet, dat onze Generale Synode veel moeite had met de instructie die u als deputaten van uw meeste vergadering heeft meegekregen. In een eerste oriënterend gesprek is daarop gewezen. Er is tegelijkertijd indringend en aanhoudend gevraagd wat uw bedoelingen waren. Wat beogen kerken om met een ander kerkverband samen te spreken, wanneer er vooraf al sprake is van een oordeel over dat kerkverband. We legden met naam en toenaam de vinger bij uitdrukkingen als "schismatieke kerken" en het "tolereren van dwaalleer". Letterlijk staat er in de acta te lezen: "Ook ten aanzien van een schismatieke kerk waarin voor het overige de grondslag van 2.a. functioneert, heeft de kerk van Christus roeping om zover dit mogelijk is -, te onderzoeken of er eenheid in de waarheid mogelijk is. 28 Acta Generale Synode Groningen 2014-2015 In geval van zonden tegenover de Heer van de kerk zoals het onrechtmatig scheuren van zijn gemeente, zal schuldbelijdenis gedaan moeten worden, voordat het tot een hereniging kan komen.
In een op uw dringend verzoek nader gesprek legde u uit, dat genoemde uitdrukkingen naar uw inzicht geen oordeel inhielden. Het waren slechts gesprekspunten, die tot een beoordeling moesten leiden. Op grond hiervan zijn wij vervolgens als deputaten van de Gereformeerde Kerken Nederland met u in gesprek gegaan.
Voordat het eerste gesprek plaats kon vinden, hebben wij als deputaten gemeend u eerst te moeten vragen of u als deputaten zelf een onbevooroordeelde mening over ons had.
Natuurlijk heeft iedereen een (voorlopige) mening over een kerkverband waarmee wordt samengesproken. Dat geldt zeker de GKN die voor het overgrote deel uit DGK is voortgekomen[1]. Zo wist ds. R. van der Wolf al in 2009 dat hij zich 'bewust' niet bij DGK wilde aansluiten want
'ik denk ook dat binnen de GKh, zeker in de kerkregering, een zekere radicalisering is opgetreden. Daar zou in alle rust en openheid over doorgesproken moeten worden.'
En zo gaf hij bijvoorbeeld ook publiek zijn mening over CGK en HHK[2]. Een mening hebben, daar is toch niks mis mee? Inderdaad, wel in 'alle rust en openheid' over spreken!
3 - We stelden die vraag naar de integriteit vanwege een aantal zeer onaangename artikelen op een website uit uw kerkelijke kring. In die artikelen werd een aantal predikanten ongehoord en publiekelijk veroordeeld, als zouden ze een dubbele agenda hebben.
Tot onze vreugde nam u van wat in uw eigen kring geschreven was nadrukkelijk afstand. U vond het overigens niet nodig om dat publiek te maken. Het persoonlijk uitspreken ervan achtte u voldoende voor de voortzetting van het gesprek. Wij hebben u daarin niet verder willen pressen, omdat genoemde website wel binnen uw kerken actief is, maar u voor wat daar geschreven wordt niet verantwoordelijk bent.
Om duidelijkheid te verkrijgen vroegen we nadere informatie aan de GKN-deputaten:
'We lazen uw brief dd. 8 maart 2018 aan de deputaten ACOBB DGK die op de publiek toegankelijk website van uw kerken is geplaatst. In deze brief wordt, zij het anoniem, ook aan publicaties op de website eeninwaarheid.info gerefereerd en worden bepaalde beschuldigingen geuit, zie tweede paragraaf van uw brief. U zou in de gesprekken tussen de beide deputaatschappen deze publicaties hebben besproken en daar gezamenlijk een negatief oordeel over gegeven.
Graag ontvangen wij van u een kopie van het verslag (of verslagen), waarin de website en haar artikelen aan de orde is geweest zodat wij kunnen nagaan wat uw bezwaren zijn en of en hoe wij daarop actie moeten ondernemen.'
Antwoord van de GKN-deputaten in twee regels:
'Verslagen van de gesprekken met de deputaten van de kerken behoren de betreffende synodes toe en worden niet verspreid. Ook verdere mededelingen over de gesprekken tussen de kerken worden niet verstrekt.'
We hebben hier nogal moeite mee. Het is toch niet fair dat we anoniem worden beschuldigd? Waarom niet met open vizier man en paard genoemd?
Overigens, eeninwaarheid.info is geen website van DGK maar een volledig onafhankelijk internetmagazine met een redactie waarin zowel mensen uit DGK alsook uit GKN zitten. Er vindt geen enkel (voor)overleg over onze publicaties plaats met kerkelijke achterbannen. En dat willen we ook graag zo houden.
Ook vinden we het vreemd dat er door GKN weer[3] onderdelen uit vertrouwelijke gesprekken publiek worden gemaakt en vervolgens nadere informatie ('wederhoor') ons wordt geweigerd. En dat zelfs een negatief oordeel van DGK-deputaten over een in waarheid wordt gemeld. Kan dat zo? Zegt onze Catechismus daar niet iets over?
Maar belangrijker is dat de BRIEF stelt
4 - 'een aantal zeer onaangename artikelen die een aantal predikanten ongehoord en publiekelijk veroordeelt, als zouden ze een dubbele agenda hebben'.
We hebben inderdaad m.b.t. de samensprekingen m.n. ds. Visser publiek aangesproken op zijn woorden die naar onze mening niet stroken met het officiële handelen van zijn kerken[4]. We hebben dat gedaan met veel argumentatie en op basis van feiten. Dus niet 'ongehoord' zoals de BRIEF stelt, want we hebben juist ds. Visser wél gehoord en hem de volle ruimte op de site geboden om met ons door te spreken. Daar heeft hij ook gebruik van gemaakt[5]. Ook hebben wij ds. Visser hierover persoonlijk opgezocht in zijn woonplaats Staphorst. Alleen, hij heeft het gesprek beëindigd:
'We hopen verder te gaan met de gesprekken. Die zullen we niet in de pers voeren. Ook niet gedeeltelijk. De gesprekken zullen er zijn met de deputaten en op de synode.'[6]
Dat is begrijpelijk en aanvaardbaar. Maar dan geeft het toch geen pas de DGK-deputaten te willen 'pressen' een negatief oordeel over onze EIW-artikelen te publiceren en vervolgens als zij dat weigeren dat zelf maar te doen?
Wat is de bedoeling hiervan? Het handelen van de DGK-deputaten als hypocriet en daarmee dat van GKN als rondborstig voor te stellen? Of leden van DGK tegen elkaar uit te spelen? Eerlijk gezegd houden we hier niet zo van.
Ook ds. R. van der Wolf heb ik aangesproken op zijn kwalijke uitspraken en voornemens in het verleden waarvan naar mijn mening de gevolgen tot in de huidige kerkelijke situatie merkbaar zijn[7]. Deze predikant hebben we vóór onze publicaties meerdere malen gevraagd om een gesprek ('wederhoor') maar hij weigerde dat categorisch.
'Dubbele agenda'?
Waarom heb ik gesteld dat de GKN-woorden niet passen bij de daden in de samenspreking? Daarvan heb ik meerdere keren uitgebreid verantwoording gedaan, zie de serie Vastberaden nee, in de rubriek Kerkverband. Hier nu slechts enkele zaken eruit.
In de Vastberaden nee 11 heb ik de chronologie van gebeurtenissen m.b.t. de contacten tussen DGK en GKN weergegeven. Het betreft de periode maart 2016 tot april 2017. Onder het kopje Planning schreef ik:
'In maart 2016 besloot de GKN-synode dus het eerste oriënterende gesprek met DGK niet voort te zetten. Eerst moest de DGK-synode (synode!) de opdracht aan haar deputaten wijzigen. Die opdracht zou namelijk veroordelingen en voorwaarden bevatten die een open gesprek onmogelijk maakten voor GKN. Echter de DGK-deputaten maakten, zoals gezegd, binnen veertien dagen duidelijk, dat het niet ging om veroordelingen of voorwaarden maar om gesprekspunten. [8]
Maar de GKN-synode was en is daarmee niet tevreden. Weliswaar mogen nu haar deputaten zich verder gaan oriënteren maar het resultaat daarvan staat zoals gezegd pas geagendeerd op de synodeagenda in oktober 2018. Daarmee is bewust de zaak zó gepland dat alsnog de DGK-synode van 2018 eerst de GKN-brief van maart 2016 moet beantwoorden vóór eindelijk in oktober 2018 de GKN-synode gaat overwegen of er mogelijk verder zal worden gesproken.
Vorig jaar 19 maart[9] [2016] schreven we al: Hopelijk neemt de lezer het me niet kwalijk, maar lijkt dit niet heel veel op een vertragingstactiek?'
Het is tot op de letter uitgekomen. De huidige BRIEF stelt nu conform het oorspronkelijke plan
5 - '… dat een vruchtbaar gesprek alleen voortgezet kan worden als u zich van de punten die wij genoemd hebben als kerken door een besluit van uw Generale Synode publiek distantieert.'
'De punten' - we komen er nog op terug - zijn dezelfde als in 2016! Nu zal de DGK generale synode zich er dus alsnog over moeten uitspreken en een GKN welgevallig besluit hebben te nemen. Dán pas wil dit jaar in oktober de GKN-synode besluiten óf de oriënterende gesprekken tussen de kerkverbanden wel voldoende hebben opgeleverd voor een eventueel (oriënterend?) vervolg. Meer dan drie jaren na de uitgestoken DGK-broederhand in 2015[10]. Exact volgens GKN-voornemen en –planning twee jaar terug …
In de publieke discussie[11] tussen ds. Visser en mij suggereerde hij dat de GKN-synode zelfs de hoop op een vervroegde DGK-synode had uitgesproken om snel 'de punten' van tafel te nemen. Maar uit de nu beschikbare acta van de GKN-synode blijkt dat onder zijn leiding zo'n dringende verzoek al met 7 tegen 4 stemmen een week eerder was afgewezen …[12]
We vervolgen BRIEF.
6 - Heel anders was dat na het eerste gesprek. Toen verschenen namelijk artikelen van de hand van dr. P. van Gurp in de Bazuin (zie bijlage 1). Deze artikelen gingen over de vraag, of de K.O. ook hoorde bij het fundament van de kerk. Terwijl u en wij tot overeenstemming waren gekomen en nadrukkelijk hadden uitgesproken dat de K.O. niet tot het fundament van de kerk hoort, stond in uw kerkelijke pers dat de K.O. daartoe wel behoort. Wij hebben u daarmee geconfronteerd en u gevraagd zich ook daarvan te distantiëren. U hebt ons vervolgens uitgelegd, hoe dr. Van Gurp naar uw oordeel zijn woorden bedoelde. U gaf aan, dat in zijn wijze van redenatie ook "wel iets waars" zat. Opnieuw hebben wij u als deputaten GKN niet willen dwingen meer te doen. Maar de discrepantie tussen het gesprek dat we met u hebben gevoerd en de duidelijke tegenstem in uw kerkelijke pers heeft ons wel geraakt.
Zie de twee artikelen van dr. P. van Gurp in bijlagen 1 en 2[13].
De aangeroerde zaak is geen onderschikt gesprekspunt. Het gaat om de grondslag van de kerken. Daar moet beslist helderheid over bestaan[14]. Hebben de GKN-deputaten hier niet een punt? Laten we er ook de acta, de verslagen van de generale synode bij betrekken. Daarin spreken immers de gezamenlijke kerken zich uit. We vinden
'De Gereformeerde Kerken zijn kerken die van harte volgens Schrift en belijdenis willen leven. Wij willen als gereformeerde kerken ook volgens de Kerkorde leven zoals die voor de laatste keer in 1978 herzien is. Dit zijn zaken die de grondslag van onze kerken vormen en ook al eerder zo zijn afgesproken …'
Daar is geen woord Frans bij. De grondslag wordt gevormd door drie elementen: de Schrift, de belijdenis én de Kerkorde 1978.
Het enige is: bovenstaand gedeelte is niet uit de acta van DGK maar uit de acta van GKN. Al in maart 2016 sprak de GKN-synode, waarin alle gemeenten vertegenwoordigd waren, dit uit volgens de Acta van de General Synode van de Gereformeerde Kerken Nederland, samen gekomen te Ede op zaterdag 12 maart 2016, artikel 11[15].
Hebben nú de GKN-deputaten niet iets uit te leggen en aan te geven dat hier ook "wel iets waars" in zit ...?
Maar kunnen we ons niet snel gezamenlijk vinden in[16]:
- De heilige Schrift is het fundament van al het christelijk leven van kerk en kerklid.
- De belijdenis is het fundament van de leer van de kerk en van persoonlijk geloven.
- De kerkorde is het fundament waarop we als kerken samenleven en werken.?
7 - Aan het eind van de eerste twee gesprekken zijn we overeengekomen een publieke verklaring uit te laten gaan over de bereikte consensus. We stelden u de tekst voor, dat DGK en GKN staan op het fundament van Schrift en belijdenis. Na enige tijd ontvingen we van u het antwoord, dat u naar buiten wilde brengen: DGK en GKN willen staan op hetzelfde fundament. Een kleine verandering, die een grote ruimte met zich meebrengt. Dat werkwoord "willen" kunnen we positief opvatten. Maar, gezien de eerdere ervaringen herinneren we ons wat uw GS ten aanzien van de kerkelijke eenheid naar voren heeft gebracht. We hebben dat al eerder geciteerd, maar doen dat nogmaals:
"Ook ten aanzien van een schismatieke kerk waarin voor het overige de grondslag van 2.a. functioneert, heeft de kerk van Christus roeping om zover dit mogelijk is -, te onderzoeken of er eenheid in de waarheid mogelijk is. 28 Acta Generale Synode Groningen 2014-2015 In geval van zonden tegenover de Heer van de kerk zoals het onrechtmatig scheuren van zijn gemeente, zal schuldbelijdenis gedaan moeten worden, voordat het tot een hereniging kan komen."
Opnieuw hebben we, vanwege de opdracht om met elkaar te spreken, u niet door willen vragen wat voor u het onderscheid is tussen "staan" en "willen staan" in het licht van uw instructie. We waren dankbaar voor het resultaat van onze eerste besprekingen en wilden de weg graag vervolgen.
Wat is het verschil tussen 'staan' en 'willen staan'?[17] Wellicht kan dat het meest overtuigend worden verduidelijkt door een citaat uit de acta van GKN zelf, die van de GS Ede 18 maart 2017, art. 16. Nadat geconstateerd is dat de wederzijdse deputaten van hetzelfde fundament uitgaan, vervolgt de synode:
'Dat is reden om nu inhoudelijk over dat fundament door te spreken en zo te onderzoeken of er wederzijdse herkenning en erkenning is. Dat moet zorgvuldig in alle openheid gebeuren. Alertheid blijft geboden. Er is veel gebeurd, vertrouwen is geschaad. We maken het mee en hebben het meegemaakt dat broeders en zusters daar hun toevlucht nemen. Veel is nog niet duidelijk en niet uitgesproken. Onvoorwaardelijke wederzijdse herkenning en erkenning zal moeten blijken. Dan is er een werkelijke doorbraak. ()
We willen duidelijkheid over herkenning en erkenning over en weer: u staat werkelijk op het fundament van Schrift en belijdenis. Wanneer we dat willen is communicatie middels spreken nodig.' (vet, djb)
En zo wordt besloten (met slechts 1 stem tegen). De GKN-broeders weten dus van het verschil tussen 'staan' en 'willen staan' op het fundament: eerst onderzoeken en dan pas herkennen en erkennen!
En 'opnieuw' vinden de GKN-deputaten volgens de BRIEF dat zij zich naar eigen oordeel ruimhartig opgesteld hebben omdat ze niet bij de DGK-deputaten wilden 'doorvragen' naar het verschil tussen 'staan' en 'willen staan' in het licht van de DGK-instructie.
Maar dat was ook niet nodig, ze wisten het immers al volgens hun acta?
8 - We begrepen dan ook niet, hoe u in uw rapport aan de Generale Synode Lansingerland kunt aanbevelen, om de instructie van de vorige Synode ongewijzigd te handhaven. We dachten u inmiddels duidelijk te hebben gemaakt, hoe bepaalde uitdrukkingen de onderlinge gesprekken vooraf kunnen bemoeilijken. Er was van uw kant veel uitleg en een dringend verzoek voor nodig om de gesprekken op gang te brengen. Inmiddels hebben we geconstateerd, al is dat anders gecommuniceerd, dat beide kerken op hetzelfde fundament staan.
(Noot 1: In het gesprek van 5 maart is door DGK deputaten aangegeven dat dit nog verder gesprek behoeft.)
We hopen op dat DGK-rapport terug te komen als Lansingerland het heeft beoordeeld[18].
De snelle constatering hier 'dat beide kerken op hetzelfde fundament staan' dat verbaast ons want nog in het gezamenlijk persbericht vier maanden geleden, click hier, staat toch echt iets anders, namelijk 'willen staan'. We konden ook verder niets van die erkenning terugvinden in de GKN-acta zelf.
Integendeel! De brief van de GKN-synode van 18-03-16 ligt nog steeds op tafel! In die brief ontkent GKN dat DGK zich beweegt in het eeuwenoude gereformeerde spoor, en dus niet gereformeerd is. Tot op de dag van vandaag is deze veroordeling niet teruggenomen! Het is dus nog steeds 'Vastberaden nee' tegen DGK (letterlijke tekst in de brief).
9 - Kennelijk hebt u zelf geen moeite met de zinsnede dat "ook ten aanzien van een schismatieke kerk, voor het overige de grondslag van 2a kan functioneren" d.w.z. niet alleen de Schrift en de belijdenis, maar ook de K.O." Zijn we dan in dat eerste tweetal gesprekken achteraf met elkaar toch niet verder gekomen? U blijft ons typeren als een schismatieke kerk.
(Noot 2: De moeite die hier aangeduid wordt zit in het gebruik van de termen: het spreken over 'de schisma's' en over 'schismatieke kerken'. Het spreken over de 'schisma's is een zuivere weergave van de situatie (van scheuringen) in de kerken, daarover kan doorgesproken worden. Het herhalend betitelen van GKN kerken als schismatieke kerk (en) heeft in zichzelf een oordeel voorafgaand aan gesprek dat nog plaats moet vinden.)
Het zijn immers geen overwegingen zonder meer die hier geciteerd worden. Het zijn overwegingen in de context van de samenspreking met de GKN. En dat, terwijl we met elkaar overeengekomen waren dat de K.O. niet tot het fundament van de kerk van Christus behoort.
(Noot 3: In de instructie worden zaken als het samenleven naar de gereformeerde kerkorde, de scheuringen en, schorsingen uit het verleden en de rechtmatigheid van de vrijmaking van 2003 nog steeds gevat onder 'fundamentele zaken'.) [vet van GKN]
U kunt zich ongetwijfeld voorstellen dat we als deputaten GKN het gevoel hebben dat we in en door onze gesprekken niet nader tot elkaar zijn gekomen.
Ik probeer de redenering van GKN-deputaten en -synode te begrijpen:
De KO is geen onderdeel van het fundament van de kerk, dus zijn zaken als schorsingen, afzettingen, scheurmakingen géén fundament-ele zaken. Je kunt er dus heel verschillend over denken. En je kunt zulke kwesties ook gerust ter zijde schuiven, zoals destijds de buitenverbanders deden t.a.v. gronden voor de Vrijmaking. Wil je er wel over praten en eventueel schuldbelijdenis nodig vinden dan ben je dus bezig bovenschriftuurlijk te binden!
Wordt dat bedoeld?
Het ongemakkelijke gevoel bekruipt me of hier ten diepste niet een ander kerkbegrip te voorschijn komt waarin scheurmaking niet zo'n 'fundament-eel' probleem is, wijl maar een kerkordelijke zaak. Als je het niet goed met elkaar kunt vinden dan maak je je 'gewoon' vrij, 'roep je achter je kerkenraad vandaan', zoals in Dalfsen en Zwolle, en ga je 'gewoon' ergens anders vergaderen. Als bij zo'n 'reformatie' het evangelie van vrije genade maar blijft klinken! Dan kun je ook rustig naast een DGK gemeente een GKN stichten om keuzemogelijkheden voor de evangelieverkondiging te faciliteren (Amersfoort).
En, vragen we voorzichtig, houdt deze visie er ook verband mee dat nogal wat predikanten in de GKN, zonder hun gemeente op te roepen tot reformatie en afscheiden, zijn vertrokken uit de GKv en hun gemeente in verwarring en verbijstering achterlieten om elders hun bediening voort te zetten?[19] [20]
Wat betekent katholiciteit voor de GKN eigenlijk? Dat overal 'kerk' is waar maar een predikant voor zijn bediening van het Woord ruimte krijgt?[21] Kon daarom ook ds. A. Veldman voorgaan in de GKN zonder dat er sprake is van een zusterkerkrelatie met zijn kerkverband? Verklaart dit ook de allergie van GKN voor het woord schismatiek omdat dat dringt tot confessionele verantwoording bij een afscheiding? En kon daarom het scheuren van gemeenschappen in Christus' kerk eufemistisch worden aangeduid als slechts handelingen die 'geen 'schoonheidsprijs verdienen'?[22] Moeten we dit allemaal 'gewoon gereformeerd' vinden op straffe van het etiket kerkistisch opgeplakt te krijgen?
Wanneer deze observaties een grond van waarheid hebben is er m.i. alle reden om verder met elkaar te praten over de katholiciteit van de kerk. Want dit betreffen wel fundament-ele zaken! Maar ik hoop van harte mij vergist te hebben in deze waarnemingen en zal graag melding maken van een eventuele correctie.
De GKN-broeders wraken voortdurend de typering schismatiek. En dat is ook bepaald een lelijk woord voor een lelijke zaak, net als 'valse kerk' en 'secte', waar we voorzichtig mee moeten zijn en het niet te pas en te onpas als etiket gebruiken. Misschien kan het volgende onderscheid helpen de emoties hierover te dempen:
- 'Schisma' duidt het feit van een scheuring aan;
- 'Schismatiek' typeert een kerkscheidend handelen aan dat niet confessioneel verantwoord is;
- 'Schismatieke kerken' geeft een binnen de gemeenschap aanvaarde gezindheid aan.
Voorbeeld in de kerkelijk context: 'de wegroeping vanachter de kerkenraad' door leden van de gereformeerde kerk te Dalfsen leidde tot een schisma, de actie was onwettig, schismatiek naar mijn overtuiging[23]. De medewerking en ondersteuning daaraan door predikanten van de GKN maakt onderzoek nodig of zulke activiteiten aanvaardbaar of tolerabel, ja 'gewoon gereformeerd' worden geacht in de GKN.
Nog een laatste opmerking in dit verband.
De GKN wordt geraakt door het woord 'schismatiek'. Inderdaad niet fijn. Maar zouden degenen die een scheuring hebben ondergaan waardoor, zoals o.a. in Dalfsen en Zwolle, het voortbestaan van de gemeente zeer ernstig in gevaar werd gebracht, niet veel meer redenen hebben om 'geraakt' te zijn en niet te willen samenspreken? Zij die de zwaarte en gevolgen van het aangerichte schisma hebben ervaren als een diepe pijn, vergelijkbaar met die bij een echtscheiding, zoals iemand eens zei?
En zie dan, hoe juist déze broeders met bijna traumatische ervaringen, door de liefde van Christus toch de broederhand (blijven) uitsteken en zeggen: kom broeders, laten we samenspreken en proberen die moeilijke zaken uit de weg te ruimen!
10 - Datzelfde is helaas nog erger geworden vanwege de jongste ontwikkelingen. Opnieuw meent de redactie van De Bazuin (zie bijlage 2) met betrekking tot het onderlinge gesprek het één en ander te moeten opmerken. Eén van onze kerken wordt publiek een "sekte" genoemd die "op eigenwillige wijze is afgescheurd van de kerk van Jezus Christus". En verder: "zo staan de zaken. Kerk tegenover sekte. Zeker, er zijn nu samensprekingen. Er kan dwaalleer ingezien worden, het kan ook weggedaan worden, er kan eventueel schuld worden beleden over zonden." Dat is wat de stem van uw kerken publiek te horen geeft: een sekte kan ook schuld belijden, wanneer voor het overige de grondslag functioneert.
Moeten we werkelijk officiële samensprekingen afbreken om hetgeen een broeder, die niet bij de samenspreking betrokken is, opmerkt in De Bazuin, zie bijlage 3? Was deze broeder op dit punt spreekbuis van de kerken?
De Bazuin is bovendien niet meer het officiële orgaan van DGK, zo mag bekend zijn. Dat werd al besloten op de synode van Groningen (2014/2015) en is nu bevestigd door Lansingerland 2018.
Overigens, wat betreft de publicatie van br. Oosterhuis in De Bazuin, hij gebruikte niet het woord schismatiek, maar haalde iets aan uit de brochure Weerlegging (2010) van DGK Zwolle[24]. Dat is dus jarenoud nieuws. Waarom komen de GKN-deputaten daar nú mee?
11 - Broeders, u begrijpt wel dat wij de gesprekken op deze manier niet kunnen voortzetten. Kennelijk hangt er toch wel veel af van de interpretatie waarmee u de uitspraken van de GS 2014 hebt uitgelegd. Uw interpretatie wordt, als we naar gepubliceerde artikelen kijken, in elk geval niet gedeeld door de deputaten die in opdracht van dezelfde kerken het blad de Bazuin uitgeven. Die ook hopen om met dit werk voort te gaan onder Gods zegen zoals ze schrijven. Wij twijfelen intussen niet aan uw uitleg, zoals u die zelf meent te mogen geven aan de instructie en overwegingen van uw Generale Synode. Wij twijfelen wel, of uw uitleg gedragen wordt in en door uw eigen kerkverband. Dat houdt tegelijk in, dat wij twijfelen of de gesprekken die wij met u voeren wel zinvol zijn. Want wij kunnen hier, aan dezelfde tafel met elkaar spreken en tot overeenstemming komen. Maar zowel in uw rapportage naar uw eigen kerken toe, als in het officiële blad van uw kerken worden de zaken toch wel anders voorgesteld.
Eerlijk gezegd, wij begrijpen er níets van. Afgezien van de haast tot wanhoop brengende manier waarop hier allerlei dingen worden verward - als de oprechte wil er is om naar Christus' gebod eenheid te zoeken met ieder die Hem in waarheid gelooft en liefheeft dan smelten wat ons betreft deze argumenten als sneeuw voor zon…
We denken terug aan het eerder genoemde interview dat we (br. J. Peters en ik) eind 2009 ds. Van der Wolf hebben afgenomen en waarbij we hem o.a. de vraag stelden waarom hij niet bij zijn vertrek uit Urk voor DGK had gekozen. Zijn antwoord luidde
'Ik heb daar ook nooit een geheim van gemaakt. Ik denk dat er in de GKh heel veel broeders en zusters in de Here Jezus Christus zijn met wie ik graag om eenzelfde avondmaalstafel zou willen zitten. Ik wil ook graag het mijne er aan bijdragen om goede contacten te leggen en het gesprek te openen. Maar ik denk ook dat binnen de GKh, zeker in de kerkregering, een zekere radicalisering is opgetreden. Daar zou in alle rust en openheid over doorgesproken moeten worden.'[25]
Precies dat willen wij ook al jaren! Maar waarom heeft deze predikant dit naar onze waarneming op geen enkele wijze waargemaakt?
12 - Daarom menen wij dat een vruchtbaar gesprek alleen voortgezet kan worden als u zich van de punten die wij genoemd hebben als kerken door een besluit van uw Generale Synode publiek distantieert.
(Noot 4: Daarmee bedoelen we dat uw synode duidelijkheid schept over het fundament van de kerk en de daarop gebaseerde oordeelsvorming en daarmee ook over het uitgangspunt van verdere gesprekken. De onduidelijkheid en discrepantie wordt geïllustreerd, onderstreept en gevoed door de genoemde obstakels:
- een ongewijzigde instructie voor deputaten ACOBB, waarin de winst van onze gesprekken niet is doorgevoerd, en die nog steeds in het kader staan van de betiteling als schismatieke kerken
- het artikel in de Bazuin waarin gesproken wordt door Oosterhuis over de GKN als zijnde schismatieke en sektarische kerk)
Eigenlijk komt hier een aap uit de kerkmouw die er in maart 2016 al werd ingestopt: GKN eist dat de synode van DGK de gespreksonderwerpen, 'de punten', die de eerdere synode Groningen 2014/2015 heeft aangedragen, van tafel veegt. Pas als ieder in DGK zó praat en denkt als GKN, dan pas is voortzetting van 'oriënterende' gesprekken weer mogelijk en kan eindelijk, naar GKN heeft gepland, in oktober 2018 door haar synode bekeken worden of het zinvol is verder te gaan. [26] Drie jaren nadat DGK het initiatief nam met GKN in gesprek te komen …
13 - Zie het niet als een definitieve afwijzing. Wij willen uw interpretatie en het resultaat -van de tot nu gevoerde gesprekken graag waarderen. Maar wij weten niet meer of wij in u wel met broeders spreken die de stem van de DGK laten horen. U zegt namelijk andere dingen dan wat in het officiële orgaan van uw kerken geschreven wordt. En u zegt sommige dingen anders - zoals mag blijken uit de gezamenlijke verklaring over wat het fundament van de kerk is. Ook de nu door u voorgestelde instructie aan uw synode roept de vraag op of wat we besproken hebben echt invloed heeft. Wij worden nog steeds schismatieke kerken genoemd. Nog steeds wordt er gezegd dat er in ons midden dwaling is.
Maar als DGK eerlijk vindt dat 'de punten' op tafel moeten komen dan behoren die toch 'in alle rust' te worden besproken? Als er nog steeds onrust en onduidelijkheid is over bijvoorbeeld het wel of niet mogen aanhangen, leren of verbreiden van de kadertheorie, waarom zou dat niet aan de orde mogen worden gesteld maar bij voorbaat ongenaakbaar[27] van tafel geveegd op basis van: 'anders willen wij niet meer praten'? Zo gaan volwassen christenen toch niet met elkaar om?
Vergelijk ook het antwoord van Sake Stoffels, universitair docent praktische theologie aan de VU op de vraag 'Waarom is er zo veel gedoe in de kerk en waarom vinden we het lastig het onder ogen te zien en het aan te pakken?'. Hij zei daarover o.m.:
'We zijn zeer gehecht aan harmonie en eenheid en dat is ergens ook een roeping vanuit het evangelie. Maar dat kan er wel toe leiden dat er veel onder het tapijt verdwijnt en dat er veenbranden ontstaan die vroeg of laat weer bovengronds komen. Veel gedoe in de kerk heeft te maken met achterstallig onderhoud en het niet echt onder ogen willen zien van conflicten. Zo kan het gebeuren dat de toekomst van een kerkelijke gemeente gefrustreerd wordt door conflicten uit het verleden. Het is dus belangrijk in dat verleden te graven. Sommige kerkelijke gemeenten zouden best eens meer oude koeien uit de sloot mogen halen.'[28]
Van harte mee eens.
14 - Wij roepen u op om de genoemde obstakels die aan uw kant zijn ontstaan weg te nemen zodat er weer verdere gesprekken tussen onze kerken kunnen plaatsvinden.
Met broedergroet,
Volgt ondertekening door Deputaten Eenheid Gereformeerde Belijders
Tenslotte
Kerkscheuringen blijken altijd gepaard te gaan met veel leed en harde woorden. Ontstane boosheid blijft maar gevoeld en gevoed. Berouw en schuldbelijdenis zijn moeilijk. Toch zal dat moeten, willen we Christus blijven volgen en met een vrij en goed geweten aan zijn Tafel kunnen aanschuiven. Mijn moeder leerde mij de gouden regel: boos worden is menselijk, maar boos blijven duivels.
De cruciale vraag die we elkaar moeten stellen is: willen we oprecht als broeders en zusters verder met elkaar of spelen we liever een spelletje zwartepieten om voor het oog van de omgeving onze schone schijn op te kunnen houden?
Ik eindig met het geactualiseerde slot van het vorige artikel ( Vastberaden nee 11) in deze serie waarin ik ds. Visser en zijn kerken rechtstreeks aansprak:
'Deze hele gang van zaken heb ik nu jarenlang met verdriet en frustratie waargenomen. En nu weer ruim drie jaar na het eerste verzoek van DGK bespreekt uw synode pas het resultaat van uw oriënterende gesprekken. Leg dat nu toch eens aan tegen de urgentie die ik heb proberen aan te geven…
Vaak heb ik mij weerhouden en laten weerhouden, om vingers op zere plekken te leggen. Maar nu is het wat mij betreft meer dan tijd om helderheid van u te ontvangen. Zoals ik het nu waarneem uit de BRIEF houdt GKN inderdaad bewust afstand tot DGK. Ik kan er niets anders van maken.
Tegelijk koester ik hoop. Want ik schat in dat er velen zijn in DGK én GKN die wél, juist wél, zo spoedig mogelijk weer kerkelijk samen de Heere willen dienen. En die daar ook daadwerkelijk stappen voor willen ondernemen.
Vóór het te laat is.
Ik zou de Heere op mijn blote knieën danken.'
Volgende week, 7 april, hoopt de DGK-synode van Lansingerland te spreken en te besluiten over de samensprekingen met GKN. We wensen de broeders de wijsheid en zegen van de Heere toe en de krachtige leiding van zijn Geest. Opdat er toenadering komt tussen allen die de Heere van harte liefhebben vanuit hetzelfde kostbare geloof. En we weer aan elkaar gegeven en verbonden worden om samen te leven en te dienen in Christus' kerk tot lof van zijn Naam, tot heil van zijn volk en ook tot een licht in de wereld.
Bijlagen
Bijlage 1
Fundament
Dr. P. van Gurp
Vragenrubriek De Bazuin, 3 mei 2017
De volgende vraag komt uit Opeinde.
Wij als vrouwenvereniging: 'In Waarheid Een' te Opeinde behandelen het boekje: Terug naar het Woord van T.L. Bruinius. Bij hoofdstuk 15 synodebesluiten-kerkverband hebben wij de kerkorde behandeld.
Hierbij hebben wij een stuk gebruikt dat u in 2007 in De Bazuin hebt geschreven: orde en vrede in de gemeente van Christus (1). Hierover hebben wij een vraag. Onder het kopje: ‘de regels van de kerkorde’ schrijft u: Toch moeten wij dankbaar zijn dat onze eerste Generale Synode als grondslag voor de kerken heeft aangenomen, niet alleen de Heilige Schrift en de Drie Formulieren van Eenheid, maar ook de gereformeerde kerkorde.
Nu is onze vraag/opmerking: de kerkorde is toch niet de grondslag/fundament van DGK? De GKN valt/viel erover dat DGK de kerkorde bindt boven Schrift en Belijdenis. Wij gaan ervan uit dat u bedoelt dat het de afspraak is dat wij de kerkorde gebruiken en ons eraan houden. Dat u niet bedoelt dat het ons fundament is.
Het is goed dat deze vraag gesteld wordt. Ze is namelijk heel actueel met het oog op de besprekingen met de GKN. Een van de bezwaren van die kant tegen eenheid met de Gereformeerde Kerken hersteld is dat de synode van Mariënberg als fundament van de kerken naast Schrift en de Drie Formulieren van Eenheid ook de kerkorde aanwees.
Terecht wordt in de vraag ook geciteerd dat ik daarover indertijd heb geschreven.
Ik sta daar nog steeds achter en zal in mijn beantwoording van de vraag wat dieper daarop ingaan.
Het begrip fundament komt verschillende malen voor in het Nieuwe Testament, hetzij met het letterlijke woord dan wel het begrip. Dat laatste vinden wij in Mattheus 16. Na de belijdenis van Simon Petrus: U bent Christus, de Zoon van de levende God, antwoordde Jezus: op deze petra zal ik Mijn gemeente bouwen – die geloofsuitspraak is het fundament voor de bouw van de gemeente.
Belangrijk is ook wat te lezen in 1 Korinthiërs 3. Daar spreekt apostel op twee manieren over het fundament. Eerst: ik heb het fundament gelegd, vers10. En in het volgende vers schrijft hij dan: niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus. Paulus gebruikt dat woord dus als de vaste grond van de prediking, van de ambtelijke dienst in de kerk, van haar opbouw.
In 1 Tim.3: 15 verschuift het beeld, want daar wordt de gemeente fundament genoemd. We lezen daar dat het huis van God is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid.
En in 2 Tim.2: 19 wordt gesproken over het vaste fundament van God, met dit zegel: de Heere kent wie van Hem zijn, en: ieder die de Naam van Christus noemt, moet zich ver houden van de ongerechtigheid.
Tot nu toe is het uit deze Schriftplaatsen wel duidelijk dat we bij het spreken over het fundament van de kerk ons niet moeten beperken, maar rekening moeten houden met de rijkdom van de Schriftuurlijke omschrijving van het woord fundament met betrekking tot de kerk.
Maar daarmee is nog niet de vraag beantwoord of de kerkorde er ook bij hoort. Dat wil ik laten zien uit het volgende.
Belangrijk is wat over het fundament van de kerk te lezen staat in Hebreeën 11 en Openbaring 21.
Abraham verwachtte de stad met de fundamenten, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is, Heb.11:10.
Over welke fundamenten gaat het daar? We moeten natuurlijk Schrift met Schrift vergelijken en komen dan uit bij Openbaring 21 over het Nieuwe Jeruzalem. Daarvan wordt ons gezegd dat het bezig is neer te dalen uit de hemel. De kerkbouw, de bediening van de sleutels van het hemelrijk, de oefening van de gemeenschap der heiligen, de opbouw in het geloof en nog veel meer – dat alles komt van Boven in ons leven als kerkleden. En dan lezen wij in vers 14 over dat heilige Jeruzalem, over de kerk van Christus: de muur van de stad had twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.
Als de apostelen hier genoemd worden en dan vooral hun namen die geschreven staan op de fundamenten van de muur van de stad, gaat het om de leer van de apostelen. En het opmerkelijke feit dat driemaal het getal twaalf genoemd wordt betekent: het volle getal van de apostelen en heel hun weer. Daarmee wordt aangewezen dat het fundament van de kerk is de leer van de apostelen. Dat is dan heel de Schrift en verder de Drie Formulieren van Eenheid. Die belijden immers de leer van de apostelen.
Dat is ook duidelijk uit Efeziërs 2:20: de gelovigen worden gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is.
Het is duidelijk als we spreken van het fundament van de kerk dat we hier goed rekening mee moeten houden.
En dan nu de vraag: hoort de kerkorde daarbij? Dat is toch maar mensenwerk?
Maar datzelfde kunnen we ook zeggen van een belijdenisgeschrift. Dat is ook door mensen opgesteld. Maar de inhoud is geheel op Gods Woord gegrond.
Dat mogen we ook over de kerkorde zeggen. Daarin vinden wij de regeling van de ambtsdragers, de wijze van hun roeping, de regeling van de sacramenten, de oefening van de tucht, ook de kerkelijke vergaderingen. In verband daarmede het toezicht op de gemeenten, de plaats van de kerkenraden, de toegang tot het Heilig Avondmaal enz.
Al die zaken worden in allerlei artikelen van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus behandeld. Ook in de Dordtse Leerregels, waarin het gaat om de wacht over de zuiverheid van de leer.
Kortom: dat alles behoort tot de twaalf fundamenten van de kerk waarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam geschreven staan.
Het eerste artikel van de kerkorde luidt als volgt:
In de gemeente van Christus behoort alles in goede orde te gebeuren. Daarvoor is nodig een regeling met betrekking tot;
I de ambten
II de kerkelijke vergaderingen
III het opzicht over de leer en de eredienst
IV de tucht.
Prof.J. Kamphuis schrijft in zijn boek over Kerk en Kerkrecht over dat artikel:
'
'die goede orde is naar een verscholen citaat uit 1 Kor.14:40: laat alles betamelijk en in goede orde geschieden. Bij die goede orde moeten we niet denken aan het Duitse: Ordnung muß sein – er moet natuurlijk orde zijn, maar wat in vers 33 van datzelfde hoofdstuk staat: want God is geen God van wanorde, maar van vrede. Dat is het evangelische doel van deze orde, van alles wat in de kerkorde geregeld wordt. Al die hoofdstukken zijn erop gericht dat de vrede van God neerdaalt in de hele gemeente.
Een aparte zaak is die van het kerkverband, dat eveneens dienstig is aan de vrede van God in Zijn gemeenten. Prof Kamphuis gaat daar in zijn boek uitvoerig op in. Hij citeert uit de bekende brochure van prof.dr.S. Greijdanus Schriftbeginselen van Kerkrecht inzake meerdere vergaderingen (Enschede 1945):
'Omdat deze plaatselijke kerken, hoezeer ten opzichte van elkander onafhankelijk en zelfstandig, toch slechts plaatselijke openbaringen zijn van de ene kerk des Heeren, Zijn lichaam, en de nauwste en innigste geestelijke eenheid vormen, behoren zij ook, voor zover dat doenlijk is, met elkander in correspondentie te treden en samen te werken. Zij hebben de goddelijke plicht om met elkander in gemeenschap te treden, samen te werken, goede correspondentie te onderhouden.'
Dit gaat in tegen het kwaad van het independentisme. Dat zien we geregeld in de geschiedenis van de kerk optreden na een reformatie. Zo was het ook na de Vrijmaking in 1944 dat allerlei independentische tendensen openbaar werden.
Hetzelfde gebeurde ook na onze vrijmaking in 2003. De classis Noord-Oost heeft dat toen duidelijk aangewezen in haar uitspraak naar aanleiding van een scheuring binnen die classis.
Om bij verschil van inzicht een scheuring te voorkomen wijst de kerkorde de kerkelijke weg aan, zodat het kerkverband zo mogelijk de vrede kan herstellen. Dus niet meteen uit het kerkverband weglopen - we krijgen onze zin niet, dus breken we maar met het kerkverband –, maar de kerkelijke weg gaan om zo de eenheid te bewaren.
Maar in het verleden na de vrijmaking van 1944 werd het duidelijk dat de independentisten van de kerkorde niet veel moesten hebben en zeker niet van het kerkverband. En de eerste synode heeft daarom de kerkorde aangewezen als deel uitmakend van het fundament van de kerk, juist om zo’n kwade ontwikkeling te voorkomen.
We spreken de hartelijke hoop uit dat in de komende besprekingen met de GKN dat Schriftuurlijke kerkrecht erkend zal worden als een onderdeel van het fundament van de kerken.
Bijlage 2
De binding aan de kerkorde
Dr. P. van Gurp
Vragenrubriek De Bazuin, 14 juni 2017
Op mijn antwoord over de plaats van de kerkorde in de kerk kreeg ik een reactie van een zuster. Ze schrijft dat ik met mijn antwoord inga tegen het standpunt van de kerken. Immers, in de gezamenlijke verklaring van DGK en GKN van 17 februari j.l. is gesteld dat de kerkorde niet tot het fundament behoort.
Het is goed er nog verder op in te gaan.
Allereerst: de verklaring van de deputaten is niet zonder meer het standpunt van de kerken. Zij rapporteren straks aan de volgende synode. Dan pas kan er sprake zijn van het standpunt van de kerken.
Verder: het lijkt mij ook nodig omdat meer te zeggen is dan dat de kerkorde niet tot het fundament behoort. Immers, zoals ik in mijn antwoord uitvoerig heb uiteengezet, is er veel meer te zeggen als het gaat om het fundament van de kerk.
Eerst moeten we vaststellen of er op die eerste synode met betrekking tot het fundament van de kerk een besluit is genomen. Ik schreef dat die synode als grondslag voor de kerken heeft aangenomen, niet alleen de Heilige Schrift en de Drie Formulieren van Eenheid, maar ook de gereformeerde kerkorde.
Het woord dat ik gebruikte (‘aangenomen’) kan de gedachte oproepen dat er op de synode is gehandeld over de vraag, welk fundament de kerken zouden kiezen.
Maar dat was dus niet het geval. Er is geen bespreking geweest over zo’n vraag. Er dan ook geen besluit van de synode inzake het fundament. Het vloeide gewoon voort uit de belijdenis dat wij de wettige voortzetting zijn van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Vandaar dat de synode het niet nodig vond een apart besluit te nemen ten aanzien van het fundament van de kerk. Dat bleef gewoon wat het was.
Wel werd er apart gesproken over de vraag of de kerken een andere naam zouden aannemen. Maar ook daarin bleef de synode consequent bij onze overtuiging dat wij de wettige voorzetting zijn van de Gereformeerd Kerken. Daarom bleef zij bij de naam van de kerken, namelijk De Gereformeerde Kerken in Nederland.
Dat betekent dat de kritiek op die naam, als zou die een uiting van kerkelijke hoogmoed zijn, zoals we die wel horen, terugkomt bij die critici – zij hebben namelijk dezelfde naam!
De synode besloot wel dat ter voorkoming van misverstanden, in gevallen waarin verwarring is te duchten, tussen haakjes achter de officiële naam de aanduiding “hersteld” kan worden geplaatst. Acta artikel 6.
Op dezelfde wijze ging het met betrekking tot de kerkorde. De synode nam niet een apart besluit om de Dordtse Kerkorde in te voeren. Ook daarin bleef zij bij het standpunt dat wij gewoon de voortzetting zijn van De Gereformeerde Kerken en dus vanzelfsprekend de DKO hadden.
Zij heeft wel verscheidene aanpassingen in de kerkorde aangebracht vanwege de kleine omvang van het kerkverband.
Nu kan men van mening verschillen of van de kerkorde gezegd kan worden dat deze ook mee het fundament uitmaakt. Het is in elk geval wel duidelijk dat de kerkorde een onderdeel is van Schrift en belijdenis en daarvan deel uitmaakt (1). En daarom ook bindend is.
Maar, zo wordt dan wel gesteld, de binding aan de kerkorde is toch niet te vergelijken met de binding aan de belijdenis. En het is blijkbaar een bezwaar van de GKN dat volgens hen de DGK met de kerkorde binden boven Schrift en Belijdenis.
Maar dan moeten we wel wijzen op dat laatste artikel van de kerkorde. Dat luidt als volgt:
Al deze artikelen, die de wettige orde van de kerk betreffen, zijn in gemeenschappelijk overleg vastgesteld en in eensgezindheid aanvaard. Wanneer dit in het belang der kerken is, behoren ze gewijzigd, aangevuld of verminderd te worden. Een kerkeraad, classis of particuliere synode mag dit echter niet doen; zij zullen zich erop toeleggen de bepalingen van deze kerkorde na te leven, zolang zij niet door de generale synode zijn veranderd.
Dat betekent op de eerste plaats wel binding. Een kerkenraad of classis mag niet eigenmachtig afwijken van de kerkorde. Dat is independentisme. Ze moeten de bepalingen van de kerkorde naleven.
Maar dan verder: dat is geen binding boven Schrift en belijdenis. Immers, in de kerkelijke weg kunnen er door een synode veranderingen worden aangebracht in de kerkorde. Evenals dat in de belijdenisgeschriften mogelijk is. Maar wel: wel binding.
(1) Dit betekent dat de kerkorde berust op wat de Schrift leert inzake de vrede in de kerken, de ambten, de kerkelijke tucht – kortom als akkoord van het kerkverband.
Toen niet lang na de Vrijmaking een geest van independentisme binnen de kerken de kop opstak heeft Schilder die bestreden en onder meer geschreven: Christus heeft Zijn bloed ook gestort voor het kerkverband.
Bijlage 3
Vrijmaking, maar waar heen?
H. Oosterhuis
De Bazuin, 24 januari 2018
In een vorig artikel zijn we ingegaan op allerlei bezwaren die opgevoerd worden om de keus tot vrijmaking uit de GKv niet te doen of uit te stellen. Uiteraard zijn daar nog wel zaken aan toe te voegen. Vooral ook van praktische aard. Zo kan leeftijd, vervoer, en afstand ook een rol spelen. Of het feit dat men vindt dat de GKv te ver gaat in sommige dingen, maar dat DGK juist te veel achterblijft. Wat men er ook mee bedoelt, we willen nu ingaan op de consequentie van de geloofskeus, waar we de vorige keer mee afsloten.
Geloofskeus
Allereerst is het goed om nog eens te benadrukken dat vrijmaking geen afweging is van voor en tegen, maar dat het een keus dient te zijn in geloof. Een keus dus als uiting van gehoorzaamheid aan het Woord van God. In geloof achter Christus aan. Alleen wie het zo ziet kan de stap wagen en zal die kunnen doen zonder allerlei menselijke berekeningen te maken. Natuurlijk zullen we die menselijke factoren niet verachten. Het is heel begrijpelijk, daarvoor zijn we mensen, dat we kijken naar de toekomst en ons bepaalde dingen afvragen. Hoe zit het met predikanten. Hebben we vaak leespreken. Kunnen de ambten worden ingevuld. Waar komen de kinderen terecht. Wat verandert er aan opvoeding en onderwijs. Kunnen we het opbrengen iedere zondag 20 of 50 km. te rijden tot aan de kerk. Wat moeten we vinden van 2003. En wat moeten we aan met de scheuringen die er geweest zijn. Ja, ga zo maar door. Een greep uit de talloze vragen die er kunnen zijn.
Maar wees eens eerlijk. Wat is geloof? Wat is een geloofskeus? Wat betekent gehoorzaamheid? Kort antwoord: blind voor de toekomst, ziende op Christus. Immers, met mijn God spring ik over een muur. Zonder God is vrijmaking een hopeloze onderneming. Maar met God een ware bevrijding.
GKv
Jarenlang zijn we allen lid geweest, en misschien zelfs nu nog, van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Daarin zijn we naar Gods genade groot geworden, gedoopt, onderwezen in de leer der zaligheid. Naar art. 29 NGB mochten we spreken van de ware kerk. De kerk waar de drie kenmerken, zuivere prediking, sacramenten en tucht, werden gevonden. De kerk waar ieder schuldig was zich bij te voegen. Niet omdat het onze kerk was, of omdat het de beste kerk was van alle die er zijn, maar gewoon omdat we geloofden dat de kerk die het Woord van God heeft en alles verwerpt wat daarmee in strijd is, de kerk van Christus is. Ook niet uit hoogmoed, dat het alleen in de GKv zo zou zijn. Zo werd het vaak verweten. Maar in het besef dat Christus Zijn kerk vergadert rondom Zijn Woord. En ook in het besef dat het Gods genade is, Die voor Zijn kinderen zorgt op plekken waar ze niet horen, dat er in andere kerken soms ook zuivere Woordverkondiging plaats vindt. Maar daar hebben we het al direct. De ware kerk vinden we niet alleen aan de zuivere Woordverkondiging, maar ook aan de uitwerking daarvan. Dat wil zeggen dat de tucht wordt gehandhaafd over afwijking van de leer van de Schrift. …alles wat daarmee in strijd is verwerpt… art. 29 NGB.
Artikel 31 KO
Hoe gaat dat in zijn werk? Hoe verwerpen we alles wat in strijd is met Gods Woord?
In de eerste plaats door de prediking zuiver te houden. Door de prediking naar de regels van de Schrift uit te voeren. Dat wil zeggen dat de prediking naar Gods Woord is als Gods Woord Zelf. De predikant ventileert dus op de preekstoel niet allerlei eigen meningen, of meningen van anderen. Maar echte prediking is: zo zegt de HEERE. En dus gaat alle vrijblijvendheid er af. Wij hoeven daarvan niet van alles te vinden of niet te vinden. We hebben er aan te gehoorzamen. Wij zeggen daarop: amen. Preken is opdracht, maar geeft ook opdracht.
In de tweede plaats heeft de kerkenraad en ook de gemeente altijd door de taak om de prediking nauwkeurig te toetsen aan Gods Woord. De zuiverheid van de prediking moet bewaakt worden. Het is van levensbelang om afdwalingen op te merken en zo nodig te bekritiseren. In de Kerkorde is geregeld hoe dat in zijn werk gaat. Het bekende art. 31 wijst de kerkelijke weg.
En in de derde plaats zullen we, zoals ook datzelfde art. 31 KO zegt, alles wat in strijd is met Gods Woord of de kerkorde, niet als bindend mogen aanvaarden. Er is maar één binding mogelijk, namelijk de hals buigen onder het juk van Jezus Christus, art. 28 NGB.
Gemeenschap der heiligen
De hals buigen onder het juk van Jezus Christus is van toepassing op heel het brede leven. Maar zeker ook als het gaat om de kerkkeus die we alle dagen van ons leven maken. Nog nooit in de hele geschiedenis van de mensheid is de plaats waar de kerk van Christus te vinden was, dezelfde geweest. Altijd maar door is er deformatie en reformatie. En soms betekent dat vrijmaking van een bestaande gemeenschap. Want de gemeenschap der heiligen wordt opgebroken door loslating van de binding aan Gods Woord. En de gemeenschap der heiligen wordt onderhouden door zich af te scheiden van hen die niet bij de kerk horen, art. 28 NGB.
2003
Tegenwoordig wordt er druk geschreven en gesproken over de afdwaling in de GKv doordat besloten is de vrouw in het ambt toe te laten. Doordat er eenheid komt met de NGK. De ‘buitenverbanders’. Ook worden allerlei andere zaken benoemd zoals de loslating van de kerkgrenzen, de grote verschillen die er komen tussen plaatselijke gemeenten en tussen predikanten. Het houden van allerlei bijzondere diensten, het verdwijnen van de catechismusprediking en het invoeren van kindernevendiensten. En ga zo maar door. Maar beste lezers, laten we het korte verleden niet vergeten. We willen nog eens met nadruk wijzen op de eerste vrijmaking van 2003. Wat er nu gebeurt in de GKv is niet oorzaak van deformatie, van verval. Nee, het is de doorwerking van het verval dat o.a. al in 2003 werd geconstateerd en ook benoemd. We lezen in de Akte van Vrijmaking (zie Reformanda nr. 36, 1 oktober 2003) het volgende:
”Jarenlang zijn binnen de Gereformeerde Kerken in de kerkelijke weg bezwaren ingebracht tegen allerlei ontwikkelingen. Deze vanuit Schrift en belijdenis beargumenteerde bezwaren wezen aan dat er binnen de Gereformeerde Kerken sprake is van brede en diepe afval in heel het kerkelijk leven en dat deze kerken zich verwijderen van Gods Woord. Daarom werden de kerken en de kerkelijke vergaderingen met klem opgeroepen van deze deformatie van de kerk terug te keren, zowel plaatselijk als binnen het kerkverband. Vele revisieverzoeken zijn ingediend met name bij de Generale Synode Zuidhorn-2002/2003, waar de lijnen van afval en afwijking van Gods Woord nadrukkelijk uitliepen in besluiten die direct in strijd zijn met dat Woord van onze God. Deze synode heeft echter in plaats van de deformatie te stuiten en de weg naar de reformatie van de kerk in te slaan vrijwel alle revisieverzoeken afgewezen. Zij is voortgegaan op de weg, die wij moesten aanwijzen als in strijd met Schrift en belijdenis. Het verval werkt daarom nog steeds verwoestend door.”
Ja, dát is er nu aan de hand. De GKv is niet bezig Gods Woord los te laten. Ze heeft het al lang gedaan. En ook bekrachtigd. De weg van art. 31 KO is uitputtend bewandeld.
Geen ware kerk meer
Als voorbeelden van dwaling en afval worden in diezelfde Akte van Vrijmaking beschreven de besluiten over het vierde en zevende gebod, de besluiten tot voortgaande eenheid met de CGK en de NGK en de Liedboekgezangen. Verkeerde, onschriftuurlijke besluiten. We hebben het over 15 jaar geleden! DGK, dat is, De Gereformeerde Kerken (hersteld) heeft deze besluiten, samen met vele andere als onschriftuurlijk aangewezen en verworpen. Hiervan getuigen de Acta’s van de Generale Synode’s van Mariënberg, Zwolle, Emmen en Hasselt. Zo moest in 2003 (!!) al het volgende worden geconstateerd (citaat uit de Akte van Vrijmaking):
”Met grote droefheid moeten wij constateren dat de Gereformeerde Kerken dan ook niet langer gezien kunnen worden als ware kerk (artikel 29 Nederlandse Geloofsbelijdenis). Wij geloven dat de HERE ons in deze situatie roept om te rekenen met deze werkelijkheid, dat door de afwijzing van de Oproep tot reformatie de gemeenschap van Woord en sacrament opgebroken is en om te gehoorzamen aan zijn Woord waarin Hij gebiedt geen gemeenschap te hebben met de zonden, Openb. 18:4. Daarom spreken wij uit dat het niet langer verantwoord is om deel te blijven uitmaken van een gemeenschap die zich, ondanks herhaalde oproepen tot reformatie en bekering, vastgelegd heeft in afwijking van Schrift en belijdenis. Daaruit volgt dan ook dat wij geloven dat het ons, zolang u niet alsnog wilt komen tot kerkreformatie, om ’s HEREN wil niet langer mogelijk is, om met u te vergaderen onder uw herderlijk opzicht en uw tucht te aanvaarden als geoefend in de naam van de HERE. Wij verwerpen naar art. 31 K.O. de onschriftuurlijke synodebesluiten en maken ons vrij van deze verbastering in de leer. Tevens maken wij ons vrij van de beknotting van de prediking inzake de door God geboden zondagsrust, welke tegen Gods Woord ingaat (Deut. 12:32, Matt. 28:19, Openb. 22:19), en van het vrijgeven van gezangen die Gods Verbondswoord tegenstaan.”
Dat was duidelijke taal. Het is nog steeds de waarheid. En geeft het bestaansrecht van DGK weer. Het was vanaf dat moment, ondanks alles wat men aanvoert als redenen en omstandigheden om zich niet vrij te maken, uiteindelijk geen verantwoorde zaak om te blijven. Dr. P. van Gurp verwoordde het zo: “Blijven in een afvallige kerk, die de dwaalleer en de leugen niet uitbant, betekent: mee verantwoordelijk zijn. En dat is wel terdege zondigen.” (Reformanda nr. 37, 8 okt. 2003, pag. 420)
DGK
Maar we zijn bijna 15 jaar verder. En ondertussen is er veel gebeurd. Allerlei groepen hebben zich om verschillende redenen afgescheiden van DGK. Zo is de GKN ontstaan, o.a. als samenvoeging van een aantal afgescheidenen. En het lijkt er op dat er nu een derde groep is ontstaan, na de recente gebeurtenissen te Mariënberg. Voor sommigen, die zich vrij (willen) maken uit de GKv, komt dan de vraag naar boven: waar moeten/kunnen we heen?
We zullen dan niet alleen maar moeten kijken naar alles wat er gebeurd is, maar we moeten vooral de Nederlandse Geloofsbelijdenis lezen. Die heeft het niet alleen over de kenmerken van de kerk, maar ook over het onderscheid tussen ware en valse kerk/sekte. Hoe moeilijk wij het ons daarin ook kunnen maken, dat onderscheid blijft gemakkelijk. Wij kijken naar personen, gebeurtenissen, naar geschreven artikelen, naar kerkstrijd en naar eigen gelijk. Maar we moeten eerlijk zijn en in alles Christus willen volgen in Zijn kerkvergaderend werk. Ongeacht alles, zelfs dood of lijfstraf, zegt art. 28 NGB. En waar komen we dan uit? Lees maar de Akte van Vrijmaking 2003. Het ontstaan van DGK. Kunnen we nu, een aantal jaren later, ook naar de GKN?
GKN
Laten we beginnen met het feit dat er samensprekingen zijn tussen DGK en GKN. Uiteindelijk bevatten beide kerken voor het overgrote deel mensen die de dwalingen van de GKv zijn ontvlucht. Die daarin gehoorzaam zijn geweest. Laten we blij en dankbaar zijn voor de mogelijkheden die er zijn tot samensprekingen. En dit ook in gebed de HEERE opdragen. Ons past geen hoogmoed of met de vinger wijzen. Allen, ook wij, zijn zondige mensen en zullen van genade moeten leven. Of je nu in de DGK, de GKN of de GKv zit.
Maar toch zullen we eerlijk moeten zijn en daarbij kunnen we niet zeggen dat men maar naar de GKN moet gaan. Of dat het niets uitmaakt, DGK of GKN. Wij willen enkel een paar citaten uit openbare documenten weergeven. Aan die uitspraken is veel vooraf gegaan. Het is zeker niet uit de lucht gegrepen, om maar een ander te veroordelen.
We lezen in de Acta van de GS van Hasselt 2011-2012, art. 4.27 onder Overwegingen over GK Kampen (Ichthus): “3. Het is teleurstellend dat ze blijkbaar niet inzien dat ze een verband vormen met scheurkerken, waarbij de Vijverhoeve-gemeente tevens dwaalleer tolereert.” De Vijverhoeve gemeente heeft deze dwaalleer opgetekend in een brochure getiteld: “De reformatie van de kerk en het Evangelie van vrije genade”. In de brochure “Weerlegging” uitgegeven onder verantwoordelijkheid van DGK Zwolle e.o. wordt de Vijverhoeve-gemeenschap genoemd: “Een sekte die op eigenwillige wijze is afgescheurd van de kerk van de Heere Jezus Christus” (H. 13 pag. 107).
De NGB is duidelijk in art. 29 over het onderscheid tussen kerk en sekte. De laatste noemt zich ten onrechte kerk. Zo staan de zaken. Kerk tegenover sekte. Zeker, er zijn nu samensprekingen. Er kan dwaalleer ingezien worden, het kan ook weggedaan worden, er kan eventueel schuld worden beleden over zonden. Maar we kunnen niet zondermeer zeggen: het maakt op dit moment niet zo veel uit waar je je bij voegt. Bij de GKN of bij de DGK. Alsof alleen vrijmaking uit de GKv het belangrijkste zou zijn.
Samenvattend
Vrijmaking en reformatie brengt altijd de keus met zich mee: waar nu heen. Ons schrijven is er niet enkel op gericht om zondermeer te zeggen: ga wel naar de DGK en niet naar de GKN. We zeggen het wel, maar het doel van ons schrijven is om u bewust te maken van de verantwoordelijkheid die u hebt om een keuze te maken die is naar Schrift en belijdenis. En om je daarbij niet af te laten leiden door personen, door ongefundeerde lasterpraat of door een vooringenomen standpunt. Lees de belijdenis van de kerk en toets de gebeurtenissen aan die belijdenis. Ja, reformatie brengt werk met zich mee. Allereerst is en blijft het een daad van geloof. In de tweede plaats vraagt doorgaande reformatie van ons dagelijkse bekering en verootmoediging voor de HEERE. In de derde plaats is het blijven bij de kerk van Christus niet altijd vanzelfsprekend. Dat kan met zich meebrengen dat er offers gebracht moeten worden. Dat er gelezen en getoetst moet worden. DGK heeft haar bestaansrecht uitvoerig gedocumenteerd in de verschenen Acta’s. En veel van de latere gebeurtenissen, scheuringen en afsplitsingen zijn redelijk uitvoerig gedocumenteerd in verschenen brochures, maar ook in Reformanda en De Bazuin. Zo zullen die gebeurtenissen getoetst kunnen/moeten worden aan Schrift, belijdenis en KO.
[1] Zie schema in Vastberaden nee 6, rubriek Kerkverband, click hier. Het schema geeft goed aan welke GKN-gemeente uit DGK zijn ontstaan. Het schema behoeft een update na de laatste ontwikkelingen.
[4] De typering 'dubbele agenda' is van de GKN-deputaten.
[5] Vastberaden nee 1, rubriek Kerkverband, click hier en Vastberaden nee 11, rubriek Kerkverband, click hier.
[7] Het ingezonden en ons commentaar is te vinden in Vastberaden nee 1, rubriek Kerkverband, click hier.
[11] Vastberaden nee 1, rubriek Kerkverband, maart 2016. Zie bijlage 1, Ingezonden ds. J.R. Visser, click hier.
[12] GKN-Acta 12-03-16, p23.
[13] Het is m.i. niet erg netjes om publicaties waaraan in de BRIEF zulke sterke conclusies worden verbonden, niet integraal erbij te publiceren. Zelfs mist het tweede artikel van dr. Van Gurp (zie bijlage 2) dat nog een nadere verduidelijking geeft.
[14] Overigens is het opvallend dat nú de GKN-deputaten wel aan opvattingen van een niet bij de samensprekingen betrokken persoon refereren en die mede bepalend laten zijn voor de voortgang van de samensprekingen.
[15] Er zijn twee artikelen 11 in deze acta. Het tweede artikel 11 is hier bedoeld.
[16] De aard van deze fundamenten is verschillend. Zo kan en mag de Schrift niet worden veranderd. Dat geldt niet voor de belijdenis als bewezen is dat zij op enig punt niet in overeenstemming met de Schrift is. Dat geldt ook van de kerkorde die ook op praktische/organisatorische punten kan worden aangepast. Overigens geldt voor de laatste wel dat ook daar onopgeefbare zaken in worden geformuleerd, bijvoorbeeld over de gemeente, de ambten, de erediensten, sacramenten en tucht. Zie bijlagen 1 en 2.
[17] Opnieuw klappen de GKN-deputaten uit de vertrouwelijke samenwerkingsschool. Het geeft toch eigenlijk geen pas dat de GKN-deputaten, nadat gezamenlijk een positief Persbericht werd uitgebracht, daar nu via een achterdeur weer op terugkomen?
[18] Gepland op 07-04-18.
[19] Hoe anders hebben de predikanten H.W. van Egmond en H.G. Gunnink gehandeld toen zij zich pas na twee publieke vergaderingen in Bedum en Zuidhorn op basis van een correct gaan van de kerkelijke weg losmaakten van de GKv en hun broeders en zusters daar met klem opriepen dan zich ook vrij te maken.
[20] Zie ook het interview met ds. Van der Wolf, gehouden bij zijn overgang van GKv Urk naar Hardenberg/De Matrix. Click hier en hier.
[21] Vergelijk de nieuwe kerkvisie van dr. H.J.C.C.J. Wilschut die op basis daarvan naar de PKN overging, zie Vertrek dr. Wilschut, rubriek Kerkverband, click hier.
[22] Ds. Laurens Heres (GKN) in acta GKN-synode 01-10-16.
[24] We laten hier nu buiten beschouwing de diskwalificaties in de brochure De reformatie der kerk en het eeuwige evangelie waarmee zij die de kerk scheurden zich trachtten te rechtvaardigen.
[26] Waarom handelt GKN toch niet in de geest van zijn eigen uitgangspunten:
'De vraag bij de toelating tot het kerkverband is dan ook altijd of de kerk die daarbij wil aansluiten een kerk van Christus is en niet of ze alles zo doen zoals wij het gewend zijn. Als het laatste de verplichting zou zijn, gaan we in de richting van de denominatie of krijgen wij sektarische tendensen. Als een andere kerk deel wordt van het kerkverband is het niet zo dat zo’n kerk zich bij de kerk aansluit maar is het een vereniging van ware kerken van Christus', GKN-acta 12-03-16, p6.
[27] Vergelijk GKN-synode uitspraak in 2016: 'Bewust is er voor gekozen om kerkelijke besluiten van voor het ontstaan van het kerkverband in 2009 niet opnieuw de revue te laten passeren', GKN-acta 12-03-16 art. 11, p7.
[28] ND 26-03-18.