CGK kroniek - 2
D.J. Bolt
15-11-25
In onze editie van 4 oktober jl. publiceerden we de Open Brief dd. 15 september 2025 van Deputaten Vertegenwoordiging. Deze deputaten moesten sinds de generale synode (GS) werd gesloten nog 'lopende zaken' regelen. Immers de GS besloot na langdurige en diepgaande discussies dat er geen basis was een 'roepende kerk' aan te wijzen die een volgende synode bijeen zou moeten roepen.
Wat was en is het kardinale punt? Even kortweg.
Een kerkverband is een samenwerkingsverband van zelfstandig kerken die zich verbonden hebben op de basis van Schrift en Belijdenis. Daarin leven en handelen ze samen volgens een aanvaarde kerkorde (KO). Deze bepaalt o.m. dat de besluiten die door hun 'meerdere vergaderingen' - vergaderingen waarin een aantal kerken is vertegenwoordigd zoals de GS - voor 'vast en bondig' zullen worden gehouden. Dus opgevolgd en nageleefd.
En dat is waar het in de CGK op grote schaal aan is gaan mankeren. Op twee punten. Ondanks dat meerdere synodes op basis van de Schrift hebben vastgesteld dat deze geen vrouwen in de kerkelijke ambten toelaat en ook homoseksuele relaties verbiedt is er een groeiend aantal gemeenten dat hier in de praktijk geen boodschap aan heeft. En ondanks heel veel vermaan voortgaat op de weg van acceptatie en invoering.
We hebben met respect gezien hoe de laatste synode hiermee geworsteld heeft. Allerlei voorstellen heeft overwogen om uit deze situatie te geraken. Tot uiteindelijk het besluit werd genomen, samengevat: de synode is niet in staat de moeite uit de weg te ruimen, haar opdracht verder uit te voeren. En er kon niet voldoende gemeenschappelijk draagvlak worden gevonden om in deze vergadering verder te gaan. Een volgende synode bijeen laten roepen had geen zin, het zou de verdeeldheid alleen maar vergroten.
De vergadering werd gesloten, waarmee haar belangrijkste opdracht om de eenheid te herstellen was mislukt. De kerken moesten zich nu zelf gaan bezinnen hoe verder met het kerkverband.
Twee lijnen
Er worden in deze diep verdeelde kerken nu twee lijnen gevolgd.
Rijnsburg
De CGK Rijnsburg organiseerde op 3 oktober samen met andere gemeenten – ongeveer 70 in aantal - een convent in Veenendaal. Inmiddels staat een tweede convent gepland op 29 november a.s. Daarvoor zijn alleen welkom afvaardigingen van díe kerken die zich houden aan de 'vierslag' Schrift, belijdenis, kerkorde én genomen synodebesluiten. Op deze vergadering zal een 'roepende kerk' worden aangewezen die een nieuwe generale synode moet gaan organiseren.
Het doel is eenvoudig: 'in naam en denken Christelijke Gereformeerde Kerken blijven’ en 'herstel van de gereformeerd-synodale structuur.’
Broeksterwoude
De CGK Broeksterwoude/Petrus (BP) is een heel andere weg ingeslagen. De raad van deze kerk heeft de burgerlijke rechter ingeroepen om de genomen besluiten van de gesloten GS te overrulen. BP vindt dat de GS wél een roepende kerk had moeten aanwijzen en probeerde dat met een kort geding voor elkaar te krijgen. De rechter is zich er mee gaan bemoeien, deed weliswaar geen uitspraak maar gaf wel een dringend advies CGK Hoogeveen alsnog als 'roepende kerk' aan te wijzen.
Deputaten Vertegenwoordiging hebben 'om verder juridisering te voorkomen' dat dan maar gedaan. Echter BP was hier niet mee tevreden en wilde een uitspraak. En zo deed op 25 september jl. de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland de uitspraak dat CGK Hoogeveen terecht werd aangewezen als roepende kerk voor een volgende generale synode.
Het was zo strijdig met hun overtuiging dat vier van de vijf Deputaten Vertegenwoordiging hun functie neerlegden: ds. P. D. J. Buijs, ds. A. D. Fokkema, ds. W.J . van Gent en ds. A. van der Zwan). Inmiddels de nieuwe deputaten: ds. J.G. Schenau. voorzitter, ds. J. Oosterbroek, ds. J. Nutma, A.S. Bil.
Overwegingen
We zijn 'kerkelijke buitenstaanders' maar we voelen zo diep mee met de afgetreden broeders deputaten. Wat voor mentaliteit moet je toch beheersten als je burgerlijke rechtelijke macht gaat inschakelen om een besluit van een synode naar je hand te zetten? Is hier niet sprake van een ernstige overschrijding van de scheiding tussen kerk en staat en bevoegdheden? Wat moet de burgerlijke rechter al niet overrulen om te komen tot het door BP gewenste doel. We noemen wat primaire zaken:
- Hij moet zich de bevoegdheid aanmeten zich met de intern geestelijk zaken van de kerken te gaan bemoeien.
- Hij moet een door de generale synode uitgebreid besproken en gefundeerd aangenomen besluit (geen roepende kerk aanwijzen) terzijde zetten.
- Hij moet een instantie die daar geen formele bevoegdheid noch opdracht toe heeft, - Deputaatschap Vertegenwoordiging - een samenroepende kerk laten aanwijzen.
Dit moet toch ieder die gereformeerd-kerkelijk denkt tegen de borst stuiten?
We hebben een belangwekkend en diepgaand document ontvangen van mr. dr. P.T. Pel dat gaat m.n. over de verhouding burgerlijk en kerkelijk recht. We bevelen het van harte aan omdat het de fundamentele zaken die hier aan de orde zijn grondig aan de orde stelt, analyseert en antwoorden geeft.
Tot slot voor nu.
In Nader Bekeken (September 2025 #9) vonden we in de rubriek Gesignaleerd een opmerkelijk verhaal van mr. D.A.C. Slump. Het gaat over het gebeuren in de rechtbank Zutphen bij de behandeling van de zaak 'Broeksterwoude'. We laten een gedeelte daaruit volgen:
"…
De rechtbank had een rechter aangewezen die, ook naar eigen zeggen (CVandaag), geen vreemdeling in Jeruzalem was. Hij liet dat ook duidelijk blijken. Met verve probeerde hij van meet af aan het 'oud-moderamen' ertoe te brengen alsnog een roepende kerk aan te wijzen. Voorbeelden uit andere kerken, een rechtstreeks appel op grond van de Bergrede, zelfs lichtelijk provocerende vragen en opmerkingen over het gebrek aan durf van de synode, niets was hem te gortig om het oud-moderamen over de streep te trekken. Geen spoor van twijfel over zijn mening. Van enige terughoudendheid was geen sprake.
Hier was duidelijk een meelevende broeder uit een gereformeerde kerk aan het werk die er alles aan deed om het oud-moderamen te bewegen mee te werken aan de oplossing die hij zelf voor ogen had.
Mij past geen kwaad woord over de goede bedoelingen van deze broeder, maar hij zat niet in die hoedanigheid in toga op de rechterstoel.
Ik zag in het verslag geen rechter die zich ervan bewust was dat hij - ondanks zijn inspanningen – wellicht toch een uitspraak moet doen in het geschil. Een uitspraak die gebaseerd moet zijn op het geldende recht, met verwerking van de door beide partijen ingebrachte stellingen en de reactie daarop van de wederpartij. Dat had de rechter veel terughoudender moeten maken in het geven van zijn mening. Ik denk dat de rechtbank en de rechter zelf zich niet voldoende hebben gerealiseerd dat het voor een rechter hondsmoeilijk is om onpartijdig te zijn als je je zo betrokken voelt bij een zaak. Die moeilijkheid had de rechtbank de rechter en de rechter zichzelf moeten besparen.
Afgesloten op 27 augustus 2025.
Mr. D.A.C. Slump
(oud-rechter)"